Terug naar maart 2009

1 april 2009

1 aprilgrappen zijn aan mij niet besteed. Meestal vind ik ze flauw en zelfs irritant. 1 april zou altijd in het weekend moeten vallen, dan heb je het gedoe in ieder geval niet op school. Maar het is toetsweek, dus dan valt het allemaal nog mee. De leerlingen hebben wel wat anders aan hun hoofd.
Lidy had vanmorgen zichzelf te pakken. Ze zei tegen me: "Heb jij gisteren de pomp van de vijver aangezet? Hij is bijna helemaal leeg!" Ik schrok wel en holde in mijn pyjama naar beneden om de pomp uit te zetten. Lidy dacht een grapje te maken, maar ik had gisterenmiddag (mooi weer!) inderdaad de pomp aangezet en die had ik inderdáád vergeten uit te zetten. Er was pakweg dertig centimeter water uit de vijver. De beekloop lekt niet (in ieder geval niet dat ik het kan zien) en de vijver lekt zeker niet, want als de pomp uit is, blijft het water even hoog. Het water moet dus weglopen uit de waterslang óf uit de filterbak. Maar ik zie niet waar dat is. En als er tientallen liters (misschien wel honderden liters) verdwijnen dan moet het toch ergens kletsnat worden? Ik snap er niets van. Maar deze grap van Lidy viel in ieder geval in het water.
Edwin had bij een wiskundetoets de leerlingen te pakken. Hij liet elke leerling twee paaseitjes geven. Ze kregen daarbij de mededeling: "Niet opeten, je hebt ze straks nodig bij een toetsvraag." Deze kinderen hadden minstens een half uur de eitjes voor zich liggen, maar ze moesten ervan afblijven! Aan het eind van de toets bleek er geen vraag over te zijn en mochten ze de eitjes alsnog opeten. Kijk, dit vind ik dan toch wel aardig. Edwin liep al een paar dagen te broeden op een 1 aprilgrap. Ik had hem gezegd ermee uit te kijken. Het zijn toetsen en je moet de leerlingen niet uit hun doen brengen. Voor je het weet heb je een klacht van een ouder aan je broek. "Mijn kind haalt altijd achten en door uw flauwe grapje was ze zo van slag dat ze nu een vier heeft." Toon dan maar eens aan dat het brave dochtertje gewoon niet geleerd heeft!

Suzanne is met Tygo naar het consultatiebureau geweest. Hij groeit goed. Alleen ontdekten ze nu dat het schaap tijdens de geboorte zijn sleutelbeen heeft gebroken. Dat schijnt vaker te gebeuren en het groeit wel weer aan elkaar.

Vanmiddag was er weer een vergadering van de straatnaamcommissie. We werken door aan de naamgeving van de fietspaden. Er was altijd sprake van een vraag van de hulpdiensten, maar die blijken er geen behoefte meer aan te hebben. Toch hebben we voldoende argumenten om het plan door te zetten. We hebben het dan wel alleen over de vrijliggende fietspaden (een fietspad langs een weg hoort gewoon bij die weg). Van die vrijliggende fietspaden hebben we er nogal wat in Veenendaal. Het gaat ons vooral om de vindbaarheid. Als je door een brommer aangereden wordt en je belt om hulp, dan moet je wel kunnen zeggen waar je ligt met je gebroken been. 'Op het fietspad lopend van straat x naar straat y ter hoogte van z' is dan lastig. Een bijkomend argument is het gegeven dat Veenendaal zich profileert als fietsstad. Dan is dit soort zorg voor je fietspaden ook wel een logisch gevolg.
Verder zijn er vanwege sloop en nieuwbouw namen nodig in het centrum (waar nu het postkantoor en het dienstenkantoor staan) en eentje bij de Munnikenschans en de Hunneschans.
Ik opende de vergadering met een citaat uit 'Amsterdam & zijn schrijvers' op blz. 121. Ik las dat gisterenavond op bed:

Zo beroemd dat men een sigaar of een steeg naar mij heeft genoemd ben ik nog niet. Volgens mijn horoscoop zal dit echter na mijn dood gebeuren. Als alle stegen tegen die tijd dan maar niet zijn afgebroken,' schreef Maurits Dekker (1896-1962) kort voor de oorlog. Het zal er niet van komen. Vast niet omdat men hem dat misgunt, maar de stad heeft al een Douwes Dekkerstraat, een Mauritsstraat en een Mauritskade, en als de straatnaamcommissies iets willen vermijden, dan is dat verwarring.

Paul Arnoldussen schreef deze bijdrage over Dekker en geeft blijk van een goede kijk op de overwegingen van een straatnaamcommissie!

Al een paar dagen ben ik bezig met knipsels van (vooral columns) van Jan Blokker. Er staan er nu honderden op Raban en als logisch vervolg daarop heb ik nu ook de Schrijversinfobladzijde over Jan Blokker afgemaakt.

2 april 2009

Een leestip van Gert (die ik graag doorgeef, al is het maar omdat hij het mooi kan zeggen): 'Dag Mats, Alles goed, naar ik hoop? Genietend van het lenteweer en snakkend naar een virtuoos vloekschrift? Koop en lees dan het laatste boek van Jeroen Brouwers: Sisyphus’ bakens, samen met De Nieuwe Revisor en Extra Edietzie behorend tot de beheerst-dodelijke, taalkundig sublieme woedeaanvallen van Jeroen Brouwers: het Vlaamse en Nederlandse hof krijgen het zwaar te verduren, en vooral Ronald Plasterk krijgt er van langs, met z’n hoedje en z’n gitaartje en z’n stuitende formalisme. Ik heb zelden zo gelachen als met dit schrijnende vloekschrift. Kortom: help Brouwers aan royalty’s en schaf dat boek aan! Groeten, een echte Brouwersfan (om de laatste opmerking te begrijpen, moet je Brouwers’ boek gelezen hebben …) Gert.' Over Brouwers' pamflet had ik al in de krant gelezen en ik overwoog om het te kopen. Dat ga ik nu dan ook maar doen.

Uit de knipsels heb ik deze fraaie opmerkingen over Jan Hein Donner aan de Schrijversinfobladzijde toegevoegd, geschreven n.a.v. zijn overlijden:

Het was verbazend hoe deze man die opgesloten zat in een kamertje, die zich nauwelijks kon bewegen en heel moeilijk kon praten en bijna niet lezen, de wereld nog steeds zo op stang kon jagen dat eens zelfs iemand schreef dat Donners verpleegsters hem maar moesten laten barsten. Het deed hem groot plezier. (Hans Ree, NRC, 28-11-1988)

Als iemand over een talent beschikte om de medemens tot het uiterste te tergen en tegen zich in het harnas te jagen, dan was het wel Johannes Hendrikus Donner. Soms kon hij met een enkele opmerking al een explosie van woede veroorzaken. "Hortsik, koetsier", zei hij eens tegen een taxichauffeur en onder een stroom van verwensingen mocht hij onmiddellijk weer uitstappen. Soms was alleen al zijn verschijning voldoende voor allerlei haatdragende reacties. Op straat werd hij dikwijls nageroepen en niet zelden gebeurde het dat wildvreemden aan zijn kleren begonnen te rukken of hem zijn Russische bontmuts trachtten te ontfutselen. Nog vanmorgen werd ik opgebeld door een oude bamzaaier uit café Eylders, die vertelde dat hij ooit samen met Donner op het Leidseplein is gearresteerd, zo maar zonder een echte aanleiding, eigenlijk alleen omdat Donners gezicht de agent niet aanstond. Er moet zelfs nog een foto zijn van Donner in een politiecel. Donner genoot van al die opwinding rondom zijn persoon en zeker in zijn jonge jaren schuwde hij de directe confrontatie niet. (Max Pam, NRC, 29-11-1988)

Het werd een enorme rel in 1965 toen hij over de nieuwe Nederlands kampioen Lodewijk Prins schreef dat hij geen paard van een loper kon onderscheiden: "De zwakste speler van de hele wereld." Donner daagde Prins uit voor een tweekamp en Peereboom viel Donner in het Parool aan. "Lodewijk kom achter die Peereboom vandaan", schreef Donner. Prins weigerde de tweekamp. Donner: "Wij hebben nu dus een schaakkampioen die weigert te schaken." (Willem Ellenbroek en Hans van Wissen, Volkskrant, 29-11-1988)

1 bestelling: 2 knipsels Hadewijch.

3 april 2009

Twee dagen mooi weer en de bladknoppen en de bloesem spat van de bomen. Het is een feestelijk gezicht. Ook op de Jan Steenlaan staan de prunussen er weer gekleurd bij. Het is aan deze bomen te zien dat we een wat strengere winter hebben gehad. Vorig jaar was er al op 10 maart bloesem aan die bomen!

Ik ben deze week druk met het nakijken van toetsen. Leerlingen lezen niet, of in ieder geval: ze doen niet wat er staat!
- Als er staat 'omcirkel het voegwoord' dan zetten ze een streepje onder het voegwoord.
- Als er staat 'onderstreep en benoem de bepaling' dan onderstrepen ze hem alleen.
- Als er staat 'gebruik maximaal twintig woorden voor je antwoord' dan gebruiken ze er rustig veertig.
Uiteraard generaliseer ik, ze doen dat lang niet allemaal, maar ik maak me er wel zorgen over. De leerlingen worden veel te makkelijk, een opdracht lijkt geen opdracht maar een verzoek: 'Zou je zo vriendelijk willen zijn een cirkeltje om het voegwoord te zetten? Maar als het je beter uitkomt om dat voegwoord te onderstrepen, dan is dat uiteraard ook uitstekend.' Ze moeten toch verdorie gewoon doen wat er staat. En als ze dat niet doen, dan moet dat punten kosten! Als er straks bij het eindexamen staat 'maximaal twintig woorden' dan wordt het antwoord niet eens nagekeken als er te veel woorden staan.

In het zonnetje heb ik vanmiddag in de tuin wat takken in stukken staan knippen en in het houthok gestapeld. Daarna heb ik ook nog de druif gesnoeid. Waarschijnlijk net iets te laat met dit mooie weer, maar het is niet ons niet om de druivenopbrengst begonnen. De vissen in de vijver zijn ook meteen weer actief. Ze komen weer snel naar boven als we voer op het water gooien. Minstens één zwart koikartpertje van Suzanne heeft de winter overleefd. Ook een stuk of tien van onze eigen jonge visjes van vorig jaar zijn er nog. Een paar oranje (met grote staarten) en de rest zwart. Zouden die nou zwart blijven, of worden ze in de loop van het jaar toch nog oranje? We gaan het zien. De twee blauwe windes beginnen monsterlijk groot te worden. Zo zie je ze in een dierenwinkel nooit. Hoe oud zouden die beesten kunnen worden? En hoe groot?

Naar aanleiding van 'Sisyphus' bakens' (dat ik morgen wil gaan kopen) heb ik de Schrijversinfobladzijde over Jeroen Brouwers doorgenomen en uitgebreid (m.b.v. de site van de Koninklijke Bibliotheek). Hij moet nu vrij volledig zijn. Er staan alleen nog geen foto's van boekomslagen op. Misschien heeft Gert een paar bijzondere voor me. En er zouden ook nog wat meer geciteerde uitspraken van andere schrijvers óver Brouwers bij moeten.

4 april 2009

Bij de Volkskrant zit vandaag een verrassing: het boekje '1609 De vergeten geschiedenis van Hudson, Amsterdam en New York' door Geert Mak en Russell Shorto. Onverwacht een boek krijgen blijft prettig, zelfs als het zo bij de krant zit ingepakt. Naar aanleiding van dit boekje heb ik de bladzijde over Geert Mak op Schrijversinfo afgemaakt. Ik word steeds handiger in het omgaan met de database van de Koninklijke Bibliotheek. Daar zijn de verschenen boeken te vinden, eventuele vertalingen en zelfs of een boek ooit is verschenen als 'Grote letterboek'. Daarmee is meestal een bladzijde - die ik al in grote lijnen klaar heb - voor dit moment volledig te maken.

 

Bij de post zat een grote envelop van de Provincie Flevoland. Dat is netjes van ze! In een stapel knipsels uit 1996 vond ik een bericht over vier gedichten op de dijken van deze provincie. Ze staan op de plekken waar destijds de dijken zijn gesloten en zijn gebeiteld in basaltblokken. Ik ging op zoek naar meer informatie, maar die blijkt - ook op internet - moeilijk te vinden. Op de site van de provincie vulde ik een vragenformulier in, waar ik om meer informatie over de gedichten vroeg. Drie dagen later al krijg ik deze envelop met vier A4'tjes met informatie en drie A3'tjes met kaarten (in kleur!) waar de locaties op staan aangegeven. Dat is service. Het kan geholpen hebben dat ik erbij schreef dat ik de gedichten op wil nemen in de te schrijven Literaire reisgids.

Hiernaast de kaart waarop het gedicht van Wolkers, even ten noorden van Lelystad, staat aangegeven.

Het gaat om de volgende gedichten en locaties:

Plaats: Lelystad

Locatie: De IJsselmeerdijk, ten noorden van Lelystad ter hoogte van het windenergiepark

Dit sluitgat werd gedicht in 1956

Dichter: Jan Wolkers

wie schilt de steen
wie snijdt het water
over de golven heen
loop ik naar later

Plaats: Urk

Locatie: De Westermeerdijk, ten noorden van Urk

Dit sluitgat werd gedicht in 1940

Dichter: Ed Hoornik

Het Nieuwe Land
De meeuw, die vroeger over het water vloog,
verwondert zich: hier viel de aarde droog.
Vergane schepen rusten in mijn koren.
Ik ben nieuw land; ik ben maar pas geboren.

Plaats: Schokkerhaven

Locatie: Zuidermeerdijk, ten westen van Schokkerhaven

Dit sluitgat werd gedicht in 1942

Dichter: Remco Campert

Water sluit ik
Land ontsluit ik
Hemel omsluit me

Plaats: Zeewolde

Locatie: Zeewolderdijk, ten noorden van Zeewolde, nabij de Biezenburcht

Dit sluitgat werd gedicht in 1967

Dichter: Marga Minco

Grillig ligt het water
kastijdt de dijken, stuit en keert
windscheef beschermt het riet
een zee van land.

Deze gedichten werden hier geplaatst om stil te staan bij het tienjarig bestaan van de Provincie Flevoland in 1996. Ik voel me nu wel min of meer verplicht deze gedichten te gaan bekijken (in de meivakantie?) en er foto's van te maken. In de kleine lettertjes van de informatie lees ik 'Het laatste monument met het vers van Ed Hoornik kon tot op heden nog niet worden uitgevoerd wegens de oplopende kosten van dit literaire project.' Het is dus de vraag of dat er ooit gekomen is.

 
Vandaag passen we voor het eerst op Tygo. Suzanne is naar Delft en Scheveningen voor een vrijgezellenfeest van haar schoonzus. In Scheveningen moet er door de aanstaande bruid worden 'gebungyjumpt' en dat wil Suzanne niet missen. Tygo is wat huilerig en dat is toch wel wennen. Uiteraard plast hij zichzelf en zijn sokken nat als zijn oma hem verschoont. Vanmiddag gaf ik hem zijn flesje. Suzanne voedt hem zelf, is aan het kolven geweest en deze melk komt dus uit mijn dochter. Dat is toch een gek idee.

 

Het boekje van Jeroen Brouwers blijkt bij van Kooten al uitverkocht en er is zoveel vraag naar dat het zelfs niet in een paar dagen geleverd kan worden. goed nieuws voor Brouwers.

Aan het eind van de middag werd mijn pakje van de ECI door de postbode afgegeven. Ik bestelde:
- Frans Halsema, Springlevend (2 CD's)
- A.L. Snijders, Heimelijke vreugde 2
Naar Frans Halsema luister ik nog altijd regelmatig (Voor haar, Ik mis, Kees, Zondagmiddag Buitenveldert). Op deze dubbel-cd staan 23 niet eerder uitgebrachte nummers, daar ben ik heel nieuwsgierig naar. A.L. Snijders is de laatste tijd aan het doorbreken met zijn ZKV's (Zeer Korte Verhalen). Ik kende hem al als columnist in 'De Gelderlander'. Op Schrijversinfo heb ik al wat citaten uit zijn columns staan. In de twee delen 'Heimelijke vreugde' zijn die krantenstukken gebundeld, aangevuld met zijn begeleidende briefjes aan de hoofdredacteur. Vanavond maakte ik ook de Schrijversinfobladzijde over hem af (die bladzijden schieten als lenteblaadjes tevoorschijn de afgelopen week). Een citaat van hem uit de Gelderlander en eentje uit dit boek:

Mijn zoon loopt op het kerkhof van Diepenheim.
Hij wacht op mij, ik ben onderweg om hem op te halen.
Hij leest ergens INRI, wat niet zo vreemd is op een kerkhof.
Iesus Nazarenus Rex Judaeorum - Jezus van Nazareth Koning der Joden.
Even later leest hij UITRIT en verbaast zich.
Hij gaat terug en ziet dat hij de T van INRIT gewoon niet gelezen heeft.
Het oog leest wat de omgeving verlangt, niet wat er staat.
(A.L. Snijders, INRI, Gelders Dagblad, 11-10-1997)

 

Ik doe wel of ik een rationalist ben die zijn beslissingen neemt op grond van controleerbare argumenten,
maar dat is in werkelijkheid niet zo, ik beslis op de stem van vage, nauwelijks waarneembare impulsen,
die ik dan later met redenen omkleed, zodat alles toch netjes lijkt
en ik mezelf weer kan beschouwen als een volwassen en redelijk burger.
(A.L. Snijders, Heimelijke vreugde 2, blz. 12)

2 bestellingen: 2 dubbelelpees ('40 hits uit 20 jaar Nederlandse popgeschiedenis' en 'The Golden Love Album'), Maria de Groot, 'In gesprek met Ida Gerhardt. Interviews, brieven, gedichten en beschouwingen'.

5 april 2009

Op de nieuwe CD van Frans Halsema staat 'Moederziel alleen', geschreven door én gezongen samen met Robert Long (allebei dood, daaraan merk je ook dat je ouder wordt). Dat prachtige nummer heb ik nu drie keer. Eén keer door Robert Long solo, één keer samen gezongen met Leen Jongewaard (ook al dood) en nu dus ook samen gezongen met Frans Halsema. Dat is een voordeel van alle muziek als MP3 op je computer en een programma als Windows Media Player: je ziet dat soort dingen in één oogopslag.
Robert Long hangt vooral in het collectief geheugen als de zanger van vrolijke liedjes met veel schelden en veel vieze woorden. De verstilde nummers met prachtige teksten zijn veel minder bekend, al stonden ze ook op alle lp's en cd's vanaf 'Vroeger of later' (1974). Dit 'Moederziel alleen' is wat mij betreft een topnummer van Robert Long en dan vooral de tekst van de laatste twee strofen:

Ach ieder mens moet elke dag opnieuw beslissen
Hoever 'ie gaan wil en hoeveel 'ie accepteert
Als je alleen maar aandacht schenkt aan wat een ander vindt of denkt
Dat word je steeds weer in een hoek gemanouvreerd

Want ieders mens staat moederziel alleen in 't leven
En ieder mens krijgt van dat leven soms een lel
Maar als je tijdig hebt geleerd
Hoe je jezelf 't best verweert
Dan win je ook niet, maar verlies je minder snel

Vanmiddag vieren we pa's verjaardag in Culemborg. Met de hele familie weer bij elkaar. Ik heb me laten vertellen dat er mensen zijn die plezier beleven aan dit soort bijeenkomsten (om het woord 'gezellig' maar niet te gebruiken). Voor mij is het toch vooral een hogere vorm van opzitten en pootjes geven. Maar onontkoombaar. De mens is een sociaal dier nietwaar.

 
Wim Huijser heeft de 75 impressies over de Hoge Veluwe nu allemaal geschreven. Een aantal heeft hij mij al eens gemaild en ik vond ze heel herkenbaar wat betreft 'Hoge Veluwe-gevoel' en prettig om te lezen. Wim kan schrijven en weet een goede mix te vinden tussen persoonlijke gedachten en informatie over de Hoge Veluwe.
Gisteren landde een dikke envelop met de complete tekst op mijn deurmat. Deze week reserveer ik twee avonden om dat allemaal eens kritisch (maar vast ook met plezier) door te lezen. Veel taalfouten maakt hij niet. Op het eerste gezicht zag ik dat een paar koppen nog onderaan een vorige bladzijde stonden. In het personenregister kwam ik al de namen tegen van Gerrit Jan Zwier, Aar van de Werfhorst, C. Buddingh' (uiteraard) en A. den Doolaard. Dat belooft al vast wat. Uiteraard staat ook Rouke Boersma ertussen. Wie over de Hoge Veluwe schrijft kan niet meer om hem heen!
Vanochtend stuurde ik een mailtje naar de redactie van het ledenblad van de 'Vrienden van de Hoge Veluwe' (een nieuwe redactie, een nieuwe layout en helaas ook een nieuwe naam voor het blad), zo'n boek lijkt me nu echt iets om in het blad aandacht aan te besteden. Ik ben benieuwd naar hun reactie.

A.L. Snijders was leraar Nederlands. Eerst in het voortgezet onderwijs, daarna op de Politie Opleidingsschool in Lochem. Over dat onderwijs een paar citaten:

En er zijn ook leerlingen en daaronder is nogal wat gajes.
Ik kan er wel mee overweg want ik deug zelf ook niet.
(Heimelijke vreugde 2, blz. 25)

 

Toen ik op school zat, las ik in boeken. En wat ik gelezen had, zette ik op een papiertje. Een proefwerk.
Als de meester vond dat het voldoende was, gaf hij me een voldoende.
Toen ik studeerde, las ik in boeken. En wat ik gelezen had, vertelde ik aan een professor. Een tentamen.
Als die man vond dat het voldoende was, gaf hij me een voldoende.
Nu ik leraar ben, lees ik in boeken. En wat ik lees, vertel ik aan mijn leerlingen.
Die zetten het op papier. Een proefwerk
Als ik vind dat het voldoende is, geef ik ze een voldoende.
Mijn leven bestaat uit boeken en papier.
Ik verteer papier in mijn boekmaag, en ik braak kennis uit.
Daarvoor ontvang ik geld. Dat is mijn leven.
(Heimelijke vreugde 2, blz. 26)

2 bestellingen: Harm Botje, 'In de ban van de Nijl', J.V. Teunissen, 'Paradijselijke visioenen'.

6 april 2009

Het komt zelden voor dat ik 's morgens mijn dromen van die nacht nog weet. Vanochtend was het wel zo. We waren met een bus vol derdeklassers op weg naar België (dat ga ik in mei weer écht doen). Halverwege ontdekten we dat we geen geld bij ons hadden. We reden terug naar Veenendaal. Daar wilde Emile (de financiële man van school) ons het geld niet geven, omdat we het niet minstens een dag vantevoren hadden aangevraagd. Midden in een ruzie met Emile (waar ik nooit ruzie mee heb) werd ik wakker, omdat ik naar de wc moest. Waarschijnlijk is dat wakker worden ook de reden dat ik me deze droom nog herinner. Ik geloof niet zo in de voorspellende waarde van dromen, maar ik ben toch minstens ergens in mijn onderbewuste met die schoolreizen bezig.

Het regende, een dicht rag van fijne druppeltjes.
Af en toe slurpte Fred het water uit zijn neusgootje.
Het smaakte ziltig, Fred-achtig,
als de lucht uit een ballpoint waar je lang op hebt zitten kauwen.
(Tim Krabbé, Een tafel vol vlinders, blz. 5)

2 bestellingen: 'Een veluws dorp. Een herinneringswerk voor Ir. M.M. van Hoffen', John Cheever, 'Verscheurde stilte. De dagboeken'. Naar dat laatste boek was de afgelopen weken al een paar keer geïnformeerd. Het is deel uit de serie 'Privé-domein' en ik vraag er € 28,00 voor. Dat is veel geld voor een boek, maar uiteraard heb ik even op internet gekeken wat anderen er voor vragen en ik ben met dit bedrag helemaal niet duur (en het boek is zo goed als in nieuwstaat).

7 april 2009

Bestaat er een woord dat qua gevoelswaarde het midden houdt tussen 'beste' en 'lieve'? Ik wil een oud-collega, die het momenteel even lastig heeft, een briefje sturen om haar een hart onder de riem te steken. 'Beste' vind ik dan net te afstandelijk en 'lieve' is wel weer heel intiem. Ik kom er niet uit en zal dan maar geen van beide woorden opschrijven en volstaan met haar voornaam.

In het nieuwe gedeelte van het centrum (waar de wolfabriek is afgebroken) krijgen de straten namen die passen bij oud-Veenendaal (Wolweg, Synagogestraat, Brouwersgracht, Suikervat) of namen van markante oud-Veenendalers (Rik Valkenburgstraat, Kees Stipplein, Thoomesplein, Bernhard van Kreelpoort, Adriaan P. de Kleuverstraat). De EO blijkt bezig met een programma over Rik Valkenburg (binnen een geschiedenisprogramma over het Nederlands protestantisme) en wil me graag interviewen over de achtergrond van die straatnaamgeving. Dat zal wellicht morgen al gebeuren. Ik heb de journalist ook een versie van mijn (nog niet op internet staande, maar wel bijna complete) Schrijversinfobladzijde over Rik Valkenburg gemaild.

Morgen maakt H4c een schrijfopdracht. Al voor de CT-week leverden ze hun schrijfplan bij me in. Vandaag wilden twee meisjes hun schrijfplan nog even inzien. Ik kon het mapje nergens vinden. Ik sloeg aan het zoeken, was optimistisch (ik ben wel vaker wat kwijt), maar daarna ontstond er toch een lichte vorm van paniek. In de loop van de middag kwam ik tot de slotsom dat het pakketje thuis op tafel moest liggen. Voordat ik naar huis ging bedacht ik dat het misschien in één van de lokalen kon liggen waar ik gisteren les heb gegeven. En verdomd! Het lag op het bureau in lokaal 214. Ik moet daar toch iets preciezer in worden (toch maar die grote koffer elke keer meenemen van lokaal naar lokaal?). Het voordeel is dat ik vanmiddag al zoekend mijn kantoor weer een eind verder heb opgeruimd.

Aan het eind van de middag brachten we de betaalde boeken naar het postkantoortje op de Ellekoot. Ik sprak er Daan, die er beter (rustiger) uitziet dan een maand of wat geleden. Bij de Bruna kocht ik het Literaire Juweeltje 'Ik ben geen tegenspreker' van Marijke Höweler. Ook hier werd ik nu geholpen door een oud-leerling. Bij Albert Heijn kocht ik 'Trotse ouders' van Cornald Maas. Interviews met ouders van bekende Nederlanders. Ik vermoed dat ik een deel ervan al eens gelezen heb in het 'Volkskrant Magazine'. Het boekje had twee stickers: één met 'Nu 3,99' en dan ook nog eens één met '35% korting'. We kochten veel meer met zo'n '35% korting'-sticker. Onder andere een bak met visgourmet. Zo zaten we vanavond zomaar ineens samen te gourmetten. Ik dronk er ruim een halve fles Moscato d'Asti bij en ben vervolgens zo 'soezerig' dat ik besloten heb vanavond niet meer te werken. Ik ga lekker op de bank voetbal liggen kijken.

2 bestellingen: 'Hollands maandblad' 362, januari 1978, 19e jaargang, knipsel Willem Elsschot

8 april 2009

Vandaag begon ik met H4d aan 'Mariken van Nieumeghen'. Toen ik het woord 'Diets' (voor Middelnederlands) liet vallen, zei één van de leerlingen onmiddellijk: "Dat verklaart in ieder geval waarom ze Nederlands in het Engels 'Dutch' noemen!" Heel goed. Dit soort opmerkingen van leerlingen zorgt ervoor dat je als leraar hoop blijft houden. Ze pikken heus wel dingen op en ze denken heus wel zelf na. Hoewel: op bladzijde 24 van onze 'Mariken' (waar oom Ghysbert naar zijn zus in Nijmegen gaat om haar te vragen of zij soms weet waar Mariken is) staat:

Ick schat si yevers in een camer ghenuyt si,
Daermen sulken tijtkens om een grootken speet.

En de hertaling op de bladzijde ernaast zegt:

Ik denk dat ze ergens in een kamer zit waar men zulke kippetjes voor een halve stuiver aan het spit steekt.

Normaal gesproken hebben leerlingen onmiddellijk allerlei seksuele bijgedachten (je kunt de woorden 'wip' of 'pijp' eigenlijk niet in je les gebruiken), maar hier lezen ze toch allemaal (gedachteloos) overheen. Ik leg de les stil en wijs ze op die zin: 'Wat staat hier nu eigenlijk?'. Er is geen leerling die hieruit opmaakt dat de tante zegt (of insinueert) dat Mariken in een bordeel terechtgekomen is.

Wim reageert op mijn vraag over 'beste' en 'lieve': 'In twijfelgevallen tussen `lieve' en `beste' gebruik ik ook weleens `goede'. Inhoudelijk wellicht niet correct, maar toch, duidelijk, niet te intiem, niet te afstandelijk. `Lieve' is vooral in het Nederlands moeilijk, in andere talen is Lieber, Dear en Cher heel normaal.' Goede zal ik denk ik niet snel gebruiken. Met zijn opmerking over het gebruik van 'Lieve' in andere talen slaat hij, denk ik, wel de spijker op de kop.

Even na vijf uur had ik de twee radiojongens van de EO over de vloer. Ze zijn de hele dag mensen aan het interviewen over Rik Valkenburg. Ze hebben al zoveel materiaal (ook cassettebandjes met de stem van Valkenburg) dat het misschien wel twee uitzendingen worden. Ze namen een minuut of zes gesprek over de straatnaamgeving en de persoon Valkenburg op. Dat zal niet allemaal in de uitzending komen. Als de uitzending geweest is, sturen ze me een CD met de opname ervan. Dat is heel attent van ze. Zo'n interview is op zichzelf ook al heel leuk om een keer mee te maken. Ik heb vanavond die Schrijversinfobladzijde over Rik Valkenburg toch ook maar afgemaakt.

1 bestelling: Hunter, 'De geheime opdracht'.

9 april 2009

'De Gelderlander' geeft vandaag de uitermate herkenbare uitslag van een Canadees onderzoek, onder de titel: 'Wiki-generatie niet klaar voor studie'. De 'Wikipedia-jeugd' is niet klaar voor de universitaire studie. Eerstejaarsstudenten zijn onvolwassen, vertrouwen te veel op internetbronnen als de online encyclopedie Wikipedia en ze verwachten succes zonder er al te veel moeite voor te hoeven doen. Met name de laatste twee zaken zijn volgens mij één op één van toepassing op de Nederlandse situatie. Dat ze onvolwassen zijn lijkt me een (te) open deur.

V3-leerlingen hebben soms wel mooie uitspraken (waarschijnlijk ook van Wikipedia): 'Er is een overeenkomst tussen een decolleté en de zon. Je mag er wel naar kijken, maar niet in staren.'

Een tip voor liefhebbers van ligh-verse: de site www.hetvrijevers.nl. Veel informatie over o.a. dichtvormen, rijmschema's, nonsenspoëzie. Er loopt op dit moment een ollekebollekewedstrijd van boekhandel 'Ongerijmd' uit Arnhem. Gaat dat zien, en neem er de tijd voor! Een van deze site geplukt voorbeeld:

Natuur & milieu

Ach, bij tijden valt de kringloop
Mij ook weer geweldig mee:
Ik ben bij m’n eerste vrouw terug
En ik eet op de weecee

(Geschreven door Ivo de Wijs
woensdag, 08 april 2009)

 

Ook Jannie mailt me n.a.v. mijn opmerking over 'Lieve' en 'Beste' als aanhef in een brief: 'De aanhef voor de brief voor je goede vriendin heeft me de afgelopen dagen ook bezig gehouden. Wij kregen laatst een brief van een goede vriend met als aanhef: Lieve Jannie, Beste Henk. Kennelijk gelden er voor vrouwen andere regels dan voor mannen. Misschien kun je jouw dilemma oplossen met: M'n beste .......,. Zonder "lieve" te gebruiken laat je toch merken dat je je bij haar betrokken voelt. Zo zou ik het zelf tenminste opvatten, als ik van iemand een brief met deze aanhef kreeg. Of het taalkundig/spellingtechnisch helemaal klopt lijkt mij in geval van een teken van medeleven niet zo belangrijk................' Het is aardig om te merken dat zo'n opmerking van mij in dit weblog mensen aan het denken zet. En als er twee mensen reageren, dan zijn er vast meer dan die twee 'in hun hoofd' mee bezig geweest.

Ik blader (op de wc, maar dat wilt u helemaal niet weten) door 'De wereld vereenvoudigen. Zinnen en passages 1965-2005' van Koos van Zomeren. Ik ben achterin begonnen en lees:

Kool- en pimpelmezen vlogen af en aan
vanwege de pindasnoeren in de appelboom.
Als je ze zo ziet ploeteren, vraag je je af
waarom ook zij verdreven werden uit het paradijs.
Het was hún zondeval toch niet?

en

Ik zet weleens een kikker of een jong vogeltje aan de kant,
maar alleen als het echt niet anders kan en nooit zonder huiver.
Mijn handen vinden heel gauw dingen eng.
Dat zal wel komen door de manier waarop ik zindelijk ben gemaakt.
Ja, laten we mijn moeder de schuld geven.

en

Mooie zinnen hebben hun eigen ecologie.
Ze zijn altijd mooi in samenhang met een bepaalde omgeving.
Je moet ze niet plukken.

Dat laatste is wel heel opvallend in een boekje met alleen geplukte zinnen! Is het nou leuk of is het dom om zo'n citaat op te nemen? Ik besluit het leuk te vinden.

Elke avond is er deze week voetbal op televisie. Terwijl ik Wims 'In breekbaar evenwicht' kritisch doorneem, volg ik met een kwart oog ook het voetbal. Tot mijn eigen verbazing hoop ik dat de Duitsers winnen. Dat is wonderlijk, want eerder deze week hoopte ik nog dat Bayern zou verliezen (en dat deden ze, en hoe!) en ik hoopte zelfs dat Chelsea zou verliezen, omdat daar die vreselijke Michael Ballack in meespeelt. Chelsea won, en vanwege Guus Hiddink had ik daar toch weer vrede mee. HSV heeft ook een Nederlandse trainer (Jol) en bovendien zitten er al zoveel Engelse clubs in de laatste ronden. Gelukkig: ik kan mezelf uitleggen waarom ik voor die Duitsers ben.

2 bestellingen: C. Buddingh', 'De avonturen van Bazip Zeehok', Gerrit Achterberg, 'Ballade van de gasfitter'.

10 april 2009

Rijk reageert op 'Lieve' of 'Beste': 'Wat een prima inbreng, dat "m'n beste..."! Maar vreemd dat niemand met gewoon "dag" aan komt zetten. Garandeert m.i. zowel de nodige vertrouwelijkheid als de vereiste afstand.'

'De Gelderlander' brengt vandaag het nieuws over de opening van het islamitische gedeelte van de begraafplaats van Veenendaal, op de voorpagina en met een grote foto. Het bezorgt mij wat dubbele gevoelens. Ik ben blij dat dit gerealiseerd is. Er zijn voldoende argumenten voor. Ik ben wat narrig dat iedereen vergeten is dat ik hier een jaar of twaalf geleden bij de algemene beschouwingen in de gemeenteraad over begonnen ben. De politiek heeft geen best geheugen, dat is al wel vaker gebleken. De goede argumenten die nu gebruikt worden zijn exact dezelfde als er toen in mijn betoog zaten. Ik haalde ze toen gedeeltelijk uit een intensief contact met de beheerder van een begraapflaats in Den Haag, waar men net een islamitisch gedeelte had geopend. Maar ach, het doel van toen is bereikt en dat is uiteindelijk natuurlijk het belangrijkste.

Uitgeverijen ontdekken langzaamaan bestaande weblogs als mogelijkheid voor promotie van hun auteurs. Steeds vaker krijg ik persberichten waarin ook een recensie-exemplaar wordt aangeboden. Zo'n exemplaar heb ik aangevraag van 'Omroep Tom' van André van Teeffelen. Een satire over de omroepwereld en over alweer een nieuwe omroep. Ik ben benieuwd.

Gerrit en Chantal trouwen over een dag of wat. Suzanne wil toch eigenlijk wel een nieuwe jurk voor die bruiloft, daarvoor is ze vanmiddag samen met Lidy naar Ede. Dat betekent dat opa in zijn eentje op Tygo en Luna past. Het is vijfentwintig jaar geleden dat ik een luier heb verschoond, maar zo moeilijk kan dat met die moderne luiers niet wezen en bovendien: als ik het fout doe, hoef ik zelf de bepoepte kleertjes niet te wassen. Tygo ademt wat moeilijk en is daardoor wat huilerig. Als ik hem oppak en wieg, krijg ik hem wel weer stil. Ik wil hem niet verwennen en laat hem op een gegeven moment een tijdje doorhuilen. Als het de hond te lang duur komt die naast me staan en kijkt me uitermate verwijtend aan: 'Zou je dat kind niet eens oppakken?' vraagt hij me met zijn ene bruine en andere blauwe oog.

Het is echt heerlijk lente-/paasweer vandaag. In de voortuin bloeien de tulpen (de rode 'gewone' en de botanische), de brem, de dotters en de vergeet-me-nietjes. Ook wat me niet gepland hebben bloeit en dan vooral de paardenbloemen.

 

 

 

Gisteren hadden we op school voor het eerst een aantal schakende leerlingen bij elkaar. We planden het een week of wat geleden en besloten toen: we beginnen op de donderdagmiddag na de ct-week. Dat is achteraf niet zo handig, want dat was dus de donderdag voor het paasweekend. Voor zulke vrije dagen willen de leerlingen naar huis en niet nog langer op school blijven. Toch waren er zes leerlingen gebleven en hebben we nog een poosje geschaakt. Ook heb ik met ze besproken wat ze willen. Dat is gewoon lekker schaken. Niet teveel lesachtige zaken, een keer een bekende schaker uitnodigen voor een schaaksimultaan en een kleine competitie.
Dries heeft op zijn school in een pauze een aantal schaakborden neergezet. Dat vind ik ook wel een goed idee. Ze hoeven er niet voor te blijven na schooltijd, kunnen gewoon hun boterham opeten en onderwijl een potje schaken. Het moet dan niet midden in de aula, maar ergens aan de rand ervan. Of - bij ons - bijvoorbeeld in lokaal 004. Het lijkt deze leerlingen niks. In de pauze willen ze vrij zijn en niks moeten. ik houd het idee toch nog even vast.

11 april 2009

Gisteren kwam er een telefoontje van Van Kooten: 'Sisyphus' bakens' van Jeroen Brouwers lag op me te wachten. Er is inderdaad een tweede druk van gemaakt. Ik kocht er ook het maartnummer van 'Oud Veenendaal', omdat Gert Groenleer er 'Kees Stip, de man die een dag met een woord bezig kon zijn' van Hette Wassenaar in bespreekt. Het blad valt verder wat tegen. Ik blader het door en er is geen enkel artikel waar mijn oog aan blijft hangen. Ook kocht ik een kaartje voor de lezing van Herman Koch op 20 april.

Omdat 'Sisyphus' bakens' een 'vloekschrift' is, verwachtte ik een pamfletachtige uitgave, maar het is duidelijk meer (qua omvang); het is 'gewoon' een boek van 176 bladzijden. Al op de allereerste bladzijde (dat is blz. 9) trekt Brouwers van leer tegen de Nederlandse en de Belgische vorst (die om de beurt de Prijs der Nederlandse Letteren uitreiken. Het relatief lage bedrag van deze prijs was voor Brouwers aanleiding om die prijs te weigeren én om dit vloekschrift te schrijven):

Dat uitreiken geschiedt beurtelings door het Nederlandse en het Belgische staatshoofd,
heden allebei eveneens ouden van dagen en nog overeind gehouden dankzij mechanische hartkleppen,
kunstheupen, kniegewichtsprothesen en andere voorzieningen van monumentenzorg.

Dat 'eveneens' slaat op het gegeven dat de prijs een oeuvreprijs is, 'een 'fin-de-carrière-prijs', bestemd dus voor een kunstenaar in de letteren die al tot zijn onderlip in het graf staat'.

De hele winter heb ik de beekloop niet laten lopen. Als ik hem wel laat lopen, daalt het water in de vijver dertig centimeter per dag. Het water wordt er zo niet helderder op, want het wordt nu ook niet gefilterd. gisterenmorgen heb ik de beekloop weer aangezet, het waterpeil zakt zienderogen, maar het water is wel weer vrijwel helder. Waar blijven al die liters water? Onder de beekloop is het kurkdroog, ook de aansluitingen van de waterslangen op de filterbak lekken niet. Het is heel vreemd. Gijs liep vanmiddag de hele boel nog eens na en ontdekte dat er water verdween aan het eind van de beekloop. Het meeste water plonst daar in de vijver, maar een klein gedeelte loopt onderlangs en verdwijnt langs de rand van de vijver in de grond. We hebben het uiteinde anders neergelegd en dat lijkt succesvol te zijn.

Gijs en Suzanne waren hier, omdat ze hun nieuwe auto kwamen laten zien. Een Peugeot 206. Gijs moet straks dagelijks naar Amersfoort voor zijn nieuwe baan. Dan moet hij wel een fatsoenlijke auto hebben. Ook voor het rondrijden met Tygo is een goede auto overigens gewenst. Ik hoop dat ze met deze auto meer geluk hebben dan met de vorige.

Vanmiddag gingen we naar de Intratuin in Barneveld. Lidy heeft af en toe de sterke behoefte daar even rond te lopen. In de folder had ze een tweepersoons bankje 'Tête-à-Tête 'Dalian'' gezien. Dat wil ze graag voor het tuinhuis zetten. Ik vraag me af of we er veel gebruik van zullen maken, maar we hebben nog een lading cadeaubonnen liggen en als ze dat nou graag wil. Kortom we hebben hem gekocht (wel gedeeltelijk van mijn verjaardagsbonnengeld bedenk ik me nu. Maar ik mag er ook op zitten).

 

Bij de Intratruin mag ik altijd graag even boven rondkijken. Aparte keukendingen, sauzen en hapjes. Meestal nemen we er wel wat van mee. Vandaag kochten we een aspergeschaal en wat kleine sauskommetjes. We kunnen ze morgen direct gebruiken.
Achter de aspergeschalen stond een aspergekookboek dat ik graag even in wilde kijken. Maar mijnheer Intratuin bracht mij in opperste verwarring. Ik wilde het graag inkijken, maar ik mocht het niet pakken: 'Inkijk exemplaar laten staan a.u.b.' Wat willen ze nou?: Dat ik het inkijk of dat ik het laat staan?

Overigens, beste mijnheer Intratuin, moet inkijkexemplaar één woord zijn.

 

Vanuit Barneveld reden we naar Radio Kootwijk. Deze week las ik weer iets over deze 'kathedraal' en ik wilde hem nu toch echt een keer met eigen ogen zien. Dit monumentale betonnen gebouw (het eerste gebouw in Nederland dat geheel uit gewapend beton bestond) werd begin jaren '20 gebouwd om het draadloze contact (over de lange golf) met Nederlands-Indië te onderhouden. Hij werd hier gebouwd omdat er in deze onbebouwde omgeving heel weinig kans op storing was. In 1925 werd er overgestapt op de korte golf. Decennia lang was 'Radio Kootwijk' een belangrijke schakel in het internationale radioverkeer. 'Hallo Bandoeng' ging via Kootwijk! De beller moest naar een telegraafkantoor in een groot postkantoor en betaalde dan op zaterdagmorgen (goedkoop tarief) ƒ 34,00 per drie minuten! De komst van satelietverbindingen maakte het gebouw langzaamaan overbodig. In 2003 verkocht KPN het gebouw aan de Staat der Nederlanden. Het staat nu leeg en is bezig te vervallen (dat geldt zeker voor de bijgebouwen). Naar een nieuwe bestemming wordt gezocht, maar wat moet je met zo'n Taj Mahalachtige kolos in the middle of nowhere?

     
     
     

De vijver voor het gebouw lag er niet voor de sier. Het water werd gebruikt voor het koelen van de zenders! Wel voor de sier zijn de sculpturen op de voor- en achterkant van het gebouw, gemaakt door Hendrik van den Eijnde. De adelaar bovenaan de achtergevel symboliseert de vlucht van het geluid. Boven de hoofdingang is een vrouwenhoofd met een Europese uitstraling te zien én een vrouwenhoofd met een Indonesische uitstraling. Ze houden de handen luisterend achter hun oren. Het gezicht met open mond tussen beide vrouwen beeldt de omroeper uit. Naast beide vrouwen zijn ook nog eens radiogolven verbeeld. Op de kleine foto hierboven is dat niet duidelijk te zien, daarom hieronder die foto nog eens in het groot. Dan vallen ineens ook de woorden 'radio' aan de linkerkant en 'station' aan de rechterkant op.

In de auto hoorden we het radiojournaal: Eén Rotterdammer doodgeschoten vannacht én drie mensen gewond. Conclusie: een Rotterdammer is blijkbaar geen mens, of hangt dat van de gebruikte klemtoon af.

2 bestellingen: K. Schippers, 'De waarheid als de koe', 'Een klok en profil' en 'Een vis zwemt uit zijn taalgebied', Miquel Bulnes, 'Zorg'.

12 april 2009

Ik erger me groen en geel aan het referendum van de FNV. Dit is geen ledenraadpleging, dit is volksmennerij! In de envelop zitten twee papieren (met lege achterkanten, dat had in crisistijd wel op één papiertje en dus zuiniger gekund). In de ene brief roffelt Jongerius zichzelf en de FNV op de borst en wordt aan de leden uitgelegd hoe het stemmen werkt (per internet of per telefoon). In de andere brief schetst de FNV de belangrijkste punten en legt ze uit dat het referendum niet over alle kabinetsbeslissingen gaat, maar alleen over die beslissingen die werknemers en werkgevers aangaan. Dat laatste is natuurlijk juist, maar dan vat men de boel nog eens dikgedrukt samen:

Je gelooft toch je ogen niet. Ik heb het expres in zwart-wit gescand, want zwart-witter dan dit kan zo'n tekst niet zijn. Het ligt allemaal wel iets genuanceerder, dunkt me. Uit protest tegen deze manier van doen zal ik in ieder geval geen 'Ja' stemmen. Blijft over 'Nee' stemmen of de boel verscheuren en verder niets doen. Het zal het laatste wel worden, nu ik hier mijn ongenoegen heb geuit.

Updaten heeft met computers te maken. Er blijkt ook downdaten te bestaan. Dat heeft met computers niets te maken. Mijn nieuwe woordenkalender geeft vandaag deze omschrijving: 'Gezegd van hoogopgeleide vrouwen die een relatie aangaan met een partner die een (veel) lagere opleiding of een lagere sociale status heeft.'

Ik heb me voorgenomen me niet actief te bemoeien met de partijvoorbereiding op de komende gemeenteraadsverkiezingen. Er is me wel gevraagd of ik in een commissie wil gaan zitten om een verkiezingsprogramma te schrijven. Daar voel ik weinig voor. Dat heb ik altijd het vervelendste werk gevonden en bovendien behoorlijk zinloos. Maak een sterke folder voor op de kraam en een puntenlijst voor de sturing in de komende vier jaar. Wie kijkt er ooit nog naar dat programma? Het was natuurlijk link om dat antwoord te geven, want uiteraard kreeg ik de opmerking terug dat ik er juist in moest gaan zitten, omdat ik er blijkbaar ideeën over heb. Maar ik doe het niet. Martijn is nu actief in de gemeentelijke politiek en daarmee heb ik dat stokje doorgegeven. Wel heb ik gezegd af en toe hand- en spandiensten te willen (blijven) verrichten. Die kaatsbal krijg ik ook al direct terug. Eind deze maand is er een ledenvergadering om tot zo'n speerpuntenlijst te komen. De afdelingsvoorzitter heeft in die vergadering een actieve en inhoudelijke rol. Of ik die avond technisch voorzitter wil zijn. Dat kan ik na mijn eerdere antwoorden dus nauwelijks weigeren.

13 april 2009

De hele bibliofiele uitgeverij is een wereld waar ik maar langzaam kijk op krijg. Er zijn ontzettend veel kleine drukkerijen en hobbydrukkers die zo af en toe een klein bibliofiel werkje uitgeven. Vaak worden deze (meestal) dunne boekjes met veel zorg gemaakt en is het een genoegen zo'n drukwerkje in de hand te hebben, te bekijken, te lezen. Vandaag krijg ik een mailtje van zo'n drukker. Hij mist in mijn bladzijde over Henk Romijn Meijer zijn uitgave 'Debbie' (2003). Het werd uitgegeven bij de 'Elf en Dertig Pers'. Informatie is te vinden op deze site. Hij biedt mij aan een exemplaar van 'Debbie' op te sturen. Daar heb ik uiteraard geen bezwaar tegen.

Bibliofiele uitgaven zijn gemaakt met toestemming van de auteur. Als die toestemming er niet is (en waarschijnlijk ook niet is gevraagd), heet het een roofdruk. Boekjes uitgeven, ook in kleine oplagen, zonder dat de auteur hiervoor betaald wordt en van op de hoogte is, dat hoort natuurlijk niet. Maar dat het niet hoort, betekent nog niet dat het niet gebeurt. Vooral van Gerard Reve zijn er erg veel verschenen: sinds 1970 ongeveer tweehonderd! Er is zelfs een apart woord voor bedacht: reefdrukken. Een overzicht daarvan staat op deze site.

Nu de beekloop het weer doet (en er geen liters water spoorloos verdwijnen) is het water van de vijver weer kraakhelder. De zon schijnt in de vijver en je kunt de steentjes op de bodem tellen (tenminste voorin, waar geen waterplanten groeien). Boven die steentjes zag ik ook weer onze twee grondels zwemmen. Goed kijkend zag ik ook een stuk of zes van de - flink gegroeide - jonge grondels van vorig jaar. Nog beter kijkend zag ik bovendien een stuk of vijftien hele kleine, bijna doorzichtige, hele jonge grondeltjes. Ik heb er stil en bijna gelukkig naar staan kijken.

Vanmiddag zijn we naar de paasboekenmarkt in Bredevoort gereden. Het is voor een groot deel een opruimingsmarkt. Handelaren komen (voor weinig) hun overbodige voorraden dumpen. Kramen met alle boeken € 2,00 per stuk, alle boeken € 1,00 per stuk, een plastic tasje vullen voor € 5,00, een plastic tasje vullen voor € 4,00. Ook zijn er kramen met duurdere boeken die nu voor half geld weggaan. Ik vulde een tasje met twintig boeken (dat kostte € 5,00), maar kocht ook een boek dat me € 20,00 kostte. In totaal waren het 57 boeken voor € 46,00. Zonder dat ene dure boek klinkt het veel leuker: 56 boeken voor € 26,00. De echte koopjesjagers zijn er 's morgens vroeg al, als de handelaren hun kramen nog aan het inrichten zijn. Er blijft voor mij - later op de dag - nog genoeg over. Enkele aanwinsten:
- Gerrit Komrij, De gelukkige schizo
- A. den Doolaard, Londen en de zaak Van 't Sant
- Gerrit krol, Sofa aan zee
- Abdelkader Benali, Berichten uit een belegerde stad
- Gerard Nijenhuis, Dubbelspel
- Alexander Cohen. Uiterst rechts (De Engelbewaarder over Cohen)
- Robert van Gulik, Het spookklooster
- Christine Otten, De laatste dichters
- Raoul Chapkis, Verzameld werk
- Wilma, Kerstkinderen
- Het land der letteren, 's-Gravenhage door schrijvers en dichters in kaart gebracht
U leest dit soort inkooplijstjes een stuk minder in dit weblog dan pakweg een jaar (of meer) geleden. Ze zijn er ook niet meer, want ik koop veel minder in. Ik sla boeken- en rommelmarkten over. Ik kom om in de boeken en er staan er honderden nog steeds niet te koop. Het kost me wel moeite, want ik vind het ook gewoon leuk om op zulke markten rond te lopen. En stilletjes is er natuurlijk altijd de hoop op dat ene bijzondere boek.........

  Dit is zo'n bijzonder boek (waar ik vanmiddag tegenaan liep):
Hein de Bruin. 't Rad der Geboorte (1941)
Boeken van Hein de Bruin zie je maar heel zelden en al helemaal niet genummerd en gesigneerd. Van dit boek zijn er 300 gedrukt. Ze zijn allemaal genummerd en de eerste 25 nummers zijn bovendien gesigneerd door de schrijver én door de illustrator (Henk Krijger).
Helaas is de stofomslag op de rug beschadigd, maar het boek zelf is gaaf (je kunt niet alles hebben).
Voor zo'n vondst rijd ik graag heen en weer naar Bredevoort!
 

14 april 2009

Naar aanleiding van het inkijkexemplaar bij Intratuin had ik het vandaag in mijn klassen over inkijkexemplaren bij de Slegte en over de boeken die verramsjt worden (tegenwoordig vaak al na drie jaar). Een leerling in V3 stak zijn vinger op en zei: 'Meneer, ramsj is toch Hebreeuws voor rommel?' Dat wist ik niet, maar het leek me heel aannemelijk. Mijn Van Dale geeft:

ramsj (m.; g.mv) [<Hd. Ramsch <Jidd. rammoës (bedrog) <Hebr. ramma'ut] (Barg. en kleinhandelsterm), 1 ongeregeld goed, syn. rommel; 2 ongeregelde handel; 3 (in 't bijz. van boeken die niet goed lopen) in de ramsj zijn, verramsjt worden, tegen afbraakprijzen te koop zijn: een boek in de ramsj gooien.

Elif deed vandaag met mij haar mondeling examen Nederlands over in H4d. Het ging prima. Ze weet heel veel over de boeken die ze gelezen heeft en ook over de schrijvers ervan. Het maakte indruk op de leerlingen. Ik hoop nu dat ze hier een voorbeeld aan nemen en zich volgend jaar ook goed voorbereiden. Elif is ook slim. Als ze op een vraag het antwoord niet weet, begint ze een heel verhaal, dat wel met het boek, maar niets met mijn vraag te maken heeft. Ik prikte daar wel een keer door heen, maar wees de leerlingen er ook op dat dit altijd nog beter is dan stil te vallen en niets te zeggen.

Vanavond was er een ouderavond over de schoolreizen voor de derde klassen met aansluitend een verhaal van Margret over de profielkeuze en LOB (Loopbaanoriëntatie en -begeleiding). Willeke deed de voorbereiding voor onze Antwerpen-/Brusselreis, maar was vandaag helaas ziek. Ze mailde me vanmiddag nog wel de 'thuisblijversbrief'. De programmaboekjes waren al klaar. Gisteren maakte ik een powerpointpresentatie over het reisprogramma, aangevuld met een aantal foto's van de reis van vorige jaren. Het liep goed. Er waren niet al te veel vragen en het leek de ouders een leuke reis.

Met de post kwam het op Marktplaats gekochte 'Stanley' van Koos van Zomeren. Het is een literair juweeltje. Die koop ik meestal wel, maar deze (van maart) had ik dus gemist. Terwijl ik juist van Koos van Zomeren een vrij complete verzameling heb. In het boekje staan fragmenten over zijn borderterriër Stanley uit al eerder verschenen boeken, aangevuld met wat niet eerder verschenen dagboekaantekeningen. Daaruit:

(2/2/'08) Bij Hijman, de boekhandel.
'Meneer, wilt u uw hond bij u houden?'
'Want?'
'Hij snuffelt aan me.'
'Misschien dacht hij dat u aardig was.'

2 bestellingen: 5 x Gerard Reve, Ferdinand van den Oever, 'De zee is ons land'.

15 april 2009

Leerlingen slagen er altijd weer in je te verbazen. Ik liep vanochtend om pakweg 7.45 uur van de fietsenstalling naar de hoofdingang van school. Voor de ingang zat een groepje meisjes en ik meende aan haar rug en haar haar A. te herkennen. Daar moest ik nog wat aan vragen, dus dat kwam mooi uit. Ik liep om het groepje heen, wilde A. aanspreken, maar zag toen dat ik me vergist had: het was een ander meisje. Omdat ik al aanstalten maakte om wat te zeggen en ze dat ook doorhadden, zei ik: 'Ik dacht dat jij A. was, maar nu zie ik dat je dat niet bent.' Dit meisje was al goed wakker en zei onmiddellijk: 'Nee, dat ben ik niet, ik ben veel beter. 'Omdat ik ook echt al wakker was, zei ik: 'Jij bent ongetwijfeld beter, de vraag is alleen waarin', waarop deze, mij onbekende, leerling direct antwoordde: 'In seks.' Wat moet je met dit soort (te) vrijpostige antwoorden? Daagde ze mij uit? Of nog erger: meende ze wat ze zei? Ik heb op dat moment maar geen reactie gegeven.
In de personeelskamer wees ik door het raam het meisje aan en vroeg aan een collega wie zij was. Het was T. Tijdens het eerste uur deelde ik mijn verbazing met mijn H4d-klas. Gelukkig vonden zij ook dat je zoiets niet hoort te zeggen. Ze waren wel nieuwsgierig wie het meisje was. Na even nadenken gaf ik ze die naam. De reactie was veelzeggend: 'Ooh, die!'. Ik vrees daarom dat haar reactie nog op waarheid berust ook.

Vanmiddag had ik een afspraak om 14.30, 15.30 én 16.30 uur:
- 14.30 Met de schoolverpleegkundige van de GGD en een mentor sprak ik een klas door. Weinig bijzonderheden (en als die er waren, zou ik ze hier niet melden).
- 15.30 Met Petra heb ik doorgewerkt aan de lesbrief over Kees Stip. Zij had goed voorwerk gedaan en we hebben effectief afspraken kunnen maken.
- 16.30 Bij Puck (lekker in de tuin) heb ik de ledenvergadering van dinsdag aanstaande doorgenomen (die ik voor ga zitten).

De post bracht drie boeken:
- Kees & Katja Stip, Mijn beesten staan er gekleurd op (gekocht op Marktplaats)
- Henk Romijn Meijer, Debbie (cadeautje van de bibliofiele uitgever)
- André van Teeffelen, Omroep Tom (net uit, recensie-exemplaar. Ik kom er nog op terug)
Dat boek van Kees stip werd in 1988 bekroond met een Zilveren Griffel. Ik ben een liefhebber van zijn werk, maar waarom hij hier een griffel voor kreeg is me een raadsel. Het is een soort ABCDarium met bij elke letter één of enkele tweeregelige versjes over een dier. Die versjes zijn zelden echt leuk, de tekeningen erbij zijn houterig Stips en als ik het goed begrijp ingekleurd door zijn vrouw. Laten we het erop houden dat de andere boeken van dat jaar (nog) minder van kwaliteit waren.

 

 

Tijdens de paasdagen ben ik niet aan de correctie van het boek van Wim toegekomen. Vanavond pakte ik het weer op en ik kon lekker doorwerken. Er zijn meer dicussiepunten dan echte fouten. Wel of geen komma op een bepaalde plek? Een komma of een puntkomma? De komma binnen de aanhalingstekens of erbuiten? Een of één? Ik zal die dingen wel met Wim doornemen en hij moet dan de uiteindelijke keuze maar maken. A.L. Snijders zegt daarover in 'Heimelijke vreugde 2' (blz. 88):

De laatste tweeënhalve coupletten is waarschijnlijk geen correct Nederlands,
maar wel persoonlijk, en dus niet fout.
Erkende en doordachte fouten kunnen geen fouten zijn.
Dat zijn standpunten.

Laat op de avond ging de telefoon: Ria. Erich heeft vanmiddag een hartattaque gehad. Naar het ziekenhuis in Ede, door naar Nieuwegein, daar o.a. gedotterd en weer terug naar Ede. Dat is schrikken. Onze generatie komt langzaamaan aan de beurt. vorig jaar lag Ria zelf al een tijdje in het ziekenhuis. Ik ken gelukkig diverse mensen die na het dotteren weer kiplekker zijn. Maar toch..

2 bestellingen poëzie: Gerard Diels, 'De psalmen van Quevedo', Gerrit Kouwenaar, 'De stem op de 3e etage', Martinus Nijhoff, 'Nieuwe gedichten', Ezra Pound, 'De Pisaanse Canto's', Dolf Verspoor, 'Spaanse lyriek van lief en leed', Hans Vlek, 'Iets eetbaars', J. Bernlef, 'Vreemde Wil'.

16 april 2009

Vandaag kreeg ik het boekje 'Het helder Haags woordenboek'. Een boekje voor Haagse ambtenaren met tips om in begrijpelijk Nederlands te schrijven én met een woordenlijst: (te) ingewikkelde woorden aan de ene kant en een ander woord daarvoor (in 'normaal' Nederlands) aan de andere kant. Het woordenboek heeft drie rubrieken. Wouter de Koning (taaladviseur van de gemeente Den Haag) omschrijft ze als volgt:

Moeilijk (M). De gemiddelde lezer heeft het taalniveau van een 15-jarige vmbo-leerling. Houd daar rekening mee. Verder wonen er in Den Haag veel anderstaligen en veel mensen voor wie Nederlands de tweede taal is. Gebruik daarom geen moeilijke woorden. Een derde reden is dat veel mensen moeite hebben met lezen en schrijven. Ook bij korte teksten. In Nederland zijn dat in totaal 1,5 milljoen mensen.

Ouderwets (O). Sommige woorden zijn zo oud, dat ze direct beelden van de jaren vijftig oproepen. Ook blijft een handvol mensen Latijnse termen gebruiken, zoals 'de facto'. Dat is niet nodig. Zorg dat je vlot overkomt en gebruik geen ouderwetse termen.

Puistwoorden (P). Sommige woorden kun je beter niet gebruiken. Ze zijn lelijk en verpesten de hele tekst. Daarom zijn ze te vergelijken met puistjes. Die zijn ook ongewenst. Bij 'puistwoorden' kun je denken aan woorden die gewichtig klinken, maar eigenlijk niets betekenen. 'Proactief beleid' klinkt actief, maar beleid maak je altijd met het oog op de toekomst. Ook Engelse woorden zijn niet altijd nodig. Een 'pilot' is een proefproject en 'input' betekent meestal inbreng.

De woordenlijst die dan volgt geeft een staalkaart van ambtenarentaal. Het doorbladeren ervan is dan ook een genot en (helaas) een feest van herkenning. Ik haal er per beginletter één woord uit:

 amoveren (m.) slopen
 bilateraal (m.) van twee kanten
concipiëren (m.) 1. ontwerpen 2. schetsen 3. zwanger worden
 derogatie (m.) 1. vertraging 2. uitstel
 excerperen (m.) een samenvatting maken
 flankeren (o.) 1. daarnaast 2. bijbehorend
 gremium/gremia (m.) 1. overleg(gen) 2. vergadering
 hangende het besluit (o.) zolang nog niets is besloten
 implementatie (m.) 1. uitvoering 2. invoering
 juncto (o.) in verband met
 krachtens (de wet) (o.) volgens (de wet)
 litigieus (m.) 1. betwist 2. twijfelachtig
 met referte aan (m.) (ik) verwijs naar
 nopens (o.) 1. over 2. onderwerp
 onverwijld (o.) 1. onmiddellijk 2. strikt
 prevaleren (m.) 1. kiezen 2. voor laten gaan
 quad non (o.) wat niet waar is
 reclamant (m.) 1. de bezwaarmaker 2. naam
 suppletoir (m.) aanvullend
 te uwent (o.) bij u
 uitkristalliseren (p.) duidelijk worden
 valideren (m.) goedkeuren
 weshalve (o.) daarom
 zulks impliceert derhalve (o.) dit betekent

Dat de meeste van deze woorden (uit het linkerrijtje) beter niet gebruikt kunnen worden, ben ik wel met de schrijvers van het boekje eens. Dat je in brieven aan burgers moet streven naar begrijpelijk Nederlands, dat worden we ook eens. Maar dat gemeentelijke brieven geschreven moet worden op het niveau van een 15-jarige vmbo-leerling, daar verzet ik me toch tegen. Je kunt het afdalen in niveau ook overdrijven. Zo wil hij dat brieven alleen afgesloten worden met 'Met vriendelijke groet' en zeker niet met 'Hoogachtend'. Daar slaat hij wat mij betreft door. Wij leren de leerlingen juist het verschil tussen een zakelijke en en persoonlijke brief. Een zakelijke brief heeft een wat plechtiger taalgebruik én begint met 'Geachte' en eindigt met 'Hoogachtend'. Wat is daar nu verkeerd aan?

Vanmiddag had ik - als voorzitter van de straatnaamcommissie - een korte bespreking met de burgemeester. De vraag was: Gaan we wel of niet door met de naamgeving van de fietspaden, nu de hulpdiensten hebben aangegeven daar geen behoefte (meer) aan te hebben? Er zijn meer argumenten dan alleen die vraag van de hulpdiensten. Die hebben we samen op een rijtje gezet. Ook hebben we wat gefilosofeerd over mogelijke thema's voor die namen. Als afsluiting hadden we het even over Kees Stip. De burgemeester heeft er een gewoonte van gemaakt om als relatiegeschenk namens de gemeente af en toe een dichtbundel van Kees Stip weg te geven en zo'n cadeautje valt altijd goed. Zeker bij een wat ouder publiek. Dan zijn er vrijwel altijd mensen bij die spontaan en uit het hoofd verzen van Kees Stip beginnen op te zeggen! We hebben aan Elzenga dus een prima Stip-ambassadeur.
Terwijl ik in de gang zat te wachten (ik was aan de vroege kant) kwam wethouder Pilon even bij me zitten. Hij is (terecht) trots op de cultuurnota die onlangs in de raad is besproken. In die cultuurnota zijn ook de plannen voor gedichten op muren in het centrum opgenomen. Dat maakt ook mij blij met de positieve ontvangst van de nota. Pilon zei ook dat ik binnenkort nog een uitnodiging van hem krijg. Het is alweer anderhalf jaar geleden dat ik in De Lampegiet een idee lanceerde voor een kunstwerk op het Kees Stipplein. Dat blijkt op het gemeentehuis nog niet vergeten te zijn! Hierover ben ik blij verrast. Wat zou ik er een schik van hebben als dat écht door zou gaan!

Vanavond ben ik niet op het Rembrandt College en is Martijn dat wel! Bert (voorzitter van de MR) vroeg me vorige week of ik een keer een vergadering wilde notuleren en als ik dat niet wilde, of ik dan iemand wist die dat zou willen. Martijn is al drie jaar notulist van de fractievergaderingen van de PvdA en doet dat vrij makkelijk op zijn laptop tijdens de vergadering. Bert heeft hem gemaild en Martijn wilde dat (op zijn oude school) wel een keer doen. Er stond nog een alleszins aardige vergoeding tegenover.

Ivo de Wijs schreef samen met zijn neef Theo Danes (tienkamper) gedichten over de atletieknummer van de Olympische spelen. Ze staan in 'Atletische verzen' (2006). Meestal aardige versjes, soms ook heel leuk. Op de omslag staat het overgeven van een estafettestokje. Misschien symbolisch voor de oom die het stokje aan zijn neef overgeeft. Wat mij betreft symbolisch voor de grappigste gedichten (van Ivo de Wijs) uit het boekje.

4 x 400 meter (vrouwen)

De wissel was niet goed gegaan
Ik zag haar bij de wasbak staan
En, lieve god, wat schrok ik toen
Ik snapte wat ze stond te doen
Kokhalzend, bleek, met angst en beven:
Ze moest het stokje overgeven

 

4 x 400 meter (Olympische Spelen 2008: Beijing)

Europese lopers kunnen beter stoppen
Die Chinezen zijn met stokjes niet te kloppen

1 bestelling: Wiel Kusters, 'De killer. Over de poëzie en poëtica van Gerrit Kouwenaar'.

17 april 2009

 

Ontmoeting

Ik kwam je tegen
in Amsterdam in de
Apollolaan

je wees de villa aan
waarvoor we stonden:
jij had in zoiets kunnen wonen

je liep de tuin in, belde aan
men schudde nee
men had al zonen
(Pieter A. Kuyk, Kleurval, blz. 11)

 

Af en toe beleef ik uitermate veel genoegen aan mijn eigen flauwe grapjes. In V3 maken we een les taalkundig ontleden. We zijn er nu een heel eind mee. Als het goed is beheersen ze nu bijvoorbeeld het onderschikkend voegwoord en het voornaamwoordelijk bijwoord. De leerlingen zitten te zwoegen op een tekstje over de Egyptische oudheid, waarin twintig woorden een nummer hebben. Die woorden moeten ze benoemen. Mark komt er even niet uit en roept door de klas (hij is een slecht vingeropsteker, hij roept voordat hij denkt): 'Meneer, wat is elf?' Ik antwoord onmiddellijk: 'Elf is een bepaald hoofdtelwoord.' Als we het lesje na een minuut of tien bespreken, blijkt het woord waarbij het getal elf staat een bijvoeglijk naamwoord te zijn. Mark is hevig verontwaardigd: 'U zei tegen mij dat elf een bepaald hoofdtelwoord is!' Het duurt even voordat hij mij doorheeft en hij wringt met enige moeite een flauwe glimlach op zijn gezicht: 'Leuk hoor.'

Er moeten nog wat mondelingen Nederlands worden ingehaald. Vandaag zat ik er weer twee keer bij. Het waren niet de beste mondelingen uit de rij, maar ze waren in ieder geval voldoende. De collega die al die mondelingen afneemt, is zelf ook aan het eind van haar Latijn. Ze maakte een mooie verspreking, toen ze een vraag stelde over de 'Mariken van Nieumeghen'. Ze wilde vragen: 'Hoe kwam het dat Mariken zich toch liet verleiden door die duivel?', maar ze vroeg: 'Hoe kwam het dat Mariken zich toch liet verleiden door die Duitser?' Zelf had ze niet in de gaten wat ze zei en ook de leerling hoorde het (waarschijnlijk door spanning en zenuwen) niet. Hij verwachtte het woord 'duivel' en reageerde ook op 'duivel'.

Ik weet nog dat ik, toen ik een jaar of zesentwintig was, mijn vader een keer meenam naar basisschool De Grift, waar ik toen werkte. Mijn vader vroeg aan Tip Dirksen, toen directeur van die school: 'Doet mijn zoon het een beetje goed?' Ik vond het maar niets dat hij dat zo vroeg. Vandaag snap ik mijn vader. Martijn was gisteren notulist bij de MR-vergadering op mijn school en ik had vandaag de neiging om aan alle collega's die bij die vergadering waren te vragen: 'Deed mijn zoon het een beetje goed?' Ik hield me in, maar enkele collega's kwamen uit zichzelf vertellen dat zijn manier van notuleren hen prima bevallen was. Het blijft wel een eenmalige actie; Martijn heeft eigenlijk geen avonden meer vrij.

In 'De Gelderlander' van gisteren staat een artikel over de nieuwbouw in Achterberg. Veel kleine dorpen lopen leeg, maar in Achterberg is men erin geslaagd dat tij te keren. Dolf Schellekens schrijft in regel zestien van zijn artikel: 'Tuurlijk baalden ze van het verdwijnen van de bakkers, slagers, dokters, kleine zelfstandigen en in 2003 de supermarkt.' Hoe krijg je het uit je pen (of toetsenbord): 'Tuurlijk'! Ik heb er even naar zitten turen, maar het moet natuurlijk wel 'Natuurlijk' zijn.

  Wim Huijser mailt: Om de paar jaar keer ik graag terug naar New York City. Er bouwt zich een soort heimwee op dat mij naar die metropool doet verlangen. Daarin ben ik niet de enige. Wellicht herken je het. Eenmaal besmet behept met het verlangen naar Manhattan is er voor veel mensen geen houden meer aan. Ze keren telkens terug naar de locaties die een enorme indruk maakten: The Village, Strawberry Fields, Grand Central Station en Rockefeller Center. Ik ben bezig een boek te schrijven gaat over heimwee naar the Big Apple en hoe dat gevoel gevoed wordt. De titel luidt: New York State of Mind.
Het wordt een boek over de ervaringen van New York-gangers. Over hun ontmoeting met de stad die ze eigenlijk al vanaf hun jeugd ‘kenden’ en die altijd al op hun netvlies stond. De stad waarvan ze de beelden, de geluiden, de hectiek en de gekte kenden, maar alleen nog niet de geur van pretzels en gepofte kastanjes. New York is de grote bevestiging van wat we al wisten. De heimwee, de kick, het verlangen naar die unieke sfeer van die krankzinnig heerlijke stad, met al de schoonheid, het verval, het kleine, het kolossale, de rust, de massaliteit, het ontwapenende en het ergerniswekkende dat je erin tegenkomt. Maar het gaat in dit boek ook over het voeden van dat heimee dankzij de literatuur, de muziek, de films en televisieserie. Hoe de stad zich in de talloze stories manifesteert, hoe het beeld zich vormt, de geluiden zich aaneenrijgen tot de kakofonie van 5th Avenue, de gitaarklanken op de subwayperrons, het devote gezang in St. Patrick’s Cathedral en de besneeuwde stilte van Central Park.

Wim probeert ook de ervaringen van anderen in zijn boek verwerken. Daarom vraagt hij je de moeite te nemen op onderstaande vragen (of een aantal daarvan) een antwoord te formuleren. Antwoorden kunnen naar mij gestuurd worden. Ik stuur ze door naar Wim.

VRAGEN OVER NEW YORK:
Was het eerste bezoek aan New York voor jou ook een overrompelende ervaring?
Wat herinner je je daar met name van?
Waar ging je bij dat eerste bezoek het allereerste naartoe en hoe beleefde je dat?
Ken je het gevoel van heimwee naar New York? Waar kan die bij jou plotseling door ontstaan?
Als je op dit moment even in New York zou kunnen zijn, op welke plek zou je dan willen zijn?
Wat is je top vijf van favoriete locaties?
Het is een stad van uitersten. Wat staat je het meest tegen aan New York?
Is het beeld van de stad na je eerste bezoek wezenlijk veranderd ten opzichte van het al bestaande beeld?
Welke boeken, films of televisieseries hebben ooit jouw beeld van New York bepaald?
Ben je na je eerste bezoek meer over de stad gaan lezen? Zo ja, wat?
Hoe vaak ben je naar New York teruggekeerd en hoe was dat ten opzichte van die eerste keer?
In welke deel van de stad verblijf je het liefst en waarom?

18 april 2009

Gisteren trouwden Gerrit en Chantal. Tygo was daarom 's middags en 's avonds bij ons. Tegen twaalf uur liet ik de hond uit. Op de Nijhofflaan zag ik Martijn aan komen rijden. Ik maakte op de hoek van het apartementencomplex de halsband van de hond los. Zodra Martijn aan het andere eind van de parkeerplaats zijn portier opendeed, sprintte de hond naar hem toe. Hij herkent of ruikt hem dus uit de verte. Ik ben opgebleven tot Suzanne en Gijs Tygo weer kwamen halen. Daarom lag ik pas om half twee in bed en kon ook nog eens niet direct in slaap komen.

In de late avonduren heb ik de Schrijversinfobladzijde over Pieter A. Kuyk afgemaakt (vandaar gisteren al dat gedicht). Ik blijk nu drie dichtbundels van hem te bezitten en in één daarvan staat een korte levensbeschrijving. Het is een onderschatte dichter (Komrij neemt wel werk van hem op) en op internet is nauwelijks wat over hem te vinden. Dus is mijn bladzijde, hoe miniem ook, al een hele vooruitgang.

 

 

 

Vanochtend ben ik (zonder Lidy deze keer) naar de boekenmarkt in Wageningen geweest. Nog een beetje slaapsuf liep ik - heerlijk in de zon - langs de kramen. Ze boffen met het weer. Vorig jaar stond ik er zelf met een kraam, maar ik vond de organisatie dusdanig kneuterig en onvolwassen dat ik daar verder voor pas. Als bezoeker is het een heel aardige (en af en toe zeer voordelige) markt. Er staan niet alleen handelaren, maar ook goede-doelen-clubs. Dat is voor de handelaren niet zo leuk, want hun normale prijzen lijken nu aan de hoge kant. Sommige handelaren passen zich aan en hebben nu een kraam met alle boeken (en er staat veel literatuur in goede staat tussen) voor € 2,00 per stuk. Dan hoef ik zelf ook echt niet meer op zo'n markt te gaan staan. Daar kan ik het niet voor verkopen. Ik kocht veel secundaire literatuur op een kraam die van de eigenaar van boekhandel Kniphorst bleek te zijn. Hij had zijn eigen boekenkasten eens flink opgeruimd en verkocht dit nu privé. Ik kocht (bij vier handelaren) o.a.:
- Bob den Uyl, Wat fietst daar (Bob den Uyl verkoopt altijd)
- Belcampo, De Toverlantaarn van het Christendom (heiligenlevens, zie je zelden)
- Sal Santen, Brand in Mokum
- Sal Santen, De B van Bemazzel (nooit wat van hem gelezen, wel veel over gelezen)
- Alexander Cohen, In opstand (we fotografeerden vorig jaar zomer zijn geboortehuis in Leeuwarden)
- Koos van Zomeren, Een bevrijding (speelt in Leersum, dit boek is voor mezelf, deze Van Zomeren had ik nog niet)
- Koos van Zomeren, Wat wil de koe (NRC-columns, nog een Van Zomeren die ik zelf nog niet had)
- Hans Dorrestijn, Huiselijke omstandigheden (Altijd lag ik overhoop/met de drank en met de wijven./En toen ik veel geleden had/ging ik heel mooi schrijven)
- Ischa Meijer, Brief aan mijn moeder
- Wim Raven, Heenreis Thuisreis (een uitgave van een boekhandel in Delft t.g.v. de boekenweek 1985)
- Naima el Bezaz, Het gelukssyndroom (ga ik volgende week - denk ik - aan Elif geven als dank voor haar bereidheid om haar mondeling in mijn klassen drie keer over te doen)
- Acht delen uit de serie 'Monografieën over de Vlaamse letterkunde'

In H4 behandelde ik de dubbele ontkenning. Foutieve tautologie vinden ze moeilijk, maar die dubbele ontkenning snappen ze allemaal wel. Misschien omdat je die buiten het schoolboek het meest tegenkomt. Vandaag lees ik er één in de VARA-gids van vorige week. Noam Offer (nooit van gehoord) vertelt over zijn verbazing dat het uiteenvallen van K3 zelfs in het Journaal gemeld werd (die verbazing deel ik met hem). Hij zegt dan: 'Een paar weken geleden maakte het Journaal melding van het feit dat Kathleen uit K3 stapte. Het ontbrak er nog net aan dat het Journaal er niet mee opende.' Dat laatste lijkt me een dubbele ontkenning. Ik vraag me dan wel af of die Noam (huisgenoot van Siemon de Jong - ook nooit van gehoord) het zo gezegd heeft, of dat de interviewer (Eric van Onna) het per ongeluk/dom genoeg zo heeft opgeschreven.

Vanavond heb ik de bladzijde over Johan van Delden aan Schrijversinfo toegevoegd.

19 april 2009

Zo, de schrijfopdrachten van H4f zijn nagekeken. Ik kan me geen schooljaar herinneren dat ik zo doorlopend correctiewerk had liggen (en er ook af en toe echt tegenop zag). Dat moet dan toch met die drie H4 klassen te maken hebben. Ik had in vorige jaren wel steeds in vakanties stapels boekverslagen liggen. Dat is nu minder, dus misschien heb ik het 'gewoon' meer/beter verdeeld.

Wat is dat toch, de aantrekkingskracht van het nieuwe? Er ligt een boek op tafel. Ik ben halverwege en het is een mooi boek. Goed verteld, mooie zinnen. Gisteren kom ik thuis met een stapeltje boeken van de boekenmarkt in Wageningen en ik taal niet meer naar dat vorige boek. Gedeeltelijk komt dat doordat er bij de nieuwe boeken twee van Koos van Zomeren zitten. Dan gaan andere boeken opzij. Koos schrijft op mijn golflengte. Maar ook als er geen boek van hem in het stapeltje zit, gaan nieuwe boeken toch voor. Is het het verlangen naar het onbekende? Een schatgraversgevoel: je weet maar nooit? Het heeft onder andere met mijn manier van lezen te maken. Het verhaal interesseert me nauwelijks. Ik zoek naar mooie zinnen, mooie formuleringen. Omdat het verhaal me niet echt interesseert, ben ik dus ook niet benieuwd hoe het afloopt. Ik leg een boek half-uitgelezen opzij en zal nooit denken: ''Goh, hoe zou het aflopen?' Daarom zijn detectives ook niet aan mij besteed. Het kan me niet schelen wie het gedaan heeft. Het kan mij wel schelen of het mooi geformuleerd is (En dat is het in detectives meestal niet. In de zogenaamde 'literaire thrillers' trouwens ook niet. Die term is een verkooptruc. Het zijn gedeeltelijk thrillers en ze zijn misschien, als je goed zoekt, een heel klein beetje literair. De optelsom van die twee kleine beetjes is nul. Het is samen niks).

Een voorbeeld van zo'n Vanzomerenzin uit één van de gisteren gekochte boeken ('Wat wil de koe'). Hij komt een oude stal binnen en beschrijft de sfeer:

Er circuleert een geur van oeroud hout,
een zoldering met stro.
Het licht is stoffig -
knip het in stroken
en je kunt het voor het raam hangen.

Veel mooier kun je het niet opschrijven. Het licht is stoffig - knip het in stroken en je kunt het voor het raam hangen.

1 bestelling: Hermann Stresau, 'Ernest Hemingway'. Deze Vlaamse 'besteller' leest ook regelmatig dit weblog en reageert o.a. op de aanspreektitel in een niet zakelijke brief: 'De aanspreektitel in een niet-zakelijke brief of email met iemand die ik niet heel goed ken: ik begin met "dag" en eindig met vriendelijke groeten of een dikke knuffel of een dikke zoen, uiteraard naarmate dit mijn relatie met de aangesprokene weerspiegelt, de situatie, of het een man of een vrouw is. En het is de heteroseksuele vrouw die van mij als heteroseksuele vrouw de zoen krijgt, kwestie van zeker geen verkeerde verwachtingen te scheppen of voor andere misverstanden te zorgen. Er zijn inderdaad andere regels voor mannen en voor vrouwen, bij mijn weten zijn die eerder impliciet en leer je ze niet op school, of wel?' Nee, dat klopt. De zakelijke brief is in het lesprogramma opgenomen. Over de persoonlijke brief zwijgen we, voorzover ik weet, in alle talen.

20 april 2009

Het is 'one of those days'. Hollen, rennen, gedoe, de boel laten vallen, te laat in de les komen, de verkeerde boeken bij me hebben, drukke klassen, zeurende collega's, eruitgestuurde leerlingen, vergaderingen die op het laatste moment niet doorgaan, enz. Blijven lachen, ook those days gaan voorbij.

Lidy zag vanmorgen een grote blauwe reiger bij de vijver. Hij vloog weg toen ze op het raam bonsde. De vijverwanden gaan recht naar beneden, dus hij kan - denk ik / hoop ik - slecht bij de vissen. Er lijkt niets weg te zijn.

Vanavond gaf Herman Koch een lezing bij boekhandel Van Kooten. Het was uitverkocht. Veel bekenden. Om er maar eens een paar te noemen: Hans, Jeannet, Lieske, Retty, Martine, Capon (hoe is haar voornaam ook alweer?) En uiteraard ook nogal wat mensen die ik wel van gezicht, maar niet van naam ken. Al was het maar omdat ik ze op dit soort avonden vaker heb gezien. Zo heel groot is de groep literair geïnteresseerden in Veenendaal nou ook weer niet.
Herman Koch las de eerste bladzijden van 'Het diner' voor en vertelde over de ontstaansgeschiedenis van het boek. Het idee kreeg hij op een oudejaarsmiddag in Barcelona (zijn vrouw is een Spaanse) bij een lunch met familie in een restaurant. In diezelfde periode was de moord op een dakloze bij een pinapparaat doorlopend op televisie (de bewakingscamera had het hele gebeuren vastgelegd).
Al vrij snel ging hij over op het reageren op vragen uit 'de zaal'. Daarmee maakte hij het zichzelf niet gemakkelijk. De helft had het boek gelezen, de andere helft niet en hij wilde de afloop niet verraden (hij wilde die tweede groep wel extra nieuwsgierig maken). Daar kwam nog eens bij dat een gedeelte van het publiek niet op Koch als schrijver, maar op Koch als Jiskefetacteur was afgekomen en zij gingen vragen stellen over bepaalde scenes uit die programma's. Koch ging daar soepel mee om en hij is ook wel een makkelijk verteller. Opvallend is de ietwat hete aardappel in zijn keel. Die is me op televisie nooit zo opgevallen. 'Restaurant' spreekt hij wel erg op z'n Frans uit (de laatste 't' verdwijnt) en zijn 'r' is wat Goois (terwijl hij in Arnhem is geboren).
De filmrechten zijn verkocht. De regisseur wil de hele film in het restaurant opnemen. Daarvoor heeft hij aan het boek niet genoeg. Koch had nog pakweg tachtig geschrapte pagina's liggen met vooral discussies aan tafel. Dat was precies waar die regisseur behoefte aan had. In de film komen we onder andere te weten wat het beroep van Claire is. Nou vooruit, nu al: ze is sociologe en ze heeft twee bestsellers geschreven. Eén over de gevaren van de thuisbevalling en één over modern-racisme.

 
Herman Koch signeert.

 

Bij de deur van Van Kooten stond een groot bord, met daarop: 'Rupsje Nooitgenoeg veertig jaar'. Als kinderboek ben je dan redelijk geslaagd. Als rups ben je dan redelijk mislukt. Veertig jaar en nog niet aan verpoppen toegekomen. Aan zijn eetlust kan het niet liggen, dat zegt zijn naam ons al. Dat wordt nooit meer wat met die rups. Nooit zullen we weten wat voor een prachtige vlinder hij zou zijn geworden. Aan voortplanting zal hij niet toekomen. Ik was wel benieuwd geweest of hij daar ook nooit genoeg van zou krijgen.

2 bestellingen: Jürgen Riel, 'Das Geheimnis der Klosterinsel', Evert Zandstra, 'Allard Morrema. Een verhaal voor grote jongens'.

21 april 2009

Vergaderdag vandaag. De leerlingen zijn vrij en wij hebben de hele dag rapportvergaderingen. De eerste begon voor mij al om 8.00. Tot 12.00 had ik vergaderingen over de verschillende H4-klassen. Er zat twee keer een half uurtje tussen waarbij ik even koffie kon drinken. Van 12.00 tot 17.30 had ik - zonder pauze - de vergaderingen van de tweede en derde klassen. Die heb ik ook nog eens allemaal gelijk op de laptop zitten notuleren. Dan ben ik wel helemaal gaar aan het eind van de dag. Ik geloof dat ik bij één van de laatste vergaderinge iets te pinnig reageerde (Sorry Steven).
Daarmee is de vergaderdag nog niet afgelopen. Vanavond van 20.00 tot 22.30 is er een vergadering van de Veense PvdA-afdeling over integratiebeleid (de landelijke voortellen en onze plaatselijke kijk daarop). Vanavond zit ik (ook nog eens) die vergadering voor, omdat de afdelingsvoorzitter zelf een actieve rol in de vergadering heeft. Daarmee is mijn dag al vergaderend voorbij. Wie zei het ook alweer? 'Wij vergaderen tot we vergaderd worden'.

Toch zie ik nog kans om er wat literatuur in te stoppen. Ik open de vergadering met de uitleg van het woord 'integratie' in de dikke Van Dale. Daar wordt aangegeven dat integratie actie veronderstelt van degeen die een andere bevolkingsgroep opneemt:
Daarna lees ik een paar citaten voor van Edgar Cairo uit 'Koewatra djodjo/In de geest van mijn cultuur' Cairo was een Surinamer die zo zijn meningen had over de integratie in Nederland:

Aanpassing? Was je ziel omdraaien in je,
had iemand ooit tegen hem gezegd.

(Edgar Cairo, Koewatra djodjo/In de geest van mijn cultuur, blz. 47)

Ma'fo wáárom al die figuren, die probeerden, om jou te strippen?
Je moest van álles af, je ziel, je taal, je leven.
En vooral je denken!
Geen al teveel thuismanieren van vroeger laten blijken!

(Edgar Cairo, Koewatra djodjo/In de geest van mijn cultuur, blz. 86)

Ach man! Wat zeg jij me?!
Láát Hollanders beginnen met zich aan Hollanders aan te passen,
Holland aan zichzelf!

(Edgar Cairo, Koewatra djodjo/In de geest van mijn cultuur, blz. 134)

3 bestellingen: Ingrid Kortooms, 'Dik Doruske en dun Drieske en de pratende aap' en 'Dik Doruske en dun Drieske 2. De wondersigaar', stafkaart 4F Vlieland, M.G. Schenk, 'Er zijn nog slaven!'.

22 april 2009

De ledenvergadering van de PvdA verliep heel goed gisterenavond. Vier leden hielden een korte beschouwing over integratie. Alyssa bekeek het met een juridische bril. 'We moeten stoppen met het faciliteren van het slachtofferdenken' en 'ophouden met pamperen en beginnen met prikkelen' zijn kernzinnen uit haar betoog. Albert komt uit Suriname. Hij legde ons uit dat 'de Surinamer' niet bestaat en dat de kreet dat 'de Surinamers' goed zijn geïntegreerd alleen daarom al onzin is. Albert wil vooral de godsdienst buiten het openbaar domein houden. Als dat lukt, kun je over integratie gaan beginnen. Piet is goed in het tegen heilige huisjes (en schenen) schoppen en weet discussies daarmee vaak op scherp te zetten. Hij beweerde dat er niets nieuws onder de zon is: Nederland is een missieland en is dat altijd geweest. Abdennour is een tweede generatie-Marokkaan en had een persoonlijk verhaal, waarin hij stelde dat de integratiesoep wordt bereid met teveel ingrediënten. De hoofddoekjes, de criminaliteit en de islam horen er als ingrediënten niet in. Stop je ze er toch in, dan zal de soep mislukken. Tenslotte hield Puck een presentatie over het landelijke integratiedebat binnen de partij, waarbij hij erin slaagde de verhalen van de vier 'inleiders' goed in dat verhaal mee te nemen.
Daarna mocht iedereen drie Veense thema's op dit terrein inbrengen en daar werd dan in kleine groepen over gediscussieerd. Iedere groep bracht tenslotte drie speerpunten naar voren, die zullen worden gebruikt voor het komende verkiezingsprogramma. Een geslaagde avond. Als dank voor het voorzitten van de avond kreeg ik een mooie fles 'Bowmore Islay Single malt scotch whisky'. Onnodig, maar in dank aanvaard. Met een klein groepje gingen we nog naar een café in de Sandbrinkstraat. Dat leverde nog twee gezellige uren en drie glazen whisky op. Pas om één uur fietste ik samen met Martijn naar huis.

Vanochtend had ik wel last van de vele vergaderingen en het cafébezoek van gisteren. Ik overwoog serieus om me ziek te melden. Vanaf zijn wolkje hoorde ik mijn vader mopperen: ''s Avonds een kerel, 's morgens een kerel!' Dus nam ik twee aspirines en ging naar school. Af en toe realiseer ik me dat mijn vader, al is hij er alweer zo'n vijftien jaar niet meer, op die manier nog altijd invloed op me heeft. En waarschijnlijk is dat normaal (en goed)'. Als ik het met de leerlingen over morele argumenten heb, over mores, over normen en waarden uit je opvoeding, dan is dit wat ik bedoel.

Gisteren schreef ik 'Sorry Steven'. Dat heb ik hem vandaag ook nog persoonlijk gezegd. Ik heb geleerd dat je het lef moet hebben om dat soort dingen ook persoonlijk te doen. Negen van de tien keer is de reactie van de aangesprokene dat hij of zij het zelf ook wel een beetje overdreef en is de lucht volledig geklaard (als die er al door bewolkt was geraakt).

  Met de post kwam de bij de Volkskrant bestelde CD-box van Bob Dylan: 'The Bob Dylan 60's collection'. Zijn negen albums uit de jaren '60 op CD (ik heb ze allemaal wel, maar dan nog op lp), aangevuld met een niet eerder in Nederland uitgebracht optreden 'Live at The Gaslight 1962'. Tien CD's, voor nog geen vier euro per CD.
De postbode heeft het pakje weer eens met geweld door de brievenbus geramd. Het doosje is daarbij beschadigd. Moet ik daar nou moeilijk over gaan doen, of tocht maar niet: de CD's zelf zijn nog goed. Ik heb geen zin in gedoe en laat het er maar bij.
In de box zit een klein (elders eerder bibliofiel verschenen) boekje van Martin Bril: 'Bob Dylan. Een man uit de verte'. Bril is een Dylan-liefhebber en heeft daar ook in zijn columns blijk van gegeven. Hij zegt prachtige dingen over Dylan:

Hoe hij sommige regels wel zingt, anderen maar half, of zo snel dat je hem niet kunt verstaan.
Hoe hij toebouwt naar de regel die bedoeld is om te beklijven. Hoe hij de klanken buigt en kneedt,
dat is waar hij het allerbeste in is, klemtonen inslikken, klemtonen benadrukken.
(Martin Bril, Een man uit de verte, blz. 3)

Verjaardag bij Steven (niet de hierboven genoemde collega). Coby gaf me het in 2000 door haar geschreven 'Met een glimlach en bewondering. 30 jaar dagbesteding in Veenendaal voor mensen met een verstandelijke handicap'. Ik had haar verteld over het 'Veense schrijvers-boek' dat ik maak. Daar hoort dit boekje ook in en ze had er nog wat liggen. Hanny had een artikel uit de Trouw voor me bewaard. Buddingh' wordt erin genoemd, dat was voor haar de aanleiding. Maar ze maakt me er nog blijer mee dan ze dacht, het is namelijk geschreven over en naar aanleiding van het overlijden van Aart Kok/Bergman en er staan dingen in die ik op de Schrijversinfobladzijde over hem nog niet vermeld.

2 bestellingen: J.Chandu: 'Het sterrenbeeld van uw kind is leeuw', Hanif Kureishi, 'De Boeddha van de buitenwijk'.

23 april 2009

Gisteren citeerde ik Martin Bril. Vandaag hoor ik dat hij overleden is: Only the good die young.

Ik kreeg van Roeline uit V3 een schrift vol gedichten. Of ik er eens naar wil kijken en of ik dan wil zeggen of het niveau van de gedichten hoog genoeg is om er een paar in te sturen bij een gedichtenwedstrijd. Leerlingen moeten een behoorlijke drempel over, voordat ze zoiets durven vragen. Ze zijn bang dat ik de gedichten 'stom' of 'waardeloos' zal vinden. Maar gelukkig durven ze af en toe over die drempel heen te stappen en natuurlijk zijn de gedichten niet 'stom' of 'waardeloos'. Als iemand echt zijn of haar gevoel in woorden probeert te vangen, dan is dat al waardevol genoeg.
Het zijn in dit geval de herkenbare gevoelens en problemen van een puber. Ze brengt ze heel aardig onder woorden, vervalt af en toe in clichés, maar je mag ook niet anders verwachten. Regelmatig stijgt een fragment boven de clichés uit. Deze regels raken de kern:

Het voelt allemaal zo raar
zo verward.
Ik weet niet meer wat ik voel.
Hopelijk begrijp jij wat ik bedoel.

Ook het schoolleven beschrijft ze pijnlijk precies. Een moment dat een les uit de hand loopt. Ze kiest op een mooie manier voor het herhalen van een zin:

Jezus wat een zooitje is het hier
De jongens zijn te vergelijken met een dier
Lopen over tafels
Eten alleen maar wafels
Een docent voor de klas
van ongeveer hetzelfde ras.
Jezus wat een zooitje is het hier.

Die herhaling is goed gevonden. Die tweede zin zou korter moeten.'Jongens, als een wild dier' o.i.d.. Het woord ras in de voorlaatste zin is ook minder gelukkig (en resultaat van rijmdwang), maar het geheel mag er toch zijn. Of over een les die niet uit de hand loopt, maar die wel 'gewoon' saai is:

De lessen verlopen traag
De leraar praat wartaal
De leerstof is vaag
Ik verlang naar pauze
Vrijheid en geluk
Entlich zu hause
Mijn vermoeidheid verdrukt.

De rijmdwang brengt haar tot een minder geslaagde laatste regel. Misschien zou ze die gewoon weg moet laten. 'Entlich zu hause' vind ik wel een mooi slot. Blijkbaar was die laatste les een les Duits en was de uitleg niet te begrijpen: 'wartaal' (Ik heb het haar gevraagd: het was inderdaad een les Duits).
Soms zijn pubers ook heel zelfverzekerd:

Morgen word ik 15
maar je kunt het niet aan me zien.
Dan word ik in één dag
een jaar ouder.
Ik zie het aan met een lach.
Met vriendinnen schouder aan schouder
kan ik het leven aan.

Die laatste kan ze zo insturen voor een gedichtenwedstrijd. Als ik in de jury zat zou ik deze er zeker uitpikken.

24 april 2009

Op zo'n laatste schooldag voor een vakantie moet je niets plannen. Het is rommelig (we beginnen om 9.30 uur en draaien dan halfuurslessen i.v.m. het schoolfeest van gisterenavond), de rapporten worden uitgedeeld en diverse leerlingen reageren emotioneel (lees: tranen met tuiten) op het in hun ogen onterechte advies (havo en geen vwo, vmbo-t en geen havo), leerlingen zijn hun boeken vergeten, leraren zijn ook moe en sturen leerlingen soms iets te makkelijk de les uit, enz. enz. Een groot deel van de dag is mijn belangrijkste rol aanwezig zijn, rondlopen en brandjes blussen. Dat betekent vooral 'rust uitstralen', maar dat valt nog niet mee, want ik ben ook moe en licht prikkelbaar (maar ik laat dat niet merken).

VWO3 en collega Bicker haalden vandaag een geintje met me uit: Voor mijn deur stond een altijd ijverige en brave Marokkaanse leerling. Ze was uit de les gestuurd (zij?!). Op mijn toetsenbord lag al de gele kaart. Ze had haar werkboek niet bij zich gehad (Een beetje flauw collega en bovendien handel dat zelf af! Waarom moet ik daaraan te pas komen?). Ik gaf haar een heel klein preekje, maar ze prikkelde me met (zeker voor haar doen) licht brutale antwoorden. Ze was na haar gele kaart de discussie met de docent aangegaan. Dat moeten ze niet doen. Voor je het weet sta je als docent tien minuten van je les te onderhandelen, of nog gekker: je tegenover de leerling(en) te verantwoorden. En ze weigerde vanmiddag na te komen, dat moest maar na de meivakantie. Dat moeten ze bij mij niet doen. Toch een klein beetje boos nam ik haar mee naar de conciërge om haar daar corvee te laten doen. Toen we bijna bij de conciërge waren, tikte ze me op de schouder: 'Grapje meneer, het was geen echte gele kaart, maar een grapje van de docent en de klas'.

Met enige regelmaat lees je iets over het het hele circus van literaire prijzen. Naast die literaire prijzen blijkt er ook nog 'een eregeld' te bestaan. Het Fonds voor de Letteren keert dit jaarlijks aan een klein aantal oudere schrijvers en vertalers uit vanwege hun bijzondere verdiensten voor de literatuur. Wie eenmaal een eregeld krijgt, blijft dit jaarlijks ontvangen. Eregelden worden toegekend op voordracht van een commissie, die ook voorstellen van derden in behandeling neemt. De volgende schrijvers en vertalers ontvangen op dit moment een eregeld: Maarten Biesheuvel, Remco Campert, Thérèse Cornips, Miep Diekmann, Aline Glastra van Loon, Anton Haakman, Veronica Hazelhoff, Margriet Heymans, Else Hoog, Rudy Kousbroek, Gerrit Kouwenaar, Willem G. van Maanen, Hannes Meinkema, Marga Minco, Els Pelgrom, Sybren Polet, Ton van Reen, Jean Schalekamp, Bea Vianen, Simon Vinkenoog, Hans Vlek, Leo Vroman en Aya Zikken. Er zijn meer schrijvers geweest die in het verleden een eregeld gekregen hebben, maar die intussen zijn overleden (o.a. Boelie van Leeuwen). Recent is voor het eerst een eregeld van 7.500 euro verleend aan schrijver en vertaler Anton Haakman, schrijfster Margriet Heymans, vertaalster Else Hoog en dichter Hans Vlek.

25 april 2009

Vandaag is er een grote (jaarlijkse) rommelmarkt op een boerencamping in Achterberg. De afgelopen jaren hebben we daar behoorlijk wat boeken gekocht. Maar we gaan er niet naartoe. Ten eerste hebben we al veel te veel boeken die nog niet eens te koop staan. Ten tweede hebben we afgesproken dat we diverse andere klussen gaan doen deze dagen. De logeerkamer moet af (vandaag twee wanden geverfd en de kledingkast gedemonteerd), er moet zeil voor op die vloer worden gekocht en het hout in de tuin (dat Erich afgelopen herfst bracht) moet in kleine stukjes worden gezaagd.
Dat zagen lukte wonderwel, maar toen ik het gezaagde hout in het houthok wilde leggen, zag ik dat een merel op het hout een nestje heeft gemaakt. Ik had die merel al wat paniekerig heen en weer zien vliegen, maar ik koppelde dat aan de herrie van de motorzaag en niet aan een nestje in het houthok. Nu heb ik het hout maar zo goed mogelijk om het nestje heen gestapeld. Na een minuut of tien zag ik de vogel weer op het nestje zitten. Dat moet betekenen dat er ook al eitjes zijn.

     

 Houthok

 Nestje op het hout

 Nestje van dichtbij

Een uurtje later lukte het me een foto te maken (met de telelens) van de vogel óp het nest:

Met de post kwam een cadeaubon/cadeaukaart van € 10,00 te besteden bij de Free Record Shop. Ik vul voor een groot onderzoeksbureau af en toe vragenlijstjes in (via de email). Voor elk lijstje krijg je punten en een bepaald aantal punten levert een bon op, voor boeken of CD's (je mag het geld ook aan een goed doel schenken). De ene keer vul ik boekenbon in, de ander keer CD-bon. Ze houden dat dus blijkbaar goed bij en sturen de bon op als je het vereiste aantal punten hebt 'gescoord'. Er is een nieuwe CD van Bob Dylan uit: 'Together Through Life' (Deluxe Edition, 3 CD's) , die kan ik dan mooi met een tientje korting aanschaffen.
Nou, dat viel tegen. De jongenman van de Free Record Shop zag mijn cadeaukaart en zei gelijk: 'Als dat maar goed gaat.' Dat ging het dus niet. Ik was al de vierde klant vandaag met zo'n kaartje en ook bij mij gaf het beeldscherm 'kaart geblokkeerd' aan. Leuk zo'n cadeautje! Bedankt TNO/NIPO. Dus kocht ik van mijn eigen geld:
- Leonard Cohen, Live in London (2 CD's)
- Bob Dylan, Together through life (1 CD met 10 nieuwe nummers, 1 CD met 14 nummers van anderen door Dylan gedraaid in zijn radioprogramma 'Theme Time Radio Hour Is Hosted by Bob Dylan Tonight's Episode: Friends & Neighbors' én een DVD met het ‘long lost interview’ met de onlangs overleden acteur Roy Silver. Het interview was bedoeld voor de documentaire 'No direction home', maar kwam hier uiteindelijk niet in terecht.

Het doorbladeren van de stapels oude kranten uit Cuijk blijft verrassingen opleveren: een paginagroot interview met Joop Visser (NRC, 02-07-1983). Hij heeft dan net opgetreden op 'Maak eens een gebaar' voor Amnesty International en is daarmee voor het eerst sinds jaren op televisie geweest. Hij geeft niet vaak interviews, maar het vaak beweerde 'nooit interviews' wordt hiermee in ieder geval gelogenstraft.

26 april 2009

De beloofde CD met de twee delen van het EO-radiopraogramma 'Nieuw Protestants Peil' over Rik Valkenburg arriveerde deze week. Vandaag heb ik hem eens rustig beluisterd. Ze hebben nogal wat mensen geïnterviewd en het is een zeer informatief geheel geworden.Gedeelten van het interviewtje met mij zijn in de uitzending vrij prominent gebruikt: als inleiding (het vernoemen van een straat naar Rik Valkenburg is de aanleiding om het programma te maken) en als afsluiting van het programma. Ook mijn kritiek (dat zijn kinderboeken nogal clichématig zijn) zenden ze bij dat slot uit. De uitzending is al geweest (11 en 18 april), maar via internet is e.e.a. nog te beluisteren.
Ook de Veenendaalse Krant besteedt er op de site aandacht aan. In de krant zelf is dat - geloof ik - niet gebeurd.

vrijdag 17 april 2009 20:01
VEENENDAAL – Het radioprogramma Nieuw Protestants Peil van de EO gaat komende zaterdag 18 april opnieuw over Rik Valkenburg (1923-1994). Er wordt gesproken over zijn werk als auteur, interviewer en journalist. Ook wordt aandacht besteed aan zijn persoonlijk leven. Aan het woord komen onder anderen zijn secretaresse Connie de Kleuver, neerlandicus Bert Hofman, ND-hoofdredacteur Peter Bergwerf en oud-secretaris van de Gereformeerde Bond dr.ir. Jan van der Graaf. Ook Veenendalers Mats Beek en Constant van den Heuvel zitten in de uitzending.

Aan het eind van dit artikel noemen ze enkele namen nog een keer. Dat doen ze niet helemaal goed, want Constant van den Heuvel blijkt dan plotseling ook lid van de straatnaamcommissie te zijn:

Namens de straatnamencommissie zal daarom Mats Beek in de uitzending op Radio 5 verschijnen. Dat geldt ook voor Constant van den Heuvel, docent Geschiedenis op het Ichthus College, die een biografisch artikel over Valkenburg schrijft voor de bundel 'Markante Veenendalers'. Deze bundel is een initiatief van de Historische Vereniging Oud Veenendaal.

Vanavond zagen we in De Lampegiet het programma 'Zonder Band' van Jan Jaap van der Wal. Zijn oudejaarsconference 'Onderbewust' was mij eind 2007 zeer goed bevallen. Niet hilarisch, maar interessant en tot nadenken stemmend. Voor het programma van vanavond geldt in grote lijnen hetzelfde. Hij presenteert in korte scènes zijn wereldbeeld en zet je daarmee regelmatig aan het denken. In een theater is het makkelijker geconcentreerd te blijven luisteren dan thuis voor de televisie, al maakt de gitarist op het dak van het volkswagenbusje dat geconcentreerd luisteren niet eenvoudig. Het is vast en zeker een vakman, die gitarist, maar voor mij had het niet gehoeven. Ik vond het eerder storend dan een goede aanvulling. Als Van der Wal erin slaagt om in een volgende voorstelling een rode draad te vlechten, dan hoort hij tot de top van het Nederlandse cabaret. We zagen dat zijn vader, die in de voorstelling ook een paar keer werd genoemd, op de bovenste rij voor het middenpad zat. Daarmee is Jan Jaap van der Wal (na Stef Bos) al de tweede die we in De Lampegiet voor zijn in Veenendaal wonende vader zagen optreden.

Er komt soms commentaar op bladzijden waarop ik dat niet verwacht (of waarvan ik al bijna vergeten was dat ik ze ooit heb gemaakt). Vandaag gebeurt dat op de bladzijde over Eugeen Zetternam: 'Op uw pagina over Zetternam, Eugeen vermeldt u dat hij de stichter was van het wetenschappelijk tijdschrift "Wetenschappelijk museum". Het zou misschien wel aardig (en juister) zijn om erbij te vermelden dat hij daarvoor een prospectus heeft verstuurd (samen met dokter Matthijsens), maar dat er nooit ook maar een nummer van dat tijdschrift verschenen of gedrukt is.' Als deze Belgische mijnheer (die ook nog een prof. dr. is) de moeite neemt mij dat te melden, dan mag ik er toch van uitgaan dat de mededeling klopt. Ik heb het dan ook op de Schrijversinfobladzijde aangepast.

1 bestelling: Abdelkader Benali, 'Berichten uit een belegerde stad'.

27 april 2009

Naast mijn bed ligt al een week of twee 'Heimelijke vreugde 2' van A.L. Snijders. Elke avond lees ik een paar van zijn columns/hoofdstukken. Ze stonden eerder in de krant. In het boek is elke column aangevuld met de begeleidende brief van Snijders aan redacteur Van der Moer. Daarin geeft Snijders achtergrondinformatie en argumenten bij wat hij schreef. De schrijfstijl is hetzelfde, hij is in die briefjes alleen wat directer en noemt er namen in. Het boek bevalt me prima en ik wil meer van hem lezen. Al was het maar omdat ik er veel in herken. Hij schrijft over zijn werk als leraar Nederlands op een politieschool en zet zich af tegen alle moderne onderwijsfratsen. In andere stukken moppert hij over het burgerlijk gedoe in Nederland, maar hij blijft zelf de burgerman die in de vakanties met zijn caravan op pad gaat (en dat realiseert hij zich terdege). Maar het zijn vooral zijn mooie zinnen:

Het doet er trouwens bijna nooit toe of je de waarheid vertelt,
leugens zijn ook een vorm van waarheid,
ik ben een groot voorstander van het vertellen van leugens,
er moet meer gelogen worden, het houdt de geest levend.
Er is slechts één restrictie, er mag geen baatzucht in het spel zijn,
je mag alleen belangeloos liegen.
(A.L. Snijders, Heimelijke vreugde 2, blz. 204)

Een groep is een groep en altijd grof en ongenuanceerd,
een individu kan iets oppikken wat op een vleug lijkt,
een groep kan dat niet, kan alleen stadion-emoties voelen,
van welk soort dan ook.
(A.L. Snijders, Heimelijke vreugde 2, blz. 205)

Ik kan me bijna niets van mijn leven herinneren,
ik heb elke dag duizenden gedachten gehad en duizenden dingen gezien
en ik heb duizenden dagen geleefd -
het is onmogelijk je dat te herinneren.
Maar omdat een leven zonder herinnering zo kaal is,
verzin ik mijn verleden.
(A.L. Snijders, Heimelijke vreugde 2, blz. 224/225)

Weet u: als ik het verhaal van Hannibal en Fabius vertel
- tekeningen van zeeslagen op het bord (uitvinding van de sneb!!) -
moet ik me in bochten wringen om mijn onkunde aanvaardbaar te maken.
Ik blijk niet te weten waar Hannibal is overgestoken.
Spanje? Dat zou - eventueel - zijn toch over de Alpen verklaren.
En als iemand vraagt waarom hij zich door Fabius liet weglokken
en niet linea recta naar het zwakke Rome marcheerde,
weet ik ook geen antwoord.
Toch ben ik een succesvolle leraar,
het doet er niet toe of je ze op rantsoen zet,
als je 't rantsoen maar opdient als een echte maaltijd.
(A.L. Snijders, Heimelijke vreugde 2, blz. 96/97)

Tot gisteren wist ik niet wat een 'sneb' was! Ik las er toevallig dit weekend een stuk over in de krant. Het is een paalvormig stuk hout of ijzer aan de voorsteven van een schip dat bedoeld is om vijandige schepen te rammen en zo lek te steken. Later werden het versieringen, maar dat waren het in het begin dus zeker niet! Nog later heeft het woord veel meer betekenissen gekregen. Bij dieren is het een snavel of een gekleurd stuk op het hoofd van een paard. En er is ook een nieuwe oorlogszuchtige betekenis: vliegtuigen en helikopters dragen 'SNEB rocket pods'.

Zelfs mijn opa-gevoel weet Snijders goed te verwoorden: 'Ik heb dus tijd genoeg en kan een bezoek brengen aan mijn kleinzoon en zijn ouders.' (blz. 152)

Uit België komt per mail nog meer informatie én argumentatie over Zetternam en zijn "Wetenschappelijk museum", o.a.: 'Zowel op uw site als op die van "Literair Gent" vond ik de vermelding dat Zetternam het tijdschrift "Wetenschappelijk Museum" zou hebben opgericht, maar dat tijdschrift zelf kon ik nergens vinden. In de "Volledige Werken" van Zetternam, in 1876 door F. Jos van den Branden uitgegeven en voorzien van een zeer lange "levensschets" ( !! ) lees ik op pag. XX in voetnoot 1: "Op 15 Juni 1852 verzond Eugeen Zetternam met doktor Matthijssens ook het prospectus van een maandblad, getiteld: Wetenschappelijk Museum, dat voor zending had de natuurkennissen te verspreiden en onze nijveraars op de hoogte te houden door de wetenschappen in Europa bereikt. Het luttel belang door onze toen nog ongevormde werkers in zoo nuttig eene uitgaaf gesteld, was de oorzaak dat zij niet tot stand kwam." Voilà, er blijkt dus een prospectus te zijn verspreid, zonder dat er ook maar één nummer verscheen.'

Nu ik al een paar jaar in kranten aan het knippen ben, kom ik tot de conclusie dat J.L. Heldring de meest verknipte columnist is. Jarenlang stond in het NRC de Ollie B. Bommelstrip van Marten Toonder op de achterkant van zijn column (of andersom: zijn column op de achterkant van de strip). Die strip werd door honderden mensen trouw uitgeknipt. Op boekenmarkten zie je vaak envelopjes met complete uitgeknipte verhalen. Omdat zoveel mensen ze uitknipten zijn ze niet echt zeldzaam. Voor een bedrag tussen de vijf en de twaalf euro heb je zo'n envelopje.

Het opknappen van de logeerkamer schiet eindelijk een beetje op. Het verven is klaar (op een hoek na, waar we eerst het behang opnieuw hebben vastgeplakt. Dat was nog te vochtig om te verven). We hebben zeil gekocht en laten dat volgende week woensdag leggen. Vanavond heeft Gijs geholpen met het ophangen van een nieuwe luxaflex. Dat viel toch nog tegen: zagen, inkorten, boren. Er is zo dik een uur om.

1 bestelling: knipsel Willem Frederik de Jonge.

28 april 2009

 
Gisteren kwam met de post het boekje 'Hendrikje, kosteres van Foudgum. In de ban van Piet Paaltjens', geschreven door T.J. Eekhof. Het levensverhaal van een vrouw die in 1982 op haar negentiende koster werd van het kerkje van Foudgum, samen met haar man hard werkte in en bij dat kerkje en er gastvrij de toenemende stroom Haverschmidtpelgrims ontving. Ze raakte zelf ook geïnteresseerd in François Haverschmidt/Piet Paaltjens, die van juli 1859 tot december 1862 dominee was van Foudgum en Raard. Sinds december 2007 worden er geen kerkdiensten meer gehouden in Foudgum en is Hendrikje er (tot haar spijt) ook geen koster meer.
Als we deze week in Foudgum zijn, hoop ik haar even te kunnen spreken.

Vanmorgen zijn we lege flessen weg wezen brengen en boodschappen wezen doen bij de C1000. Vantevoren reden we even langs Van Kooten. In de meivakantie koop ik elk jaar 'De beste gedichten van .....' van het vorige jaar. Het is de ideale manier om kennis te nemen van wat er op poëziegebied het vorige jaar zoal is verschenen. Al die bundels kopen is niet mogelijk (en niet reëel), maar dit is een mooi alternatief.
Het boekje wordt jaarlijks samengesteld door de voorzitter van de jury voor de VSB Poëziepprijs - dit jaar Rob Schouten - en die gebruikt daarvoor de ingezonden bundels. Dat waren er honderdenzes, wat twintig stuks meer is dan de jaren ervoor. Het gaat goed met de poëzie in Nederland.
Van de meeste auteurs heb ik wel een bladzijde voor Schrijversinfo in opbouw, maar af en toe mis ik een debutant. Nieuw voor mij in dit boekje is Maarten Inghels die in 2008 debuteerde met de bundel 'Tumult'. Al teveel tumult heeft dat blijkbaar niet opgeleverd.

 

Het is helemaal boekendag vandaag. Met de post kwamen 'Tjoep tjoep' en 'Fançois Haverschmidt, de dominee, de dichter, de mens', een bloemlezing met een inleiding van J.J. Borger.
'Tjoep tjoep' is een liederenbundel van de Stichting Kamp- en reiswerk VCJC. Ik had er al over gelezen en ik wilde vooral weten hoeveel (oude) liedjes van Jaap Fischer erin staan. Dat blijken er zeven te zijn:
- Ei
- De cipier
- Hutje
- Kater
- De monniken
- O, Suzan
- Het Veerse Gat
De samenstellers zijn wat willekeurig te werk gegaan. In de categorie 'Luisterliedjes' worden de zangers genoemd, maar dat zijn niet altijd ook de schrijvers van de liedjes. Van Herman van Veen worden opgenomen 'Suzanne' en 'Café'. Die zijn geschreven door Rob Chrispijn en Willem Wilmink. Het is een beetje vreemd dat in de categorie 'Algemene liedjes' ook liedjes staan die geen algemene kampliedjes zijn en die net zo goed bij de 'luisterliedjes' hadden kunnen staan. Bij de volgende liedteksten uit die categorie werden de auteurs er ook niet bij vermeld (ik zet ze er tussen haakjes achter):
- De blauwbilgorgel (C. Buddingh')
- De Internationale (Henriette Roland Holst)
- Zij kon het lonken niet laten (Friso Wiegersma)
- De schuld van het kapitaal (Michel van der Plas)
- Zuiderzeeballade (Willy van Hemert)
- Ketelbinkie (Anton Beuving)
Maar ondanks dit gemopper van mij is het een leuke liedbundel, waar ongetwijfeld tijdens menig kamp met veel plezier uit gezongen is.

Wim kan aan het eind van de middag het tweede gedeelte van zijn boek over de Hoge Veluwe ophalen. Het was meer een plezier dan werk om het door te nemen. Veel fouten zaten er niet in (en nu hoop ik maar dat ik er geen over het hoofd heb gezien). Hij bracht ook mijn doos met boeken over de Hoge Veluwe terug. Hij zette er twee dozen naast met door hem 'geruimde' boeken. Daar zitten weer mooie exemplaren tussen. Als extraatje bracht hij 'Martin Ros vijftg jaar op wacht: schetsen over een boekenfanaat' voor me mee. Het is uitgegeven door Perry, die ook de redactie deed. In het boekje bijdragen over Martin Ros van o.a. Maarten 't Hart, Boudewijn van Houten, Hans Renders, Wim Hazeu, Ewald Vanvugt, Wim Huijser en van Perry Pierik zelf. Uiteraard gaat het daarbij over boeken, over uitgeven, Privé Domein, de Buchmesse, de TROS Nieuwsshow, maar ook over typische Ros-thema's als wielrennen, Het Derde Rijk, Céline, Herman Hesse en 'Het Hele Erge'.

Ik lees dat geocities opgeheven wordt. Een jaar of vijftien was het een prima plaats om gratis een website neer te zetten. Men heeft er een kleine bijdrage voor willen vragen en toen ging het fout. Het schijnt nu voornamelijk gevuld te zijn met 'dode' websites, maar nooit meer wat aan wordt veranderd. Wat mij betreft klopt dat. Ik ben daar met Schrijversinfo begonnen en de oude, niet meer bijgewerkte versie van veel bladzijden staat daar nog. Google verwijst er nog steeds naar (soms beter dan naar Schrijversinfo zelf) en op die bladzijden heb ik destijds een link naar Schrijversinfo gemaakt. Dat houdt nu dan op. Ook staat er nog het door mij gemaakte trefwoordenregister van 'Ziezo' van Annie M.G. Schmidt. Dat heb ik daar nu vandaag gehaald en aan de bladzijde over Annie op Schrijversinfo gekoppeld. Hij staat nu hier. Ik had het jammer gevonden als die bladzijde verloren was gegaan. Sinds 14 oktober 1998 keken er 99.644 mensen naar. Misschien haalt het nog net de 100.000 bezoekers voordat Geocities ermee ophoudt.

2 bestellingen: Kroonenberg, Durlacher, Rood, Bril e.a., 'Waarom was ik nog voor jou? 7 verhalen over mannen en wassen', 3 x Heemschut.

29 april 2009

  We slapen twee nachten in de pastorie waar Piet Paaltjens/François Haverschmidt van juli 1859 tot december 1862 woonde. Een paar jaar geleden is het huis grondig verbouwd. De buitenkant zal nog hetzelfde zijn als honderdvijftig jaar geleden. Aan de binnenkant is dat zeker niet het geval, maar sfeervol is het gebouw wel en de huidige bewoners willen ook weten dat Paaltjens er gewoond heeft. Op diverse plekken in het huis liggen (verschillende drukken van) de 'Snikken en grimlachjes'. We slapen in de Haverschmidtkamer (onder de hanenbalken) en ontbijten morgenochtend in de literaire kamer (met een grote boekenkast). De ontvangst was heel vriendelijk. De gastvrouw heeft achter het huis een atelier waar ze zijdebloemen maakt en het feit dat ze 'kunstzinnig' is, blijkt ook uit de hele inrichting van het huis.

  We vertrokken tegen twaalf uur. Ik wilde via Flevoland rijden om daar de gedichten bij de sluitgaten van de dijken te bekijken. We vonden al vrij snel de eerste, bij Zeewolde, gemaakt door Marga Minco. Vijf grote stenen platen staan achter elkaar. De kleinste plaat vooraan, de grootste achteraan. In de voorste is het gedicht gebeiteld. Je moet weten dat het een monumentje is, anders rijd je er zo voorbij. Ik zocht de naam van de dichteres, maar die kon ik er niet op vinden.  

Naar de gedichten bij Lelystad (Jan Wolkers) en Schokkerhaven (Remco Campert) zochten we - ondanks de kaarten die bij ons hadden - tevergeefs. Ik vermoed dat ze ergens op de dijk staan waar je met de auto niet kunt komen. Over de dijken lopen fietspaden. Je zult er dus op de fiets naar moeten zoeken. Het is jammer dat we ze niet vonden, maar het is ook weer niet vreselijk. Het bracht ons op plekken waar we anders niet zo snel gekomen zouden zijn. Bij Lelystad liepen we op de IJsselmeerdijk tussen de schapen. Er is op die plek een windenergiepark en een energiecentrale. Aan die laatste wordt hard gewerkt door arbeiders uit allerlei landen. Onze auto stond tussen auto's uit Estland, Polen, Tsjechië, Zweden en Duitsland. We zagen bij Lelystad ook de replica van een oud schip liggen (dat betekent dat we vlakbij Bataviastad waren, gelukkig had Lidy niet het verlangen daarheen te gaan - of ze wilde dat mij niet aan doen, de schat). Rijdend door Flevoland zagen we op diverse plekken bloembollenvelden. Een prachtig gezicht. Ik wist niet dat er daar zoveel van in de polder zijn.

 

 

 
Ik had gelezen dat er in Urk op het geboortehuis van Baantjer een plaquette ter ere van Baantjer is aangebracht (wijk 2, nr. 69). Dat wilde ik zien. Het blijkt niet zo, of niet meer zo te zijn. Aan het huis is te zien dat er 'iets' op de muur gezeten heeft. Dat zou zo'n plaquette geweest kunnen zijn. Misschien waren de bewoners het gegluur door de ramen zat. Of misschien vond men het toch te veel eer voor de schrijvende politieman. In dit soort plaatsen word je niet geacht je hoofd boven het maaiveld uit te steken. 

 

In Foudgum wandelden we over de terp (daar ben je gauw klaar mee) en rond de kerk. Voor de kerk staat een Piet Paaltjensmonument. Een groot opengeslagen boek, rustend op een gebroken hart. Op het boek (in het boek?) is een gedicht van Haverschmidt te lezen over zijn leven als jonge dominee (met witte das). Het staat niet in de 'Snikken en grimlachjes'.

       

We aten in Leeuwarden in de Stadsherberg. Eenvoudig maar goed. Daarna maakten we nog een kleine wandeling door de binnenstad. Aan alles was te zien dat het morgen koninginnedag is en het wordt daar een gekkenhuis. Op alles stoepen heeft men met krijt en plakband al plaatsen voor de vrijmarkt gereserveerd. Nu al waren mensen kleden neer aan het leggen, auto's stonden plaatsen bezet te houden, winkeliers hadden ook op de stoep voor hun winkel geschreven: 'Wij zijn morgen open, hier geen vrijmarktplaatsen' enz. We zijn een raar volkje (en Friezen blijken toch gewoon Nederlanders te zijn).

Lopend door de binnenstad zagen we ook nog gedichten uit de poëzieroute die we vorige zomer gemist hadden, o.a. deze van Remco Ekkers, Leonard Nolens en een kort gedicht waarvan ik vermoed dat het niet officieel tot de route behoort.

     

We gingen van Leeuwarden via Holwerd terug naar Foudgum. Op de pier in Holwerd keken we naar de zonsondergang. Die is heel raar, want je ziet de drooggevallen Waddenzee, hoort hier en daar nog water wegkabbelen, maar de zon zakt niet in de zee, de zon zakt in Ameland. Het was zo helder dat je de torens van Nes duidelijk kon zien liggen (met het blote oog, op de foto's lukt dat niet).

         

Toen we weer in Foudgum aankwamen, zag ik dat Hendrikje in haar tuin bezig was. Ik heb haar de hand geschud en me aan haar voorgesteld. Dat is wel een beetje vreemd. Je ziet iemand staan over wiens leven je de vorige twee dagen hebt zitten lezen. Je kent haar dus een beetje (of eigenlijk meer dan een beetje, ik weet meer over haar dan over de meeste van mijn collega's), maar zij weet natuurlijk niet wie ik ben. We hebben een half uurtje staan praten. Over Haverschmidt, over Foudgum, over het feit dat ze geen koster meer is (daar heeft ze het nog steeds moeilijk mee, maar ze kan er - bijna - mee leven) en over onze kinderen (die zijn ongeveer even oud. Haar dochter gaat binnenkort als militair naar Afghanistan). Morgen laat ze me de kerk en haar verzameling 'Haverschmidt' zien. Ze heeft een krantenknipsel dubbel over de boom op de Veluwe waar Haverschmidt zijn naam in kerfde. Als ze dat artikel kan vinden, krijg ik het morgen van haar.

30 april 2009

Het breakfast in dit Bed and breakfast is goed verzord. Het was geen ontbijt, het was een klein feestje met o.a. een croissantje, warme kaiserbroodjes en eigengebakken waldkornbrood.

In de drie noordelijke provincies komt op grafzerken af en toe - naast namen en data - grafpoëzie voor. De nabestaanden proberen in een kort gedicht hun emotie of hun herinnering aan de overledene te vangen. Dat levert geen hoogstaande poëzie op, maar wel een heel eigen vorm van rouwverwerking én het geeft vaak een beeld van de persoon die er begraven ligt. Maarten Mulder schreef hier drie boekjes over, één over grafpoëzie van het Friese land, één over grafpoëzie van het Groningerland en één over grafpoëzie van het Drentse land. Met het boekje over het Friese land als onze gids bezochten we vandaag enkele kerkhoven in de omgeving van Foudgum. Prachtige kleine kerkhoven, op een terp, rond een kerkje. Daar wandel je voor je plezier een kwartiertje rond. Het is naar die grafpoëzie meestal wel even zoeken. Het is er soms maar één op een kerkhof. Vroeger zijn het er meer geweest, maar oude graven zijn geruimd, of onleesbaar geworden. Sommige gedichten zie je (soms iets gewijzigd) op meerdere graven terugkomen. Dat is wel een beetje vergelijkbaar met het verschijnsel poezie-album. Mensen maken ook daarin niet zelf een gedicht, maar 'lenen' iets wat ze passend of mooi vinden van een ander.

 

Op het kerkhof van Ternaard ligt Jan J. van Swinderen.
Hij overleed plotseling in Amerika,
19 jaar oud, op 17-02-1921

Rust zacht geliefde doode
op uw geboorteplaats
Je was ver van ons gescheiden
Maar dit verzacht het lijden
in ons zoo diepe smart

 

Op het kerkhof van Hantum ligt Willem Idses Idsardi,
overleden op 24-05-1847

Sta Wandelaar bij 't graf van
Dorcas echtgenoot:
Een man in deugden rijk en in
verdiensten groot.
Een man van orde en regt in
kerk en burgerstaat
Een vraagbaak voor ons dorp
der armen toeverlaat,
Een sieraad in Gods kerk een
voorbeeld in het leven,
Was ware Christenzin het
doel van al zijn streven,
De grond van hoop en troost
de steun voor zijn gemoed
Was Gods gena alleen, in
Christus dierbaar bloed.

Op het kerkhof van Hantum ontdekken we nog een gedicht. Een oude klok uit de toren is niet weggedaan of omgesmolten, maar als monument bij de ingang van het kerkhof gezet.

 

 

Nienke van Hichtum werd in 1860 geboren in de hervormde pastorie in Nes-Westdongeradeel in Friesland. Haar vader was daar dominee van de kerkelijke gemeentes in Nes, Moddergat en Wierum. Aan de Hoofdstraat in Nes staat sinds 1997 een bronzen buste van Nynke van Hichtum, gemaakt door Hans Jouta. Het is een interessant monumentje. Het is 'anders dan anders' en je blijft er naar kijken. Het hoofd is fraai gemodelleerd en ik herken het gezicht van foto's die ik ooit gezien heb. De schrijvende hand zit los van het lichaam en lijkt te zweven. Wat schrijft ze? Een brief zo te zien. Ze heeft hem net af en zet haar handtekening (ze heeft ondertekend met S. Troelstra, het lijkt erop dat ze er N. v. Hichtum boven zet). Ik probeer de brief te lezen (dat moet een raar gezicht zijn voor passerende fietsers), maar dat lukt niet. Er staan wel echt letters in een handschrift. Vermoedelijk heeft de kunstenaar een echte brief van haar in brons over laten zetten.

       

Op de dijk in Moddergat staat een monument ter herinnering aan drieëntachtig in 1883 omgekomen vissers uit Peasens-Moddergat. Op het middelste gedeelte van het monument staat o.a. een kwatrijn van D.A. Tamminga: As de dea it skip birint / Dan is der gjin ûntkommen / O wetter, o wif elemint / De sé hat jown, hat nommen. Op vier lage vrijstraande muurtjes, die deel van het monumtent als geheel uitmaken, staan de namen van de omgekomen vissers, per vissersboot bij elkaar. Zóveel namen, daar word je stil van.

       

Tegenover het monument is een klein museum dat in vijf gerenoveerde vissershuisjes herinnert aan die ramp én aan het harde leven van de vissersgezinnen. Men viste met netten en fuiken, maar ook met lijnen van meer dan een kilometer lengte met daaraan duizenden haken. Het was de taak van de vissersvrouwen om op het drooggevallen Wad zeepieren te steken. Deze werden aan die haken gedaan. Voor één boot waren er voor één keer vissen zesduizend (!) van die zeepieren nodig. Wat een beulswerk! Het opgraven van die pieren én het aan de haken doen van die pieren. En dat in een zich steeds herhalende regelmaat. Als er dan vis gevangen was, gingen de vissersvrouwen lopend met twee emmertjes aan een juk (tien kilometer) naar Dokkum om die vis uit te venten. Wat een onvoorstelbaar zwaar leven was dat. Als je zo'n verhaal tot je door laat dringen (nog los van alle verdronken zeelui) weet je weer waarom je in je hart socialist bent.

 

In Oosternijkerk ligt de Friese (geschied)schrijver en dichter Foeke Sjoerds (1713-1770) begraven. Op de liggende steen staat:

Staa wandelaar
betoon een diepe
eerbiedigheid
't is Foeke Sjoerds
die hier in't stof
begraven leid
Die door sijn schrandere
pen en onberispelijk leven
Aan ijder die hem kende
een voorbeeld
heeft gegeven

De staande zerk werd in 1913 op zijn graf geplaatst.

 

  Hierna reden we naar Dokkum. In het centrum was een kleedjesmarkt. Veel drukte en weinig bijzonders. We kwamen niet in de verleiding er iets te kopen. Wél zochten we op het Zuiderbolwerk naar het graf van Dirck Raphaëlsz. Camphuysen. Hij werd in 1617 Remonstrants predikant in Vleuten. In 1618 werd hij verbannen vanwege zijn Arminiaanse denkbeelden. Via Amsterdam, Norden (hier verpleegde hij mensen die aan de pest leden), Harlingen en Ameland kwam hij in Dokkum. Hij overleed op 19-07-1627. Hij werd in Dokkum begraven op de Oude Begraafplaats. Op 08-09-1823 kwam er een nieuwe zerk op zijn graf. Onder die nieuwe zerk lagen niet alle resten van Camphuysen. Een doodgraver had de schedel en enkele beenderen van Camphuysen aan de Amsterdamse drukker Jacob Colom verkocht. In 1823 kwam er bij het stadsbestuur een brief van een notaris uit Dordrecht, die meldde dat hij op een veiling de schedel en beenderen van Camphuysen had gekocht. Hij bood e.e.a. aan de stad Dokkum aan, die het graag accepteerde en de doos op het gemeentehuis bewaarde (en tentoonstelde). In 1829 werd het kerkhof geruimd. Het graf van Camphuysen bleef in een plantsoen op de oude plaats liggen. In 1854 kon dit niet meer. Zijn steen werd zolang op de toenmalige gemeentewerf opgeslagen. Op 19-07-1860 werd Camphuysen op de Nieuwe Begraafplaats (Zuiderbolwerk) herbegraven, nu mét schedel en alle beenderen. Op zijn graf werd de tekst 'In het jaar 1860 van de voormalige begraafplaats herwaarts overgebracht benevens 's mans schedel tot dien tijd berustend in het raadhuis alhier' toegevoegd. Zelfs voor zijn gebeente geldt: 'Daer moet veel strijds gestreden zyn'. Ook deze begraafplaats is alweer oud en ligt er nu bij als een soort parkje Alleen de steen van Campuysen wordt onderhouden (er staat ook een hekje omheen). De andere nog aanwezige stenen zijn verweerd, bemost en grotendeels onleesbaar.

     

 
Hoewel men in het verleden slordig omgegaan is met (de resten van) Camphuysen, probeert men hem nu wel te eren. Men houdt zijn graf bij, heeft een straat naar hem genoemd en er staat een kunstwerk om de herinnering aan hem levend te houden op de hoek van de Stationsweg en de D.R. Camhuysenstraat, gemaakt door Jentsje Popma. Eerlijk gezegd ontgaat het mij wat deze draadplastiek met Camphuysen te maken heeft.

 

In de Kerkstraat in Dokkum is in een klein plantsoentje naast de kerk het kunstwerk: 'Fons et origo' te vinden. Dit kunstwerk, gemaakt door het kunstenaarsduo Groenewoud/Buij gaat uit van het boek van Bonifatius en de botsing van culturen die in het drama van de moord gelezen kan worden. Het bestaat uit 16 bronzen boeken die, willekeurig over het plantsoentje verspreid, op de grond zijn gegooid. De boeken zijn gevormd naar replica's van boeken uit de tijd van Bonifatius en zijn op ware grootte: 7 folianten, 5 middelgrote boeken en 4 brvieren. Ze verbeelden het dramatische moment waarop de moordenaars - op zoek naar goud en zilver - de werkelijke schat van Bonifatius, zijn bibliotheek, die hij overal met zich mee nam, aantreffen en teleurgesteld de kostbare boeken van zich af werpen. De beide toegangspoorten naar het plantsoentje waren vanmiddag op slot en voor de poorten en de muren was de kleedjesmarkt nog steeds in volle gang. Ik was toch maar brutaal, ging op de kleedjes tussen de koopwaar staan en maakte tussen de spijlen van het hek door wat foto's van het kunstwerk/de bronzen boeken.

         

In de tweede helft van de middag hebben we heerlijk in de tuin van de pastorie in de zon gezeten. De enige boom in de tuin die Piet Paaltjens wellicht zelf nog heeft gezien is een stoofperenboom die vlak achter de pastorie staat. Hij is vorig jaar wat te drastisch gesnoeid en het is maar de vraag of hij het gaat overleven. Een centimeter of twintig boven de grond maakt hij weer een nieuw takje. Het valt te vrezen dat dit de enige kans voor de boom is om het te overleven. In de boekenkast van de literaire kamer vond ik een mooie editie van de 'Snikken en grimlachjes' uit 2003, bezorgd door Marita Mathijsen en Dick Welsink. Daar heb ik een poosje lekker in zitten lezen.

1 bestelling: Murray G. Ross, 'Gemeenschapsorganisatie, Grondbeginselen en theorie'.

 

Ga door naar 1 mei 2009



Terug naar weblog

Terug naar de eerste pagina /homepage

Raban - voor tweedehands boeken

Citaten zoeken op trefwoord
Overzicht van trefwoorden
Citaten zoeken op auteur
Overzicht van auteurs
Overzicht van bibliografieën
Andere interessante internet-bladzijden


©2009 Mats Beek, Veenendaal

Schrijf Webmaster


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

eXTReMe Tracker