Januari 2011

Terug naar december 2010

1 januari 2011

In de eerste plaats wens ik u een gezond en gelukkig 2011.

Het eerste klusje was in de 'footer' van Schrijversinfo '2010' vervangen door '2011'. In de oude layout moest ik dat per bladzijde doen (dat was vele uren werk). In de nieuwe layout is dat één handeling, maar omdat ik dat maar één keer per jaar doe, is het elke keer weer even puzzelen. Maar het is gelukt. Dat jaartal staat onder de bladzijden over de diverse auteurs, niet onder de weblogbladzijden. Het is een beetje raar als straks onder de bladzijde over oktober 2009 het jaartal 2011 staat.

Vandaag maakte ik een klein (13x10 cm.) fotoboekje bij Albelli met vierentwintig foto's van Tygo van de afgelopen maanden. Op dit formaat doe ik dat zonder achtergronden en ander gedoe. Gewoon rechttoe-rechtaan foto's met een kaftje erom heen, voor in Lidy's handtas. We hebben dat fotoboek pas over een dag of wat in huis, maar Albelli biedt de service om het nu al online te delen:

Ik ben een groot deel van de dag bezig geweest met het schrijven van mijn openingstoespraak voor de Kees Stiptentoonstelling. Ik weet wel ongeveer wat ik zeggen wil, maar het vinden van de juiste vorm is dan toch nog lastig. De vorige tentoonstelling (mei 2003) moet erin, de tentoonstelling over Veenendaalse schrijvers die Ed in 1996 hield, de rol van Henk Roor, de schenking van Hette Wassenaar, de burgemeester die in andere gemeentes graag een boekje van Kees Stip weggeeft, het Kees Stipplein, de gedichten op de muren; kortom stof genoeg, maar nu nog een logische volgorde in 'welgekozen woorden'. Daarnaast moest ik ook mijn lezing over Kees Stip voor de vrijwilligers van het museum nog voorbereiden.

Waterballet bij Martijn vanavond. Het navulkraantje bij zijn ketel was kapot en stond volop water te spuiten. Dat was dweilen geblazen. Ook bij zijn onderbuurman kwam het water langs de muur en in de meterkast. Gelukkig kon Gijs het voorlopig repareren. Het is te hopen dat Martijns houten vloer niet bol gaat staan. We hebben ons electrische kacheltje bij hem in de gang gezet. Verder is het afwachten.

Overgezet naar de nieuwe layout: Theo Thijssen.

1 bestelling: Jan Hanlo, 'Mijn benul'.

2 januari 2011

In het sportkatern van 'de Volkskrant' van dit weekend duikt C. Buddingh' weer op. Columnist Bart Jungmann heeft tijdens de kerstdagen 'Buddingh' gebundeld' doorgebladerd op zoek naar sportgedichten:

Kind vraagt op Eerste Kerstdag: wat doe je nou, de bijbel lezen? Voor het eerst in zijn jonge leven blijkt kind de kunst van de ironie te beheersen, Vader slikt verschrikt zijn kerstkrans in één keer door.
Het gebundelde joekel dat op zijn schoot rust is niet de bijbel. Het is het verzameld werk van de Nederlandse dichter Kees Buddingh' dat onlangs verscheen onder de titel 'Buddingh' gebundeld'. Het is een mooie uitgave geworden waarmee een mens gezien mag worden, maar op deze dag na die vraag is het bijna godslasterlijk.

Bart Jungmann blijkt een kenner. Hij schrijft 'Kees' met een 'K' (dat is zeldzaam, maar juist) én hij weet ook nog dat eerder al 'Net zo links als Willem van Hanegem' verscheen, met daarin Buddingh's voetbalverhalen en voetbalgedichten. Hulde.

Lidy's Opeltje start niet meer. We hebben er een week of twee niet in gereden en de kou zal hem teveel geworden zijn. Dan is het makkelijk dat de buurman monteur is. Er zit nu een oplader aan de accu. Dat moet een uur of wat, maar hij is bang dat het de startmotor is. Dat is minder prettig. Aan de andere kant: we hebben een half jaar garantie en dat halve jaar is nog niet om.

Marian, Jan en Lidy's vader kwamen vanmiddag 'nieuwjaarzeggen'. Martijn, Suzanne, Gijs en Tygo waren ook hier. Het was gezellig druk.

Tip! Ga op een zondag 2 januari niet naar de afhaalchinees. Gijs en ik deden dat wel en het was er ontzettend druk; we hebben een uur en twintig minuten staan wachten. Het lag niet aan het werktempo in de keuken of in de bediening, dat tempo lag hoog genoeg. Het was gewoon erg druk; alle tafeltjes in de zaak waren bezet en er stond zeker een man of dertig te wachten. Het geeft je wel de kans de boel eens op je gemakje te bekijken.
Men is er zuinig; er staat een bierglas onder de tap waarin het geknoeide bier wordt opgevangen. De Chinese jongen kan goed tappen, het Nederlandse meisje (dat vooral de telefonische bestellingen afhandelt) is er minder bedreven in. Zij tapt de pilsjes voorzichtig en vult ze dan bij met bier uit het 'opvangglas'. Niet echt fris. De glazen worden aan de buitenkant schoongemaakt met een schuursponsje met afwasmiddel. Ik mocht van mijn vader nooit met afwasmiddel aan zijn bierglazen komen! Deze glazen worden overigens wel goed nagespoeld.
We zagen ze ook voor onze neus wat ijsjes garneren. Eén met een verse banaan (die ze eerst met schil en al in tweeën snijden) en één met rozijnen op rum uit een grote pot. Tot mijn verbazing ging daar slagroom uit zo'n supermarktspuitbus op. Ik verwacht in een restaurant toch eigenlijk échte verse slagroom.
Verder was het opvallend dat in de keuken tot twee keer toe de stroom uitviel. Je zag door het voedseldoorgeefluik dat het totaal donker was in de keuken. Iemand rende - vermoedelijk - naar de meterkast en even later was er weer licht. Kortom: het was onder het genot van één pilsje een leerzame anderhalf uur.

Sarien Visser corrigeerde de afgelopen week o.a. de Schrijversinfobladzijde over A.L. Lesturgeon (1815-1878). Vandaag fotografeerde ze voor mij het straatnaambord van de Lesturgeonstraat in Assen:

Lesturgeonstraat Assen

Ook fotografeerde ze voor mij de woning van Theo van Baaren (Hereweg 86a Groningen):

woning Theo van Baaren

5 bestellingen: P. Jansen, 'Onder Surinamers. een pastorale handreiking', L.N. Tolstoi, 'Anna Karenina' (2 delen), Bert Bakker en Barend de Goede, 'Quatre mains', M. Vasalis, 'Vergezichten en gezichten' en 'Parken en woestijnen', knipsel Okke Jager.

3 januari 2011

Op de radio hoorde ik al iets over een griepgolf die uit België komt. Op school was het de eerste lesdag in ieder geval goed raak: veertien zieke collega's. Niet alleen griep overigens, er waren ook gekneusde ribben, opgelopen in Zuid-Afrika en een longontsteking, opgelopen in Zwitserland. Daarbij was het vanmorgen glad en kwam er een collega op de snelweg in de vangrail terecht. Al met al een heftig begin van het nieuwe jaar.

Het was een wat rommelige dag, omdat ik afwisselend op school en in het museum was. Ik was in ieder geval in de pauzes op school. Dat zijn de momenten waarop leerlingen mij opzoeken met hun vragen (of waarin ze zich komen melden omdat ze de les uit zijn gezet). Morgen heb ik eigenlijk een BAPO-dag, maar dan zorg ik dat ik ook beide pauzes op school ben en dan automatisch ook het vierde, vijfde en zesde uur, tussen die pauzes in. Zo kan ik de uren 'inhalen' die ik vandaag afwezig ben geweest.

Om elf uur waren er ruim twintig vrijwilligers van het museum in het leescafé, voor de ruimte waar de Kees Stiptentoonstelling is. Dat is een mooie plek, omdat daar het gedicht van Ivo de Wijs over Kees Stip te zien is. Dat gedicht geeft heel veel aanknopingspunten om over leven en werk van Kees Stip te vertellen. Ik had een cd-speler meegenomen en liet zo ook Kees Stip zelf nog even aan het woord ('Het Hanengeschrei', een opname van de 'Nacht van de Poëzie'). Daarna liep ik met de vrijwilligers langs de diverse vitrines en vertelde nog het één en ander over de tentoongestelde boeken, kalenders, foto's en krantenartikelen. De vrijwilligers waren enthousiast en vonden dat ze voldoende kennis opgedaan hadden om bezoekers van de tentoonstelling te woord te kunnen staan. Ik vond het zelf ook heel leuk om te doen.

Kees Stiptentoonstelling Viseum Kees Stiptentoonstelling Viseum
Diverse bundels van Kees Stip Dr. Seuss-vertalingen

's Middags om twee uur was de officiële opening van de tentoonstelling. Frits van Barneveld (voorzitter van het museumbestuur) en Natalie Kriek (conservator) voerden kort het woord. Daarna schetste ik de groeiende aandacht voor Kees Stip in Veenendaal in de afgelopen vijftien jaar en tenslotte brachten een zangeres (Marijke Muuse) en een toetsenist (Jan Versloot) een aanal op muziek gezette dierengedichten van Kees Stip. Het museum bleek de poster van de Kees Stiptentoonstelling in 2003 (nog in het gebouw aan de Markt) niet meer te bezitten. daarom had ik een kleurenkopie op stevig papier laten maken, om tijdens mijn toespraak aan het museumbestuur te schenken.

Frits van Barneveld De spreker Nathalie Kriek
De voorzitter spreekt Beek aan het woord Natalie met de poster

Dit was de tekst die ik had voorbereid (ik ben er hier en daar wel wat van afgeweken):

Dames en heren,

We mogen vaststellen dat Kees Stip de laatste jaren weer thuisgekomen is. Die vaststelling gaat gelijk op met de constatering dat er cultureel in Veenendaal de laatste jaren ‘ineens’ van alles kan. Blijkbaar was de tijd er rijp voor. Laten we onze zegeningen tellen en samen hopen dat – tegen de landelijke politieke ontwikkeling in – die tijd in Veenendaal nog een poosje doorrijpt.

Heel lang leek Veenendaal – zeker op literair gebied – een wat achtergebleven terrein. In 1982 verscheen ‘Querido’s letterkundige reisgids'. Op bladzijde 201 staan daarin enkele regels over Veenendaal:

Veenendaal: Geboorteplaats van Kees Stip (1913), die als parodist veel succes had met Dieuwertje Diekema (1945), een parodie op Werumeus Bunings Maria Lecina. Later volgden nog Vijf variaties op een misverstand (1950) en De peperbek (1966)
Van mei 1971 tot voorjaar 1972 woonde Gerard Reve in Veendaal, ‘in een goedkoop huis van een woningbouwvereniging’. Hij werkte in deze tijd aan De taal der liefde, waarvan een voorpublikatie verscheen in het tijdschrift Soma. Aan Josine M. schreef hij: ‘In Veenendaal heb ik een evenwicht gevonden, dat ik nooit eerder in mijn leven heb gekend. Eindelijk ontplooit zich mijn talent in volle kracht. Ik hoop op enkele goede jaren, om te maken wat ik wil.’

Dat zijn in dat boek elf regels tekst. Ik heb geen plaats van vergelijkbare omvang in het boek kunnen vinden die minder tekst kreeg toebedeeld.

Aan deze twee wapenfeiten werd in Veenendaal zelf tot pakweg 1996 geen enkele aandacht besteed.

In dat jaar 1996 organiseerde Ed Zwart in zijn antiquariaat/atelier aan het Verlaat een tentoonstelling van boeken van Veenendaalse schrijvers. De bezoekers waren verbaasd over het grote aantal schrijvers, maar een enkele bezoeker was ook kritisch. Henk Roor (gemeenteraadslid, later wethouder en naar verluidt ook aanstichter van de plaquette en tekst op het huis aan de Boslaan waar Gerard Reve woonde) zei tegen Ed Zwart: ‘Je bent Kees Stip vergeten.’

Ed schrok daarvan en begon vanaf dat moment het werk van Kees Stip te verzamelen, met in zijn achterhoofd de bedoeling om daar ‘ooit’ een tentoonstelling van te maken. Die kans deed zich voor in 2003, toen er in museum het Kleine Veenloo een wisseltentoonstelling uitviel en Ed daar in de maand mei zijn tentoonstelling kon inrichten. Hij kreeg daarbij o.a. de assistentie van verzamelaar Willem van Ruiswijk en de tentoonstelling werd geopend door Henk Roor, die er immers – onbedoeld – de aanzet voor gegeven had.

Ik heb begrepen dat het museum – nu Viseum – de poster van die tentoonstelling uit 2003 niet meer bezit. Ik had hem nog wel en wil het museum daar graag een kopie van overhandigen, waarmee u uw archief weer iets completer kunt maken.

In diezelfde periode was een andere verzamelaar – Hette Wassenaar – actief geworden. Hij is lid van de Rotary Club en vroeg ook daar aandacht voor Kees Stip. Dat mondde o.a. uit in een plaquette op het geboortehuis van Kees Stip (Nieuweweg 66), aangebracht op 20 januari 2001. Hette Wassenaar verzamelde niet alleen boeken, maar ook informatie over het leven van Kees Stip en gaf in eigen beheer enkele boeken uit waarin hij die informatie met ons deelt. Hij bezocht ook Kees Stip in het verre Sellingen. Onlangs schonk hij een grote verzameling boeken van Kees Stip aan het museum en een vergelijkbare verzameling aan het gemeentearchief. Een daad waarvoor Hette niet genoeg geprezen kan worden.

De schenking van Hette Wassenaar aan het museum vormt de basis voor de tentoonstelling die nu is ingericht.
Twee andere verzamelaars hebben voor wat aanvullingen gezorgd.

Ik noemde al het verzamelwerk van Ed Zwart en Hette Wassenaar. Daarbij is het in de afgelopen jaren niet gebleven.

Ook de gemeente liet zich niet onbetuigd. In de jaren dat er een vergadering was van de gemeenteraad op de Nationale gedichtendag werd die vergadering geopend met het voorlezen van enkele verzen van Kees Stip.

Er is een commissie die zich ten doel stelt in het centrum van Veenendaal zo’n twintig gedichten op muren te hangen. Men is begonnen met gedichten van Kees Stip (Op de Markt en op de J.G. Sandbrinkstraat).
Deze commissie organiseert ook een gedichtenwedstrijd onder scholieren in het voortgezet onderwijs. Vorig jaar gaf men de leerlingen de opdracht om een dierenvers te schrijven in de geest van Kees Stip. Geen makkelijke opdracht, maar de Veense jeugd wist er raad mee. De winnaar (Daniël Voogsgerd) dichtte:

Op een poes

Een krolse poes te Amsterdam
Dronk zich eenzaam kachellam
Katsbezopen, heel ver heen,
sliep ze in, nog steeds alleen.
En toen, enkele uren later,
werd ze wakker met een kater.

Een terechte winnaar van die wedstrijd, lijkt me. Zijn gedicht is te bewonderen op het horecaplein, aan de muur van Escape.

Ook onze burgemeester laat zich niet onbetuigd. Hij deelt als relatiegeschenk regelmatig een boekje van Kees Stip uit.

En tenslotte heeft de gemeente ervoor gekozen het nieuwe cultuurplein in het hart van het dorp Kees Stipplein te noemen. Het Viseum bevindt zich aan dat Kees Stipplein en het is dan ook een goede keuze om de eerste wisseltentoonstelling over Kees Stip te laten gaan.

Ik hoop dat veel Veenendalers de moeite zullen nemen de expositie te komen bekijken.

De verleiding was groot om hier en nu wat gedichten van Kees Stip voor te lezen. Ik heb dat niet gedaan, omdat anderen dat veel mooier kunnen. Ik feliciteer het bestuur van het Viseum met deze expositie en geef daarmee het woord graag terug aan Natalie Kriek.

 

Enkele sfeerbeelden van de tentoonstelling kort na de officiële opening:

Kees Stiptentoonstelling Kees Stiptentoonstelling
Kees Stiptentoonstelling Kees Stiptentoonstelling

Henk Verweerd (van uitgeverij Liverse, die alle rechten op het werk van Kees Stip bezit) was speciaal voor de opening helemaal uit Dordrecht gekomen. Hij was op tijd gekomen en had eerst in het centrum ook de muurgedichten van Kees Stip bekeken. Hij hoopte op de tentoonstelling nog iets - voor hem - nieuws te zien, maar ik vrees dat dat er niet in zat.
Henk had een presentje voor me bij zich. Vijf nieuwe boeken, waaronder de eerste vier delen van zijn 'Bordeauxreeks', genoemd naar het pakhuis Bordeaux in de Dordtse Wijnstraat, waar de uitgeverij is gevestigd én een boek van Pieter Breman: 'Boksbout en gewassen kers. Over poëzie'. Dat laatste boek heb ik vanavond al doorgekeken en voor een deel gelezen. In het boek staan veertien essays over poëzie. Breman neemt de ene keer een gedicht als uitgangspunt ('Hoonte' van Achterberg), de andere keer is dat een relatief onbekende dichtvorm (het cadavre exquis). Dan laat hij zijn gedachten gaan, haalt er nog eens een ander gedicht bij en weeft hier en daar een eigen gedicht in zijn redenering mee. Hij doet mij in zijn aanpak aan Guus Middag denken (en dat is een compliment).

2 bestellingen: Harry Mulisch, 'Archiblad Strohalm', Ed. Bente, 'Teddy en Henk Scholten'.

4 januari 2011

Eergisteren overleed Hanna Kraan. Vooral bekend van haar boeken over De boze heks en over de eekhoorn Krik. De boze heks bracht het in de jaren '90 tot een tekenfilmserie bij de VPRO. Pjotr van Lenteren zegt in 'de Volkskrant' van vandaag het volgende over haar:

De boze heks moet winnen
Een van de mooiste personages van de kinderboekenschrijfster Hanna Kraan is de pad Domper. Aan de steen waaronder hij woont hingen twee bordjes. De een vermeldt: 'Voor 12 uur niet storen', de ander: 'Na 12 uur niet storen'. Zo was Hanna Kraan. Schrijven deed ze omdat ze het leuk vond en van beroemdheid moest ze niets hebben.

Ook van de gisteren geopende Kees Stiptentoonstelling is een poster gemaakt. Ik maakte er een scan van:

Poster tentoonstelling

Ik noemde gisteren de Bordeauxreeks van uitgeverij Liverse, maar niet de titels van de boekjes:
- Aanwijzingen van de schepper. Een bloemlezing van Dordtse poëzie (redactie Kees Klok)
- John Burnside, Het bal in de inrichting (vertaald door Kees Klok)
- Mehmet Yashin, De nachtbus (vertaald door Dick Koopman)
- André van der Veeke, Blauw als ijs
Vooral het uitgeven van zulke poëzievertalingen lijkt me voor een uitgever een waagstuk.

Met Henk bekeek ik ook de gedichten van Kees Stip boven de roltrappen in de bibliotheek. Ik kende het kwatrijn niet dat boven de tweede roltrap staat. Henk kende het wel, maar vroeg zich af of het wel van Kees Stip was (of bijvoorbeeld van Jean Pierre Rawie). Hij zocht dat uit en mailde me dat het wél van Kees Stip is. Het zijn de laatste vier regels uit dit sonnet:

Kleuterschool der poëzie

Ik weet wat alle meisjes moeten lezen
om nooit meer met een baby aan de borst
tekort te schieten voor de diepste dorst
van zelfs het meest onmenselijke wezen:

gedichten, die door moedermelk getorst
de zuigeling bereiken zodat deze
van alle aardse laagheidsdrang genezen
zich opricht als een arend naar zijn horst.

De neuzen nog niet schoon, maar door de strot
van elke kleuter spreekt een jonge god.
Cultuur springt uit de allereerste zinnen.

Een levend woord wil overal beginnen.

De grootste dichters op de kleinste lip:

Vergilius, Horatius, Kees Stip.

1 bestelling: Walter Benser, 'Kleurendia's maken'.

5 januari 2011

Sarien attendeerde me, n.a.v. een studiedag bij haar op school, op Dr. Gabriël Anthonio uit Drachten. Hij was van 1999 tot 2006 directeur van de Van Mesdagkliniek en is nu directeur van Jeugdhulp Friesland en doceert aan de Hogeschool Stenden.
Op zijn initiatief is de dichtbundel 'Hoe vertel ik je het?' samengesteld uit gedichten die zijn geschreven door TBS-patiënten. Dit gedicht van een autist sneed mij dwars door de ziel:

Bas. Gedicht van een autist

IK WEET NIET OF JE HET AL WIST,
IK BEN GEBOREN ALS AUTIST,
mensen aanraken is voor mij een hele klus,
andersom wordt het helemaal ingewikkeld dus…

neem me maar zoals je me kent,
het liefste wilde ik spelen in een band,
contact maken daar heb ik geen moeite mee,
ik ben wel veranderd, nu ben ik recht door zee,

intimiteit daar heb ik heel veel moeite mee,
jij en ik waren een stel, ja wij twee,
al 26 jaar ben ik anders dan wie dan ook,
mijn verleden daar ging het in op, in rook,

IK WEET NIET OF JE HET AL WIST,
IK BEN GEBOREN ALS AUTIST,
morgen ga ik aan de praat,
autist zijn, het is iets wat niet overgaat,

een handicap zo zou je het kunnen noemen,
autist zijn je kunt het niet zomaar verbloemen,
mensen merken dat ik anders ben dan zij,
mijn vrienden nemen me zoals ik ben en dat maakt me blij,

IK WEET NIET OF JE HET AL WIST,
IK BEN GEBOREN ALS AUTIST,
het aanraken zal ik in kleine stapjes moeten leren,
neem me maar zoals ik ben beste dames en heren,

tot slot wil ik nog iets zeggen,
ik heb geen zin om het iedere keer uit te leggen,
ik geef wel om mensen net zoveel als ieder ander,
langzaamaan kun je zien dat ik verander.

Nog altijd heb ik van mijn verjaardag in 2008 een stuk of zes onaangebroken flessen whisky staan. Een stille voorraad waar ik af en toe - bij het langslopen - met plezier naar kijk. Vanavond maakte ik er een 'Bunnahabhain aged 12 years' van open. De distilleerderij ligt op het eiland Islay (Hebriden). Deze whisky is zacht, kruidig en iets zilt.
Nog meer whiskynieuws: Jan belde. Op 7 februari is er weer een whiskydiner in de Residence tussen Veenendaal en Elst. Daar kijk ik naar uit!

1 bestelling: Arthur Miller, 'Focus'.

6 januari 2011

Van collega Joost kreeg ik een servetring met een gedicht van Kees Stip erop. Een jaar of tien geleden gaf Calvé die ringen weg op de hals van de sausflesjes. Ik weet nog dat ik me ergerde aan de tv-reclame. Daarin had men het over servetringen met een limerick van Kees Stip. Nu kun je van de dierengedichten van Kees Stip van alles beweren, maar limericks zijn het zeker niet! In diezelfde periode gaf ik een I-uur limericks maken. Ik schreef met mijn leerlingen een brief aan Calvé om ze hierop te wijzen. Daar kwam nooit een antwoord op. Die servetringen waren er in diverse kleuren. Ik denk dat ik deze al heb, maar ik kan dat niet controleren, want die ligt in het museum in een vitrine. Op deze gele plastic servetring staat:

Servetring 'Egel'

Een egel die, gestart te Smilde
naar Hindelopen lopen wilde
zeeg halverwege in elkaar
met een aanmerkelijke blaar.
Ach had ik, hoorde ik hem snikken,
maar iets om die mee door te prikken.

Van school reed ik naar het postagentschap op het Bruïneplein. Op de Van Ostadelaan keek ik opzij naar de oranje brievenbus en dacht: volgens mij zijn die anti-vuurwerkklepjes eraf. Ik stopte en jawel, ze waren weg. Dan kan ik gelukkig de niet al te dikke enveloppen weer gewoon in de buurt van mijn huis posten en hoef ik niet meer elke dag naar een postagentschap!

Nog meer Kees Stipnieuws. Hans ter Heijden mailt me: 'In de streek Westerwolde, waar Stip zijn laatste levensjaren woonde (in het gehucht Laudermarke), hebben we helaas nog geen Kees Stipplein, maar wellicht is het aardig om te weten dat de bibliotheken in Zuidoost-Groningen sinds zes jaar een Kees Stip Dictee organiseren. In de Hesse Bibliotheek van Ter Apel strijden dan teams van prominenten uit de gemeenten Vlagtwedde en Stadskanaal met elkaar, net als twee scholierenteams (Ubbo Emmius College Stadskanaal en RSG Ter Apel). De winnaar ontvangt de felbegeerde Kees Stipvulpen.'
Hans is docent Nederlands op RSG Ter Apel en was dat vroeger op het CLV in Veenendaal. Hij schrijft al vier jaar dat Kees Stip Dictee en leest het ook voor.
Er blijken meer koren en muziekgezelschappen te zijn die gedichten van Kees Stip zingen. Vorig jaar, bij het vijfde Kees Stip Dictee, werden er in de pauze getoonzette gedichten van Kees Stip gezongen door het koor Cantabile uit Stadskanaal.

Bladmuziek Kees Stip Cantabile

2 bestellingen: 7 x Kameleon, George Desmond en Adamski, 'De vliegende schotels zijn geland'.

7 januari 2011

Een prachtige reportage over een Terschellingse strandjutter in 'de Volkskrant' van vandaag. De drang om aan de vloedlijn te zijn én de verhalen:

Zolang Haan zich kan herinneren kwam vader thuis met spullen van zee. Zo stond in de hoek van de huiskamer van de boerderij een houten vat. Er zat sterke drank in, waar iedereen van de boerderij raar dronken van werd. 'Toen het vat leeg was werd de deksel er afgezaagd. Rolde er een dooie aap uit! Die stond op sterk water. Bestemd voor een natuurcentrum en toen van een schip afgerold, dacht mijn vader.'

TBS'ers komen alleen in het nieuws als er iets fout gaat. Dan staat half Nederland (dezelfde helft die stemt met z'n onderbuik) op zijn achterste benen. Dat maakt het er voor al die andere TBS'ers niet makkelijker op. In de bundel 'Hoe vertel ik je het?' staan gedichten waarin zij hun wanhoop beschrijven:

SPIJT

Argeloos verleden
Nu de intense spijt

Handen, voeten geboeid met TBS
Donkere toekomstbeelden bezetten hier en nu

O God waarom gunt U een mens deze realiteiten
Hoeveel zuur leven kan een leven dragen

Mijn hart bloedt dood in deze nacht
Vermoeid lichaam waart doelloos rond achter doodse tralies

Kwuo

NOODLOT

Ongenadig lot met zijn ongenadige weg
Een misstap wordt een eeuwige vloek

Tot inkeer gekomen
Is het lichaam al oud, grijs en de naam veracht

Hoelang nog rondcirkelen
Op deze ontzettend spijtige en pijnlijke weg

Waar gaat deze radeloze weg naar toe
Hoe rusten toekomstige dagen in tijd

Gevangen in verlangens en ziek afgetakeld lichaam Versleten mijn tijd in een onpersoonlijk, onwennig land.

Kwuo

Nieuw op Schrijversinfo: Benno Barnard.

8 januari 2011

Hé moeder
als je je dochter verloot,
krijg ik dan een lootje?

(C.B. Vaandrager, Gedichten, blz. 11)

Nieuw op Schrijversinfo: G.J. Resink.

Overgezet: Reina Prinsen Geerligs.

3 bestellingen: Jan Arends, 'Keefman', Toon Tellegen, 'Er ging geen dag voorbij. Negenenveertig verhalen over de eekhoorn en de andere dieren', knipsel A. de Swaan. De besteller van het knipsel is verbaasd over de mogelijkheid originele knipsels te bestellen. Volgens mij ben ik ook de enige in Nederland die dit zo doet: 'Speurend naar het artikel 'Weerwoord van de congregaties' van Bram de Swaan in de NRC van 17 juni 1981, kwam ik op uw indrukwekkende website. Bestaat inderdaad de mogelijkheid om dit artikel via u te bestellen?' En na mijn bevestiging van de bestelling: 'Hartelijk dank voor je snelle reactie! Wat een unieke service, originele knipsels. Ik zal het bedrag nu direct aan je overmaken.' De klanten zijn vandaag helemaal vriendelijk. De koper van zeven Kameleonboeken mailt: 'Ik heb zojuist de boeken in goede orde ontvangen hartelijk bedankt voor de snelle en correcte afhandeling.'

9 januari 2011

Danklied

God zij geprezen en gedankt
een maand aan een stuk door.
God zij geprezen en gedankt
al weet ik niet waarvoor.

(Hans Dorrestijn, Huiselijke omstandigheden, blz. 37)

Ik heb twee stalen archiefkasten (4 laden elk) vol met knipsels, gestorteerd op auteur. Op het moment dat zo'n auteurshangmap te dik wordt, ga ik die knipsels op jaartal sorteren en verhuist zo'n auteur van de archiefkast naar een eigen kartonnen archiefdoos. Vandaag en gisteren heb ik de knipsels van A.F.Th. van der Heijden, Multatuli en Hugo Claus op jaar gesorteerd en in zo'n archiefdoos opgeborgen. Daar zit wel een paar uur werk in.

Anne Marie had een kerstcadeau voor ons. Vanwege de sneeuw kwam daar met kerst niets van. Vandaag kwam ze het cadeau naar Veenendaal brengen. Wij gingen naar Peter en Joukje om elkaar daar te ontmoeten. Anne Marie heeft bij het leegruimen van ma's huis zolang de dozen met foto's meegenomen. die gaan we (ooit) samen nog uitzoeken. Nu heeft zij er een keuze uit gemaakt. Die foto's heeft ze door een professioneel bedrijf laten scannen en van die scans heeft ze bij Albelli een fotoboek laten maken. Het ziet er geweldig uit. Van mijn overgrootouders tot en met ons kleinkind, de hele familie passeert de revue. De oudste foto is van mijn Zeister overgrootouders (een dagje naar het strand):

Mijn overgrootouders aan zee

Het was heel gezellig bij Peter. We bleven eten. Hij had o.a. een heerlijke zelfgemaakte uiensoep. Daarmee treedt hij in de voetsporen van pa. Al durft niemand zich nog aan diens bruine bonensoep te wagen.

2 bestellingen: Tadeusz Dolega Mostowicz, 'De kwakzalver', Jan Terlouw, 'Briefgeheim'.

10 januari 2011

Het was koud vanochtend. Alles was wit van de vorst en ik moest stevig krabben op de autoruiten. Maar de natuur is verder dan ik, zo 's morgensvroeg. De hazelaars rond de parkeerplaats bij school hangen al weer barstensvol met katjes. Als het de komende week dertien graden wordt (en dat zeggen ze) dan knallen veel struiken alweer open.

Gisteren kreeg ik een reactie op mijn weblog van 13 mei 2010. In de auto naar Culemborg draaiden we die dag een EO-cd van mijn toen net overleden moeder: 'Horen zien geloven. 16 covers van wereldhits met een gospelachtergrond'. Ik verbaasde me over wat men gospelachtergrond noemt: 'You've got a friend', 'Put a little love', 'Something inside so strong', 'Have a little faith', Thank you for the music', Lean on me' en zelfs 'Turn Turn Turn' (daar komt het woord 'heaven' in voor). Hoe serieus neemt men zichzelf?'
Anne mailt me: 'Het is al even geleden geschreven maar ik kon het toch niet laten een korte reactie te sturen. Gelukkig wisten The Byrds wel waar hun tekst vandaan kwam. De citaten onderaan deze e-mail komen uit het bijbelboek Prediker. Ik neem aan dat de overeenkomst met Turn Turn Turn duidelijk is. Net als in de literatuur komen ook in de popmuziek veel verwijzingen naar de bijbel voor. Joni Mitchell (die met het nummer Big Yellow Taxi op dezelfde cd is vertegenwoordigd) is een andere artiest die een mooi bijbelgedeelte op muziek heeft gezet (http://www.youtube.com/watch?v=PlzIRXzcjY8). Stef Bos heeft dezelfde woorden uit Prediker gebruikt in zijn lied: http://www.youtube.com/watch?v=DnSxu-EPVNo. En met Stef Bos zijn we weer terug in Veenendaal (zijn geboorteplaats).'

Alles heeft zijn tijd

1 Voor alles wat gebeurt is er een uur,
een tijd voor alles wat er is onder de hemel.
2 Er is een tijd om te baren
en een tijd om te sterven,
een tijd om te planten
en een tijd om te rooien.
3 Er is een tijd om te doden
en een tijd om te helen,
een tijd om af te breken
en een tijd om op te bouwen.
4 Er is een tijd om te huilen
en een tijd om te lachen,
een tijd om te rouwen
en een tijd om te dansen.
5 Er is een tijd om te ontvlammen
en een tijd om te verkillen,
een tijd om te omhelzen
en een tijd om af te weren.
6 Er is een tijd om te zoeken
en een tijd om te verliezen,
een tijd om te bewaren
en een tijd om weg te gooien.
7 Er is een tijd om te scheuren
en een tijd om te herstellen,
een tijd om te zwijgen
en een tijd om te spreken.
8 Er is een tijd om lief te hebben
en een tijd om te haten.
Er is een tijd voor oorlog
en er is een tijd voor vrede.

 

1 For everything there is a season,
and a time for every purpose under heaven:
2 A time to be born,
And a time to die;
A time to plant,
And a time to pluck up that which is planted;
3 A time to kill,
And a time to heal;
A time to break down,
And a time to build up;
4 A time to weep,
And a time to laugh;
A time to mourn,
And a time to dance;
5 A time to cast away stones,
And a time to gather stones together;
A time to embrace,
And a time to refrain from embracing;
6 A time to seek,
And a time to lose;
A time to keep,
And a time to cast away;
7 A time to tear,
And a time to sew;
A time to keep silence,
And a time to speak;
8 A time to love,
And a time to hate;
A time for war,
And a time for peace.

Die overeenkomst valt niet te ontkennen. Weer wat geleerd (ik vind eigenlijk dat ik dat had moeten weten). Dan blijf ik overigens nog altijd vinden dat bijvoorbeeld 'You've got a friend' en 'Have a little faith' geen gospelnummers zijn of een gospelachtergrond hebben. Dat is een vorm van hogere uitlegkunde waar gelovigen van allerlei snit het patent op lijken te hebben.

Hoe vertel ik je het? Mijn verhaal

Sarien stuurde me bovenstaande twee boeken van Gabriël Anthonio. 'Hoe vertel ik je het? Dichtbundel van de schrijversclub Dr. S. van Mesdagkliniek', waar Anthonia van 1999 tot 2006 directeur was en 'Mijn verhaal. Gedichten van cliënten en medewerkers van Stichtig Jeugdhulp Friesland', waar Anthonio nu directeur is. De afgelopen dagen citeerde ik er al enkele gedichten uit. Het zijn bijzondere boeken; in de eerste plaats vanwege de inhoud, maar zeker ook door de vormgeving. In 'Hoe vertel ik je het?'is die vormgeving van studenten van de Academie Minerva van Hanzehogeschool Groningen.

Herfst

Nieuwjaarsreceptie van de PvdA in 21bis aan de Tuinstraat. Een café op de eerste verdieping met een wel heel strakke en moderne inrichting. Ik ben toch meer van de bruine kroegen.
We gebruikten deze avond ook om als afdeling afscheid van Cees Sanders te nemen. Hij was tien jaar (een gewaardeerd) wethouder met een grote kennis zaken op het gebied van de ruimtelijke ordening. Nu we - met maar drie zetels - buiten het college zijn gevallen, is hij die baan kwijt. Drie (oud-)fractievoorzitters spraken Cees toe: Alie, Adri en ik. Ik had mijn toespraakje in vieren verdeeld: Cees als lezer (liefhebber van L.P. Boon, spontaan citeerder tijdens een debat van De Génestet, prachtige Toonder-tekening op zijn werkkamer), Cees als fractievoorzitter (een spreker waar naar geluisterd werd, stevig debater die o.a. het CDA vergeleek met een duikelpoppetje), Cees als wethouder (meerdere keren uitgeroepen tot politicus van het jaar, grote vak- en dossierkennis, vond het soms nodig de raad de oren te wassen), Cees als mens (Betuwenaar: individualist, soms moeilijk voor zichzelf, gericht op de zaak en de feiten en minder op politieke spelletjes).
Van elk van de drie spreker kreeg Cees namens de afdeling een fles whisky uit het jaar waarin deze spreker fractievoorzitter werd. Ik vond dit wel een mooie manier om afscheid van iemand te nemen. Cees gaat ook echt uit Veenendaal weg: hij heeft een huis gekocht in Kampen.

1 bestelling: Antoine de Kom, 'De lieve geur van zijn of haar'.

11 januari 2011

Sarien ging vandaag (in twee tussenuren) de binnenstad van Groningen in om daar Schuitendiep 31 te fotograferen. Dit is het huis waar Belcampo na de Tweede Wereldoorlog als studentenarts kwam wonen. Hij woonde er tot zijn pensioen in 1967.

Schuitendiep 31 Schuitendiep 31

De baan als studentenarts stelde niet zoveel voor. Toen de universiteit hem had aangesteld als studentenarts protesteerden de Groningse huisartsen. Zij vonden zo'n aanstelling broodroof. Er volgde een raar compromis: Belcampo mocht wel patiënten ontvangen, maar hij mocht geen recepten uitschrijven. Daarmee was het wel een prima baan voor een schrijver. Er bleef voldoende tijd over én hij was verzekerd van een vast inkomen en hoefde wat betreft zijn schrijfwerk geen concessies te doen. Herman Sandman schrijft in 'Arcadia der Poëten': 'De studenten uit die tijd koesterden niettemin warme herinneringen aan hem. Ze wisten heel goed dat ze te maken hadden met de schrijver Belcampo. Mr. Pieter Brouwer, toen student, herinnert zich: 'Je voelde het als een hele eer als je hem je kwaal mocht voorleggen, maar als je echt iets had, ging je niet naar hem toe. Hij schreef geen recepten, ik heb het hem tenminste nooit zien doen. Hij had een grote kist met gratis monsters en daar zocht hij iets uit dat bij je ziekte paste.'

3 bestellingen: Simone van der Vlugt, 'bloedgeld', geomorfologische kaart 17 Beilen, knipsels Gerard Reve.

12 januari 2011

Een Betuwse strafklant uit de derde klas moest deze week drie middagen na haar laatste lessen op school blijven en in de gang voor mijn kantoor gaan zitten werken. Ze kwam vanmiddag naar mij toe: 'Meneer, mag deze terugkommiddag verplaatst worden naar een andere middag? Straks gaat de pont er misschien uit en dan moet ik een verschrikkelijk eind omfietsen.' Ik weigerde in die richting met haar mee te denken. Geen flauwekul: zitten en werken! Een uurtje later werd er op school omgeroepen dat de pont er inderdaad 'uit lag'. Meestal ben ik aan de 'softe' kant. Stel ik me een keer hard op, heb ik dit weer. Ik heb haar nu maar een half uurtje eerder naar huis laten gaan.

Uit een mapje met oude knipsels zit ik die over Adriaan Roland Holst in te voeren in Raban. Zo lees je wat er speelde eind jaren '60, begin jaren '70. De 'Prins der Nederlandse dichters' was een 'dichter des vaderlands' nog voor die term bestond. Hij maakte gedichten over wat er in Nederland speelde en zond die naar kranten en tijdschriften. In 'Vrij Nederland' van 30-12-1966 staat zijn gedicht 'Wie kreeg gelijk', waarin hij het aan het eind van het jaar waarin Beatrix en Claus trouwden nog eens vóór Claus opneemt. In de 'Vrij Nederland' van 13-01-1967 staan twee ingezonden brieven waarin Roland Holst ervan langs krijgt in echte jaren '60-stijl: 'Dit gedicht dat zo kenmerkend is voor de stroopsmeerderij die fanatieke monarchenverheerlijkers eigen is zou men aan het begin van de vorige eeuw kunnen dateren. De neiging tot 'likken naar boven en trappen naar beneden' die de gezapige burgerman kenmerkt vindt hier een prachtige rechtvaardiging, zo niet een stimulans', schrijft H. Boerwinkel.
A. Roland Holst liet zich hierdoor niet stoppen. Vier jaar later wond hij zich op over de volkstelling. En hij was de enige niet. In 'de Volkskrant' van 23-01-1971 stonden meerdere ingezonden brieven en daartussen stond een door hem ingezonden limerick:

Wat hebben wij 't weer getroffen!
Het valt niet meer bij te sloffen:
Schrijf op: vrouw of vent,
elke Ziel, elke cent,
want wij zijn weer onder de Moffen.

Vergelijkingen maken met de Tweede Wereldoorlog wordt tegenwoordig nauwelijks meer geaccepteerd, maar vijfentwintig jaar na die oorlog lag dat blijkbaar nog anders.

Femke Halsema riep gisteren bij haar afscheid van de Tweede Kamer op tot een uitbreiding van de parlementaire onschendbaarheid. Die moet wat haar betreft ook gelden buiten de Tweede Kamer: overal waar een Kamerlid uit hoofde van zijn functie het woord voert. Via de mail vraagt Robert hoe ik daar over denk: Wat betreft die onschendbaarheid is mijn denken wat dubbel. Ik vind het principe juist, maar we leven in een vreemde tijd. Iedereen vindt maar dat hij moet kunnen zeggen (schreeuwen, mailen, op internetfora zetten) wat hij of zij vindt en de platheid van veel van die meningen is ergerniswekkend. Juist daarom zouden onze (politieke) leiders wat bedachtzamer en gefundeerder in het meningen en presentatie moeten zijn. Zij moeten nu vooroplopen in een omgekeerde beweging.

Na het huis van Belcampo van gisteren fotografeerde Sarien nu twee huizen in Groningen waar W.F. Hermans gewoond heeft: Turfsingel 3a en Spilsluizen nz 17a.

Turfsingel 13a Spilsluizen 17a

De linkerfoto is Turfsingel 3a. Bij de openstaande deur rechts staat links huisnummer 3 en rechts staat 3a. Bij de bruine deur links horen de huisnummers 5 en 5a.
De rechterfoto is Spilsluizen 17a, de woning waar Hermans tot 1967 heeft gewoond.  Op de eerste verdieping was zijn werkkamer waar hij zijn meesterwerken 'De donkere kamer van Damocles' en 'Nooit meer slapen' schreef. De deur waar je recht tegenaan loopt als je het trapje oploopt is Spilsluizen nz 17. De deur rechts hoort bij Spilsluizen nz 17a. Rechts van de woning is een doorgang met een deur. Hier wilde Hermans altijd zijn fiets stallen, maar dat mocht niet van de huisbaas. Hierover kregen ze ruzie.

W.F. Hermans woonde later in Haren, op Julianalaan 11:

Julianalaan 11 - foto: Sarien Visser

Hermans woonde in dit huis van 1967 tot 1973. Toen verkocht hij het aan de bekende oogarts Jan Worst, die het linkergedeelte aan het huis heeft laten bouwen. Hermans nam in 1973 ontslag als docent fysische geografie bij de universiteit. Hij verhuisde naar Parijs en kwam nooit meer terug in Groningen. Zijn weduwe noemde dit later: 'De beste stap in ons leven, weg van de bekrompenheid en het niet begrepen worden in Nederland.'
Het Groninger studentendispuut Flanor nodigde Hermans in 1990 uit voor een optreden. De schrijver liet weten alleen naar Groningen te willen komen als Flanor de aula van het Academiegebouw zou reserveren, zodat hij op gepaste wijze nogmaals zijn ongenoegen over de stad Groningen en haar universiteit zou kunnen uitspreken.

Ik pakte vanavond nog wat bestellingen in en merkte dat ik moeite had met de nieuwe 'waarden' van de postzegels. De veelvouden van 0,44 kende ik intussen uit mijn hoofd, maar bij € 1,84 en € 1,38 moet ik weer even nadenken hoeveel postzegels dat dan zijn.

Toen ik vanmiddag uit school kwam, was mijn stem aan het verdwijnen. In de loop van de avond verdween hij vrijwel helemaal. Dat is lastig lesgeven, maar ik ga morgen - ook als mij stem weg is - wel naar school.

Een paar weken geleden beloofde ik - ondanks een lichte reserve - een lezing over Kees Stip te houden voor de Lions. Vanavond vraagt de Rotary of ik een lezing wil houden over Gerard Reve (in 'La Montagne', waar hij Simon Carmiggelt wilde laten logeren). Daar kan ik dan eigenlijk geen 'nee' op zeggen.

13 januari 2011

'Meneer, ik was gisteren bij de MacDonalds en daar stond: wereldberoemd in Nederland. Dat kan toch niet?'. Nee dat kan inderdaad niet en héél goed dat ze kritisch naar teksten gaan kijken, maar dit zal toch echt een grapje zijn en geen fout of vergissing. Zeker niet omdat het om een broodje kroket blijkt te gaan (die ik dan overigens bij de MacDonalds niet te eten vind, vooral vanwege de saus).

Op de nieuwjaarsbijeenkomst maandagavond kreeg ik het met Piet even over Kees Stip. Piet zet momenteel onder al zijn e-mails een dierenversje van Stip. Dat is een leuk idee. Piet wilde een Haags liefdesgedicht citeren, maar kon even niet op de letterlijke tektst komen. Hij beloofde het versje te mailen en deed dat vandaag:

Haags liefdesgedicht

Jéh ben wat ik schreeuwe wil
Maa nooit in woorde raak kén vatte
Je zit voah eeuwig in mén hagt
En ben daa neffer nooit te jatte

En inderdaad staat er onder zijn mailtje een 'Stip':

Een dame stal vaak uit de vleeshal,
een kallfskotelet of een vleesbal.
Haar kleinzoontje Kees,
was vlees van haar vlees
zodat hij daar meestal van meestal.

Een vrouw in een legging vind ik iets vreselijks. Als mijn vrouw een legging aantrekt, is dat een echtscheidingsgrond; dan ben ik 'weg om legging'!
René Dings verzamelde honderden voorbeelden van foutief spatiegebruik - te beginnen met 'lunch pauze' op een bord in de Leuvehaven in Dordrecht. Hij zetten ze op een website en in 2010 verschenen ze in een bijzonder onderhoudend boekje.

Weg om legging Weg om legging
Runderbiefstuk met een bos paddestoelensaus
Koop zondag Nijmegen
Blinde geleidehond
Frogers in actie voor minder bedeelden
Invalide inrit – geen auto’s plaatsen
Vuile handenreiniger
Scheidsrechters te kort
Naakt model tekenen
Strooi zout
Een wild diner samenstellen
Rijp geoogst hand gesneden
Konijnen bouten in pruimensaus
Honden poep vrije zone
Buiten band kopen binnen band gratis
Dames hakken € 5,95
Verkoop medewerker binnendienst

14 januari 2011

De 21ste eeuw in 185 gedichten Waar Joost Zwagerman misschien de nationale prozabloemlezer is, is Gerrit Komrij met zekerheid de nationale poëziebloemlezer. Hij richtte zich al eerder op oude poëzie en vorig jaar kwam van hem de bloemlezing 'De 21ste eeuw in 185 gedichten' uit.
Ik kocht het deze week via Boekwinkeltjes. Een Belgische aanbieder was de goedkoopste. De verzendkosten zaten zowel voor België al voor Nederlands bij de prijs in. Dan moeten ze dicht bij de grens wonen en de boeken in Nederland gaan posten. Ik twijfelde even of ik de bestelling zou doen (als iets op internet té mooi lijkt om waar te zijn, dan is het meestal ook niet waar), maar ik nam de gok en vandaag kwam het boekje netjes aan: inderdaad in Nederland naar een postkantoor gebracht.
Het is een interessante bloemlezing die je kennis laat maken met een aantal jonge (jonger dan 35 jaar) dichters. Van de meeste had ik al wel een bladzijde voor Schrijversinfo in voorbereiding: Jan-Willem Anker, Bas Belleman, Wineke de Boer, Anneke Claus, Maarten Das, Danny Degenaar, Lernert Engelberts, Annemieke Gerrist, Maarten Inghels, Marije Langelaar, Siewger M.G., Geert Ooms, Kris Pint, Jaap Robben, Xavier Roelens, Erik Solvanger, om er maar eens een aantal te noemen.

G.J. Resink is een veel oudere dichter, waar ik onlangs een Schrijversinfobladzijde over maakte. Sarien corrigeerde deze bladzijde vandaag:

Versklaar

Als krabbesporen op het strand,
als vogeltrekken in de lucht,
als vissenkringen in het water,
als verste vonken van elk vuur,
zo moeten ook gedichten zijn:
voortvluchtig in hun element.

G.J. Resink, Is dit genoeg: een stuk of wat gedichten II, blz. 137)

Resink heet in 'Is dit genoeg: een stuk of wat gedichten' R.J. in plaats van G.J. Ik heb op internet gezocht naar een Resink die R.J. heet, maar zo iemand heeft nooit gepubliceerd. Een beetje slordig dus van Buddingh'.

Vanmiddag moest ik naar de podoloog om mijn steunzolen te laten controleren. Ik wist dat ik begin 2011 een afspraak had, maar was het kaartje kwijt. 'Even bellen, om te vragen wanneer die afspraak is', had ik me voorgenomen, maar dat schiet er dan bij in. Ze belden nu zelf: of de afspraak van vier uur naar drie uur kon. Dat vond ik prima, maar het is maar goed dat ze belden, want ik vrees dat ik om vier uur niet verschenen was.

3 bestellingen (allemaal poëzie!): G.A. Bredero, 'Nederlandsche dichters', Tomas Lieske, 'Hoe je geliefde te herkennen', T. van Deel van, 'Achter de waterval', B. Servet, 'Eén per pagina'

15 januari 2011

Met alle sneeuw en ijs hebben we al een poosje geen lege flessen weggebracht. Dat deden we vanmiddag. Het embalageapparaat telde 71! lege statiegeldflessen.

Gisteren noemde ik 'De 21ste eeuw in 185 gedichten'. Vandaag zocht ik erin naar gedichten/dichters die me bevallen. Er springen er twee uit. Ik heb geprobeerd voor mezelf duidelijk te krijgen wáárom de twee me dan bevallen.

De eerste is Lernert Engelberts. Bij hem is het de toon, het parlando ..... zijn gedichten doen me denken aan die van C. Buddingh'.

Uitgangspunt

Je bent jaren van huis geweest
en als je de auto in de straat
waar je woonde stilzet blijkt
alles te zijn zoals bij je vertrek.

De tuin rond het huis heeft
niet stilgestaan; hij is in de hoogte
gegroeid, maar de bomen staan
nog steeds op hun plaats.

De trage slakken van de ontwikkeling
begroeten je bij de deur;
het doet je pijn ze in dezelfde kleren
te zien, het doet je pijn de geur van toen
in de hal te ruiken.

Weer aan de ontbijttafel gezeten
luister je naar wat de met rimpels omrande
monden te zeggen hebben:

'De kaas is op.'
'Er ligt nog wel een stuk in de koelkast:

Verontrust kijk je rond. Gelukkig.
je kunt door het open raam naar buiten
vluchen wanneer je wilt.

Wat ben je veranderd, zegt ze als jullie
met thee en taart in de tuin zitten.
Verontrust vraag je je af: waarom jullie niet?

Verlaten terrein

Het mooiste van de kermis was niet
het schelle geluid van botsende auto's
het lonkende licht, de grijparm
die het horloge miste of de zoete geur
van de suikerspinwagen, maar

de bleke vierkanten in het gras,
de afdruk die de kermis op de grasmat
van het park achterliet.

En dat ik dan met mijn zusje aan de hand
naar die plekken terugkeerde en zei:
'Kijk, daar stond de draaimolen,
daar de schiettent, en hier de jongen
die kaartjes verkocht voor het spookhuis.'

Daarnaast viel me in deze bundel Quirien van Haelen op. Hele andere gedichten, waarbij vooral het stacato ritme opvalt en natuurlijk de onverwachte wending in de laatste regel:

Topmodel

In vijfenvijftig was ik topmodel
En hing bij tienerjongens aan de muur
Bezorgde hun zelfs slapeloze nachten

Het boegbeeld van de Hollywoodcultuur
Met mannen die verlekkerd naar mij smachtten
Dat is voorbij, ik vraag me af waarom

'omdat ik zuip,' zeg ik in mijn gedachten
'En stevig rook en nogal hevig brom
Of komt het door mijn maat, een XXL?'

Maar mij om zoiets dumpen is niet fair
Ik ben en blijf een Chevrolet Bel Air

Het Wilde Westen

Het aanzien van docenten is gedaald
De veiligheid op school is afgebroken
Het overheidsbeleid heeft zwaar gefaald
En leerlingen, die snuiven, slikken, roken
Wat zich in asociaal gedrag vertaalt

We zijn in een geweldsspiraal verdwaald
Er wordt op school geschoten en gestoken
En heeft een leerling een laag punt gehaald
Of voelt hij zich niet netjes aangesproken
Dan wordt dat op de leraar hard gewroken

Toch sluit ik met een positieve toon
Wat ben ik blij dat ik in Limburg woon

1 bestelling: knipsels Nooteboom.

16 januari 2011

Het is druk in de lappenmand. Mijn stem is nog steeds niet terug, ik heb een stijve nek. Lidy heeft hoofdpijn. Suzanne en Gijs zijn grieperig. Op school waren er deze week tientallen zieken. De komende week is er toetsweek. Het zal druk worden op de inhaalmomenten.

Ik zit een dikke envelop met oude knipsels 'H' in te voeren in Raban. Veel knipsels uit de tweede helft van de jaren '50 en de eerste helft van de jaren '60. Van sommige auteurs heb ik nog nooit gehoord. Daarnaast valt ook de gedragen stijl van de recensenten op. Een voorbeeld: Gerard Knuvelder bespreekt Frits Huël:

Maatschappelijk schijnt hij zijn carrière wel zo ongeveer achter de rug te hebben. Sinds korte tijd is hij met publiceren begonnen. Voorzover mij bekend, staan op zijn naam reeds drie romans en twee gedichtenbundels. Aanzienlijke opgang hebben zij niet gemaakt, maar het zou zeer bepaald onjuist zijn onvoldoende aandacht aan deze merkwaardige auteur te schenken. Hij verdient deze aandacht niet alleen om zijn schrijfkunst, maar ook om datgene wat hij te zeggen heeft. (Gerard Knuvelder, De Tijd, 22-02-1958)

Gerrit Komrij breekt met die gedragen toon én breekt de gerecenseerde af. In dit geval de véél te breedsprakige J.S. Henriksson, onder de weinig verhullende kop: 'Te veel van het niet zo erg goede':

Waar anderen nog wel eens op een speelse wijze willen variëren, zodat men het ze niet kwalijk kan nemen wanneer ze niet altijd even kort van stof zijn, stapelt mevrouw Henriksson de ene gelijkwaardige uitdrukking op de andere, en dat niet enkele malen, maar het hele boek door, bladzijde na bladzijde. .... Wie op deze manier en wijze zijn of haar boek met novelle, verhalen uitrekt, uitdijt, uitsmeert, kan niet anders verwachten dan dat ik mijn recensie, bespreking, boekbeoordeling besluit, voltooi, afmaak, beëindig met: of het niet beter ware dat zekere vrouwen naaiden, borduurden, verstelden? (Gerrit Komrij, Parool, 13-03-1971)

Nieuw op Schrijversinfo: Jan Willem Hofstra.

Bloemen voor Brenda Hemelse modder Tafel van twee

Ik zag makkelijk 'Ja', wanneer men mij vraagt voor een lezing o.i.d., al is het maar omdat ik het zelf leuk vind om te doen. Daarbij moet ik wel mijn tijd, ook qua voorbereiding, in de gaten houden. De komende weken zitten aardig vol:
- 20 januari: open dag (en 's middags ook nog overleg lesbrief 'Hollandia').
- 21 januari: open dag.
- 22 januari: Herman van Veen in 'De Lampegiet'.
- 24 januari: Korte lezing over Kees Stip voor de collega's in het 'Viseum'.
- 26 januari: Lezing Kees Stip in het 'Viseum'.
- 29 januari: rondleiding Kees Stip in het 'Viseum'.
- 3 februari: Gastlessen 'Christendom' tijdens project 'Holy Mass'.
- 10 februari: Lezing Kees Stip voor de 'Lions'.
- 25 februari: Lezing Gerard Reve voor de 'Rotary'.

Vanavond lees ik de e-mailversie van de Veenendaalse Krant en slaat er een lichte paniek bij mij toe:

Kees Stip

Lezing over Kees Stip in De Cultuurfabriek
zondag 16 januari 2011 00:01

VEENENDAAL - Mats Beek geeft woensdag 19 januari een lezing over de in Veenendaal geboren en getogen dichter Kees Stip. Daarbij ligt de nadruk vooral op zijn jeugd in Veenendaal en de sporen van die ‘Veense jeugd’ in dat werk.

Zo leerde Kees Stip zwemmen in een met lijnen afgezet stuk Omleidingskanaal (nu aan de Raadhuisstraat). Zijn vader was bestuurslid van deze ‘badinrichting’. Over het leren zwemmen met twee varkensblazen heeft Stip een sonnet geschreven. Het werk van Kees Stip is in te delen in enkele categorieën (parodieën, dierenversjes, sonnetten, kinderboeken en vertalingen).

Op elk van die categorieën wordt tijdens deze lezing kort ingegaan. De lezing is in het leescafé op de begane grond van de Cultuurfabriek vanaf 20.00 uur. Aansluitend bestaat de mogelijkheid om de tentoonstelling in Museum Viseum te bekijken. Om de lezing bij te wonen wordt een entreeprijs van 2,50 euro gevraagd.

Ik heb 26 januari in mijn agenda staan: dus óf ik heb nog maar twee dagen óf het staat woensdag verkeerd in de krant. Ik heb Natalie van het 'Viseum' gemaild. Als het toch de 26e is, kan ze dat morgen nog aan de 'Veenendaalse Krant' doorgeven. Dan kan het in de papieren versie van woensdag nog goed vermeld staan.

1 bestelling: Willem Brakman, 'Het zwart uit de mond van Madame Bovary'.

17 januari 2011

Aan het begin van de middag had ik contact met het museum. 19 januari is een foutje. Het moet echt 26 januari zijn. De rondleiding hebben we verplaatst naar zaterdag 12 februari.

V3 maakte vandaag al - op de eerste dag van de CT-week - de toets. Dat is lekker, want dan kan ik meteen beginnen met nakijken en zo is het correctiewerk wat over de week verdeeld. De eerste vragen heb ik nagekeken en het lijkt erop dat ze de toets goed gemaakt hebben.

Ongerijmde rijmen

Van Michel van der Plas verscheen in 1954 de bloemlezing 'Ongerijmde rijmen: een blik in de speelkamer van muzen en poëten, waarin de muzen soms in haar hemd en de poëten op kousevoeten verschijnen, en dientengevolge een sfeer van ongedwongen hartelijkheid en hatelijkheid heerst, welke geest en hart verfrist, en alle plechtigheid verjaagt uit vijf eeuwen Nederlandse poëzie'. In 1960 volgde een uitgebreide tweede druk als Prisma-pocket. Uit die tweede druk zit ik vanavond de gedichten aan Schrijversinfo toe te voegen.
Er zit niet zo veel verrassends bij. Het zijn vooral de bekende, oudere namen: Staring, Huygens, Gezelle, Langendijk, Paaltjens, De Schoolmeester en ook Zonderland, Van Iependaal, Van der Steen, Stip, Marja. Uiteraard leest ook Van der Plas zichzelf bloem. En eerlijk is eerlijk: dat zijn lang niet de slechtste verzen uit de bloemlezing. Ik citeer twee verzen uit onverwachte hoek: J.A. Alberdingk Thijm:

Een les die ons de Zondvloed biedt:
De waterdrinkers deugen niet!

en

Wat is de wijnstok niet bekend
In 't oude en nieuwe Testament!

Morgen heb ik voor de tweede keer een 'echte' BAPO-dag. Twee weken geleden ben ik een groot deel van de dag wel naar school geweest, omdat ik toen de maandag ervoor uren in het museum was in plaats van op school. Ik moet wel uitkijken dat ik die vrije dagen niet vol klusjes ga duwen. Morgen zijn dat al: naar de boekhouder, de trapleuning maken, met de Opel even naar de garage en eigenlijk ook nog even langs het museum om afspraken voor de 24e te maken. Los daarvan ligt er ook nog het één en ander aan correctiewerk. Acht, we houden onszelf doorlopend voor de gek.
Maar toch voelt het lekker, zo'n extra vrije dag. En zo'n avond als vanavond voelt als een vrijdagavond. Daarom ga ik zo maar een potje klaverjassen op internet, met een Duveltje in de hand.

Nieuw op Schrijversinfo: Frank Herzen.

1 bestelling: knipsels Dick Bruna.

18 januari 2011

Overgezet: Jacob Israël de Haan.

Pijpelijntjes Het joodsche lied

Zo, de meeste klusjes - en nog een paar extra - zijn geklaard: de trapleuning is vastgezet, de vissenkom is weer schoon, de ct's zijn nagekeken, er ligt nieuw hout in het houthok, ik heb nieuwe etiketten gekocht. Die etiketten kocht ik bij Van Kooten, waar ik ook 'Dagboek 1972' van Jan Wolkers van de opruimingstafel meenam (er ligt nog genoeg). Wolkers keek op oudejaarsavond 1971 naar de oudejaarsconference van Seth Gaaikema en denkt daar - tijdens het vegen van de vloer en het opruimen van de lege flessen - het zijne van:

Onder het zwabberen komt steeds weer de gore smaak in mijn mond van de televisie gisterenavond. Dat programma van die hoer en reetlikker van een Seth Gaaikema. Al dat tuig uit de politiek dat hij zat op te wrijven. Die infantiele debiel van een Van Agt en dat miserabele mannetje Drees jr. Het was artistiek alleen al zo'n volstrekt dieptepunt, dat je met walging het hele programma uit bleef kijken omdat je nooit meer wilde vergeten dat dit mogelijk was.

Bol.com valt me nu toch een beetje tegen. Ik bestelde voor de kerstdagen de cd 'Sings The Truth' van Malvina Reynolds (omdat ik een lp met door Cobi Schreijer vertaalde nummers heel mooi vond). Daar stond 2 tot 3 weken voor, maar ik kreeg een mailtje dat het op z'n vroegst 1 februari wordt. Dat zijn 6 weken. Dan kan ik hem beter en waarschijnlijk ook goedkoper zélf uit Amerika laten komen!

Sarien stuurde me foto's van het huis van Gerrit Jan Zwier in Zuidhorn. Het adres zelf noteer ik maar niet. Er staan veel van deze woningen in die wijk. De prominente plaats van de berk in de voortuin vind ik wel bij Gerrit Jan Zwier passen. Berken hebben toch iets noordelijks.

 

Zuidhorn Zuidhorn

Nieuw op Schrijversinfo: Alex van der Heide. De dichter die bekend werd met enkele limericks, waarvan er één in het collectieve geheugen van iets ouder Nederland zit:

Een zekere Achmad in Baghdad
Lag plat met z'n gat op z'n badmat,
Zo las hij z'n dagblad
En iedereen zag dat,
't is raar, maar in Baghdad daar mag dat!

19 januari 2011

We hebben aparte krantenbezorgers op het moment. 'De Gelderlander wordt midden in de nacht (ergens rond drie uur) met de auto gebracht. Die hebben we in ieder geval op tijd. 'De Volkskrant' wordt tegen zeven uur bezorgd door iemand met (vermoedelijk) het Syndroom van Gilles de la Tourette. De eerste paar keer schrokken we wakker van zijn gemopper en geschreeuw. Je bent even bang voor een dronkeman of voor vandalisme. Nu zijn we er wel aan gewend (gisteren betoogde hij luidkeels dat 'ze haar benen wijd moest doen'), maar apart is het wel.

Tygo kwam me vanmiddag zijn jas brengen. Hij wilde naar buiten. Laarzen aan, bivakmuts op. Ik liet hem bepalen waar we naartoe gingen. Zo kwamen we bij het speeltuintje op de Brederodelaan. Ook die glijbaan klom hij zelf al op. Daarna wilde hij vooral met zijn laarzen door de plassen stampen. Op een gegeven moment was ik het zat, maar hij nog lang niet. Toen we weer in huis waren, bleef hij nog een kwartier mopperen en naar de deur wijzen.

Glijbaan Brederodelaan Glijbaan Brederodelaan

3 bestellingen: Antoon Coolen, 'De ontmoeting', George Orwell, 'Animal farm', Robert Wilder, 'A stranger in my arms', Arthur Koestler, 'The age of longing', Irwin Shaw, 'Two weeks in another town', Dahne du Maurier, 'The breaking point', Frances Malm, 'World Cruise'.

20 januari 2011

De toetsweek loopt lekker. Het aantal zieke leerlingen valt mee. Gisteren was er in mijn derde klassen zelfs helemaal niemand afwezig. Vanmorgen ontbrak er een tweede klasser. Zij was niet ziek gemeld. Ik belde naar huis en joeg daarmee haar moeder in de stress. Haar dochter was wel gewoon op tijd van huis gegaan. De leerling bleek in de aula te zitten. Ze dacht dat ze de toets latijn na de toets aardrijkskunde had, maar die zat ervoor. Probleem opgelost en ik heb haar die gemiste toets in mijn kantoor laten maken.

Vanavond hadden we de eerste van twee open dagen. Van 18.00 tot 21.00 uur. Het was sfeervol en lekker - maar niet té - druk. Wat me vooral opviel was dat de moeders tegenwoordig zo jong zijn, maar dat zal wel een kwestie van referentiekader zijn.

Sarien was vandaag in Leeuwarden. Ze fotografeerde twee 'Poëzie op straat'-gedichten. Het gedicht 'Onvervreemdbaar' van Ida Gerhardt (Wirdumerdijk, voor de openbare bibliotheek) en het gedicht 'De dichter des vaderlands spreekt' van Gerrit Komrij (Beursplein, schuin voor de entree van een bankgebouw) en de vroegere gevangenis 'De Blokhuispoort' aan het Blokhuisplein 40 waar Johan Brouwer van 1922 tot 1928 - waarschijnlijk ten onrechte - gevangen heeft gezeten.  
Het gedicht van Komrij ligt er netjes bij (al zit er een barst in ). Het gedicht van Gerhardt heeft dringend onderhoud nodig. Uit een aantal letters van het gedicht is de verf verdwenen. In deze letters blijft water staan. Dit maakt het gedicht vlekkerig en onleesbaar. Bovendien is er naast de steen een groot permanent reclamebord geplaatst dat een grote, storende schaduw over de steen werpt. Dit is zeer hinderlijk.     

Poëzie op straat - Gerhardt Poëzie op straat - Komrij
Blokhuispoort Blokhuispoort

21 januari 2011

Met nakijken van de toetsen ben ik lekker opgeschoten. Het is klaar en de cijfers staan in Magister. Nu moet ik alleen nog van tweeënhalve klas de boekverslagen.

Tweede open dag vandaag. Voor me langs liep een moeder met twee dochters. Eén van de meisjes vraagt: 'Hoe laat is het, mama.'. De moeder zegt: 'Goede tijden is in ieder geval al begonnen!'

Wat gebeurt er in Spanje?

'Wat uit boeken valt' blijft af en toe verrassend. Ik bladerde door 'Nagelaten verzen' van Johan Andreas Dèr Mouw (Adwaita); een eerste druk uit 1934, met een inleidende aanteekening van Victor E. van Vriesland. Die spelling geeft al een aardig tijdsbeeld, maar de flyer (20x13,5 cm.) die in het boek zat doet dat nog meer.

Het feit dat de flyer juist in dit boek zat, maakt het in de tijd plaatsen makkelijker. De Spaanse Burgeroorlog was van 1936 tot 1939. De jaren '30 was de tijd van crisis en van grote werkloosheid.

Bij Fokas Holthuis bestelde ik drie bibliofiele uitgaven van 'De Uitvreter' uit Zoeterwoude:
- Kees Stip, Kwatrijn voor Katrijn (1993)
- Patty Scholten, Swingt, zaagt & schuurt (m.m.v. Kees Stip & Velibor Vidakovic) (2004)
- Willem Wilmink, Voor 5 en 7 december (2004)

Kwatrijn voor Katrijn

Kwatrijn voor Katrijn - voorzijde Kwatrijn voor Katrijn - achterzijde

22 januari 2011

Recensie 'De passievrucht'

Ik ben bezig met een stapel knipsels uit 1999. Ik stuit op een recensie van 'De passievrucht' (in de recensie abusievelijk aan elkaar geschreven') van K. Glastra van Loon. Mijn leerlingen lezen dat boek nog met enige regelmaat, het is verfilmd en vertaald in ruim dertig talen; dus je mag wel zeggen dat het een succesvol boek is.

Het was de eerste roman van Karel Glastra van Loon. Hij had een jaar eerder al wel een verhalenbundel gepubliceerd: 'Vannacht is de wereld gek geworden'. Toch sloeg 'De passievrucht' niet direct aan. Pieter Steinz besprak het boek in het NRC in de serie 'Klein kapitaal', een serie recensies van boeken die in het literaire hoogseizoen onopgemerkt bleven. Dat is opmerkelijk!

We zagen vanavond een voorstelling van Herman van Veen in 'De Lampegiet'. Vrijdagavond én zaterdagavond uitverkocht! Een vakkundig opgebouwde voorstelling, maar de magie is er bij Herman van Veen een beetje af. Er is positiefs genoeg over te zeggen: mooie liedjes (minimaal drie van Willem Wilmink), goede muzikanten die nog kunnen zingen ook, knap doorgevoerde zwart-wit-symboliek, doordachte theatergrapjes (toneeldoek als hoofddoekje, heen-en-weer hollende technici op de achtergrond bij 'Opzij' als toegift). Maar daar staat ook wel wat negatiefs tegenover: voor een toegangsprijs van € 31,00 per persoon mag hij de teksten wel uit zijn hoofd leren, dat hoge stemmetje kennen we nou wel en als je het publiek aan het begin van de voorstelling drie dingen leert doen dan moeten die tijdens de voorstelling wel op een logische manier terugkomen. Maar alles afwegend was het toch een aardige avond.

Om half elf schoven we door naar 'Het Witte Paard'. Daar vierde Lida het feit dat ze vijftig geworden is. Jan-Willem zat, toen wij aankwamen, buiten tussen de rokers. We praatten even bij. Hij was onderwijzer op de Rehobothschool, maar blijkt al zo'n tien jaar docent Nederlands te zijn op het CSV. Hij woont tegenwoordig in Beekbergen. Hij blijkt bevriend te zijn geweest met de overleden eerste echtgenoot van Lida. De wereld is klein en lijkt steeds kleiner te worden. Binnen sprak ik wat andere bekenden, al valt dat 'spreken' met die keiharde kroegmuziek niet mee. Ik verwacht dat eigenlijk niet bij een 50-jarige verjaardag. En het geluidsniveau staat dan nog los van de puberale teksten: 'Ik wil je tieten zien' en 'Ik ben aan de schijt'. Of ben ik weer de enige die naar die teksten luistert. Op een schoolfeest zou ik zulke nummers verbieden! Aan de andere kant: de aanwezigen hadden het zichtbaar naar hun zin en uiteindelijk gold dat ook wel voor mij (al ben ik van dat 'zichtbare' wat mezelf betreft niet helemaal zeker).

2 bestellingen: 2 fotoboeken oud-Lunteren, knipsel Achilles Cools.

23 januari 2011

'De Volkskrant' deed gisteren verslag van de studentenprotesten in Den Haag. Er worden ook wat studenten-tweets geciteerd. Dit is de aardigste:

PVV heeft een hekel aan mensen die ze niet kennen.
Eerst allochtonen, nu mensen met een opleiding.

(Nynke Kruiderink).

Vanmiddag dronken we een kop koffie in Culemborg. Opvallend veel ganzen op de weilanden onderweg. En een enkele reiger.

Ik heb vandaag veel boekverslagen nagekeken. De tweedeklassers moesten een ander einde voor het boek verzinnen. De derdeklassers moesten een interview met de hoofdpersoon verzinnen. Leerlingen blijken een hekel te hebben aan een open einde. Als ze dat herschrijven, gaat het 'opene' eruit. Verder blijken ze vooral een happy end te willen lezen. Ook dat maken ze er in veel gevallen van.
Zowel in de tweede als in de derde klas hebben leerlingen 'Het Achterhuis' gelezen. Dat leidt bij het herschrijven tot geschiedvervalsing. Net voor de inval in het Achterhuis wordt de familie Frank door het verzet naar de Veluwe gebracht. Ook bij het interview blijkt Anne Frank nog in leven. Loran weet de actualiteit knap in het interview mee te nemen en verdient mede daardoor een hoog cijfer:

Wat vind je ervan dat ze onlangs de boom hebben weggehaald die naast het achterhuis stond?

"Het weghalen van die boom vind ik jammer. Ik heb er vaak naar gekeken als ik me verveelde en uit het raam keek. Het was een hele mooie boom en het was zo ongeveer het enige stukje natuur wat ik zag in de tijd in het achterhuis."

Nieuw bij 'Veense schrijvers': Rob Doeve.

2 bestellingen: Els Valkenburg-Walsteijn, 'Het ABC van de Reiki. De 800 meest gestelde vragen over Reiki', knipsels Adriaan van Dis.

24 januari 2011

De eerste lessen van de tweede helft van het schooljaar. Het gaat hard. Zolang alles nog niet is gecorrigeerd en de cijfers dus niet bekend zijn, voelt het voor docenten en leerlingen meer als afronding van het tweede cluster dan als begin van het derde.

Vanmiddag deden we de personeelsvergadering in het leescafé van 'De cultuurfabriek'. Ik hield een ingekorte lezing over Kees Stip en daarna konden de collega's de tentoonstelling over Kees Stip, het Veens historisch museum én de bibliotheek bekijken. Vrijwel geen van de collega's was al in dit nieuwe gebouw geweest. Omdat zo'n tachtig procent vande collega's buiten Veenendaal woont, zullen ze er ook niet zo gauw komen. Nu weten ze tenminste waar ze hun leerlingen naartoe sturen.

1 bestelling: Antony Kok, 'Ik ben maar zelden goed bij stem'.

25 januari 2011

BAPO! Vanochtend reed ik naar Valburg. Veel ganzen; in de weilanden én in de lucht, maar ook reigers, zwanen, aalscholvers en één buizerd. Ik had nog een pakje boeken liggen voor Wim (van Henk). Ook bracht ik mijn Buddingh'-kastje naar Wim. Hij wil het fotograferen voor een boek over die kastjes. Verder had ik nog drie dozen lege potjes voor ze. Ze hebben allerlei fruitbomen rondom De Mellard staan en verzamelen vast potjes voor de volgende oogst. Ik kreeg twee volle potjes van het afgelopen jaar mee: mispeljam en kweeperenjam met amandel. Zulke jams koop je in ieder geval niet in de supermarkt.

De afgelopen dagen stond er - een beetje cryptisch - in allerlei kranten dat de Stiplezing deze week is (en niet vorige week):

Lezing over Kees Stip

Een mailtje van Bert: Of ik een stuk of twintig pocketboekjes (Prisma/Zwarte Beertjes met maximaal 150 pagina's) kan missen.
Hij wil er met zijn klas egels van gaan maken.
Ik ben toch van plan om op zolder eens flink op te ruimen (en dan ook echt boeken weg te doen), dus die twintig pockets kan ik wel ophoesten.
Dan hoef ik er ook geen geld voor te hebben. Laat hij maar van een paar goed gelukte exemplaren een foto voor me maken.
Egel van pocketboeken

Adresstempeltje Nico Scheepmaker Tussen een stapeltje poëziebundels (van Bubb Kuyper) vind ik 'Ik rook een vredespijp' van Paul Snoek, uit 1957. Het boekje heeft bruine kringen en de bladzijden zijn wat gerimpeld: vochtschade. Als een boek heel algemeen is, gooi ik het bij vochtschade weg, maar dit boekje is redelijk gezocht en bovendien blijkt het afkomstig uit de bibliotheek van Nico Scheepmaker. Zijn adresstempeltje staat op de eerste bladzijde.

De poëziebundels passen niet meer op de planken. Vanmiddag maakte ik ruimte door de boekenweekgeschenken in dozen op zolder te zetten. Dat was een complete plank en ik verkoop er nauwelijks iets van. Nu heb ik een plank extra voor poëzie. Daar moet ook de poëzievoorraad die nog niet te koop staat nog bij kunnen. Het is woekeren met de ruimte. De komende tijd moet ik vooral verkopen en weinig zelf kopen.

Nieuw op Schrijversinfo: Hendrik van Teylingen.

1 bestelling (uit Zuid-Afrika): knipsel Hugo Brandt Corstius.

26 januari 2011

Het nieuwe hoofdstuk in klas 2 begint met het verhaal 'Blind date' van Theo Hoogstraten. Dat is een mooie gelegenheid om weer eens 'verhalend' uit te pakken. Een strandfeest, blind dates, zoenende teeners, een gluurder, messteken, eerwraak. In twee klassen lukte deze 'boekpromotie': er zijn leerlingen van plan dit boek te gaan lezen. In de andere klas pakte dat anders uit: twee meisjes zeiden: 'U gaat toch niet het hele verhaal vertellen meneer. We willen dat boek gaan lezen, maar dan moet u nu stoppen met vertellen.' Uiteindelijk gingen deze twee even op de gang staan, terwijl ik aan de rest van de klas het verhaal verder vertelde.
Grappig, maar ik weet op zo'n moment nooit of die meiden nou serieus zijn, of dat ze me te pakken nemen. Misschien hadden ze die vijf minuten op de gang wel ontzettend lol omdat ik erin getrapt ben.

Lezing over Kees Stip in het museum vanavond. Er waren dertig stoelen neergezet en dat was net te weinig. De mensen van het museum niet meegerekend zullen er dan zo'n dertig bezoekers geweest zijn. Dat valt mij niet tegen. Bij die bezoekers waren nogal wat bekenden: Hannie van Schuppen, Henk v.d. Heuvel, Heimen Looyen, Joke Bruggeman (om er maar een paar te noemen). Ik was wat gespannen, maar het liep wel goed. Uiteindelijk was ik bijna anderhalf uur lang aan het woord. Dat is ook lang zat. Ik heb de mensen o.a. mee laten denken over de vijftien dierengedichten die op de schutting aan het Kees Stipplein moeten komen. Er werden wel wat bruikbare gedichten genoemd. Als we die gaan gebruiken, kunnen die mensen de komende twee jaar trots dat gedicht aanwijzen en zeggen dat zij die uitgekozen hebben. Afgelopen maandag werkte de cd-speler goed. Nu had hij kuren. Pas nadat Frits de cd had schoongemaakt lukte het Kees Stip 'Het Hanengeschei' te laten voorlezen.

5 bestellingen: Peter van Zonneveld, 'Panorama van de 19e eeuw. De tijd van de Romantiek en Biedermeier' (Bulkboek 164), C.P. Snow, 'Time of Hope', C.P. Snow, 'Last Things', William D. Kuik, '45 gedichten', Victor E. van Vriesland (samenstelling), 'De spiegel van de Nederlandse poëzie van de Middeleeuwen tot en met de Tachtigers', knipsel Sanne Terlouw.

27 januari 2011

De leerlingen schreven betogen tegen dierenmishandeling vandaag. Dat levert een rustige lesdag op met daarna veel en voorspelbaar correctiewerk: legbatterijen, proefdieren, zeehondjes en stierengevechten komen in grote hoeveelheden voorbij. Ze moesten thuis nadenken over de vorm van dierenmishandeling waar ze over wilden schrijven en over hun argumenten. Het betoog moest vijf alinea's tellen. In de eerste alinea vertellen waar het over gaat en je mening geven. Dan drie alinea's met in elke alinea een uitgewerkt argument en een vijfde alinea met een conclusie of aanbeveling. Als ze thuis écht hebben nagedacht, lukt het om in drie kwartier zo'n betoogje te schrijven (handgeschreven, want ik wil de spelling beoordelen).
Eén leerling kwam met een kant en klaar uitgeprint betoog de les binnen. Die heb ik onmiddellijk ingenomen en ik heb haar gezegd het betoog opnieuw, handgeschreven (en in eigen woorden) te maken. Als docent neem je zo een zeker risico: het kan een scène opleveren. Maar deze leerling accepteerde het en ging aan het werk. Ik heb halverwege de les nog wel gevraagd of het lukte. Zonodig had ik haar het ingenomen werk nog een keer door laten lezen.
Een andere leerling (14 jaar!) vroeg of seks met dieren ook dierenmishandeling is. Ze had dat bij haar voorbereiding op internet gevonden. Ik zei dat ik daar nooit zo over heb nagedacht, maar dat het me wel mishandeling lijkt. Ik zei ook dat het wel een origineel, maar niet zo makkelijk onderwerp is. Ze koos (gelukkig) voor een ander onderwerp. Aan de andere kant had ik uiteraard ook zo'n betoog wel zakelijk kunnen beoordelen.

Het plan om 'iets' te doen met de schutting bij het Kees Stipplein is goed gevallen. Diverse culturele instellingen, maar bijvoorbeeld ook de bouwer en de projectontwikkelaar kunnen zich op die schutting presenteren. Die 'stukken' presentatie van twee bij vier meter worden dan afgewisseld met (twaalf) dierenversjes van Kees Stip. Ik had er vijftien uitgezocht, maar dat was dus teveel. We schrapten er drie, waardoor helaas 'Op een bok' afviel. Het kunnen steeds maar zes regels zijn. Het lukte gelukkig om zo ook een paar van de gisteren tijdens de lezing voorgestelde gedichten mee te nemen:

 

Op een bij

Er was een bij te ’s-Gravenhage
die antwoord wist op alle vragen.
Toen men hem moeielijk genoeg
’Wat was was eer was was was?’ vroeg
werd hij de winnaar van de quiz
met ‘Eer was was was was was is.’


Op een dromedaris

Een dromedaris in de Peel
ontmoette onlangs een kameel.
’Ik zie’, zo sprak de dromedaris,
’iets wat mij waarlijk als het waar is
met eerbied en ontzag vervult:
een dromedaris met een bult.’

Op een eendagsvlieg

‘Ach,’ sprak een eendagsvlieg te Doorn,
’hoe heerlijk is het ochtendgloren
en hoe verrukkelijk het uur
waarop het laaiend zonnevuur
verstild ter kimme wordt gedreven!
Men moest twee dagen kunnen leven.’

Op een geit

Een geit heeft laatst te Duivendrecht
Een porseleinen ei gelegd,
zo sierlijk, dat het zelfs in Sèvres
beschouwd wordt als een oeuf de chèvre.
’Ik heb al leggend’, zegt zij zacht,
’heel diep aan iets heel moois gedacht.’

Op een kip

Een kip sprak peinzend tot een ei:
’Wie was er eerder: ik of jij?
De wijsbegeerte mag misschien
op deze vraag geen antwoord zien,
maar ik heb, wat men ook mag zeggen,
nog nooit een ei een kip zien leggen.

Op een konijn

Bij Noordwijk zwom een nat konijn
te midden van een school tonijn.
’Tja,’ sprak het beest, ‘dat tomt ervan
als men de ta niet zeggen tan.’

Op een made

Dit weekend ging een groepje maden
in Scheveningen pootje baden.
De welbespraakste van het stel
sprak: ‘Makkers, merken jullie wel?
Er zijn hier heel wat maden bij
die made zijn in Germanij.

 

De muizen

In strijd met elk fatsoen
zijn katteogen groen.
Muizen geloven heilig:
katten staan op veilig.
Ik heb er mijn ogen om roodgeschreid.
Nu stoppen de muizen op tijd.


Op een orang oetan

Een orang oetan werd te Ede
haast door een auto overreden.
Het beest sprak enigszins verbaasd:
’Die heer die daar de hoek om raast,
al heeft hij dan zijn goeie goed an,
is regelrecht een voorrang oetan.

Op twee slakken

Twee slakken waren al sinds jaren
op weg van Groningen naar Haren.
Ten slotte kwam geheel ontdaan
de oudste op het eindpunt aan.
Hij slikte en sprak diep bewogen:
’Mijn broer is uit de bocht gevlogen.’

Op een woerd

‘Den Haag’, zo sprak een woerd,’ is blijkbaar
per trein uit Utrecht onbereikbaar.
Want telkens als ik het probeer
begint een goudgebiesde heer
zijn longen vol met lucht te happen
en roept dan: ‘Woerden overstappen!’

Op een zalm

‘Het roken’, zegt een zalm te Zetten,
’van pijptabak of sigaretten
of af en toe van een sigaar
is ethisch wel verdedigbaar.
Maar óver de morele schreef is
het roken van rivier- en zeevis.’

2 bestellingen: Bashevis Isaac, 'De Spinoza van Warschau en andere Jiddisje verhalen', Astrid Lindgren, 'Ronja de roversdochter'.

28 januari 2011

Er zijn nogal wat (basis)scholen naar schrijvers genoemd. Naar Theo Thijssen zijn basisscholen genoemd in o.a. Amsterdam, Assen, Heerlen, Sappemeer, Vlissingen, Waddinxveen en Zutphen. De pabo van de Hogeschool van Utrecht werd in 2000 omgedoopt tot 'Theo Thijssen-academie'. Sarien fotografeerde gisteren de openbare Theo Thijssenschool in Assen. Bij het raam zittende leerlingen zagen haar en zeiden: 'Er maakt iemand foto's van ons':

Theo Thijssenschool in Assen. Foto: Sarien Visser Theo Thijssenschool Assen

Ook op de Theo Thijssenschool doet men literaire activiteiten. Van de site van de school haalde ik dit bericht van 21 januari 2011:

Theo Thijssenschool Assen

Ja, in de groepen 4 hebben we een virus. Of eigenlijk een bacil, de leesbacil. We kregen een brief van de professor met de vraag om hem te helpen. Hij wilde namelijk weten welke boeken besmet zijn met de leesbacil. We hebben allemaal boeken gekregen en de kinderen van de groepen 4 moeten nu gaan uitzoeken welk boek besmettelijk is. Iedere dag gaan we nu een kwartier lang lezen. De kinderen mogen een leeskussen meenemen naar school, want sommige kinderen vinden het prettig om liggend te lezen. We hebben er een heerlijk rustig muziekje bij op staan. Er zijn al veel besmettelijke boeken gevonden. Als we de 2 besmettelijkste boeken weten, schrijven we een brief terug aan de professor. Die boeken krijgen we dan van hem en die mogen we op school houden. We wensen de groepen 4 nog veel leesplezier de komende 2 weken - Juf Sigrid en juf Els

Op mijn eigen school had ik vandaag te maken met té slimme V3-leerlingen. Er was er eentje afwezig gemeld in de biologieles van gisteren. Een ander was in die les te laat gekomen. Ik vroeg ze daar vandaag naar. Beiden ontkenden: ze waren er gewoon én op tijd geweest. Normaal gesproken vraag ik dat dan bij die collega na, maar dat is in dit geval onmogelijk: die collega had gisteren haar laatste werkdag bij ons. Ik ga haar toch echt niet thuis bellen om zoiets na te vragen. Daar komen de mannen dus mee weg en ik maak me sterk dat ze dat hebben ingecalculeerd.

29 januari 2011

Kim Clijsters wint vandaag de finale van de Australian Open. Ze verloor de eerste set nog wel van de Chinese Na Li. We keken naar de Vlaamse televisie. Op het moment dat de wedstrijd omsloeg in het voordeel van Clijsters voelde de verslaggever een 'momentum change' aankomen. Even later had hij het over 'gelifteerde ballen'.
Uit Zuid-Afrika kreeg ik deze week een mailtje met net zo'n opvallend woord. Iemand zegt de bestelling van een knipsel af en schrijft me: 'Ik kan de bestelling kanselleer.'

Gisteren en eergisteren ben ik ondanks een nare buikloop toch naar school gegaan. Ik ben in twee dagen bijna drie kilo afgevallen. Dit weekend doe ik dus maar rustig aan. En ik slik toch maar een kuurtje 'remmers'.

 veere  Veere

Al eerder citeerde ik Nescio, die Bavink en Japi in 'De uitvreter' op het dak van de Grote of Onze Lieve Vrouwekerk in Veere laat zitten. Hij noemt die kerk ''t Hospitaal' omdat deze kerk tijdens de Franse bezetting gebruikt werd als hospitaal voor de soldaten.

Twee dagen sjouwden Bavink en Japi in Veere rond en toen jijden en jouwden ze elkaar al. Urenlang zaten ze samen op 't dak van 't Hospitaal en keken over Walcheren, over de Kreek en 't Veergat en den ingang van de Oosterschelde en de duinen van Schouwen. En daar had je dikke Jan ook weer, den toren van Zierikzee, nu in 't Noorden. En daar had je Goes en Lange Jan, den toren van Middelburg, de spil van Walcheren, het hart dier wereld. En 't tij kwam in en 't tij ging uit; 't water rees en viel.

Vandaag lees ik in Nescio's natuurdagboek (Verzameld werk 2). Van 7 tot 9 september 1946 maakte Nescio een tocht naar Zeeland en zat zelf ook op dat dak:

7 September Zaterdag. 10 uur 5 van C.S., overstappen Rotterdam, 12 uur 3 naar Dordrecht. In Rotterdam kopje koffie met gebakje. In Dordrecht overstappen. Moerdijk! Ruim ½ 4 in Middelburg. Busje naar Veere. Half 5 in Veere. Goed weer. Om ½ 6 op het Hospitaal. Wijd zicht: Schouwensche duinen en Zierikzee, Zandkreek en NoordBeveland, Goes, Sraskerke, geheel Walcheren, Westerschelde en Zeeuwsch Vlaamsche kust.

Overgezet: Kristien Hemmerechts, Anthonie Donker.

30 januari 2011

Ik probeer het gebruik van Germanismen, maar ook van leenwoorden te voorkomen. Vooral 'sowieso' vind ik een naar (leen)woord (het schijnt al sinds de jaren '50 in Nederland gebruikt te worden). Leerlingen gebruiken het woord veel en schrijven het dus ook in boekbesprekingen en betogen, maar ze spellen het zelden goed. Bij Eva lees ik vandaag 'zoizo'.
'Onze Taal' heeft op internet naar de spelling van dit woord gezocht en komt nog veel meer fouten tegen: 'so wie so', 'zowiezo', 'zo-wie-zo', 'sowiezo', 'zowieso', 'sowiso', 'zowizo', 'soieso', 'zoiezo', 'zo en zo', 'sobieso' en 'zobiezo'.

Collega Edwin mailt me dat hij ook zo'n soort lijstje bijhoudt, maar dan van 'op een gegeven moment', enkele voorbeelden van wat zijn leerlingen schrijven: opgeefmoment, opgeven moment, opgeven ment, opgegeven moment.

Het nieuwe boek 'Haantjes' van Kluun komt er in de pers niet best af. Maarten Moll schreef in 'De Gelderlander' van 26-01-2011:

'Haantjes' lijdt aan een gebrek aan fantasie. En het is de compositie die dit boek nekt. Uit de trailer op YouTube weet je al dat het fout zal gaan met de onderneming. Wat volgt is een langdradig, clichématig en saai verhaal. Na elk hoofdstuk hoop je dat Kluun iets uit zijn hoge hoed zal toveren om het verhaal een broodnodige wending te geven. Maar nee. Verder gaat het, op weg naar de ondergang.

Ik ben bezig met een stapel 'Domburgse Cahiers' van J.C. van Schagen, gekocht op de laatste veiling van Bubb Kuyper. Een interessante man die Van Schagen. En een eigenwijze man waarschijnlijk. Hij vond geen uitgever voor zijn werk en besloot het toen zelf uit te gaan geven. Men kon een abonnement nemen op zijn 'Domburgse Cahiers' (1963-1975). Daar verschenen er vierentwintig van. Daarna (1977-1981) verschenen er ook nog zeventien delen 'Schriftsels'.
Er zitten zeker aardige gedichten en mooie vondsten in dat werk, maar je krijgt de indruk dat Van Schagen alles wat er bij hem opkwam aan het papier toevertrouwde en dat hij vervolgens alles wat op papier kwam ook bundelde. Een zekere schifting had geen kwaad gekund. Het is niet zo verwonderlijk dat geen enkele uitgever er wat in zag rijp en groen van hem uit te geven.
Een typisch Zeeuwse gedachte uit 'Domburgse Cahiers no. XII, September 1967, Kleine doedelzak, 101 nieuwe reflexen':

kokerworm wezen
goed lekker ingekokerd
in stevig eigen baksel

van waardeloze rommel
uit de rotzooi daarbuiten

Hieronder de omslag van dat twaalfde deel, met de opdracht van Van schagen op de eerste bladzijde.

Domburgse cahiers XII Opdracht j.C. van Schagen

Overgezet: Fouad Laroui.

1 bestelling: Morris Gleitzman, 'Two weeks with the queen' (ik verkoop opvallend veel Engelse pockets de laatste tijd).

31 januari 2011

In 'Domburgse Cahiers no. 1 October 1963' lijkt J.C. van Schagen het over de Kuiperspoort in Middelburg te hebben, al zou ik het eerder een steeg dan een laan noemen:

Steeg Middelburg midden in de stad
is soms een geheime laan
ik weet het poortje
Steeg Middelburg

Op de vijver ligt al weer een dag of wat een laagje ijs. Om het uiteinde van het slangetje waaruit het water van het filter terug in de vijver stroomt heeft zicht een trechter van ijs gevormd. De kleine vissen hebben zich verstopt tussen de plantenresten of achter de plantenzakken. Alleen de grote vissen zwemmen onder het ijs rustig hun rondjes. Ondanks al het ijs en de kou steken in de voortuin toch alweer de eerste groene punten uit de grond. De lente nadert, al merk je er verder weinig van:

Vijver met ijs Vissen onder het ijs Knoppen boven de grond


door naar februari 2011

 

 

 

eXTReMe Tracker