Terug naar december 2008

1 januari 2009

De goede wens hierboven leest u in het handschrift van Joost Heyink. Ik mailde de afgelopen weken een paar keer met hem. Hij had (positieve) opmerkingen van mijn leerlingen over zijn boeken op mijn weblog gevonden en reageerde daarop. Dit soort contacten zijn absoluut de meerwaarde van het actief zijn op internet. Ik vroeg hem om een stukje handschrift en/of handtekening om op de bladzijde van Schrijversinfo over hem te plaatsen. Door dat soort kleine dingen kan Schrijversinfo zich onderscheiden van andere sites. Hij mailde me geen scan, maar stuurde me een kaartje dat ik zelf scande. Behalve deze nieuwjaarswens schreef hij:

Dat lijkt me een toepasselijke tekst voor Schrijversinfo!


Van de Citatenscheurkalender 2008 scheurde ik het laatste blaadje af. Op de laatste dag van het jaar stond toch nog een citaat van een Nederlandse schrijver:

Je wordt geboren, je leeft een tijdje,
je begrijpt er geen bliksem van en
je gaat dood.
(Belcampo 1902-1990)

Ik twijfel altijd bij scheurkalenders: Als ik elke dag een blaadje afscheur, dan bekijk ik de teksten erop intensiever. Als ik de kalender open op mijn bureau leg, heb ik aan het eind van het jaar een 'boek' over (ik vind het nog altijd jammer dat ik de bescheurkalenders van Koot & Bie destijds niet bewaard heb). Maar ik bekijk de bladzijden per stuk dan wel minder intensief. Het blijft een keuze. Van Claudia kreeg ik voor mijn verjaardag de 'Nieuwe woorden scheurkalender 2009'. Die hang ik op de plek waar het afgelopen jaar de citatenscheurkalender hing. De 'Kees Stip Verscheurkalender 2009' leg ik open op mijn bureau. Van beide kalenders de tekst van 1 januari:

winozzen

Surfen op het interner waarbij men niet meer weet naar welke informatie men eigenlijk op zoek was. Het werkwoord is afgeleid van een letterwoord voor 'waar was ik naar op zoek'. Heet ook wilfen.

Op een nix

Zelfs Trijntje Fop heeft heel haar leven
nog nooit iets op een nix geschreven
omdat een nix hoezeer vermaard
geen kop, geen lijf heeft en geen staart.
Een dier zo weinig lijfelijk
is ronduit onbeschrijfelijk.

Vanmiddag zijn we in Culemborg nieuwjaarswensen wezen brengen. Marian en Jan en hun kinderen waren ook bij pa . We misten Martijn (niet lekker) en Claudia (in New York). Soms snap je de vreemde wegen die het toeval kiest niet. Marian en Jan hebben de afgelopen week (ook) een nieuwe auto gekocht en (ook) voor het eerst een hele nieuwe. Wie stuurt dit soort dingen?

Jeanette mailde me vandaag over het cultureel café van 7 januari. Ik heb toegezegd een column te schrijven en die tijdens dit café voor te lezen. Ik wist nog dat ik het had toegezegd, maar ik was vergeten de datum te noteren. Die heb ik dan nu in ieder geval, maar veel tijd heb ik niet meer. Ook het verwachte aantal woorden weet ik niet meer, dus dat heb ik Jeanette per mail nog maar een keer gevraagd. Ik wil een column schrijven rond de 'literaire canon van Veenendaal' die ik een tijdje geleden maakte. De tien hoogst genoteerden bespreek ik dan wat uitgebreider. Als ik een lijstje met alle namen van Veense schrijvers op de tafels leg, kan ik deze avond mooi gebruiken/misbruiken om mensen om aanvulling van dat lijstje te vragen.

De tekstverklaring van H4 is nagekeken en vanavond kijk ik de landen-schrijfopdracht na. Dat kost weer een uur of vier (minimaal) Het heet vakantie, maar voor een deel is het gewoon hard werken. Het voordeel is wel dat ik zelf de werkmomenten kan bepalen.

  In de weken voor en na het optreden van Joop Visser op mijn verjaardag heb ik een keer of wat met hem gemaild. Over de te zingen nummers bijvoorbeeld, maar ook over het opnemen van een bladzijde over hem op Schrijversinfo. Hij was er wat huiverig voor, maar vandaag mailde hij dat hij er zo mee accoord kan gaan. Op zijn verzoek heb ik geboortedatum, voornamen e..d. weggelaten ('Ze gaan toch ook geen huidskleur vermelden, denk ik dan. Vooral in de journalistiek is een gewoonte ontstaan privé gegevens te vermelden en in geval van een pseudoniem direkt de naam te noemen waar het pseudoniem voor staat. Vaak verhult een en ander gebrek aan verdere kennis, wat bij u natuurlijk volstrekt niet het geval is.') De laatste opmerking geeft in ieder geval aan dat de informatie op de bladzijde wat hem betreft verder ter zake doende is. De foto hiernaast is de voorkant van zijn/hun laatste cd uit 2007. Het verrassendste nummer op deze cd is een prachtige vertolking van een gedicht van Jan Hanlo: 'Hond met bijnaam Knak'. Ze zongen het ook toen ze hier waren. De bladzijde op Schrijversinfo staat hier.

1 bestelling: Goran Tunstrom, 'Huis van muziek'.

2 januari 2009

Het winkeldagboek van Hans Engberts & René Hesselink van Hinderickx & Winderickx is een heerlijk boek. Af en toe (herkenbaar, bijna prettig) gezeur, maar zeker af en toe ook pareltjes:

Hoe droevig is het bestaan zo zonder intelligente mensen of alcohol.
(Hans Engberts, Winkeldagboek, 27-08-1985, blz. 32)

Het Spectrummannetje spaart Dickens. Ja, daar houden ze van, die letterlievende burgers.
Dickens, Hildebrand en Bomans, maar ze hebben altijd bijna alles al,
dus kunnen ze rustig antiquaren lastig vallen zonder dat het ze een cent kost.
(Hans Engberts, Winkeldagboek, 27-08-1985, blz. 32)

Uit een statistisch onderzoek, zojuist door mij gehouden, blijkt dat lange mannen slechte kopers zijn.
Zes mannen, onafhankelijk van elkaar, betraden onze nering en stootten bijna het hoofd tegen de verlaging van het plafond.
Verkoop: één Theo Kars.
(Hans Engberts, Winkeldagboek, 14-01-1986, blz., 35)

Toen hij Van Deyssel compleet had begon hij Harlekijntjes te verzamelen.
Toen hij Harlekijntjes compleet had richtte hij zich op oude uitgaven van Jules Verne.
Daarna kwam Pinokkio in the picture, later Simenon en nog later Agaate Gristie.
Aan elk verzamelen komt een eind als de kamers overvol zijn geraakt met boekenplanken
en als deze neerbuigen onder overbodige last.
Vanaf nu kwam hij weliswaar even vaak bij antiquariaten als voorheen,
maar zonder ooit meer iets te kopen.
Hij was gepensioneerd als verzamelaar.

(Hans Engberts, Winkeldagboek, 21-08-1986, blz. 37)

Nu is het natuurlijk waar dat een literaire 'serie' als de boekenweekgeschenken uniek is in de literatuur.
Nooit is zo konsekwent de slechte smaak tot norm gekozen als bij deze jaarlijks doorkankerende rij waardeloze onboekjes.

(Hans Engberts, 14-04-1988, blz. 49)

Vandaag wil ik het balanzen afkrijgen. Urenlang gereken en getel en je vraagt je al rekende en met een beginnende koppijn af waar je het voor doet. De boekhouder wil het hebben. De belasting eist het, maar wat doen ze ermee, behalve het in een mapje stoppen? En wat is een bedrag dat de voorraad niet verkochte boeken aangeeft waard? Probeer ze eerst maar eens te verkopen! En dat geldt nog veel sterker voor de voorraad krantenknipsels.

Buiten het onderwijs roept iedereen dat we zulke lange vakanties hebben. Gisteren wees ik al op al het correctiewerk. Vanmmiddag ben ik een uur of wat bezig met overleg met o.a. jeugdzorg over een leerling met stevige problemen. Dan zeg je ook niet 'Bel maandag maar terug, het is nu vakantie'.

Carry kwam vanmiddag twee tasjes boeken brengen. Het huis van één van de ouders moest leeg. Ze had eerst gebeld of ik belangstelling had. Vanwege de ruimte moet ik terughoudend doen: alleen literatuur. Ze bracht o.a. wat W.F. Hermans, Louis Couperus en een nette 'Camera obscura' uit 1939 en toch ook wat vertaalde literatuur: Charles Dickens, Simone de Beauvoir, Leo Tolstoj. Het blijft leuk als mensen zo spontaan aan je denken en de boeken zelfs komen brengen! (ook al is de aanleiding binnen de familie dan vaak voor hen minder leuk).

Al maanden ligt 'De dood van Maarten de Koning. Het Bureau 7' van J.J. Voskuil naast m'n bed. Ik heb het uit, maar er zit nog een briefje in met wat bladzijdenummers en steekwoorden. Plaatsen waar ze bijvoorbeeld gaan wandelen, die moet ik even opnemen in de literaire reisgids en hier en daar nog een aardig of typerend citaat, bijvoorbeeld op bladzijde 163:

Ze dronken wat in De Blauwe Gans,
Nicolien koffie met een Jägermeister, hij een Beerenburger.
Ze proefden van elkaars drankje
en stelden voor de zoveelste keer vast dat Jägermeister lekkerder is,
maar Beerenburger heeft een aardiger naam.

Vanaf bladzijde 170 beschrijft hij een bezoek aan de begraafplaats Oud Eik en Duinen in Den Haag (waar hij overigens nu zelf ligt):

Langzaam liepen ze terug. Dichter bij de aula werden de sterfdata op de stenen steeds lager.
Bij 1940 gekomen liep hij de rij in om naar Ter Braak te zoeken, en waarachtig, hij lag er;
een witte steen met alleen Menno ter Braak en zijn twee data,
boven een bed van blauwe, geglazuurde, vlakke stenen.
'Als hij nog geleefd had, zou hij nu 86 zijn,' zei Nicolien.

Op bladzijde 193 gebruikt Voskuil het woord 'slordig' op een ongebruikelijke, of in ieder geval mij onbekende manier:

Hij reed naar Kwadijk en van Kwadijk over Zaandam weer terug.
Het was slordig weer. Heen had hij de wind achter, terug tegen.
Af en toe trok uit de grauwe, overjagende wolken een bui regen over het land.

1 bestelling: 3 x C. Buddingh'.

3 januari 2009

De prijs van een pakketzegel blijkt per 1 januari verhoogd te zijn van € 6,20 naar € 6,75. Langzaam maar zeker wordt het verkopen en versturen van één boek dat net iets te dik is voor de brievenbus onmogelijk/onbetaalbaar. Door het grote aanbod op internet gaat de prijs van de boeken steeds meer omlaag en tegelijkertijd wordt het versturen steeds duurder. Met enige regelmaat verstuur ik al boeken, waarbij de verzendkosten hoger zijn dan de prijs van het boek. Vroeger (en dat is nog niet zo heel lang geleden) was er prijsverschil tussen het versturen van pakketjes tot één kilo, tot vijf kilo en tot tien kilo. Eén te versturen boek viel zo automatisch in het goedkoopste tarief (en was verhoudingsgewijs betaalbaar). Eerst werd het tarief tot één kilo afgeschaft en kort daarop het tarief tot vijf kilo. Dat betekent dat het verzenden van één (iets dikker) boek net zo duur is als het verzenden van een doosje vol boeken! Beste meneer Post, kom altublieft terug met een lager tarief voor één boek!

Vanaf 1 januari is de hoeveelheid spam die ik binnenkrijg minstens verviervoudigd. Blijkbaar is er ergens een nieuw spamoffensief begonnen, of zijn er nieuwe spelers op de markt. Bij Wanadoo/Online ging de spam onmiddellijk in een aparte map (en dat klopte eigenlijk altijd, er zat geen mail tussen die geen spam was). Die map hoefde ik alleen maar af en toe leeg te gooien. Nu het Ziggo geworden is, kan dat blijkbaar niet meer en staat de hele ellende weer tussen mijn gewone mail. Het lukt mij maar niet om vriendjes met Ziggo te worden.

 
Het ijs op de vijver blijft me fascineren. De beekloop staat uit (die lekt ergens), maar de borrelsteen, die zuurstof in de vijver brengt, houdt door die zuurstofbellen de vijver open. Het vriest wat dicht en ontdooit weer. Het effect is dit prachtige, wat hartvormige ijsspel.

Vandaag en morgen kijk ik zestig boekverslagen na. Het zijn er een beetje veel, maar ik heb er geen hekel aan. Een enkele keer raakt een leerling je door iets wat hij of zij schrijft. Dat was het geval bij een boekverslag over 'Het bittere kruid'. Het is een boek waarvan ik denk dat het leerlingen niet meer zo zal raken. De Tweede Wereldoorlog is verre geschiedenis voor ze. Helaas blijken de ervaringen van Marga universeel en van alle tijden te zijn. Ik citeer uit het verslag van deze leerling:

Wat me het meest aanspreekt is het gedeelte waarin Marga en haar familie een telegram krijgen waarin staat dat haar zus, Betti, opgepakt is. Pas dan beseft Marga dat het iedereen kan overkomen. Dit gedeelte spreekt mij het sterkst aan, omdat ik zelf zoiets heb meegemaakt. Mijn vader is opgepakt door Servische soldaten. Zelf was ik toen heel klein, maar ik heb verhalen van mijn moeder, broer en zus gehoord. En ik kan me inbeelden hoe zij zich hebben gevoeld toen. Je vader wordt weggenomen en je kan er niks aan doen. Dat heeft Marga ook in dit verhaal.

Het zal duidelijk zijn dat deze leerling afkomstig is uit Srebrenica.

2 bestellingen: 3 stafkaarten, knipsels Jan Siebelink.

4 januari 2009

Waarom heb ik toch zo'n hekel aan mensen?
Ik ben er zelf toch ook een?
(Hans Engberts, Winkeldagboek, 30-11-1989, blz. 77)

 

K.L. Poll is dood. Op een willekeurige dag lang geleden parkeerde hij z'n auto op de stoep en bood ons een paar dozen boeken aan.
Ik vond hem nogal mager, maar knap. In de onderhandelingen was hij zeer bescheiden en vriendelijk.
'Vijfhonderd gulden? Dat valt mij alleszins mee.'
Ik realiseerde me weer eens dat alle schrijvers, 'culturele leiders' en journalistenbonzen gewone, aardige of onaardige mensen zijn
met een vrouw thuis en net zoveel dagelijkse problemen en angst voor de dood als anderen.
We zijn allen zeer sterfelijk.
(Hans Engman, Winkeldagboek, 15-11-1990, blz. 85)

De boekverslagen H4 zijn nagekeken. Tenminste voorzover ik ze binnen had, want ik mis er toch weer een stuk of tien. Voor hun eerste boekverslag hebben de leerlingen gekozen uit een beperkt lijstje van ongeveer vijftig, niet te moeilijke boeken. Ze blijken te kiezen in overleg met klasgenoten. In de ene klas drie keer Giphart, in de andere nul keer. In de ene klas vijf keer 'De passievrucht', in de andere klas nul keer! In de ene klas 'De moeder van David S.'(2x), in de andere klas 'Het verrotte leven van Floortje Bloem' (3x). Verder staat er een jeugdboek tussen, gelezen door een uitwisselingsleerling uit Estland die het Nederlands nog te weinig beheerst om uit de literatuurlijst te kiezen. Eigenlijk is het al heel knap dat ze dit boek van Joost Heyink gelezen en begrepen heeft. Ze kozen:

Naima el Bezaz - Op weg naar het noorden 3x
Khalid Boudou - Het schnitzelparadijs 3x
Boudewijn Büch - De kleine blonde dood 2x
Boudewijn Büch - Het dolhuis 1x
Renate Dorrestein - Het hemelse gerecht 1x
Renate Dorrestein - Mijn zoon heeft een seksleven en ik lees mijn moeder Roodkapje voor 1x
Ronald Giphart - Ik omhels je met duizend armen 1x
Ronald Giphart - Ik ook van jou 1x
Ronald Giphart - Phileine zegt sorry 1x
Karel Glastra van Loon - De passievrucht 5x
Maarten 't Hart - De kroongetuige 1x
Joost Heyink - Morgen sla ik terug 1x
Yvonne Keuls - De moeder van David S. 2x
Yvonne Keuls - Het verrotte leven van Floortje Bloem 4x
Tessa de Loo - De tweeling 1x
Marga Minco - Het bittere kruid 6x
Harry Mulisch - De aanslag 1x
Saskia Noort - De eetclub 2x
Jona Oberski - Kinderjaren 1x
Karima Ouchan - Nooit geschreven brief aan mijn vader 1x
Gerard Reve - De vierde man 1x
Carry Slee - Dochter van Eva 1x
Carry Slee - Moederkruid 1x
Tommy Wieringa - Joe Speedboot 1x
Jan Wolkers - Turks Fruit 2x

Ik heb vanavond - voor een groot deel in bad - 'Het gouden ei' gelezen. Mijn vierde klassers lezen het deze weken voor hun tweede boekverslag. Het blijft een knap geschreven verhaal. Of eigenlijk verhaaltje, want je kunt het makkelijk binnen drie uur lezen. Laat de leerlingen er dan een dikke vier uur over doen, waar hebben we het dan helemaal over? Ik merk - een beetje tot mijn schrik - dat ik me bij deze herlezing nauwelijks identificeer met Rex, maar veel meer met Lemorne. Gedeeltelijk omdat hij leraar is (wil ik graag denken), maar toch ook omdat ik me afvraag of ik een ideale moord zou kunnen bedenken ..... en plegen.
Op bladzijde 69 schrijft Krabbé 'sex' met een 'x' dus. Waarom zou hij dat doen en niet 'gewoon' met 'ks'? Om het te laten rijmen op Rex? En is dat toevallig net op bladzijde 69?

2 bestellingen: Jan van Eekhout, 'De boer zonder god', Herman de Man, 'Het wassende water'.

5 januari 2009

Een studiedag om het jaar te beginnen. De leerlingen waren dus nog vrij. Het was een nuttige dag (en dat geldt niet altijd voor studiedagen). We hebben niets nieuws opgezet, maar verder gewerkt aan bestaande ontwikkelingen. Met name over de vorderingen voor het project voor de tweede klassen heb ik een goed gevoel.

Oranjedag wil weten of er animo is voor een boekenmarkt op Koninginnedag. Ik ben dat aan het inventariseren, maar het ziet ernaar uit dat die animo er niet is. Het is een dag waarop er veel rommelmarkten en vrijmarkten zijn. Men is dus gewend om heel goedkoop boeken te kopen. Zo goedkoop dat het bovendien voor veel handelaren een dag is waarop ze inkopen en niet verkopen.

Vanavond de nieuwjaarsborrel van de PvdA. Deze keer in het Hofplein. Een gezellige bijeenkomst. Wat bijgepraat met deze en gene, niet alleen met raadsleden, maar ook met mensen uit het bestuur en andere partijleden. Ik heb zo na het eten niet altijd zin om naar zo'n bijeenkomst te gaan, maar na afloop ben je toch meestel wel blij dat je gegaan bent.

2 bestellingen: Simon Vestdijk, 'De dokter en het lichte meisje', knipsel Ischa Meijer, Rutger Kopland, 'Wat water achterliet'.

6 januari 2009

Soms heb je een kwartiertje schik van jezelf. V3 heeft deze week een literatuur-SO. Ze hebben in een schriftje aantekeningen over een aantal schrijvers gemaakt. Nu krijgen ze 31 vragen over die schrijvers, waarvan ze er 20 moeten beantwoorden (met het schriftje erbij). Wie hard gewerkt heeft haalt een hoog cijfer. Kees Stip hebben ze niet bestudeerd, maar ik heb in de les wel een paar keer iets over hem verteld. De volgende vragen zouden ze dus moeten kunnen beantwoorden en de eerste vraag geef ik in feite weg, want er staat gewoon Kees Stip!

Kees .

1. Wat is de achternaam van deze bekende (in Veenendaal geboren!) dichter?
2. Kees . is geboren in Veenendaal. In welke straat was dat?
3. Met welk soort gedichten werd Kees . bekend?

 
Vanochtend maakte ik die vraagjes over Kees Stip. Vanavond trotseert Hette Wassenaar de vrieskou en komt zijn nieuwe boek over Kees Stip brengen, mooi verpakt, met een lintje eromheen. Vorig jaar had ik zijn tekst doorgelezen en van commentaar voorzien (vooral wat spelling en interpunctie betreft; inhoudelijk weet hij veel meer van Stip dan ik). Hij heeft het boek in eigen beheer uitgebracht, het is gedrukt in Scherpenzeel, bij drukkerij Bakker. Het ziet er mooi uit. Op de voorkant de handtekening van Kees Stip in een cirkel dierenfiguurtjes, herkenbaar als de dierenkrabbels waarmee Stip zijn dierenversjes soms zelf illustreerde. Goed gevonden!
In dit boek plaatst Hette Wassenaar het leven van Kees Stip in het licht van de nationale en internationale geschiedenis. De hoofdstukken zijn:
1. De periode 1913-1945
2. De periode 1945-1961
3. De periode 1961-1998
4. De periode 1998-2001
Zo'n indeling laat je bepaalde gebeurtenissen in zijn leven beter begrijpen, doordat je het tijdsbeeld erbij krijgt. Ik heb het boek vanavond alleen doorgebladerd. Hij heeft nog wat overzichten toegevoegd aan de tekst die er vorig jaar al was. Het boek maakt - ook wat layout en illustraties betreft - een evenwichtiger indruk dan het eerste boek dat Hette over Kees Stip schreef. Aan het eind van zijn inleiding, waarin hij o.a. mij bedankt voor het doornemen van het concept, meldt Hette dat hij hiermee zijn Kees Stip-activiteiten afsluit. Hij heeft er veel werk van gemaakt!

Op televisie zag ik vorige week een nieuwe Nederlandse komische serie die speelt in een bakkerij. Bakkerij Krul. De serie heet 'Gebak van Krul'. Ik was niet kapot van de eerste aflevering. Er zaten wel een paar aardige woordspelingen in, maar het geheel was toch wat povertjes. Wel vroeg ik me af waarom die naam Bakker Krul me zo bekend voorkwam. Was er niet een gedichtje van Hans Dorrestijn waar een Bakker Krul een rol in speelde? Het schoot me niet te binnen, maar vanavond ben ik aan het zoeken gegaan. Het versje heet 'De echte bakker' en staat op bladzijde 59 van 'Pieleman, pieleman':

Bakker Coeck bakt grote taarten,
groter nog dan bakker Schmull.
Maar Schmull zijn taarten smaken beter
dus die Coeck is toch een prul.

Toegift:

Bakker Coeck bakt zoete broodjes,
zoeter nog dan bakker Hack.
Maar Hack zijn broodjes smaken beter
dus die Coeck die blijft een zak.

Het was dus niet bakker Krul, maar bakker Schmull, maar in ieder geval smaakten zijn taarten goed!

7 januari 2009

'Meneer, ik heb een foutje op uw site gevonden! U schrijft hoofdprijs met een 't'!' 'Nee jongens, ik wil best toegeven dat ik af en toe een typfout maak en soms zelfs een taalfout, maar dit is goed hoor. Die prijs is genoemd naar de schrijver P.C. Hooft en dat schrijf je echt met een 't'. Er is trouwens in Amsterdam ook een straat naar hem genoemd: de P.C. Hooftstraat. Ook dat schrijf je echt met een 't'.'

Vandaag besprak ik in twee vierde klassen 'Het gouden ei' van Tim Krabbé. Ze hebben het in de kerstvakantie allemaal gelezen (tenminste daar ga ik van uit). Om ze een beetje te prikkelen zette ik ze op het spoor van het getal acht, dat opvallend vaak in het boek voorkomt:
- Acht is het geluksgetal van Saskia.
- Zij wordt op een dag in augustus (de achtste maand) om acht uur ontvoerd.
- Ze hebben muntjes begraven onder de achtste paal.
- Na acht jaar gaat Rex weer op zoek naar Saskia.
- De advertentie heeft Rex 80.000 gulden gekost.
- Het levensverhaal van Lemorne begint wanneer hij 8 x 2 = 16 jaar oud is.
- Hij heeft 8/2 = 4 jaar nodig om de ontvoering voor te bereiden.
- Rex en Saskia blijven een eeuwigheid weg (een 8 op zijn kant).
Nu ben ik de eerste die toegeeft dat we weleens dingen in boeken willen zien die de schrijver er nooit bewust in heeft gestopt (en dit zou best eens zoiets kunnen zijn), maar het zijn wel aardige gegevens om leerlingen aan het denken te zetten. De ene klas pakte de handschoen op en vond nog meer 'achten'. Ze overdreven het zelfs, want toen ik zei: 'Dat had hij niet verwacht', riepen ze ook allemaal 'Daar zit acht in.' Overdreven, maar ze waren er in ieder geval mee bezig.

De literaire juweeltjes van de Bruna zijn 50% in prijs verhoogd. Ook 50 cent trouwens. € 1,50 is nog steeds niet duur. Ik kocht vanmiddag 'De liefde komt altijd te laat' van Karel Glastra van Loon.

 
De Ramsjkrant van Steven Sterk kwam vanmiddag met de post. Bij De Slegte zag ik vorig jaar al wat delen van de pluche-reeks in de aanbieding. Bij Steven sterk staat 'Ik heb een steen verlegd' van Bram Vermeulen uit die reeks voor € 9,50 (uit 2007 en nu al verramsjt!). Met in de folder een prachtig geschreven portret: Bram Vermeulen was top in de volleybalwereld van de jaren zestig, top in het cabaret van de jaren zeventig, en top in de jaren tachtig en negentig. Hij schreef popliedjes in zijn eigen taal toen haast niemand dat nog deed. Toen iedereen lacherig en lullig ging doen in liedjes, zong hij aandoenlijke portretten van kinderen en aanklachten tegen de oorlog. Bram Vemeulen leidde altijd de aanval en velen zijn hem nagevolgd. Dit is zijn werk, dit is zijn roep.

Vanavond spreek ik een column in het cultureel café. Ik heb mijn Veense literaire canon uitgebreid en aangepast (Wim Huijser is met stip gestegen) en daar een verhaal omheen gemaakt. Na afloop wil ik de aanwezigen ook vragen mij nog namen van andere Veense schrijvers te noemen. Ik leg daarvoor een kopietje van de namen die ik nu heb op de tafels. Mijn column:

De weken rond de jaarwisseling zijn per definitie de weken van de lijstjes. Lijstjes met goede voornemens, lijstjes met de mooiste woorden van het vorige jaar, lijstjes met de 2000 mooiste liedjes van de afgelopen tientallen jaren enz. Daar komt nog bij dat het afgelopen jaar helemaal een jaar van lijstjes was. Alleen had men daar een deftiger woord gevonden: Canon. Landelijke canons van dit en van dat, maar ook plaatselijke canons op allerlei gebied. Je mag wel stellen dat iedere zichzelf respecterende stad in het bezit is van minimaal één canon. Nu meen ik te weten dat Veenendaal zichzelf respecteert en daarvan uitgaande hebben we hier dan een probleem geconstateerd. Veenendaal ontbeert een canon. In deze lacune wil ik vanavond graag voorzien en als u mij een beetje kent, dan weet u dat het hier om een literaire canon zal gaan. Een literaire canon van Veenendaal waarbij het midden gezocht is tussen de zuiver literaire waarde van een auteur en de mate van verbondenheid met Veenendaal.Nu kun je een canon net zo lang maken als je zelf wilt, maar in verband met de mij toegemeten tijd zal ik mij beperken tot de bovenste tien van de Veense literaire canon. Op de tafels vindt u een wat uitgebreider lijstje, maar de informatie over de top tien heb ik daar weggelaten, die ga ik u namelijk vertellen
10. Geertjan Spanheim
Geertjan Spanheim heeft één dichtbundel op zijn naam staan: 'Ik ben een kip' (2007). Zijn korte gedichten zijn te plaatsen in het genre light-verse. We gaan nog van hem horen!
9. Yuri Landman
Yuri Landman dreef enkele jaren een stripwinkel in winkelcentrum 'De Scheepjeshof'. Zelf is hij (naast muziekinstrumentenbouwer, musicoloog, beeldend kunstenaar, muzikant, graficus, illustrator, grafisch vormgever, lithograaf, en zanger) ook striptekenaar. In zijn stripboek 'Het verdiende loon' (1998) zijn diverse locaties in Veenendaal te herkennen.
8. Sibylle van Griethuysen (1621-1699)
Sibylle van Griethuysen zorgde voor een literaire rel in Appingedam. Hier woedde een twist tussen twee dominees (Dominee Pimperling zou zich hebben laten omkopen voor 'een vierendeel boter'. Dominee Eydelshemius wenste zich hier niet bij neer te leggen). Toen e.e.a. door de kerkenraad was gesust schreef Sibylle van Griethuysen een hekeldicht over het gebeuren met als titel 'Spreeckende schildery'. In haar hekeldicht treden o.a. hoeren op, gokverslaafden en beoefenaars van zwarte kunst. Er worden geen namen genoemd en het geheel wordt opgevoerd als een uitleg van Hooglied 1:4, maar de goede verstaander wist wel waar het over handelde. Als straf hiervoor werd Sibylle van Griethuysen uitgesloten van het avondmaal. Ze ging in beroep. Als tussenoplossing stelde de kerkenraad voor dat ze mocht deelnemen aan het avondmaal als ze schuld bekende. Dit weigerde ze. Sibylle van Griethuysen en haar man woonden nog tien jaar in Appingedam. Toen verhuisden ze naar Groningen. Na de dood van haar man ging ze terug naar Buren. Op 16-08-1674 hertrouwde ze met Reynier Groenevelt, een rijke weduwnaar uit Veenendaal. Ze kwam in Veenendaal wonen. Haar man overleed in 1691, zij in 1699. Ze werden begraven in de Salvatorkerk op de markt in Veenendaal. Begin jaren zestig zijn bij een restauratie alle graven verdwenen.
7. Stef Bos
De in Veenendaal geboren juwelierszoon Stef Bos zingt op indringende wijze zijn eigen teksten. Deze teksten zijn ook in boekvorm uitgegeven en laten zich lezen als poëzie. Stef, die tegenwoordig in (Zeeuws) Vlaanderen woont geneert zich niet voor zijn Veense afkomst. Hij treedt graag op in theater De Lampegiet en deed dat o.a. bij het jubileum van het theater.
6. Jan van Reenen
Jan van Reenen is onderwijzer aan de dr. Steenblokschool in Veenendaal. Hij heeft een groot aantal kinderboeken op zijn naam staan, die vooral bekend zijn in reformatorische kringen. Zijn onderwerpen vindt hij vaak in de natuur, de geschiedenis en in de Tweede Wereldoorlog. Jan van Reenen was ook medewerker van het Reformatorisch Dagblad.
5. Wim Huijser
Wim Huijser woonde van december 1989 tot juni 1998 in Veenendaal. Op drie verschillende adressen en overweegt om vanuit de Betuwe terug te komen naar Veenendaal. Hij is de officiële biograaf van Kees Buddingh', schreef over deze auteur al enkele kleinere boeken, stelde boeken met werk van Buddingh' samen. Hij schreef hij een boek over Hay-on-Wye (het bekende boekenstadje in Wales), een interviewboek over 'Verlangen', een heel intiem boekje n.a.v. het overlijden van zijn vader en een brievenboek samen met uitgever Perry Pierik. Momenteel werkt Wim aan een boek over de Hoge Veluwe. Ook bij boekhandel van Kooten was Wim al een paar keer actief als interviewer/gespreksleider bij een literaire bijeenkomst.
4. Rik Valkenburg (1923-1994)
Rik Valkenburg werd geboren in Veenendaal, in de Achterkerkstraat. Hij werkte in de Cavansa-sigarenfabriek, leerde van zijn broer het kappersvak en had later zijn eigen kapperszaak aan de Zandstraat. Hij kreeg landelijke bekendheid door zijn interview-boeken en werd (ook) landelijk een veelgevraagd spreker. Na een bromfietsongeluk in 1964 ging hij halve dagen werken. Vanaf 1971 leefde hij volledig van ziijn schrijfwerk. Zijn broer nam de kapperszaak over. In totaal schreef hij bijna honderd boeken. De gemeente Veenendaal is van plan in het centrum een straat naar hem te noemen.
3. Arend van Dam
Arend van Dam is een landelijk bekend jeugdboekenschrijver en beeldend kunstenaar. Hij woonde vijfentwintig jaar in Veenendaal, waar hij een bekend gezicht was. Zeker in diverse cafés, waar hij placht te schrijven aan de stamtafel. In 2004 verhuisde hij naar Harlingen.
2. Gerard Reve (1923-2006)
Van mei 1971 tot voorjaar 1972 woonde Gerard Reve in Veenendaal. Hij schrijft aan Josine M. 'In Veenendaal heb ik een evenwicht gevonden, dat ik nooit eerder in mijn leven heb gekend. Eindelijk ontplooit zich mijn talent in volle kracht'. Hij woonde aan de Boslaan met Henk van Manen (in zijn werk bekend als Woelrat) en diens moeder. Veel van de 'Brieven aan Simon Carmiggelt' (1982) zijn in Veenendaal geschreven. In deze brieven geeft hij ook korte beschrijvingen van het huis aan de Boslaan en van de omgeving (bijv. restaurant La Montagne). Ook beschrijft hij een vechtpartij in een supermarkt.
1. Kees Stip (1913-2001)
Kees Stip werd in 1913 in (Gelders) Veenendaal geboren. Op verzoek schreef hij een Veenendaals volkslied. In zijn poëzie noemt hij Veenendaal niet, al is het dorp in zijn sonnetten in 'Au, de rozen bloeien' (1983) wel te herkennen. In zijn herinneringen in 'Geen punt' (1998) komt zijn geboorteplaats enkele malen naar voren. Op 20 januari 2001 werd op het geboortehuis van Kees Stip (Nieuweweg 66) een plaquette onthuld. In het Veenendaals museum 'Het Kleine Veenloo' was in mei 2003 een tentoonstelling over zijn leven en werk. De gemeente Veenendaal gaat het nieuwe cultuurplein in het centrum naar Kees Stip noemen.
Een canon stel je samen door over het onderwerp te discussiëren. Wat u hoorde is dan ook nadrukkelijk mijn canon. Ik roep u op om met mij en anderen die discussie aan te gaan en zo deze canon uit te breiden en te verfijnen.

Op de tafels leg ik het volgende:

Veense literaire canon
1. Kees Stip
2. Gerard Reve
3. Arend van Dam
4. Rik Valkenburg
5. Wim Huijser
6. Jan van Reenen
7. Stef Bos
8. Sibylle van Griethuysen
9. Yuri Landman
10. Geertjan Spanheim
11. Albert van Kooten
Albert van Kooten is eigenaar en drijvende kracht achter Boekhandel Van Kooten aan de Zandstraat. Hij heeft er een literaire boekwinkel van gemaakt waar Veenendaal trots op mag zijn. In zijn zaak organiseert hij drukbezochte literaire avonden waarvoor hij landelijk bekende schrijvers, essayisten en denkers naar Veenendaal haalt.
12. Dr. Thoomes
Dr. Thoomes was in de vorige eeuw een bekende Veenendaler. Directeur van de school voor voortgezet onderwijs die dan ook 'De school van Thoomes' genoemd werd en o.a. voorzitter van de plaatselijke bibliotheek. Hij schreef het standaardwerk 'Vier eeuwen Veenendaal 1549 - 1949', dat in 1982 nog herdrukt werd als 'Veenendaal toen en nu'. Tegenwoordig is er wel kritiek op enkele van zijn beweringen, maar het boek blijft een standaardwerk.
13. Driek van Wissen
Driek van Wissen, Dichter des Vaderlands, maakte een gedicht dat in steen werd uitgevoerd en dat te vinden is in de nieuwe wijk Dragonder in Veenendaal. Je kunt het gedicht van beide kanten langslopen en van beide kanten vormt het een (verschillend) leesbaar gedicht.
14. Nel Benschop
Nel Benschop past met haar werk uitstekend in Veenendaal. Los daarvan was ze van 1975 tot 1981 lerares Nederlands op het Christelijk Lyceum in Veenendaal. In 1981 ging ze met pensioen.
15. Theo van Hoogstraten
Theo Hoogstraten schreef een serie kinderboeken rond een detectivebureau die in Veenendaal speelt: 'De toren van de zeven verdiepingen' (2001), 'De vuurmeester' (2002) en 'De Michiel de Ruytercode' (2007). Diverse locaties en straten zijn in de boeken te herkennen, al dringt bij een Veenendaler de gedachte zich op dat Hoogstraten Veenendaal alleen van een plattegrond kent (Hij noemt straten als Beatrixstraat, Talmaplein, Talmastraat, Spoorlaan en Kerkewijk. De Beatrixstraat heeft helaas een gracht in het verhaal. Een Willem Alexanderpark hebben we, maar een Willem Alexanderlaan komt in Veenendaal niet voor.
16. Ed Zwart
Ed Zwart, Amsterdammer van geboorte, maar intussen een man met een Veens hart (al zal het hem moeite kosten dat toe te geven). Hij had vele jaren een winkel in gelezen boeken (genoemd naar Louis-Ferdinand Céline). In zijn winkel organiseerde hij diverse (literaire) tentoonstellingen. De indrukwekkendste tentoonstelling was die waarin hij werk van alle Veenendaalse schrijvers (van kookboeken tot poëzie) liet zien. Er bleek in Veenendaal veel meer geschreven te worden dan men dacht. Ook was hij de iniator van de Kees Stip-tentoonstelling in museum 'Het Kleine Veenloo' in mei 2003.
17. Simon Carmiggelt
Simon Carmiggelt kwam in Veenendaal op bezoek bij Gerard Reve. Reve schreef tientallen brieven uit Veenendaal aan Carmiggelt. Ze zijn verzameld in 'Brieven aan Simon Carmiggelt' (1982). Brieven van Carmiggelt aan Reve zijn te vinden in het boekenweekgeschenk 'Mooi kado' (1979). In dat boek beschrijft Carmiggelt op blz. 29 Veenendaal als 'Deerlijk plaatsje, omzoomd door schone bossen'. Daar kan een Veenendaler mee leven. In het bibliofiel uitgegeven 'In gesprek' (1980), een dubbelinterview samen met Reve, zegt Carmiggelt het op blz. 68 iets minder aardig: 'Dat Veenendaal is een vreselijke plaats hè, een ontzettende burgertruttenplaats'.
18. Mary Dorna
De plaats Veenschoten in haar verhaal 'Bezoek aan Veenschoten' in de verhalenbundel 'Laten we vader eruit gooien' (1967) kan niet anders dan Veenendaal zijn.
19. Josef Cohen (1886-1956)
Josef Cohen schreef 'Liefde overwint' (1928). In 1948 verscheen er een nieuwe druk van het boek. Het heette nu 'Het volksgericht' en was aangevuld met (eigenlijk voorafgegaan door) enkele hoofdstukken, waarin Veenendaal de herkenbare plaats van handeling was en waarin de geschiedenis van 'Zwarte Jana' aan de orde kwam.
20. Evert Hartman (1937-1994)
Zijn boek 'Gegijzeld' (1984) werd destijds verfilmd door leraren en leerlingen van de (toen nog bestaande) Juliana-mavo. De film werd op een festival bekroond als beste amateurfilm.
21. Andy Arnts
Schreef de roman 'Richter' (2004) Is redacteur van 'En route'. Woont in Veenendaal
22. Peter van Beek
Peter van Beek was leraar Nederlands op het CLV en op het Rembrandt College, beide in Veenendaal. Daarnaast heeft hij zeven jeugdboeken geschreven en is hij tekstschrijver voor Hans Anders Opticiens. Vele jaren schreef hij voor het dagblad Trouw en opinieweekblad HN-Magazine . Ook geeft hij cursussen Creatief Schrijven, Journalistiek voor Academici en Redigeren van Teksten bij het Centrum voor Communicatie en Journalistiek op de Uithof in Utrecht. Hij geeft een eigen glossy uit.
23. André van Dijk
Leraar Nederlands op het CLV van 1978 tot 2008. Voorzitter . In die periode realiseerde hij (samen met anderen) een boek over de bibliotheek. Gaf cursussen vogelzang aan de Volksuniversiteit.
24. Rob Groenhof
Rob Groenhof volgde de kweekschool. In 1971 ging hij naar Curaçao. In 1986 kwam hij terug naar Nederland. Rob Groenhof was tot 2003 docent Engels op diverse scholen.Rob Groenhof woont in Veenendaal. Hij schreef vijf thrillers.
25. Jan F. van der Poel
Jan F. van der Poel woont in Veenendaal. Hij woonde ook enkele jaren in Rhenen. Jan F. van der Poel was ouderling bij de Hervormde Gemeente in Veenendaal. Uit zijn werk spreekt zijn christelijke levensovertuiging. Hij schreef romans en kinderboeken, waaronder de Dolfi en Wolfi-serie.

Aangevuld met de namen van mijn lijstje Veenendalers die (wat voor boek dan ook) geschreven hebben:

Wim Aalbers
W. van Amerongen
Andy Arnts
Gert Baas
Hanno Baas
J. van Barneveld
Bert Beckerman
Peter van Beek
Teus van Beek
Bram van de Beek
Simone Beijer
Nel Benschop
M.F. v. Beusekom
Rein Bijkerk
R. Bisschop
Wouter Blauwkous
Dick Boekestein
Stef Bos
Hein van Bottenburg
Martin Brink
Wim Broekman
Jaap Budding
C. Cramer
Arend van Dam
B. van Deelen
Rudy Dek
H. Diepeveen
André van Dijk
P.G. (Peter) Doolaard
Elleke van Engelenburg
Louis Franken
R.A. van Genderen
Ronald (Peter) de Graaf
Sibylle van Griethuysen
Rob Groenhof
Gert Groenleer
A.C. van Grootheest
Paul A.M.J. Hageman
Bertil A. den Hartogh
Hermien Henning
Jan Hoedeman
Jac. Hoefnagel
Jan Hoek
Alie Hoek-van Kooten
W.Th. Hofland
Wim Huijser
Wout Jansen
Sjoerd de Jong
Daan v.d. Kaaden
Adriaan P. de Kleuver
R. Kok
Arie Koster
Thijs Kramer
Yuri Landman
Dinij v.d. Lustgraaf
D. van Maanen
A. van Manen
Margreet v.d. Meeberg
J.C. Meeuse
D.J. Minderhoud
C.M. Mulder-Schuman
Koert Noordhof
Jan Offringa
M. Pach (Manja?)
Job/Robert Pilon
Jan F. van der Poel
B. van de Pol
Dhr. Posthumus
G.J. Pouw
G. van Reenen
Jan van Reenen
Conny Regard
Gerard Reve
J. Schilperoort
C. Schouten
Hermine van Schuppen
G.J.M. (Ineke)van Schuppen-Diepeveen
Geertjan Spanheim (1967)
G.C. Speelpenning
Taeke Stol (1950)
Kees Stip (1913-2001)
Dr. Thoomes (?)
Riet Tigchelaar (1929)
Rik Valkenburg (1923-1994)
Ton Valkenburg
P.J.H.M. van Veen
H. van 't Veld (1932)
Hette Wassenaar
Frits Wester (29-03-1962)
Jeroen Wielaert (1956)
Peter Will
Driek van Wissen (1943)
H. de Zwart

8 januari 2009

Ik slaap slecht in, lig een tijd te woelen voordat ik inslaap. 's Morgens kan ik vervolgens ontzettend moeilijk wakker worden. Komt het door de kou? Het donkere van begin januari? Heb ik te weinig vakantie gehouden in de kerstvakantie?

Het lezen van de column in het Cultureel café ging heel aardig gisterenavond. Ik deed het zonder microfoon. De ruimte was kleiner dan een klaslokaal. Na afloop vroeg ik om namen van Veense schrijvers voor mijn lijst. Er kwamen mensen naar me toe om namen te melden en vanavond mailde er ook nog iemand namen. Ik moet de namen nog nazoeken bij de Koninklijke Bibliotheek en op Google, maar dit zijn ze:
Jan R. van Dijk - Tussen regendruppels en zonnestralen
Nico Hiensch - Tijdreis
Sharon van Wieren
Edward Kruining
J.B. Veerbeek
Henk Harmsen
Hans Willers
Simon van de Meer (colums Gelderlander)
Hardeveld - Op de plaats rust

Er werden drie columns gelezen (ook één door Simon van de Meer en één door Jeanette Sonneveldt). Verder speelde de tweemansband 'The Understate Men'. Amerikaanse gitaarmuziek en eigen teksten. Heel prettig om naar te luisteren. Ze speelden vier sessies, steeds onderbroken door zo'n column. In het begin werd er echt geluisterd, maar in de loop van de avond werd het achtergrondmuziek. Ik vond het wel op (de rustige) Neil Young lijken. Ik zei ze dat na afloop en die opmerking was niet nieuw voor ze. Op internet zag ik later dat ze beiden ook in een Neil Young-coverband spelen.

 

Vandaag heb ik drie toetsen gegeven: literatuur in beide V3 klassen en een tekstverklaring in H4f. Ik heb ze alledrie vanavond meteen nagekeken. Het grootste deel van de avond is daarmee weg, maar het voelt wel lekker dat het ook meteen af is. Het is nu 22.05 uur, er is darten op televisie (Fitton-Waites) en ik heb wel een whisky verdiend.

Vandaag is er voor het eerst in twaalf jaar weer een Nederlands kampioenschap schaatsten op natuurijs geweest. Het interesseert me hoegenaamd niets. Sterker nog: het hele ijsgebeuren interesseert me niets. Vroeger heb ik wel vaak geschaatst (geen toertochten, maar in het Stadspark of op de vijvers bij de Grote Pekken), maar het trekt me helemaal niet meer. Ik ben zelfs nog niet bij het ijs wezen kijken. Er hangen nog kunstschaatsen van mijn vader in de de schuur. De hak van één van de schaatsen zit wat los. Ik denk dat ik ze maar weggooi. Ik zou trouwens ook bang zijn dat ik wat breek, nu ik er nog even over nadenk.

  Het is de bedoeling dat ik bij de schoolfeesten verantwoordelijk word voor de alcoholcontrole (er wordt geen alcohol geschonken, maar ze mogen zich ook niet elders 'ingedronken' hebben). Ik heb gezegd dat er dan wel een nieuw blaasapparaat moet komen, want de oude vertrouw ik niet meer. Het nieuw bestelde apparaat kwam vandaag en ik heb hem mee naar huis genomen om het uit te proberen. Het is een CA 2000 Digital Alcohol Detector, gemaakt in Korea. Het ding komt uit testen goed naar voren. Wordt zelfs specifiek aangeraden aan scholen. Na de koffie geeft hij geen resultaat. Na één bodempje whisky (Glenlivet) geeft hij een promilage van 1.30. Om hem goed uit te proberen moet ik echt nog een tweede whisky nemen (wat een mens al niet voor zijn werk over moet hebben). Na dat tweede glas geeft hij geen promilage meer, maar zet het op een piepen en geeft in het scherm de letters HOT. De gebruiksaanwijzing legt uit dat er dan een promilage van meer dan 4,0 is. Ter geruststelling staat erachter: Kan ook veroorzaakt worden door alcoholresten in de mond. Dat is bij mij natuurlijk het geval, want ik blaas direct na het ledigen van mijn tweede glas. Het ding werkt in ieder geval, mag de conclusie zijn.

9 januari 2009

Ik lees na wat ik gisterenavond heb opgeschreven. Daar schreef ik verdorie 'ik word' in dat stukje over het blaasapparaat toch weer met 'dt'. Ik ben bezig met de inhoud en de verwoording daarvan en maak dan toch dit soort fouten. Vooral 'Ik wordt' gebeurt me nog een enkele keer. Het was echt vervelend in 1983, toen ik het in een sollicitatiebrief deed. Pas op het allerlaatste moment hoorde ik dat er een vacature was op 'De Grift'. Vlug-vlug schreef ik een brief en liet hem, in verband met de haast, ook niet meer aan Lidy lezen. Ik werkte toen al een paar dagdelen op die basisschool. Ik gaf er extra taalondersteuning aan allochtone kinderen (heette dat toel al zo?). Tip kwam me toen vertellen dat hij mijn brief best op de stapel 'uit te nodigen sollicitanten' had willen leggen, maar dat dat echt niet kon met een brief waarin een onderwijzer 'Ik word' met 'dt' schrijft. Hij ging zichzelf niet voor gek zetten bij de sollicitatiecommissie.

Over het getal acht in 'Het gouden ei' heb ik de leerlingen in ieder geval aan het denken gezet. Vanachtend kwam een leerling met de aanvulling dat het jongetje Vicenze in hoofdstuk twee acht jaar oud is: 'Erg vaak konden ze niet tegen elkaar spelen omdat Vicenze pertinent weigerde voor zich te laten betalen. Hij was pas acht, zei hij een keer om zijn gebrek aan geld te verklaren en misschien ook wel zijn vele nederlagen' (blz. 28).

H.C. ten Berge heeft er nooit een geheim van gemaakt dat hij zichzelf beschouwt als erfgenaam van de poëtische traditie die van de Occitanen en de middeleeuwse mystici, via Dante en Juan de la Cruz naar Pound en Elliot loopt, terwijl hij tegelijkertijd put uit de culturele schatkamers van Mexico, Japan en de Inuit. Schrijven is geen spontaan proces van naïeve creativiteit, maar komt voort uit lezen, reizen, observeren en kritische reflectie. (Piet Gerbrandy, Volkskrant, 02-01-2009)

1 bestelling: Bertus Aafjes, 'Aren lezen achter de maaiers'.

10 januari 2009

Op de nieuwe woordenkalender van gisteren: 'Wappelsap: Mixdrankje van water met appelsap, ook van whisky of wodka met appelsap'. Ik vroeg me af of dit woord nou echt gebruikt wordt. Google geeft 165 verwijzingen. Niet overdreven veel, maar wel genoeg om het woord serieus te nemen. Overigens geven de bladzijden die ik aanklikte allemaal wel een mix van appelsap met iets alcoholisch en niet met water.

De printerinkt is al een dag of wat op. Meestal halen we zulke dingen bij de kantoorspecialist (en kopen dan gelijk etiketten, enveloppen, bubbeltjesfolie e.d.). Vandaag kocht ik een nieuwe cartridge bij Van Kooten. Dan kon ik ook mooi nog even kijken bij zijn boekenuitverkoop. Ik kocht:
- Herman Franke, Waarom vrouwen betere lezers zijn
- Jeroen Brouwers, Stoffer & blik
- Jeroen Brouwers, Het leven, de dood
- Ton van Reen, Klein volk
- Wim Daniëls, Giphtaal. De woordvondsten van Ronald Giphart
In het boek van Herman Franke duikt ineens C. Buddingh' weer op. In het hoofdstuk 'Boeken en hun lezers' knutselt Franke een lezing in elkaar, vrijwel geheel bestaande uit citaten over boeken uit Buddingh's citatenboek 'Citaten & Aforismen'. Franke geeft hier eigenlijk een korte cursus 'Schrijf simpel een lezing aan de hand van een citatenboek'.
In het eerste hoofdstuk 'De verkeerde bladzijde' stelt hij vast dat alle boeken op een rechterbladzijde beginnen. Hij kent maar twee boeken die op een linkerbladzijde beginnen: 'De familie Moskat' van Isaac Bashevic Singer én zijn eigen debuutroman. Hij schrijft: 'Krantenmakers weten al heel lang dat linkerbladzijden het slechtst gelezen worden. Daarom staat er vaak flauwekul of saai economisch nieuws op de linkerbladzijden. De stukken links onderdaan op een linkerbladzijde hadden net zo goed niet geschreven kunnen worden.' Ik denk dat het klopt, wat hij zegt. Ik vraag me alleen wel af wat oorzaak en wat gevolg is: lezen we die linkerbladzijden minder goed, omdat er flauwekul op staat, of staat er flauwekul op, omdat we die linkerbladzijden minder goed lezen?

Wim Sanders geeft via de mail een mooie uitleg over 'Gebak van Krul' (ik zocht op 6 januari het bakkersgedicht van Hans Dorrestijn op): Nog even over je opmerking over Gebak van Krul: `Geen gelul, gebak van Krul' is een al decennia bestaande uitdrukking, à la `Friet van Piet', `Broodje van Kootje' etcetera. De inleiding bij en het interview met Haye van der Heijden in Algemeen Dagblad van 20 augustus verklaart veel: `De befaamde tearoom Krul aan het Noordeinde 40-42 in Den Haag ging bijna veertig jaar geleden, in 1970, ter ziele. Maar ineens duikt de naam Gebak van Krul weer op als de naam van een nieuwe televisiecomedy die de VARA begin volgend jaar gaat uitzenden. Vijf vragen aan schrijver, regisseur en producent Haye van der Heijden. 1 Is de tv-comedy Gebak van Krul geïnspireerd op de zaak van de legendarische Haage banketbakker? ,,In zekere zin wel, ja. Ik vond 'geen gelul, gebak van Krul' wel een grappige kreet. Maar ik hoorde pas een tijdje later dat de bakkerij niet meer bestaat. Eigenlijk heb ik alleen de naam Krul gebruikt, verder niets." Zo simpel dus. Krul was een tearoom met lekkere gebakjes.

2 bestellingen: Leonard Nolens, 'Liefdes verklaringen', 'gedicht van de dag', Ida Gerhardt, 'De dagen van onze jaren omvatten zeventig jaren', Wouter Kotte, 'Vormen van Blindheid', LP Miel Cools, 'Houden van ...'.

11 januari 2009

Twee jaar geleden verschenen er lijstjes van 'meest ongelezen boeken'. Ik meen dat Kluun er mee begon. Ook de Vlaamse radio maakte zo'n lijstje:

Kluun:

1. Willem Elsschot - Kaas
2. Willem Elsschot - Lijmen
3. AFTh van der Heijden - Advocaat van de hanen
4. Multatuli - Woutertje Pieterse
5. Tommy Wieringa - Joe Speedboot
6. Herman Brusselmans - Het einde van de mensen in 1967
7. Arnon Grunberg - Blauwe maandagen
8. Jan Wolkers - Turks fruit
9. Ronald Giphart - Phileine zegt sorry
10. Nescio - De uitvreter

BRT

1. Hugo Claus - Het verdriet van België
2. Umberto Eco - De slinger van Foucault
3. Salman Rushdie - De Duivelsverzen
4. De bijbel
5. James Joyce - Ulysses
6. Donna Tartt - De kleine vriend
7. Umberto Eco - De naam van de roos
8. J.R.R. Tolkien - In de ban van de ring
9. Jostein Gaarder - De wereld van Sofie
10. Peter Verhelst - Tongkat

Er zit wel een duidelijk verschil in deze lijstjes. Die van de BRT lijkt me een lijst van boeken die mensen gekocht (of gekregen) hebben, die ze in hun kast hebben staan, maar waarvan ze niet de behoefte (meer) hebben om ze te lezen. Het lijstje van Kluun lijkt me een lijstje nog-te-lezen boeken, waar wel de stille wens achter zit ooit nog de tijd te vinden om ze te lezen. Ik kom hierop, omdat ik bij Herman Franke een lofzang lees op 'Woede' van Salman Rushdie. Franke steekt eerst de loftrompet over 'Lichaamskunst' van Don DeLillo en vergelijkt daar dan 'Woede' mee:

'Salman Rushdie kan er ook wat van. Woede, zijn in Nederland voorgepubliceerde roman, is een literaire draaikolk en tornado tegelijk. Waar DeLillo in de intimiteit verdwaalt, strandt Rushdie in een groteske uitvergroting van het postmoderne, mediagekke buitenkantleven. Zijn personages paraderen in felle schijnwerpers op een mondiale catwalk. Het boek spat uiteen in jongensboekachtige megaplots. En toch lees ik veel liever Lichaamskunst en Woede dan een smetteloze, afgewogen, voor mijn part ontroerende roman waaraan schrijver noch lezer zich een bult kan vallen.'

Herman Franke pleit hier voor schrijvers die risico durven nemen bij het schrijven van hun werk, die 'met blote handen de distels van de ziel en de doornen van het leven durven aan te pakken', die naar de sterren reiken, die iets onzegbaars toch willen uitdrukken, die gaan voor de dood of de gladiolen. Dat kan ik wel met hem eens zijn, maar je moet dan ook accepteren dat zo'n boek af en toe mislukt. 'Woede' is wat mij betreft dan zo'n mislukt boek en ik durf wel te stellen dat het van alle boekenweekgeschenken het meest ongelezen boek is. Een top tien van meest ongelezen boekenweekgeschenken:

1. Salman Rushdie - Woede (2001)
2. Henri Knap - De ronde van '43 (1981)
3. Marnix Gijsen - Overkomst dringend gewenst (1978)
4. Theun de Vries - Het zwaard, de zee en het valse hart (1966)
5. K. Reijnders (samenstelling) - Als ik, bij voorbeeld de geest van mijn moeder op den rand van mijn bed zag zitten (1974)
6. M. Bouhuys, H. van Run en N. Scheepmaker (samenstelling) - Even geduld a.u.b. (1977)
7. J. Presser - Europa in een boek (1963)
8. Hermine Heijermans (samenstelling) - Snikken & Smartlapjes (1976)
9. C. Buddingh' (samenstelling) - Bericht aan de reizigers (1975)
10. Wim Kan, Soms denk ik wel eens bij mezelf ... (1983)

De boekenweekgeschenken van de jaren '30 verschenen in verhoudingsgewijs kleine oplagen. Ze zullen dus ook minder vaak ongelezen in de kast staan en ze vallen om die reden al snel buiten zo'n top 10. Zo'n vijfentwintig boekenweekgeschenken zijn ooit herdrukt. Die vallen ook af. 'Geschenk 1934' is een twijfelgeval. Het was geen boekje, maar een mapje met tien prentbriefkaarten. Aan de ene kant stond een foto van een bekende schrijver, aan de andere kant een bibliografietje en een rijtje bekende boeken van deze schrijver. Het werd door de lezers niet gewaardeerd: men wilde een boek! Het mapje werd weggegooid, de prentbriefkaarten werden als bladwijzer in boeken gestoken en door z'n kleine formaat raakte het mapje kwijt. Dat maakt dat het nu zeer gezocht is. Voor een gaaf exempkaar wordt € 400,00 betaald. De boekjes die in het midden van de jaren '70 werden uitgedeeld waren een soort bloemlezingen. Ze werden in het gunstigste geval doorgebladerd, maar gelezen werden ze niet (en het is treurig dat C. Buddingh' op deze manier in dit lijstje opduikt). De andere boeken werden 'saai' gevonden, of waren 'te moeilijk' voor het grote publiek, waar zo'n boekenweekgeschenk toch uit de aard der zaak op mikt. Van de laatste paar jaar maakt het in 2006 verschenen 'De grote wereld' van Arthur Japin aanspraak op een plaats in de top 10. De recensie van Arjan Peters in de Volkskrant sloot af met 'Alleen geschikt voor wie bereid is zich te laten wiegen door een weke sprookjesverteller'.

Vanavond zijn we een kop koffie bij mijn moeder wezen drinken. Toen we weggingen zag ik aan de kapstok een klerenhanger hangen, bekleed met groen skaileer en met grote koperen spijkers ter versiering. Verdomd: daar heeft mijn vader me nog mee achterna gezeten, hollend om de tafel toen hij een keer heel kwaad op me was!

1 bestelling: Willy van Roode, 'Liefde op de Heemshof' (Noot van de besteller: Ik ben geboren op de Heemshof en heb het boekje ooit al in bezit gehad. Het zou geweldig zijn als ik het nog eens kon bemachtigen.)

12 januari 2009

Vorige week waren de bomen een hele dag prachtig wit, vooral met de zon erop en tegen de blauwe lucht leverde dat een schitterend beeld op. Ik bleef er in het trappenhuis op school een paar keer voor stil staan om ervan te genieten. We hadden foto's moeten maken! Vanmorgen was de lucht richting Ede (het oosten natuurlijk) prachtig rood. Lidy heeft deze keer wel foto's gemaakt:

 

 

Een enkele keer lees ik een boek waaruit ik elke dag wel wil citeren. Dat geldt deze dagen voor 'Waarom vrouwen betere lezers zijn' van Herman Franke. Op bladzijde 25-28 vergelijkt hij de Harry Potter-boeken van J.K. Rowling met de Ollie B. Bommel-boeken van Marten Toonder. De vergelijking valt op alle fronten in het voordeel van Toonder uit. Enkele citaten:

Zeker er zit veel Bommel in Potter, griezelig veel. En ik mag dan maar een gewone 'dreuzel' zijn omdat ik geen tovenaarsbloed heb, maar mijn kop eraf als het niet steeds Bommel is die van Potter wint.

Neem nou die veelgeroemde fantasie van Rowling. Ik geef grif toe dat die groter is dan die van Voskuil of Palmen, maar qua veelzijdigheid en diepgang steekt zij magertjes af tegen de verbeeldingskracht die Toonder in elk Bommel-avontuur etaleert.

Toonders fantasie blijft altijd elegant, nooit is hij uit op effectbejag. Waar Rowling er kinderlijk ongeremd op los fantaseert, blijft Toonder beheerst, zoals het een heer van stand betaamt. Geld speelt daarbij uiteraard geen rol. Zijn fantasie heeft iets natuurlijks. Hij laat dieren praten maar ze veranderen niet opeens in theepotjes of roddelende uitlaatgassen. Hij zorgt dat het onzichtbare draadje tussen werkelijkheid en fantasie niet breekt. De merkwaardigste wezens blijven bij hem van vlees en bloed. Je kunt je voorstellen dat er zulke wezens bestaan en je voelt met ze mee. De avonturen horen bij de wezens die ze beleven en andersom. Heer Bommel valt dan ook nooit uit de toon, waar hij ook verzeild raakt. Als het te dol wordt zegt hij tegen Tom Poes: 'Doe iets, jonge vriend, verzin een list of zo.' En dan komt het allemaal weer goed bij een eenvoudige, doch voedzame maaltijd, geserveerd door de onverstoorbare bediende Joost, te midden van vertrouwde notabelen als burgemeester Dickerdack, hoofdcommissaris Bulle Bas em markies De Cantecleer van Barneveld. De fantasie komt weer op haar aardse, menselijke pootjes terecht, daar hou ik wel van, want anders is het hek van de dam. Zoals bij Potter.

Toonders figuren ontroeren door hun zwakheden, gekte, temperament, ambities, obsessies of noodlotsgedachten. Bij Rowling komt zelfs Harry Potter emotioneel niet uit de verf. Je volgt zijn avonturen, maar je voelt niet echt met hem mee. Hij denkt altijd aan de oppervlakte, in rechtstreekse relatie tot zijn belevenissen.

Toonder schept in elk Bommelavontuur een uniek universum waarin nieuwe, wonderlijke wezens voorkomen met intrigerende eigenschappen. In één verhaal weet Toonder je fantasie sterker te prikkelen en je meer gevoel voor duistere mysteries bij te brengen dan Rowling in alle Potter-boeken bij elkaar.

Toonder raakt aan diep menselijke en sociologische inzichten in een rijke, humoristische stijl waarbij het rechttoe-rechtaan-proza van Rowling pijn doet aan je ogen. Kortom: Toonder is een kunstenaar, Rowling een detectiveschrijver.

Enzovoort.

Ik rommel een beetje met de boeken die nog te koop moeten worden gezet vanavond en krijg een boek in de hand met een nietszeggende blanco kartonnen omslag en lelijke linnen rug. Een oud bibliotheekboek. De stempel op bladzijde 1 zegt: 'Reizende Bibliotheken Tot nut van 't Algemeen' en het betreft 'Het dierenrijk in beeld en woord' door H. Leutemann, voor de Nederlandsche jeugd bewerkt door Philozoüs. Met 263 Afbeeldingen, naar de natuur geteekend, uitgegeven door Cohen Zonen te Amsterdam. Door de plaatjes is het toch wel een interessant boekje en men was bang dat de plaatjes eruit gescheurd zouden worden, getuige de volgende ingeplakte waarschuwing (in de categorie 'Roken is dodelijk'):

1 bestelling: Rixt, 'De gouden rider. Fersen van Rixt'.

13 januari 2009

Een licht raadselachtig mailtje: 'Melching en niet Melchin, groet melching'. Na enig zoeken (leve Google) vind ik dat ik op de bladzijde knipsels (M) deze naam één keer verkeerd heb geschreven. Willem Melching schreef een artikel over Geert Maks tv-serie 'In Europa' en Geert Mak reageert daar twee dagen later op:
- Geert Mak, Geert Maks tv-serie 'In Europa' barst van de fouten, Willem Melching, Volkskrant, 11-12-2007.
- Geert Mak, Willem Melching zoekt spijkers op laag water, reactie Geert Mak op kritiek op 'In Europa', Volkskrant, 13-12-2007.

 

Dit lijkt een zinvol gesprek;
hij denkt aan zijn grootmoeder in Zaandam en ik aan twee kraaien.
(K. Schippers, De waarheid als de koe, blz. 43)

Ik liep vanmiddag buiten en dacht,
kom ik ga eens naar buiten,
maar ik was er al.
(K. Schippers, De dichter als De koe, blz. 43)

1 bestelling: Leo Vroman, 'Het verdoemd carillon'.

14 januari 2009

Gisterenavond maakte ik een proeftoets voor H4, vooral om ze een beetje te helpen bij het leren van de stof. Vandaag waren ze ermee bezig, bladerend in de leerboeken, op zoek naar de antwoorden. Ik liep tussen de rijen door, hier en daar helpend of gewoon even kletsend. Een meisje keek naar me op toen ik naast haar stond en zei: 'U houdt wel van uw vak, hè, meneer?' Ja, dat doe ik, vooral op zulke momenten, waarop je het idee hebt met verschillende leerlingen echt contact te hebben. En blijkbaar is dat dus ook aan me te zien. Een mooi compliment, waarmee je de dag verder door kunt.

Dinsdag aanstaande halen we de nieuwe auto op. Vandaag belde ik met Bochane over de afhandeling. Het kenteken is nu bekend: 63HNN1.

In de Gelderlander en in De Veenendaalse Krant staat een flink stuk over Hette Wassenaars nieuwe boek over Kees Stip. De Gelderlander geeft onderaan het artikel ook twee websites bij, waaronder de Schrijversinfobladzijde over Stip. Hette Wassenaar heeft niet alleen het eerste exemplaar van zijn boek aan de wethouder gegeven, hij heeft ook zijn indrukwekkende Stip-verzameling aan de gemeente geschonken. Deze verzameling is nu in te zien in het gemeente-archief. Een mooi gebaar!

De voetballer Kaka is in het nieuws. Hij speelt bij AC Milan. Manchester City wil hem hebben en is bereid daarvoor 110 miljoen euro neer te tellen. Dat bedrag staat dan nog eens los van het salaris van € 70.000,00 per week dat hij kan gaan verdienen. Per week!! Dan zijn alle verhoudingen toch zoek. Ik dacht dat er een financiële crisis was.

15 januari 2009

Er lopen in school twee geüniformeerde agenten. Ze komen iets navragen over een leerling. Ik maak van de gelegenheid gebruik, schiet ze aan en vraag of ik een doosje in beslag genomen strijkers bij ze in kan leveren. Het antwoord is: 'Nee!' Ze zouden niet weten waar zij ze dan weer in moeten leveren. Op het politiebureau kan dat niet. 'Maar als ik ze in mijn la heb liggen ben ik in principe strafbaar?' 'Ja, dat klopt!' Dat is lekker. Of ze een tip voor me hebben waar ik die dingen dan moet laten? Die hebben ze: 'Een paar uur in een emmer water laten liggen en dan in de kliko gooien. Het is een antwoord, maar wel een beetje een onbevredigend antwoord. Volgens een leerling staat op de verpakking dat je ze 24 uur in water moet leggen en dan als chemisch afval moet behandelen. Kan ik er ook nog mee naar de milieustraat van de gemeentewerf!

Afgelopen maandag is Bergman overleden. Zijn bekendste gedicht is waarschijnlijk 'Reisbrief'met de prachtige beginregels: 'Waarde vriend het is hier prachtig / de koeien zijn ontroerend drachtig.' Hij schreef het op verzoek van C. Buddingh' voor het boekenweekgeschenk 'Bericht aan de reizigers'. De opname van dit gedicht in een boekenweekgeschenk dat in een grote oplage verscheen, verschafte hem enige bekendheid. Helaas - en dat nam Bergman hoog op - stond er een drukfout in het gedicht. In de vijfde strofe stond 'bekoorlijk' i.p.v. 'behoorlijk' (men zegt god heeft ons klein gebouwd / maar sneed ons uit behoorlijk hout). Bergman woonde in de wijk Leyenburg in Den Haag (Heiloostraat 58). Vorig jaar verscheen 'Sprekend mijzelf'. Deze gedichten werden in 2004 door Wim Huijser aangetroffen in de nalatenschap van C. Buddingh'. Wim Huijser nam samen met Henk Verweerd van uitgeverij Liverse contact op met Bergman. Dat leidde tot de publicatie in 2008. Zelf heb ik - meer nog dan van de gedichten - genoten van 'De tijd te lijf', een deel van de Privé Domeinreeks uit 1994 met herinneringen. Dit is voor mij hét voorbeeld van een boek waaruit je kunt blijven citeren:

Handschrift Bergman 

 Het leven is een paardemiddel
dat ons eenmaal wordt toegediend.
(Bergman, De tijd te lijf, blz. 17)

 

Wij vergeten niets.
Sommige dingen verbannen wij naar achterafhoekjes.
Veel laat ons onverschillig.
Het moeilijkst te verstoppen zijn de dingen
die we met alle geweld willen vergeten.
Zij blijven als klitten aan ons bestaan haken,
overvallen ons vanuit een hinderlaag
en manifesteren zich op de meest ongelegen momenten.
(Bergman, De tijd te lijf, blz. 123)

 

Het nadeel van elektrische klokken,
je hoort niet meer dat je leeft.
(Bergman, De tijd te lijf, blz. 256)

 

Bergman wordt aanstaande maandag 19 januari om 11.00 uur begraven op Oud Eik en Duinen in Den Haag. Zie over Bergman ook de website van 'De Windroos'.

Suzanne belde: ze is vanmiddag over de hond gestruikeld en op haar zwangere buik gevallen. Geschrokken natuurlijk en een blauwe plek op haar buik. Ze belden de verloskundige en die was er heel snel. Alles lijkt in orde te zijn. Het hartje klopt nog en het kindje schopt nog, maar ik had toch een slechte avond alleen al van het idee.

16 januari 2009

Gisteren besprak ik een tweede klas met de mentor en de schoolverpleegkundige. Dat zijn uiterst nuttige gesprekken m.b.t. de zorg voor de leerlingen. Wie zou er eigenlijk een bril moeten en kan dus beter vooraan zitten, wie heeft er bij de 'zuster' geklaagd dat hij gepest wordt. Kinderen zijn af en toe bij zo'n verpleegkundige opvallend openhartig. We hebben bij deze besprekingen soms last van de privacywetgeving. Ouders moeten schriftelijk aangeven of de zaken die hun kind zegt bij de verpleegkundige met de school besproken mogen worden en er zijn ouders die daar 'nee' invullen. Ik snap dat niet. We gaan echt niet over het kind zitten roddelen of zitten vissen naar sappige medische details. Ik zal wel overgevoelig reageren, maar ik vind het een gebrek aan vertrouwen.

Ook Sonja Prins overleed deze week. Als hommage maakte ik vanavond de Schrijversinfobladzijde over haar af. Sonja Prins was de dochter van Apie Prins (wereldburger, Tabaksplanter, vertaler, schrijver van 'Ik ga m'n eige baan') en Ina Elisa Willekes Macdonald (Onderwijsvernieuwster en actief in de vrouwenbeweging, de communistische partij en de vredesbeweging). Het gezin reisde over de wereld. Ze woonden o.a. in Californië, Canada, Londen, Haarlem, Zwitserland, Amersfoort, Bilthoven en Baarn. Sonja Prins ging naar een gymnasium in Baarn. Ze maakte deze school niet af. Ze werkte op een confectie-atelier. Sonja Prins was voor de Tweede Wereldoorlog lid van de communistische partij. Ze trouwde in 1934. Ze kreeg drie kinderen (waaronder een tweeling). Ze scheidde in 1939. Ze kon aan het begin van de Tweede Wereldoorlog als secretaresse werken bij staalfabriek Denka en organiseerde vanuit die positie de verspreiding van het illegale blad De Vonk. Sonja Prins sloot zich aan bij het communistische verzet. Ze werd opgepakt (samen met haar moeder) en zat gevangen in Scheveningen en in Mecklenburg. Ze werd in februari 1942 op transport gesteld naar Ravensbrück. De gedichten in 'Brood en rozen' schreef ze in het concentratiekamp. Vlak voor de bevrijding wist ze uit het concentratiemap te ontsnappen. Na de oorlog werkte ze op het Buro Vermiste Joodse Pleegkinderen, later bij Pegasus en tot 1956 als secretaresse van het theoretisch maandblad van de CPN 'Politiek en Cultuur'. Ze verliet de CPN in 1956 (vanwege de reactie van de CPN-leiding op de misdaden van Stalin en op de Hongaarse opstand). De BVD zorgde ervoor dat ze - vanwege haar CPN-verleden - nergens werk kreeg. Ze werkte jarenlang via een uitzendbureau als typiste. Samen met haar vriendin Meertje Ader richtte ze begin jaren '70 de uitgeverij SoMA op. (SoMA een samentrekking van Sonja's voornaam en de initialen van haar vriendin.) Sonja Prins woonde vanaf 1972 in 'De Boshut' (letterlijk een hut in het bos) in de buurt van Baarle-Nassau. Ze kocht het vervallen huis van haar verzetspensioen.

  Met de post kwam 'Behoudens deze steen. Een gids langs schrijversgraven in Nederland en Vlaanderen' van Hans Heesen, Harry Jansen en Ed Schilders uit 2004. Ik had er positieve dingen over gelezen, maar het valt erg tegen. Het is een slap uittreksel van 'Waar ligt Poot, over de dood en de laatste rustplaats van Nederlandse en Vlaamse schrijvers' van dezelfde auteurs uit 1997. In dat laatste boek werd niet alleen de begraafplaats van auteurs gegeven, maar ook informatie over leven en sterven van de begravene. In 'Behoudens deze steen' staat (een nieuwe, dat wel) foto van zo'n 150 graven met daaronder naam, geboortedatum en -plaats, overlijdensdatum en - plaats en grafnummer, aangevuld met enkele plattegronden van grote begraafplaatsen. Maar die paar plattegronden zijn geen rechtvaardiging voor dit uittreksel.  

17 januari 2009

Eén kleine nuancering van mijn oordeel over 'Behoudens deze steen. Een gids langs schrijversgraven in Nederland en Vlaanderen' van gisteren. Er zijn ook wat schrijvers opgenomen die overleden zijn tussen de verschijningsdatum van 'Waar ligt Poot' en 'Behoudens deze steen'. Dat is natuurlijk wel een nuttige aanvulling op het eerste boek.

Tussen de buitjes door heb ik de struiken in de border tussen de twee opritten met de grond gelijk gemaakt (op een buxus na). Als dinsdag de nieuwe auto er is, wil ik niet direct krasjes in de lak hebben van al die uitstekende takken. Als je aan de straatkant bezig bent, ben je al snel vraagbaak voor zoekende automobilisten. Uiteraard een vraag om de route naar de sauna. Die vraag krijgen we wekelijks een paar keer. De oude Dijkstraat is aan het eind afgesloten en je moet nu een klein eindje omrijden. Die sauna moet - afgaande op het aantal mensen dat de weg vraagt - heel goed draaien. De eigenares is een oud-leerling en het bedienend en keukenpersoneel bestaat voor een groot deel uit leerlingen-van-nu. Dat laatste maakt het minder aantrekkelijk om er naartoe te gaan (ik heb er vrede mee dat ik voor leerlingen af en toe in mijn hemd sta, maar in mijn blote kont is overdreven). Ook vroeg iemand me de weg naar het Canisius College. Dan moet je in Nijmegen wezen, vermoed ik. Na enig doorvragen bleek het om het Ichthus College te gaan en dát is vlakbij.

De hele middag gesjouw met boeken. De vertaalde literatuur staat verspreid door het hele huis. De boeken die nog niet te koop staan heb ik naar zolder gebracht, in de garage heb ik wat planken vrij gemaakt en in de huiskamer liggen nu de te koop staande boeken op stapels in alfabetische volgorde. Die moeten morgen netjes op die vrijgemaakte planken. Hierdoor heb ik op de studeerkamer weer twee planken vrij (en een deel van de vloer), zodat ik daar ook weer het één en ander op kan ruimen. Ik heb besloten toch te beginnen met het weggooien van boeken. Ik heb daar moeite mee, maar de kwaliteit van de handel moet omhoog én ik kamp met ruimtegebrek.

Tirade 219/220 (november/december 1976) is een themanummer over J. van Oudshoorn (n.a.v. zijn honderdste geboortedag). Niet eerder gepubliceerd werk van Van Oudshoorn en artikelen over hem van o.a. Maarten 't Hart, Willem Frederik Hermans, Pierre H. Dubois en Wam de Moor. Eén van de betere Tiradenummers. Maarten 't Hart zegt op blz. 563:

Ik heb mij vaak afgevraagd of er in de wereldliteratuur met Van Oudshoorn vergelijkbare schrijvers en dichters zijn qua problematiek. Men heeft de namen van Dostojewski, van Sarte en van Camus genoemd. Maar bij deze auteurs is geen sprake van een soort van mystieke verheerlijking van eenzaamheid. Ik geloof dan ook dat die onomwonden verachting en tegelijkertijd hang naar menselijk contact, tezamen met een aarzelend solipsisme, volstrekt uniek is.

1 bestelling: knipsels Kellendonk (uit Frankrijk n.b.).

18 januari 2009

Uit 'Behoudens deze steen' neem ik wat gegevens over op Schrijversinfo (grafnummers, straten waar een begraafplaats aan ligt). Bij begraafplaats Schoonselhof in Antwerpen kom ik de naam tegen van een schrijver die ik niet ken en van wie ik op Schrijversinfo nog geen bladzijde in voorbereiding heb (dat gebeurt niet zo vaak meer): Max Elskamp (1862-1931). Dan word ik toch nieuwsgierig. Een Franstalige Wikipediabladzijde meldt dat het een Belgische dichter/beeldhouwer is die uitsluitend in het Frans dichtte. Vandaar!

Hugo Verriest en Stijn Streuvels zijn begraven in Ingooigem. 'Behoudens deze steen' geeft als locatie N36/Stijn Streuselstraat. Streusel! Terwijl Stijn Streuvels er jaren gewoond heeft en er ook begraven ligt. Google kent er geen Stijn Streuselstraat en wel een Stijn Streuvelsstraat. Met dubbel-s inderdaad. Dat is toch een rare fout in dit boek.

Een aardig mailtje n.a.v. de bladzijde over Isaac Esser op Schrijversinfo: 'Geachte heer Beek, Toen ik op Google "Isaac Esser" invoerde, kwam ik op Uw site terecht waar ik veel informatie aantrof over deze voorvader van mij. "Soera Rana" was de grootvader van mijn moeder. Moeder (1906-1996) vertelde ons dat zij als kind wel bij haar grootouders aan de Vijverlaan in Zeist kwam. (en later bij haar kleinkinderen) Ik ben al een heel eind in de genealogie van mij en mijn vrouw en voer veel gegevens in mijn computer in. Ik wil U attenderen op een onvolledigheidje in Uw gegevens over Isaak Esser. U vermeldt dat hij twee kinderen had. Dit klopt niet! Hij had drie zoons en een dochter (mijn moeders moeder). In de bijlage treft U verdere gegevens aan. Ik kan nog vermelden dat ik heb bijgedragen in het conserveren van het graf aan de Oude Begraafplaats aan de Bergweg (hier) in Zeist. Met vriendelijke groet,' Het staat in de planning binnenkort dit kerkhof te bezoeken, samen met Gert (die werkt in Zeist)

De gegevens uit de bijlage (waaruit blijkt dat ik ook de geboortedatum verkeerd had):

Parenteel van Isaäk ("Soera Rana") Esser
1 Isaäk ("Soera Rana") Esser is geboren op 15-01-1845 in Buitenzorg, zoon van Isaäk Esser en Catharina Louisa Carolina Nieuwenhuys. "Soera Rana" is overleden op 10-06-1920 in Zeist, 75 jaar oud. Hij is begraven in Zeist, Bergweg C13. "Soera Rana" trouwde, 26 jaar oud, op 05-10-1871 in 's-Gravenhage met Cornelia Wilhelmina Hovy, 24 jaar oud. Cornelia is geboren op 27-06-1847 in Beverwijk, dochter van Hendrik Hovij en Elisabeth van Vollenhoven. Cornelia is overleden op 06-02-1928 in Zeist, 80 jaar oud. Zij is begraven in Zeist, Bergweg C13.

Kinderen van "Soera Rana" en Cornelia:

1 Maurits Anne / "Gerard van Eckeren" ("Mauk") Esser, geboren op 29-11-1876 in Haarlem.
2 Elisabet (Bep) Esser, geboren op 25-04-1878 in Haarlem.
3 Samuel Ardesch (Sam) Esser, geboren op 17-02-1880 in Haarlem.
4 Paul Johan Arnout (Jo) Esser [1.4], geboren op 11-01-1884 in Haarlem.

'het Onderwijsblad' besteedt aandacht aan de website 'www.beoordeelmijnleraar.nl'. Onder de kop 'Docenten en hun privacy' wordt gemeld dat het CBP een onderzoek is gestart naar deze site. Leraren worden er - vaak anoniem - door leerlingen beoordeeld. Er zijn bij het CBP klachten van docenten binnengekomen. Dat maakt me wel nieuwsgierig of het Rembrandt College er ook op voorkomt. Dat blijkt zo te zijn en we komen er goed vanaf. Er worden zes collega's genoemd, waarvan er drie ook door leerlingen worden beoordeeld: Gerhard Mennink krijgt na één beoordeling een 10,0, Petra Verschuur krijgt na vier beoordelingen een 9,3 en Ronald Veraart krijgt na zes beoordelingen een 8,7. De school als geheel wordt door drie leerlingen gewaardeerd met een 8,9.
Hoe is dat met de andere Veense scholen?

 School  School beoordeeld  Gemiddeld cijfer Aantal beoordeelde leraren  Gemiddeld cijfer
 Rembrandt College  3 x  8,9  3  8,9
 Ichthus College  19 x  8,2  62  8,2
 CLV  0 x  -  12  5,3
 CSV  0 x  -  1  1,0

Wim mailde me dat Cultura een documentaire met Kees Stip uitzendt. We hebben die zender niet op televisie (daar moet je waarschijnlijk extra voor betalen), maar de uitzending was gelukkig ook via internet te bekijken. Op de site wordt deze 'Kunstmest'-uitzending als volgt omschreven: 'Dichter Kees Stip over zijn verzamelbundel 'Lachen in de leeuw' over humor. Over zijn dierengedichten en het schrijven van sonetten. Het gesprek wordt aangevuld met diverse fragmenten van zijn optreden tijdens de Nacht van de Poëzie in Utrecht.' Je ziet Kees Stip zo'n twintig minuten in en rond zijn boerderij in Sellingen en je hoort en ziet hem wat verzen voorlezen. O.a. 'Op een geit', waarover hij vertelt dat het één van de weinige dierenverzen is waarin de pointe al vóór de laatste regel wordt weggegeven. Hij bedacht er vervolgens nog twee regels bij, waardoor het een heel lief versje werd:

Op een geit

Een geit heeft laatst in Duivendrecht
een porseleinen ei gelegd,
zo sierlijk, dat het zelfs te Sèvres
beschouwd wordt als een oeuf de chèvre.
'Ik heb al leggend', zegt zij zacht,
'heel diep aan iets heel moois gedacht.'

Deze uitzending zou ook heel bruikbaar zijn om leerlingen kennis te laten maken met Kees Stip. Zeker als er wat gerichte vragen en opdrachten bij gemaakt worden. Als u nieuwsgierig bent geworden: de uitzending is deze week nog een aantal keer op Cultura te zien. Maandag om 19.32 uur, dinsdag om 16.32 uur, woensdag om 13.32 uur, donderdag om 10.32 uur en vrijdag om 7.32 uur.

2 bestellingen: Ina Drukker, 'Ovenschotels/Stoofpotten. Fantasie in de keuken', Tine Mink, 'Teuntje'.

19 januari 2009

Alweer de tweede toetsweek van dit schooljaar. Dan is het jaar dus voor de helft om. Het vliegt. Dit is bij uitstek een drukke toetsweek. Van het project voor de tweede klassen moet de voorbereiding klaar én we hebben donderdag en vrijdag ('s avonds) onze open dagen. En uiteraard moeten er toetsen worden nagekeken.

 

TENTOONSTELLING KATINKA VAN HAREN
en
PRESENTATIE VIJFDE BUDDINGH’ CAHIER

 

Katinka en haar Blauwbilgorgel
Op zondagmiddag 8 februari wordt om 15.00 uur in Galerie Intermezzo aan de Voorstraat 178 te Dordrecht de tentoonstelling geopend met werk van beeldend kunstenaar Katinka van Haren. Naar aanleiding van de bekende gorgelrijmen van C. Buddingh’ maakte Van Haren in het afgelopen jaar een serie illustraties, collages en schilderijen. Werkend daaraan zocht zij een nieuwe richting in haar werk en probeerde zij voor haar geheel nieuwe technieken uit. Het resultaat is een rijkgeschakeerde serie gorgelwezens waaraan voorlopig nog geen einde is gekomen.
De tentoonstelling is op zondag 8 februari zowel gesitueerd in Galerie Intermezzo als in haar eigen Galerie Voilà, schuin daar tegenover. In de weken daarna zal de expositie tot 8 maart geconcentreerd zijn in Galerie Voilà. Tegelijk met de opening van de tentoonstelling wordt het vijfde deel van de Buddingh’ Cahiers van Uitgeverij Liverse gepresenteerd onder de titel: Wie niet weg is is gezien - C. Buddingh Jaarboek 2009. De Buddingh’ Cahiers worden samengesteld door Wim Huijser en Peter de Roos. In dit deel is zowel nagelaten werk van C. Buddingh’ zelf, als een aantal essays over de schrijver te vinden. Ook is het interview met Katinka van Haren opgenomen, waarin zij vertelt over de wijze waarop ze geïnspireerd raakte door de gorgelrijmen van Buddingh’. In het Buddingh’ Cahier is ook een portfolio opgenomen met een zeventiental werken van Van Haren. De eerste exemplaren van het Buddingh’ Cahier zullen worden uitgereikt aan Herbert Schouten en Ellen Akkerman.De tekeningen, schilderijen en collages van Katinka zijn op zondag 8 februari in de galerie te koop, evenals het Buddingh’ Cahier.

De ontwikkelingen op internet gaan me te hard. Ik houd het niet bij: geen hyves of hoe het allemaal ook mag heten. Daardoor mis ik ook nieuwe woorden. Mijn nieuwe woordenkalender geeft vandaag 'krabbelveld'. Ik denk aan honden of katten met vlooien, maar het blijkt met internet te maken te hebben: 'Veld onder een internetbericht, waarop men een krabbeltje, bijvoorbeeld commentaar op een bericht, kan achterlaten.'

2 bestellingen: Leonard Nolens, 'Geboortebewijs', James Herriot, 'Belevenissen van een veearts. Alle schepsels groot en klein'.

20 januari 2009

Spieken en pogingen daartoe zijn van alle tijden. Vanochtend bij een toets Engels zat er een leerling met het lesboek op schoot. Die krijgt dus een 1. Er zijn dan toch weer collega's die dat zielig vinden, maar we moeten hier consequent in zijn. Zo is het spel, zo zijn de regels en zo moet het gespeeld worden. (Dat laatste is een citaat uit een programma van Neerlands Hoop. Ik geloof dat Freek het zegt in het nummer 'Freek Frituurs Spreekuur').

Aan het eind van de middag hebben we onze nieuwe auto opgehaald bij Bochane. De auto staat voor je klaar, afgedekt met een speciaal soort doek en er staat een bordje bij met een tekst in de trant van 'Deze auto staat klaar voor de fam. Beek'. Het lijkt wel de onthulling van een standbeeld o.i.d. We kregen nog flink uitleg over knopjes, instellingen e.d. Dat was ook wel nodig, want hoewel de oude en de nieuwe auto een Scenic is, blijkt er in een jaar of vijf toch veel veranderd te zijn. We hebben bij Suzanne en Gijs gegeten. Zij bekeken de auto en wij bekeken de nu ingerichte babykamer. Kleertjes en luiers liggen klaar. Het komt nadrukkelijk steeds dichterbij.

Ook twee weken na mijn gesproken column druppelen de effecten daarvan nog na. Hans Willers, één van de twee muzikanten/zangers van 'The Understate Men' stuurt me de onder het pseudoniem Diftong verschenen bundeling van zijn songteksten 'Robot vs Totem Pole' toe. Een fraai boekje, waarmee hij dus inderdaad ook in het overzicht van Veense schrijvers opgenomen kan worden. Hij bracht niet alleen dit boekje, maar ook al diverse cd's op de markt:
- Bats in the Belfry (1993)
- The Understate Men (2002)
- Propaganda (2003)
- Renegade King (2009)
Het refrein van het nummer 'Who the Hell is Dow Jones', uit 1992, maar nog (of weer) verrassend actueel:

Who the hell is Dow Jones anyway
Is he someone I should know
Can I get him on the phone
Can he tell me where the money goes

21 januari 2009

Vandaag was ik o.a. surveillant bij een geschiedenisrepetitie van V2. Het ging over de geschiedenis van de VS. Voor de grap heb ik wel eens repetitie gemaakt en die vervolgens tussen die van de leerlingen ingeleverd, maar die neiging had ik nu absoluut niet. Veel te moeilijk voor mij. Van dat onderdeel van de geschiedenis weet ik blijkbaar erg weinig.

De administratie van het derde kwartaal is ook weer klaar. Vanmiddag hebben we die naar de boekhouder gebracht en e.e.a. daar doorgenomen. Het aantal boeken dat ik verkoop is zo klein, dat ik die administratie er zelf ook nog wel bij zou kunnen doen, maar ik heb een grote hekel aan cijfertjes. Tegen dat soort klussen zie ik ontzettend op, stel ze uit, schuif ze voor me uit en laat mijn plezier in het werk erdoor vergallen. Door het de boekhouder te laten doen, koop ik het gedoe en de ergernis af en dat is het me waard.

Straatnaamcommissie vanmiddag. We werken door aan de namen voor de fietspaden. De Fietsersbond heeft gekeken of er fietspaden op de kaart ontbreken en heeft zich ook gebogen over de naamgeving. Met name de hulpdiensten (politie, ambulance) hebben behoefte aan namen voor de fietspaden. We willen die hulpdiensten daarom op een volgende vergadering uitnodigen om die hele naamgeving eens door te nemen. We weten bijvoorbeeld niet goed wat we aanmoeten met de fietspaden die door paaltjes op het pad in stukken gedeeld worden: één naam voor het hele pad, of elk stuk een eigen naam? Wellicht hebben zij daar slimme ideeën over (of vinden ze dat helemaal geen probleem).

De Veenendaalse Krant brengt vandaag twee artikelen waar ik vraagtekens bij zet. Het eerste artikel heeft de ferme titel 'Staatsgreep in de rode familie'. Gerard van Wijk koppelt in dit artikel de wisseling van fractievoorzitter (Frits Beckerman werd opgevolgd door Adri Janssen) aan de gebeurtenissen rond de bouw van het zwembad en de discussies over een eventueel aftreden van de wethouders Pilon en Van den Bos. Van Wijk doet het in dit artikel voorkomen of er alleen binnen de PvdA mensen waren die vonden dat het rapport over het zwembad argumenten gaf om wethouders weg te sturen. Ik ken in ieder geval binnen de VVD raadsleden die er ook zo over dachten en ik heb in de raadscommissie ook het CDA opmerkingen in die richting horen maken. Vooral door de Christen Unie en de SGP werd het gebeuren rond het zwembad gekoppeld aan de (re)organisatie binnen het gemeentehuis en daarmee kwam wethouder Van den Bos in beeld. Het is dus absoluut een verkeerde voorstelling van zaken om nu net te doen of er alleen binnen de PvdA aan het functioneren van de wethouders werd getwijfeld. Vervolgens spreekt Gerard van Wijk zijn verbazing uit over de wisseling van fractievoorzitter. Hier blijkt Van Wijk weinig historisch besef te hebben. Hij zou eens moeten natellen hoeveel fracties er in de vorige raadsperiode én in deze raadsperiode van voorzitter gewisseld zijn. Die zijn niet op de vingers van één hand (en waarschijnlijk zelfs niet op twee) te tellen. Hij koppelt deze wisseling aan de zwembadaffaire zonder hiervoor bewijzen te geven en als de klap op de vuurpijl insinueert hij dat het te maken heeft met het feit dat een PvdA-raadslid getrouwd is met de voorzitter van het PvdA-bestuur. Hiermee verloochent Van Wijk zijn serieuze achtergrond en begeeft hij zich op het niveau van Story en Privé.

Op dezelfde bladzijde negen staat een artikel 'Scholier krijgt klappen in het gezicht'. Dit betreft een leerling van het Rembrandt College, maar het is het herkauwen van een oude koek. Dit stond een week geleden al in de Scherpenzeelse Krant (het betreft ook leerlingen uit die plaats). Het artikel is ook letterlijk uit die krant van vorige week overgenomen, inclusief de slotzin: 'Het Rembrandt College heeft ondanks herhaalde verzoeken niet gereageerd.' Dat laatste heb ik vorige week op school al nagevraagd. Er is op de vrijdag ervoor één of twee keer naar school gebeld. De conrector wist van de zaak, maar zij was op vrijdag niet op school. De Scherpenzeelse krant zou later terugbellen, maar heeft dat nooit gedaan. Het is dus een beetje een flauwe opmerking en het wordt dat helemaal als een andere krant het letterlijk overneemt. De Veenendaalse Krant heeft nooit een verzoek gedaan waarop gereageerd had kunnen worden. Twee staaltjes van bedenkelijke journalistiek.

In België komt een boek niet aan, maar toe. Jef mailt me: 'Het boek is toegekomen in perfecte staat. Hartelijk dank.'

2 bestellingen: Heemschut, C.S. Lewis, 'Mere Christianity'.

26 januari 2009

Via de email voer ik deze dagen twee interessante discussies. De eerste is met Gerard van Wijk van de 'Veenendaalse Krant' over zijn artikel over de PvdA van afgelopen woensdag. Mijn commentaar op dit weblog van afgelopen woensdag (de 21e) heb ik zaterdagavond ook naar die krant gemaild, bij wijze van ingezonden brief. Zondag al kreeg ik een mail terug met commentaar op wat ik beweerde en uitleg over de beweegredenen voor zijn artikel. De kern is dat hij zich op zijn vragen over de wisseling van fractievoorzitter met een kluitje in het riet gestuurd voelde. Toen is hij dingen na gaan vragen en op basis van die informatie schreef hij zijn artikel. Ik blijf zijn toon (vooral waar het de afdelingsvoorzitter die getrouwd is met een raadslid betreft) onjuist vinden en over wat kleinere details zijn we het ook oneens. Ik mailde hem gisterenavond een antwoord en vandaag kwam daar van hem weer een reactie op. Over die discussie per email heb ik wel een goed gevoel. Je kunt het oneens zijn, maar door gesprek danwel discussie ga je in ieder geval elkaars beweegredenen begrijpen. Ik ben wel benieuwd of de 'Veenendaalse Krant' de discussie met mij hiermee als afgedaan beschouwt, of dat men mijn mail toch nog plaatst als ingezonden brief. Verder lijkt het me verstandig dat fractie- danwel bestuursleden het gesprek met deze journalist aangaan, maar daar ga ik verder niet over.

De tweede discussie beschreef ik de 24e: moet ik wel of niet op verzoek van de schoonfamilie van Kluun de verwijzing naar het graf van Carmen/Judith van Laer van de Schrijversinfobladzijde over Kluun afhalen? Ik heb de neiging om nee te zeggen: het is een deel van de Nederlandse literatuurgeschiedenis en een openbaar gegeven. Ook hier gaat wat emailverkeer heen en weer. Op een prettige toon trouwens. En in de laatste mail voert de familie wel een belangrijk nieuw argument aan: 'Carmen is niet de zelfde persoon als Judith. Er zijn zeker sterke overeenkomsten, alleen degene die Judith goed hebben gekend weten welke, maar feit blijft dat Judith niet Carmen is. Mensen die het graf van Judith willen bezoeken willen dat meestal omdat ze deze denkfout maken.' Dat is wat ik leerlingen ook steeds voorhoud: verwar de schrijver niet met de hoofdpersoon uit zijn boek! Er zijn misschien veel overeenkomsten, de schrijver gebruikt dingen uit zijn leven, maar de schrijver is niet de hoofdpersoon. Om mijn argumenten kracht bij te zetten citeerde ik in mijn mail uit het weblog van Kluun. Dat citeren krijg ik als een boomerang nu terug. Op de site van Kluun staat ook:

Vragen aan Kluun:
- "Hoe zag Carmen eruit? Zijn er foto's?
- Nee, althans niet voor u, en dat willen we (de familie en ik) graag zo houden. Carmen is een gecreëerd personage, gebaseerd op mijn eerste vrouw. Hoe zij eruit zag (mooi, geloof me...) blijft privé. Het boek is al wat u moet weten.
- En nee, we vertellen ook niet waar de begraafplaats van Carmen is. We willen er geen bedevaartsoord van maken."

Dat zet me toch weer aan het denken. Grafnummer van de site halen of laten staan?

Vanavond ben ik bij een leerling thuis een doosje boeken wezen halen. Ze kwamen bij grootouders vandaan en men wilde ze bij het oud papier doen. Deze leerling heeft toen thuis gezegd: "Misschien wil Beek ze wel hebben." En vroeg dat op school ook aan mij. Ik heb ze opgehaald, heb er een kopje koffie gedronken en deze leerling moet van Raban maar een boek uitzoeken dat hij voor zijn boekenlijst kan lezen.

Daarna ben ik nog even bij Suzanne en Gijs wezen kijken. De babykamer is af. Er hangt een leuke lamp en boven de commode hangen twee planken. Het aftellen kan beginnen (ze moet nog ruim een week werken).

 

Vanavond doe ik iets verkeerd met het schrijven in dit weblog. Ik bewaar 26 januari, maar daarmee is 1 t/m 25 januari ineens weg. Ik heb recent geen reservekopie gemaakt, dus mijn tekst is foetsie. Via Google (het cachegeheugen) haal ik 1 t/m 21 januari terug. De andere vier dagen blijven vrees ik opgelost in het luchtledige. Ik moet toch eigenlijk dagelijks ergens een kopietje neerzetten!

 

27 januari 2009

Gisterenavond heb ik me af zitten vragen waar ik eigenlijk dat grafnummer van Carmen/Judith van Laer gevonden heb. Op internet? Ik weet het niet meer, maar al googelend kwam ik op mijn eigen weblog (van pakweg een jaar geleden) terecht! Daar vermeld ik dat het grafnummer in 'De weduwnaar' staat. Ik citeer van blz. 23/24:

Vanmiddag hebben Carmens moeder en ik een rondleiding gehad op Zorgvlied. We kregen een celebrity-tour van de dame die ons als account had toegewezen gekregen. Ik weet nu precies welke dooie BN'ers waar liggen. Bij de ingang is het graf van Manfred Langer van de iT, een stukje verderop dat van Annie M.G. Schmidt en weer een stukje verderop ligt Jan Schaefer.
We kozen voor Carmen een eenvoudige plek in de zon uit, aan het looppad in een van de nieuwe gedeeltes van de begraafplaats.
'Dat vindt ze wel gezellig, als er veel mensen voorbijlopen,' zei Carmens moeder.
'Ja, ze was altijd gek op terrasjes. Er liggen toch niet alleen oude mensen naast, hè?' vroeg ik aan de begraafplaatsmevrouw.
Onze gids luisterde al niet meer. Ze pakte haar pen. 'Dus het wordt nr. C3 in sectie 19-2.'
We knikten. Als Carmen ergens binnenkwam werd het altijd gezellig, dus dat zal, hier op nr. C3 in sectie 19-2 ook wel lukken.

Als ik nou eens dit citaat op mijn Kluun-bladzijde zet i.p.v. de door de familie gewraakte zin? Dan laat ik ook de naam Judith van Laer weg (hoewel dat dus op de Wikipediabladzijde over Zorgvlied ook gewoon te vinden is). Het citaat is wel in tegenspraak met Kluuns opmerking er geen bedevaartsoord van te willen maken! Ik word nu heel benieuwd of dit grafnummer klopt. Als hij hier een grafnummer verzonnen heeft i.p.v. het echte grafnummer dan zou het wel weer met elkaar kloppen. Wouter kan goed leven met het bovenstaande citaat op de site en haar echte naam mag op zich best genoemd worden. Ook hij denkt (bij nader inzien) dat het heel best zou kunnen dat het door Kluun gegeven nummer helemaal niet klopt. Dat zou wel een stunt zijn: in de roman een niet-bestaand grafnummer opgeven, zodat mensen een onmogelijke speurtocht gaan houden. Ik begin me nu toch een beetje als een terriër in dit verhaal vast te bijten. Geeft Kluun nu wel of niet het juiste grafnummer in 'De weduwnaar'? Ik vermoed intussen van niet. Vanmiddag mailde ik naar Zorgvlied:

'Geachte heer/mevrouw, In het boek 'De weduwnaar' beschrijft Kluun de begrafenis van zijn vrouw (Judith van Laer). Op bladzijde 23 en 24 beschrijft hij een wandeling over Zorgvlied met een beheerder om de plaats van het graf te bepalen. Hier noemt hij tot twee keer toe nr. C3, sectie 19-2. Mijn vraag is of dit ook daadwerkelijk het grafnummer van Judith van Laer is? Met vriendelijke groet.'

Al na twee uur kreeg ik een antwoord:

'Het genoemde plekje is niet juist. Het juiste nummer is 21-II-0003. Mocht u onze begraafplaats bezoeken kunt het nummer van het plekje noemen bij ons kantoor waar u een plattegrond met het aangegeven plekje kunt krijgen. Vriendelijke groet.'

Ik zal dit (juiste) grafnummer nu niet op de Kluunbladzijde opnemen, maar straks wel in de reisgids.

Vandaag besprak ik in mijn vijf klassen de emailwisseling m.b.t. Carmen/Judith. Daarbij liet ik wat foto's van Zorgvlied en van Père Lachaise zien. Ik zette in H3f de beamer aan en Thom slaakte een diepe zucht. Ik vroeg hem wat er was. Hij zei: "Ze hebben me al gewaarschuwd mijnheer, een heel uur begraafplaatsen." Ondanks deze verzuchting waren het leuke lessen. Aan de hand van het mailverkeer hadden we het over fictie, het feit dat de ik-figuur niet dezelfde is als de schrijver, het schrijven van nette emails en brieven, het voeren van een discussie en het ingaan op de argumenten van je opponent. Het lesboek is niet op tafel geweest, maar ze hebben veel geleerd.

Aan het begin van de avond zijn we heen en weer naar Malden gereden. Ik kocht er een paar honderd stafkaarten (1 : 50.0000).

Nog een paar keer uit het winkeldagboek van Hans Engberts & René Hesselink:

Dit gezeur vult de regels als de regen de letters en cijfers op het graf van J.C. Bloem.
(Hans Engberts, Winkeldagboek, 01-02-1993, blz. 106)

Zie ik me daar toch in de VN staan dat het nagelaten werk van Daniël Robberechts is verschenen: 1084 pagina's en f 125,-.
Daniël Robberechts! Zijn voorgelaten werk staat in bosjes bij De Slegte onverkoopbaar te wezen.
Hebben we we over twee jaar weer een fijne knoest bij om het vuur brandende te houden.
(René Hesselink, Winkeldagboek, 27-04-1995, blz. 138)

Het gebeurt me niet vaak dat ik tijdens het lezen van een boek gestoord wordt door de auteur.
Vandaag was het zover: ik las Ze zullen eikels zaaien op mijn graf en daar kwam Hans van Straten binnen.
(Hans Engberts, Winkeldagboek, 20-10-1995, blz. 145)

2 bestellingen: Herman Besselaar, 'Langs oude en nieuwe wegen. Zwerven door Nederland en België', Dr. J.P.A. Eernstman, 'De Griekse tragedie', Critisch bulletin, juni 1954.

28 januari 2009

Zowel Cultura als Holland Doc hebben de komende week volop aandacht voor poëzie. Ze koppelen dat aan de verkiezing van de 'Dichter des vaderlands'. Op Holland Doc wordt o.a. de documentaire 'Dichter in de Javastraat' over Willem Wilmink uitgezonden, maar er is o.a. ook aandacht voor Gerrit Komrij (De gelukkige schizo), Gerrit Kouwenaar (Totaal witte kamer) en Jotie ‘t Hooft (Junkieverdriet).

Ik stond vanochtend met hoofdpijn en zwetend voor de klas. Even na twaalven (ik had geen lessen meer) ben ik naar huis gegaan. Ik heb de hele middag geslapen. Nu heb ik iets gegeten (kleine aardappeltjes in de schil, getver, je zit op kurk te kauwen) en ga zometeen weer slapen.

1 bestelling: Alexander Pola, 'De Taal der Dingen'.

29 januari 2009

Ik lees het woord van de dag op de 'Nieuwe woordenkalender' en probeer te bedenken wat het zou kunnen betekenen. Meestal kom ik wel aardig in de buurt, maar vandaag heb ik geen flauw idee:

Vertonning

Het verschijnsel dat de politiek onder invloed raakt van nationalistische elementen. Genoemd naar de Nederlandse politieke beweging Trots Op Nederland (TON).


Een aardig mailtje van een Kopland-vertaler (o.a. in het Sloveens) die meldt veel gemak van Schrijversinfo te hebben. De laatste bundel van Kopland staat er alleen nog niet bij. Klopt, daar was ik nog niet aan toegekomen. Als hij me gepubliceerde vertalingen doorgeeft, dan zet ik die er ook bij.

Een klein pakje bij de post. Ik kan me niet herinneren recent iets besteld te hebben. Dat klopt: het is een bestelling van tijden geleden, met een verontschuldigend briefje en zonder rekening. Ik doe niet aan warme douches o.i.d., maar wel aan bedankjes op dit weblog:

 

 

1 bestelling: Marius Lindeman, 'Schrijfwerk. Effectief schrijven door handschriftoefeningen'.

30 januari 2009

Ik ben geen televisiekijker, heb er de rust niet voor. Wél kan ik aan het werk zijn en intussen met een half oog (en oor) zo'n beetje meekijken met Lidy. De vrijdagavond geeft een uurtje televisie waar ik echt naar kijk, zonder onrustig te worden. Eerst 'Met het mes op tafel' (dat zou je mijn favoriete programma kunnen noemen) en daarna 'Het vrije Schaep' (ouderwets ontspannende tv: het gaat nergens over, maar je zit toch te grinniken).

31 januari 2009

Gefeliciteerd oma. Ook al weer jaren dood. Ze was er stiekem een beetje trots op dat ze gelijk met de koningin jarig was. Ik zie twee huizen verder een vlag wapperen en denk weer aan haar.

Over dood gesproken: David de Kabouter is dood, of tenminste zijn stem. Deze week overleed Dick Poons. Een veelzijdig (maar niet zo bekend) tekstschrijver, cabaretier, regisseur, programmamaker (en nog veel meer). Hij 'deed' de stem van David de Kabouter en was ook voice-over van de 'Droomshow'.

Slecht geslapen, maar toch voel ik me vanochtend een stuk beter. Ik heb vanmiddag een afspraak in Bredevoort. Een bestelling wegbrengen naar en een bezoek aan het poëziecentrum aldaar. Ik hoop dat hij me een eindje verder kan helpen met gedichten over steden en dorpen voor de Literaire reisgids. Hij kent mensen die aan een iets dergelijks gewerkt hebben, maar er geen uitgever voor konden vinden. Wie weet waar dit weer toe leidt.
Lidy vindt dat ik niet moet gaan. Drie dagen grieperig thuis en dan nu wel weggaan! Ik voel me er goed genoeg voor. En in een auto zitten en daarna een praatje maken is nog wat anders dan een paar keer achter elkaar een klas met dertig pubers aan het werk houden. Bovendien is het rijden in de nieuwe auto (bijna) ontspannend.

Wim van Til beheert in het oude schooltje aan 't Zand in Bredevoort zijn 'Poëziecentrum Nederland'. In één van de lokalen staat zijn indrukwekkende verzameling poëziebundels, verzamelbundels, literaire tijdschriften enz. Hier kan iedereen vrijblijvend al die boeken komen inzien. Hij liet me er ook een fraaie originele rijmprent van de Blauwbilgorgel zien. In een ander lokaaltje (de voormalige docentenkamer?) heeft hij een klein poëziewinkeltje: nieuwe bundels, tweedehands exemplaren, maar ook veel materiaal van Plint. We dronken koffie, praatten over dichters en schrijvers én over mijn literaire reisgids. Het was een uiterst aangename middag en wat mij betreft houden we in de toekomst contact. In zijn winkeltje kocht ik:
- Dagkalender van de poëzie 2009 (was er niet van gekomen, nu voor half geld)
- Literaire fietstocht door Zeist, Soest en De Bilt (niet gekocht, kreeg ik van Wim)
- Beeld en poëzie 2008 (Literaire wandeling in Bredevoort, zie hieronder)
- Max Dendermonde, Eiland van de Circe
- Piet Beek, Voor bruid en bruidegom (Beek - zonder 'van' - familie?)
- Jac van Hattum, Een Zomer (met enkele knipsels)
- Jan H. de Groot, Een bos boterblommen
- Jan H. de Groot, Jeremia
- Jacques de Kadt, Herman Gorter: Neen of ja
- Leo Boekraad, Een handvol spijt
- Steven Membrecht, Wat moet ik anders zeggen?
- Pieter A. Kuyk, Spoorloos bijeen
- Bergman, Bij leven en later zorg
- Jan Lemmens, Buiten de muren
- Ef Leonard, Haar hand verlicht de angsten

Nog eentje voor het slapen gaan.
Het heeft iets weg van onaneren
telkens zo'n vers te produceren,
de stapel groeit aldoor maar aan.
(Ef Leonard, Nog eentje, fragm., Haar hand verlicht de angst, blz. 33)

In de tuin achter Sint Bernardus (een verzorgingstehuis in een fraai historisch pand) is een literaire wandeling uitgezet met als titel 'Beeld & Poëzie'. Twaalf fotografen lieten zich inspireren door gedichten. De foto's hangen in een metalen constructie boven het gedicht. Het geheel is fraai uitgevoerd. Het was nu wat koud, maar in het voorjaar moet het hier prachtig zijn (de narcissen komen er al boven de grond, ik ging er bovenop staan). Twee gedichten van C. Buddingh', drie van Tjitske Jansen, verder gedichten van o.a. Hans Andreus, Jan Hanlo, Anneke Brassinga, Frank Koenegracht, Lucebert, Paul Rodenko, Leo Vroman, Willem Wilmink. Hieronder een fotoimpressie. Ik zet de foto's ook op de diverse Schrijversinfobladzijden.

       
       

1 bestelling: W.F. Hermans, 'Paranoia'.

 

 

Door naar februari 2009


Terug naar weblog
Terug naar de eerste pagina /homepage

Raban - voor tweedehands boeken

Citaten zoeken op trefwoord
Overzicht van trefwoorden
Citaten zoeken op auteur
Overzicht van auteurs
Overzicht van bibliografieën
Andere interessante internet-bladzijden


©2009 Mats Beek, Veenendaal

Schrijf Webmaster



eXTReMe Tracker