Juli 2011

Terug naar juni 2011

1 juli 2011

Vier van mijn H3-leerlingen hadden vandaag nog een herkansing. Drie van hen verbeterden zich voldoende om alsnog over te gaan. Verder namen we vandaag afscheid van vertrekkende collega's en van elkaar voor de duur van zeven weken. Piet leidde de vergadering onvoorbereid en uit de losse pols en hij deed dat uitstekend. Losjes en humoristisch.
Ik heb dit schooljaar nog niet helemaal afgerond. Maandag en dinsdag ga ik nog een paar uur naar school; om de klassenindeling nog één keer tegen het licht te houden, om mijn kantoor op te ruimen, om de toetsen en werkwijzers voor het volgende schooljaar helemaal klaar te hebben liggen (dat scheelt me volgend jaar een hoop stress), om de goudvissen uit de vissenkom in mijn vijver te kieperen en om nog twee klachten af te handelen. Over mijn werk als klachtencommissie/vertrouwenspersoon schrijf ik hier nooit iets op. Dat zit hem uiteraard in dat woord 'vertrouwen', maar ik ben daar gemiddeld per week toch wel zo'n twee uur mee bezig.

In het schuurtje zat weer een muis in de val. Nummer vier. Binnen lijken ze niet meer te zitten.

1 bestelling: Kees Stip, 'Ezelsoor', Annie M.G. Schmidt, 'Troost voor dames'.

2 juli 2011

Dit weekend heeft alles in zich om het mooiste weekend van het jaar te zijn: De vakantie is begonnen, op Wimbledon worden de finales gespeeld en de Tour de France begint.

Vanmiddag gingen we naar Culemborg. De N320 is weer beschikbaar. Dat scheelt een eind omrijden. Naast de weg, boven een weiland, cirkelde een ooievaar; een prachtig gezicht.
Bij pa keken we naar de eerste etappe van de Tour de France. Ook op zo'n moment merk je dat hij boven de negentig is. Hij kijkt mee en zegt om de paar minuten: 'Wat een lol, dat fietsen' en 'Prachtig land dat Frankrijk.'
Op de terugweg werden we, 21.45 uur - bij één van de vele rotondes - staande gehouden door een zwerm politieagenten: alcoholcontrole. Ik had alleen aan het eind van de middag één glaasje rode wijn op. Dat zal niet eens meer te meten zijn. Intussen had ik mijn rijbewijs al gepakt en Lidy had de autopapieren in de hand, maar die wilden ze niet eens meer zien. Rijden maar!

Het Cultureel Café (een activiteit van het KunstPlatform Veenendaal) heeft wegens de plotselinge sluiting van de lokatie afgelopen jaar gedwongen stil gelegen, maar nu Cinema Veenendaal een volledige en geweldige facelift heeft ondergaan, gaan we in september 2011 weer van start. 

Om alvast een beetje in de mood te komen, maar ook om te vieren dat de bezuinigingen op kunst- en cultuur in Veenendaal vooralsnog beperkt blijven, leek het ons als organisatoren van het Cultureel Café leuk om aan de vooravond van de vakanties een informeel zomer cultureel café te organiseren. En wel op WOENSDAG 6 juli a.s.. Locatie is uiteraard het afgelopen week geopende café van Cinema Veenendaal! 

Elkaar ontmoeten staat centraal. De Big Band van Jan Pilon zorgt voor een muzikale noot.

We weten het, we zijn wat aan de late kant met onze uitnodiging, maar we zien uit naar uw komst!

Stof genoeg tot praten! Liever alleen maar luisteren? De Big Band van Jan Pilon komt met een vijfmansformatie!

We zien uit naar uw komst! Neem vooral uw familie, vrienden en bekenden mee!

3 bestellingen: Gertrude Meyling, 'Verlangens en ander ongemak, een verzameling haiku en senryu', Jan Eijkelboom, 'Wat blijft komt nooit terug', Bruno De Roeck, 'Janken naar de maan' (allemaal via Bol.com. Dat begint goed te lopen).

3 juli 2011

Vanmiddag kreeg ik een cadeau voor mijn drieënvijftigste verjaardag. Inderdaad .... dat is pas in november van dit jaar, maar vanmiddag was de literaire wandeling door de Jordaan, georganiseerd door het Theo Thijssen museum, die Ria mij alvast voor die verjaardag cadeau deed. We gingen samen met de trein naar Amsterdam en wandelden van het station naar de hoek van de gedempte Leliegracht en de Brouwersgracht, waar het bekende beeld van Theo Thijssen staat, zittend op een schoolbankje, meekijkend met een schrijvende leerling.

Standbeeld Theo Thijssen Standbeeld Theo Thijssen

We waren er ruim op tijd en dronken een kopje koffie op het terras recht achter het beeld. Het bleek bij Café Thijssen te horen, ongetwijfeld vernoemd naar dit beeld.
De wandeling duurde ruim twee uur en zo kom je nog eens op plekken waar je anders nooit terecht zou komen. Er vielen namen als Multatuli, Isr. Querido, Jan Ligthart, Nicolaas Matsier, Herman Bouber, Jan Kal, Charlotte Mutsaers, Theun de Vries, Jan Mens, Thomas Rosenboom, Jac. van Looy en Frits Smits. Een leuke en leerzame middag met veel herkenning en een enkele nieuwe naam.

De wandeling voerde langs enkele huizen waar Theo Thijssen als kind woonde. Een daarvan is het pand waar nu het Theo Thijssen museum in zit en waar het bordje van de vader van Kees de Jongen voor het raam hangt:

Brouwersgracht 99 Eerste Leliedwarsstaat 7 Schoenen Bakels
Brouwersgracht 99 Eerste Leliedwarsstraat 7 Eerste Leliedwarsstraat 16

Israël Querido huurde in 1910/1911 een klein kamertje op Goudsbloemdwarsstraat 17. Hier schreef hij het eerste deel 'De Jordaan' van zijn gelijknamige vierdelige cyclus. Hij sprak met mensen in De Jordaan - die voor een borrel graag hun verhaal vertelden - en noteerde die gesprekken in zijn huurkamer. Een gevelsteen én een tekst op het raam houden in de Goudsbloemdwarsstraat de herinnering aan Querido levend:

Goudsbloemdwarsstraat Goudsbloemdwarsstraat
Goudsbloemdwarsstraat Querido plaquette

Niet alleen Kees Bakels (Kees de jongen) van Theo Thijssen leeft nog in De Jordaan, ook Woutertje Pieterse van Multatuli heeft zijn standbeeld, samen met Femke staat hij op de Noordermarkt. Dat is de plek waar Femke hem een kus gaf, omdat hij haar wasgoed tegen opdringerige straatjongens heeft verdedigd, ten koste van een gescheurde lip. In zijn hand heeft Woutertje het boek 'Glorioso', waar hij het Oude en het Nieuwe Testament graag voor ruilde.

Woutertje en Femke

Tot zover wat foto's van de wandeling van vanmiddag. Morgen volgen er nog een paar.

3 bestellingen: Paul McCartney, 'Flaming pie',  Marguerite Yourcenar, 'Hadrianus' gedenkschriften',  B. Kleine-Gunk, 'Fyto-oestrogenen'.

4 juli 2011

Van pakweg half tien tot drie uur was ik vandaag nog op school. Een gesprek met een leerling en haar moeder, nog één keer puzzelen met de indeling van de derde klassen, mijn kantoor opruimen, formats maken voor de werkwijzers van het komende schooljaar, wandkaarten in de auto laden, vissenkom mee naar huis.

Die acht kleine goudvisjes (jonkies van de vorige zomer) zitten nu alweer in de vijver. Ze schieten tussen het groen en je ziet ze niet meer terug. Met Suzanne (nog geen spoor van weeën) gingen we goudvissen kopen voor in haar vijver. De koikarpers zijn weg, maar een lege vijver is geen gezicht, ook niet voor eventuele kijkers/kopers. Daarom doen ze er nu maar wat goudvissen in. Overigens ook omdat Tygo steeds naar de vissen vraagt. Hij was ook mee naar Achterberg om nieuwe te kopen en dat vond hij een feestje.

Ik gooide vandaag een doos onverkoopbare boeken bij het oud-papier op school. Toch wordt mijn boekenvoorraad daar vandaag niet kleiner door. Ik nam van school een doosje boeken van de sectie geschiedenis mee én Wim kwam vanmiddag drie dozen boeken brengen. Hij was weer eens met de kam door zijn boekenkasten gegaan. Wat daar dan uitvalt is steeds de moeite waard.

Mijn broer Jan werkt bij Van Wees in Amersfoort. Gisteren zag ik in De Jordaan plotseling oude (?) muurreclames voor A. van Wees. Zou dat dezelfde drankenhandel zijn? Familie? Een voorganger?

Van Wees Genevers Muursteen stoken
Een muurreclame En even verder een muursteen

En als we toch met alcohol bezig zijn: we passeerden het café waar in de televisieserie Baantjer de bezoekjes van De Cock aan smalle Lowietje zijn gefilmd. Je herkent de entree en de bar daarachter. Verwachtingsvol keek ik onmiddellijk naar de overkant van het straatje. Maar helaas: hier leunden geen schaarsgeklede dames van lichte zeden tegen de portieken. ik zag alleen een vrijwel blinde muur. Die dames zijn er in de serie allemaal in gemonteerd. De eigenaar van het café heeft - commercieel handig - de naam van zijn etablissement wel aangepast:

Baantjerkroeg Café Lowietje

En weer een muis in de val in het schuurtje (nog steeds met dezelfde lik pindakaas!).

5 juli 2011

Vanochtend ben ik nog naar school geweest. Ik heb de werkwijzers voor B2 en voor V3 voor het hele volgende schooljaar gemaakt. Daarmee vind ik het mooi geweest voor dit schooljaar. Vakantie!

Ik liep ook nog even naar lokaal 217. Dat is het lokaal van Adri, de collega die een paar maanden geleden bij een motorongeluk zijn onderbeen kwijt raakte. Wat meiden uit zijn mentorklas hebben in zijn lokaal een muurschildering voor hem gemaakt. Niet op de muur, maar op acht gekoppelde grote schildersdoeken, waardoor het schilderij verplaatsbaar is. Ze hebben ontzettend hun best gedaan én iets gemaakt dat echt bij Adri past. Beavis en Butt-head staan te barbecuen en Adri zelf zit in een kinderbadje met in zijn armen twee blonde schonen:

Muurschildering voor Adri Hoveling Muurschildering voor Adri Hoveling

Vanmiddag bezochten we met de Straatnaamcommissie het Viseum (het plaatselijk museum). Daar is nu een zomerse wisseltentoonstelling over de turfwinning. Een nieuw te bouwen woonwijk in Veenendaal-Oost heet nu al 'De Veenderij' en het is de bedoeling dat de straatnamen daar gaan verwijzen naar de turfwinning in Veenendaal. Door het gezamenlijk bezoeken van deze tentoonstelling deden we de aftrap van ons nadenken over de straatnaamgeving in deze wijk. Het werd al snel duidelijk dat niet alle turfgerelateerde namen bruikbaar zijn als straatnaam: niemand wil wonen aan Baggerschep 14 of Veenlijk 24.

turfwinning turfwinning turfwinning

Na een kort overleg zat ik vanavond nog een uurtje met Gert op het terras van 'Zeldzaam'. Twee Duvels, naar huis en naar bed.

2 bestellingen: knipsels Dick Bruna, uitgeverij Hachette, 'Plan de Paris en 12 coupures'.

6 juli 2011

Mariët Meester - foto: Jaap de Ruig

Mariët Meester in Veenhuizen

Een kijkje in de keuken van een schrijfster - Aflevering 14

 

 

Sarien Visser

Omdat het Gevangenismuseum in Veenhuizen een schat aan oude foto’s, verhalen, filmpjes, plattegronden en objecten beheert, die getuigen van het uitzonderlijke verleden van Veenhuizen is het project [Re]tour Veenhuizen ontworpen, dat van 1 juli tot en met 30 oktober 2011 wordt ondersteund door een expositie in het Gevangenismuseum. Dit project laat deelnemers tien bijzondere locaties in Veenhuizen bezoeken. Door de tour gratis via Layar op hun smartphone te laden, kunnen deelnemers deze schatten op hun oorspronkelijke plek bekijken en beluisteren.

Het [Re]tour Veenhuizen project kon natuurlijk niet van start gaan zonder officiële openingshandeling. Daarom werd vrijdagmiddag 1 juli het startsein gegeven in aanwezigheid van een aantal genodigden, onder wie zich Piet Mentrop bevond, zoon van ir. Mentrop die tot zijn overlijden op 1 februari 1963 bijna tien jaar hoofddirecteur van Veenhuizen is geweest. Hij woonde in het bekende ‘Klein Soestdijk’, dat aan de Hoofdweg staat en recentelijk volledig is gerenoveerd. De heer Mentrop maakte altijd veel dia’s van gebeurtenissen in Veenhuizen. In het Verenigingsgebouw gaf hij diavoorstellingen voor de bewoners van Veenhuizen. Ik denk dat deze dia’s in het Gevangenismuseum zeer welkom zouden zijn. In Veenhuizen is rond 1975 in de eerste nieuwbouwwijk een straat naar de heer Mentrop vernoemd. In deze straat wonen de ouders van Mariët Meester.

Genodigden

Hier ziet u genodigden met in het midden, met het donkere jasje aan, Piet Mentrop.
Voor het startsein was schrijfster Mariët Meester uitgenodigd, die na een kort woord de openingshandeling verrichtte. Ze drukte op een rode knop en activeerde zo een smartphone.

Mariët Meester

Deze foto werd beschikbaar gesteld door Sietze Snip uit Leek, huisfotograaf van het Gevangenismuseum.

Veenhuizen

Deze dubbele foto is ontworpen als logo voor dit project. In het centrum van de foto ziet u de drinkwaterwagen, waarmee verpleegden, mensen die waren veroordeeld voor landloperij en bedelarij, water rondbrachten in Veenhuizen. Door de komst van waterleiding en riolering verdween deze drinkwaterwagen rond 1955 uit het straatbeeld van Veenhuizen. Op de achtergrond ziet u het gebouw waar in de jeugd van Mariët Meester en mij de kleuterschool was gevestigd. Mariët werd elke dag meegenomen door een boevenbus die kinderen van en naar het gebied rond het Eerste Gesticht haalde en bracht, omdat Justitie niet wilde dat de kinderen van justitieambtenaren over de drukke Hoofdweg fietsten naar en van het gebied rond het Tweede Gesticht waar alle scholen waren gevestigd. Omdat Mariët op het Tweede woonde naast de School met de Bijbel, kon ze in de boevenbus stappen, omdat de bus hier toch stopte om schoolkinderen in en uit te laten stappen. Daarna reed de bus via de Meidoornlaan naar de Oude Gracht, waar deze kleuterschool stond en hier schuin tegenover aan de andere kant van het kanaal langs de Generaal van den Boschweg stond de Openbare Lagere School. Nu ligt er een fietspad naast de Hoofdweg en kunnen de kinderen zelfstandig naar school fietsen. Ik woonde tijdens mijn kleuterjaren in de Eikenlaan op het Tweede, waar weinig verkeer was. Daarom ging ik zelfstandig met mijn autoped naar de kleuterschool. Omdat kleuters nu de basisschool bezoeken wordt in dit gebouw op de hoek Oude Gracht, Generaal van den Boschweg aan kunstzinnige vorming gedaan waar de uithangende vlaggen het symbool van zijn, zoals is te zien op de buitenrand van de foto.

Voor dit [Re]tour Veenhuizen project hebben medewerkers van het Gevangenismuseum een wandelroute van twee à tweeënhalf uur uitgezet, waarin tien locaties de hoofdrol spelen. De route fietsen is natuurlijk ook mogelijk. Per locatie kunt u informatie opvragen. Dit kan een filmpje zijn of een oude foto, een andere keer hoort u een (oud-)Veenhuizer spreken over de plek waar u zich op dat moment bevindt. Voor mensen die niet in het bezit zijn van een smartphone is in het Gevangenismuseum een routebeschrijving met informatie beschikbaar, waarmee u de route ook kunt lopen/fietsen.

Ik geef u een schets van vier locaties, om u een indruk van de route te geven.
■ 1. In het Tweede Gesticht waren van 1823 tot 1900 gemiddeld twaalfhonderd gedetineerden gehuisvest. Daarna werd in dit woongesticht een werkgesticht ingericht met onder andere een smederij. Ook kwamen er faciliteiten voor de justitiemedewerkers, zoals een postkantoor, kapper en Sparwinkel. Het kantoor van de Rijksgebouwendienst en de Justitiegarage bevonden zich ook in dit complex. Nu is het Gevangenismuseum in dit gehele Tweede Gesticht gehuisvest. Dit jaar heeft het museum tot 1 juli 50.000 bezoekers getrokken en omdat het vakantieseizoen nog moet beginnen, verwacht de directeur, Peter Sluiter, dit jaar op 110.000 bezoekers uit te komen. Het museum werd in 2005 geopend en wordt elk jaar door meer bezoekers bezocht.
■ 2. In de Generaal van den Boschweg stond naast de hoge brug het huis van kapitein Tobi, die schipper was van de trekschuit ‘Assen-Veenhuizen’ Tobi vervoerde tussen 1889 en 1924 goederen en verpleegden van Assen naar Veenhuizen. Voor de inwoners van Veenhuizen nam Tobi allerlei spullen mee, van levensmiddelen tot kleding. Ook incasseerde hij voor de ambtenaren het salaris bij de burgemeester van Assen. Tobi vervoerde verpleegden die vrij kwamen met zijn boot naar Assen. Halverwege de route moest hij deze mensen geld geven, zodat ze vanaf Assen met het openbaar vervoer naar huis konden reizen. Velen stapten na het incasseren van het geld bij Smilde van boord om in het eerste café dat ze tegenkwamen het hele bedrag aan alcoholische dranken te besteden. U begrijpt dat deze mensen snel weer terug waren in Veenhuizen. Het huis van Tobi is afgebroken in de jaren vijftig van de vorige eeuw.
■ 3. Op de hoek van de Generaal van den Boschweg en de Hoofdweg, de doorgaande weg langs Veenhuizen, staat het in 1901 gebouwde Directiehotel. Hier verbleven hoge ambtenaren van Justitie uit Den Haag, als ze voor inspectie naar Veenhuizen kwamen. Daarnaast staan twee woningen van gestichtsdirecteuren. In mijn jeugd woonde mijn vriendin Riek van Haeringen, als dochter van de dominee, hier en daarnaast woonde dokter Van der Weg, de justitiearts die ook de justitieambtenaren en hun gezinnen als patiënten had. In het justitiehospitaal was een spreekkamer ingericht. Maar dokter Van der Weg legde veel en graag huisbezoeken af. De patiënten gingen alleen naar het hospitaal als er medische handelingen moesten worden verricht.

Dr. Van der Weg

■ 4. Hier ziet u een foto van dokter Van der Weg die de ronde deed langs gedetineerden die als patiënt in het hospitaal waren opgenomen. Dit is een bekend beeld voor mij, omdat ik tussen mijn zesde en achtste jaar vaak op zondagmiddag van 14.00 tot 18.00 uur met mijn vader meeging naar het hospitaal, als hij op zondag dienst had. ‘Ik heb mijn knechtje weer meegenomen’, zei hij dan altijd. Mijn ‘werk’ was: de dossiers die de voorgaande dagen uit de dossierkast waren gelicht en de dossiers van pas binnengekomen gedetineerden (terug)plaatsen in de juiste map in de dossierkast. Dit was een nuttige opdracht voor het automatiseren van het alfabet en voor verhoging van het concentratievermogen. Meestal was ik hier rond een uur onafgebroken mee bezig. Als beloning kreeg ik dan een beker ingevroren vanillevla, als ‘ijsje’. Thuis hadden we nog geen koelkast, maar een kelder. In het hospitaal stond in het kantoor van mijn vader een koelkast, omdat bepaalde medicijnen gekoeld moesten worden bewaard. Als tweede taak ging ik in de recreatiezaal van de gedetineerden de vissen in het grote aquarium voer geven en de kanaries in de volière van eten voorzien. Mijn vader liep dan altijd met mij mee, omdat er gedetineerden in de recreatiezaal konden zitten en hij wilde niet dat ik als kind zonder toezicht in één ruimte met gedetineerden verbleef. Binnen Veenhuizen werd het voor elke burger een tweede natuur, dat je altijd attent moest zijn, omdat je te maken had met mensen die op een of andere manier in de fout waren gegaan. Op zondagmiddag deed mijn vader als hoofd alleen de ronde, omdat dokter Van der Weg dan vrij was en alleen oproepbaar was voor calamiteiten. De gedetineerden lagen verdeeld over drie ziekenzalen. Ik droeg dan de dossiers die per zaal waren gesorteerd. Als mijn vader in een ziekenzaal met de zieke gedetineerden sprak wachtte ik op de gang met de dossiers van de andere twee zalen. Meestal was het daarna rond 16.00 uur en dronken we thee met het voltallige personeel dat op zondag bestond uit: mijn vader, als hoofd van dienst, een verpleegkundige, een kok en de portier, die niet alleen de voordeur opende, maar ook een toezichthoudende taak had. Hij kon daarom niet van zijn post, daarom bracht ik hem thee met zondagse roomboterkoekjes, die ik van mijn moeder had meegekregen. Na de thee ging ik met mijn vader mee naar de polikliniek, een kamer rechts van de hoofdingang waar medische handelingen werden verricht. Hier lag in glazen vitrinekasten veel medische apparatuur voor bijvoorbeeld: bloed testen, oren belichten en uitspuiten, urineonderzoek, gezicht testen en een sterilisatiebak. Ook stonden er een behandeltafel en een bureau. Soms belden burgers of ze langs konden komen, omdat ze een verwonding hadden opgelopen. Hiervoor werden dan alvast dingen klaargelegd afhankelijk van wat de patiënt had gemeld. Dit konden bijvoorbeeld zijn: verband, zwachtels, scharen en hechtmateriaal. Ook gedetineerden die op zondagmiddag voetbalden op een bewaakt en van hoge hekken voorzien terrein achter een van de gevangenissen werden regelmatig met een blauw Volkswagenbusje aangevoerd, doordat ze hun frustraties nogal eens op elkaar botvierden, liepen sommigen behoorlijke blessures op. Het laatste uur van de zondagmiddag leerde ik mijzelf typen op de groengrijze Olympia typemachine van mijn vader, omdat hij dan overleg had met de avonddienstdoende en patiënten in de poli behandelde.

In het hospitaal werd elk jaar een kerstbijeenkomst verzorgd in de in kerstsfeer gebrachte recreatiezaal. Dokter Van der Weg kwam dan met zijn echtgenote, die voor iedereen een zakje kerstkransjes van chocolade en fondant en chocoladen hulstblaadjes meenam. De predikant of de pastoor verzorgde het kerstevangelie en Riek van Haeringen en ik speelden kerstliederen op onze blokfluit. In deze voor gedetineerden moeilijke periode ontroerde het sommige gedetineerden dat er kinderen aanwezig waren. Dit herinnerde hen aan hun eigen gezin.

In het Gevangenismuseum vindt u in de bijbehorende expositieruimte over het hospitaalcomplex:

Hospitaalcomplex

Tot het hospitaalcomplex behoort ook een lijkenhuisje, waar voor de kleine ramen zelfs tralies zitten, omdat Justitie bang was dat een overleden gedetineerde schijndood kon zijn of iemand met behulp van via bezoek ingevoerde medicatie een toestand kon bewerkstelligen die op ‘dood zijn’ leek en dan via het onbewaakte lijkenhuisje een ontsnappingspoging kon wagen.

Andere locaties die in de route zijn opgenomen:

■ De Nederlands Hervormde Koepelkerk en de vroegere Rooms Katholieke kerk, waarover ik in aflevering 7 het een en ander heb verteld.
■ De ‘middenhuisboerderij’, waarbij aan beide kanten van het woonhuis schuren zijn gebouwd, één voor landbouw en één voor veeteelt. De boer kon zo goed toezicht houden op de verpleegden die bij hem werkten. Dit is een uniek type boerderij dat alleen in Veenhuizen voorkomt. Het ontwerp is van de Rijksbouwmeester Willem Metzelaar. Van de oorspronkelijk 24 hoeves van dit type zijn er nog drie over.
■ De Elektriciteitscentrale Veenhuizen werd in 1912 in gebruik genomen en is door vrijwilligers in oude luister hersteld. De werking wordt op afspraak gedemonstreerd. Hier vindt u informatie en een YouTube filmpje over deze centrale.
■ Het nieuwe Tweede Gesticht, Esserheem, werd tussen 1895 en 1900 met verpleegden gebouwd. Hier hadden de gedetineerden meer privacy en werd meer aandacht aan hygiëne besteed. Deze gevangenis komt voor in de roman De eerste zonde van Mariët Meester. Tijdens de openingsbijeenkomst van [Re]tour Veenhuizen werd deze plek bezocht en kregen we informatie over hoe een vroegere buurtbewoner het wonen naast Esserheem had beleefd.

Esserheem Esserheem

Als u de opgehangen foto, die een beeld geeft van de jaren zestig, vergelijkt met de realiteit van nu, dan ziet u dat de gedetineerden toen via een openstaande poort naar het werkgesticht liepen, onder begeleiding van enkele gestichtwachters en bewaarders. Nu valt direct de onneembare vesting op die is gecreëerd met dit toegangshek.

■ Ook bezochten we tijdens de openingsbijeenkomst ‘Het vierde gesticht’. Dit is de begraafplaats, waar overleden verpleegden op eenvoudige wijze werden begraven in een naamloos graf met daarop alleen een wit kruis. Mijn oud-collega Jan de Maar droeg hier het gedicht Er werd een verpleegde begraven voor. Op 25 oktober 2010 heeft Mats Beek dit gedicht op zijn weblog geplaatst. Op de achtergrond ziet u de witte kruisen op de naamloze graven.

Begraafplaats Veenhuizen

■ Het derde gesticht is de voormalige stoomspinnerij Oud Bergveen. Na het sluiten van de weverij werd hier in 1916 een Tehuis voor Ouden van Dagen ingericht. Hier verbleven verpleegden van 70 jaar en ouder die zich netjes wisten te gedragen. Op 1 april 1962 brandde dit complex bijna volledig af. Eén brandweerman, die tegenover het complex woonde, stond buiten op zijn collega’s en de brandweerauto te wachten, maar niemand reageerde op de sirene, omdat alle brandweerlieden dachten dat het een 1 aprilgrap was.

 

Een goede (en pas sinds vandaag mogelijke) nieuwe vraag voor de literatuur-so van V3: Hoe heet de tweede zoon van de zanger van Bløf? (antwoord: Mats)

3 bestellingen: knipsels Simon Vinkenoog/Vijftigers, Laagland, Friedrich Nietzsche, 'De antichrist'.

7 juli 2011

'Het huis waar jij van hield' is de nieuwe roman van Tatiana de Rosnay, de auteur van 'Haar naam was Sarah'. In een interview in 'de Volkskrant' van eergisteren verbaast zij zich over het succes van die roman en dan met name over het succes in Nederland:

"Ik krijg mails van Nederlandse mannen die Gert heten. Gggggert, hoe spreek je dat uit? Hoe kun je in godsnaam de liefde bedrijven met iemand met zo'n naam?'

We reden vanmiddag naar Rijk in Cuijk om knipsels op te halen. Het ging om zijn Fens-doublures, maar al opruimend had hij nog wat meer dozen met knipsels klaargezet. In aanvaard ze in dank, maar realiseer me ook dat ik de hoeveelheid knipsels die nu al bij mij in huis staat, waarschijnlijk in dit leven niet krijg weggewerkt.

Nieuw op Schrijversinfo: de Wageningse dichter Wijnand Steemers.

8 juli 2011

Het weggooiglas is naar de glascontainer en de lege flessen zijn naar de C1000. Een klusje voor op een vrije dag. Ik heb alleen het statiegeldbonnetje in mijn borstzak laten zitten.

Een klein gedeelte van de gisteren in Cuijk opgehaalde knipsels kan bij het oud papier. Maar toch neem ik ook die twee doosjes eerst even door. Ik vis er nog wel het één en ander uit. Dat doornemen kost al snel veel tijd, want ik ga toch artikelen zitten lezen. Zoals een interview in 'de Volkskrant' van 29 november 1993 met twee basisschooldirecteuren over wat nu eigenlijk wel en niet de taak van een school is. Hans Koster heeft een prachtige en te denken gevende opmerking over het 'slechter worden van het onderwijs':

Zolang ik voor de klas sta, hoor ik al dat het onderwijs slechter wordt. Degenen die dat roepen, zijn altijd de geslaagden in de samenleving, die zelf goed in het onderwijs thuishoorden. Mijn buren van vroeger waren met zijn negenen. Op één na hebben ze nooit de lagere school afgemaakt. Die hebben nooit geroepen dat het vroeger beter was dan nu. Maar juist die hele kleine bovenlaag, die kijkt terug, en zegt: dit begreep ik vroeger best in de klas. Ja allicht, maar 90 procent begreep het niet.

Er zat weer een muis in de val in het schuurtje. Ik kan wel stoppen met die meldingen, want het wordt een beetje eentonig. Gisteren en vandaag voer ik ook een verbeten strijd tegen de mieren. Zowel achter als voor het huis zitten ze massaal onder de stenen van het pad. De boel begint zelfs iets te verzakken. Ik ga ze te lijf met liters kokend water. Het is niet te geloven hoeveel water er in een rap tempo onder die stenen verdwijnt. Daar moeten enorme gangenstelsel zitten, anders kan dat water nooit zo snel weglopen.

Ik heb Schrijversinfo 'gehost' bij PCExtreme in Middelburg. Daar heb ik ook www.literairereisgids.nl vast laten leggen. Daar doe ik nog niets mee, maar ik heb dus de mogelijkheid. Vandaag kwam er een aanmaning via een incassobureau hiervoor. Ze blijken rekeningen via de mail te sturen en ze hebben nog mijn oude emailadres. Ik ben nooit van provider veranderd, maar mijn provider verandert doorlopend van naam (casema - wanadoo - orange - ziggo). Het telefonisch doorgeven van deze wijziging lukte vanmiddag niet: ze hielden me minutenlang in de - dure - wachtrij. Per email doorgeven lukte ook niet: ik kreeg een mailtje terug dat het alleen nog via het controlepanneel op hun site kan. Uiteindelijk lukte het me - met veel moeite - om op die site het juiste plekje te vinden om het contactadres te wijzigen. Ik baal er een beetje van dat zij zelf niet de moeite nemen om even op de bij henzelf gehoste site te kijken. daar staat mijn juiste emailadres op elke bladzijde!

2 bestellingen: H.H. ter Balkt, 'Machines! Maai ons niet, maai de rogge. Bloemlezing uit de gedichten1969-1979', Yvonne Kroonenberg, 'Mannenwerk'.

9 juli 2011

Vorige week wandelden we in De Jordaan. Vandaag schrijft Arjan Peters in zijn column in 'de Volkskrant' over De Jordaan en citeert daarbij een tekst van Charlotte Mutsaers (die er woont) uit 'Koetsier Herfst'. Dezelfde tekst las onze rondleider vorige week in de straat waar Mutsaers woont voor.

In de dozen uit Cuijk vind ik acht knipsels uit het NRC (tweede helft 1989 / eerste helft 1990):'Versvoetstoots' met in elk steeds zeven kwatrijnen van Kees Stip op actuele onderwerpen! Hoe lang heeft Stip die voor het NRC geschreven? Zijn ze ooit gebundeld? Ze zijn in ieder geval de moeite waard:

Hier niet

De massa is een beest dat brult en vecht
tot menigeen het loodje heeft gelegd
die opgestuwd geen uitweg meer kon vinden.
Dus kijk maar nooit naar voetbal in het echt.

 

Geloof maar

Euthanasie onchristelijk? Maar wie
zegende ooit de wapenhysterie
die mensen onvrijwillig in liet slapen
aan christelijke kakothanasie?

Verder zitten er weer ontzettend veel knipsels van Hugo Brandt Corstius (onder diverse pseudoniemen) in de dozen. Ik moet Bauke Jan maar weer eens uitnodigen.

2 bestellingen: Willem Oltmans, 'Memoires 1957-1959', Nescio, 'Fullesies'.

10 juli 2011

Vannacht om 00.45 uur schrokken we op van de telefoon. Gijs belde en op de achtergrond was babygehuil te horen! Rond half één is Dylano geboren! Een nieuwe kleinzoon!
Wij gingen naar het Boompjesgoed om twee warme kruiken te maken en in het wiegje te leggen. Bij het water koken zagen we op een bord in de keuken drie kroketten en twee hamburgers liggen. Die hadden oppassers Janneke en Jurrie net klaar, toen ze gebeld werden en met Tygo naar het ziekenhuis gingen. Ze waren nog warm. Die heb ik toen maar 'soldaat gemaakt'. Om het wachten te verzachten had ik van thuis ook een Duveltje meegenomen.
Rond drie uur vannacht waren Suzanne, Gijs en Dylano alweer thuis. Dat gaat tegenwoordig heel snel: zo lig je in het ziekenhuis te bevallen en twee uur later loop ja alweer door je huiskamer. Het is allemáál snel gegaan. Pas na elf uur belde Suzanne de verloskundige. Ze bleek toen al zo'n zes centimeter ontsluiting te hebben (de bikkel moet al uren met weeën rond gelopen hebben). Het ging direct door naar het ziekenhuis en een goed uur later was de baby er al.
Al met al was het uiteraard een gedenkwaardige nacht. Tegen 4.00 uur lagen we weer op bed.

Suzanne met buik Dylano Dylano

Kijk vooral goed naar de tweede foto: deze opa heeft de kleuren van zijn shirt aangepast aan de kleuren van de kleding van zijn nieuwe kleinzoon! En iedereen maar roepen dat ik niet op dat soort dingen let.

We haalden vandaag pa op in Culemborg en reden met hem naar oom Simon in het Rosa Spierhuis in Laren. Oom Simon is ruim negentig en gaat nu lichamelijk achteruit. Ook zijn twee zussen waren uit Roden en Bergen op Zoom naar Laren gekomen. We zijn nu in het stadium dat elke keer dat ze met zijn vieren bijeen zijn maar zo ook de laatste keer zou kunnen zijn.
Dat Rosa Spierhuis kende ik alleen uit de krant. Enkele weken geleden is Heere Heeresma er nog overleden. De kamer van oom Simon is op dezelfde gang als de kamer van bijvoorbeeld John Kraaijkamp. Het huis is een 'veilige haven voor oudere kunstenaars', in 1969 geopend (en daarom intussen wat gedateerd) en genoemd naar de harpiste Rosa Spiers (1891-1967). In de hal zie je meteen ook het 'eigene' van dit huis. Een grote harp in een vitrine en een tentoonstelling van kunst 'van het huis'.
Met de hele club reden we naar Blaricum, waar we een tijdje lekker met elkaar in de tuin zaten. Op de witte muur van het huis zat ineens een kleine vleermuis. We bekeken hem van dichtbij. Het harige lijfje en de oortjes laten het beestje inderdaad op een muis lijken!

Vleermuisje

Toen we naar Culemborg reden, zagen we net buiten Veenendaal, ter hoogte van 'La Montagne' nogal wat politie lopen. Vanavond lees ik in de online-Veenendaalse Krant dat agenten in het bos bij Prattenburg 'het levenloze lichaam van een vermiste Veenendaler hebben gevonden'. Daar waren deze agenten dus naar op zoek! Gisterenmiddag kwamen er ook al twee agenten te paard door de Dijkstraat. Die zijn wellicht ook al op zoek geweest.

Toen we uit Culemborg kwamen, zijn we nog even langs het Boompjesgoed gereden. Het hele gezin lag al op bed, maar we hebben allebei Dylano toch nog even op onze arm gehad. Warmer, voller en rijker kan een mens niet worden!

1 bestelling: Thomas Carlyle, 'Zes lezingen over helden, heldenvereering en heldengeest in de geschiedenis'.

11 juli 2011

Mariët Meester - foto: Jaap de Ruig

Mariët Meester in Veenhuizen

Een kijkje in de keuken van een schrijfster - Aflevering 15

 

 

Sarien Visser

Regelmatig verzorgt Mariët Meester een literaire lezing of een literaire rondleiding door Veenhuizen. Onlangs verzorgde de auteur een literaire presentatie voor de Probusclub van Ermelo.

Probus komt van ‘Retired Professional and Business Men’. De club stelt zich tot doel de saamhorigheid en vriendschap te bevorderen van geheel of bijna geheel postactieven van vijfenvijftig jaar en ouder. De leden hebben een maatschappelijke functie vervuld en hechten waarde – ieder vanuit een persoonlijke, intellectuele en maatschappelijke achtergrond – aan het regelmatig ontmoeten van elkaar. Onderlinge hulpvaardigheid, verbreding van kennis en interesse, verruiming van inzicht en ontspanning vormen bindende elementen. Verspreid over Nederland zijn er ruim vierhonderd heren-, dames- of gemengde clubs. De meer dan elfduizend leden komen wekelijks, tweewekelijks of maandelijks op een vaste dag en een vast tijdstip bij elkaar.

De Probusclub van Ermelo arriveerde aan het eind van de morgen per bus bij het Gevangenismuseum in Veenhuizen. De deelnemers begonnen met een broodmaaltijd in de grote zaal. Van 12.00 tot 13.00 uur was de literaire presentatie van Mariët Meester gepland. Daarna stond een rondgang door het museum en een bezoek aan de Rode Pannen op het programma. Het verblijf in Veenhuizen werd besloten met een rondrit door Veenhuizen in een boevenbus. De dag werd afgesloten met een diner in Harderwijk. Onder de leden van deze club ontdekte ik de bekende schaatstrainer en -coach uit de jaren zestig en zeventig, Leen Pfrommer, die nog steeds een zeer vitale indruk maakt.

Leen Pfrommer

Mariët Meester heeft twee romans geschreven waarin Veenhuizen een rol speelt. In 1997 verscheen De eerste zonde en in 2005 De volmaakte man. Over dit boek staat op YouTube een promotiefilmpje, dat Jaap de Ruig, partner van Mariët, heeft gemaakt. U kunt dit zes minuten durende filmpje hier bekijken.

Als je in Veenhuizen woont of nog niet lang geleden het dorp hebt verlaten, dan ben je gewend aan de situatie en heb je nog onvoldoende afstand genomen om te beseffen dat deze bijzondere dorpsgemeenschap zo rijk aan verhalen is. Daardoor heeft Mariët Meester vanaf 1990 eerst drie boeken geschreven die vrijwel niets met Veenhuizen te maken hebben. Pas daarna kreeg ze in de gaten hoe bijzonder het dorp was waar ze opgroeide en schreef ze De eerste zonde. Nu wil ze nog een derde roman over Veenhuizen schrijven, waarin ze het verleden met het heden gaat verbinden.

De auteur begon haar presentatie met de geschiedenis van Veenhuizen en de Maatschappij van Weldadigheid.

Andere aspecten die Mariët aan de orde stelde waren:

  • De relatie tussen de burgers van Veenhuizen en de gedetineerden. De kloof tussen goede en slechte mensen was in Veenhuizen minder groot, want burgers en ‘boeven’ vormden samen een hechte gemeenschap. Je wist niet waarvoor de gedetineerde die in je tuin werkte vastzat en je gaf hem koffie, thee en een paar boterhammen, omdat hij voor jou in je tuin werkte. De moeder van Mariët drukte zich kernachtig uit, door te zeggen: ‘Je moet respectvol afstand houden.’ Elke Veenhuizer weet wat daarmee wordt bedoeld. Je groet een gedetineerde en geeft antwoord op een zakelijke vraag, maar je vertelt hem geen persoonlijke zaken en nodigt hem niet uit in je huis. Je zorgt er voor dat je jezelf en de gedetineerde niet in verlegenheid brengt. Toch zijn er wel zaken gebeurd die het daglicht niet verdragen, zoals relaties tussen vrouwen uit Veenhuizen en gedetineerden. De auteur ervaart voor haar Oral History project dat dit aspect moeilijk is bloot te leggen.

  • Jehovagetuigen waren jonge jongens die in Bankenbosch hun diensttijd doorbrachten, omdat ze totaalweigeraar waren. Een totaalweigeraar wilde niet in militaire dienst en weigerde ook een alternatieve dienst. Jehovagetuigen waren vaak goed opgeleide, keurige jongens en ze kregen daarom meer privileges en verantwoordelijkheden dan andere gedetineerden. Zo vertelde Mariët Meester dat een Jehovagetuige de slaapkamer van haar ouders mocht schilderen. Hij heeft daar twee maanden over gedaan, omdat hem de gezelligheid bij Mariët thuis wel beviel. Ik herinner mij dat een Jehovagetuige, die zelf voor tandarts studeerde, op maandag en donderdag de tandarts mocht helpen. Op maandagmiddag kwam deze tandarts naar het hospitaal om gedetineerden te behandelen en op donderdagmiddag werden de burgers behandeld.


De auteur las een fragment voor uit haar boek De eerste zonde. Ze vertelde dat ze het typoscript had laten lezen door een ex-gedetineerde, voordat het als boek werd uitgegeven. Ze had aan zijn opmerkingen veel gehad.

  • Daarna vertelde Mariët dat vroeger de wegenverkeerswet niet in Veenhuizen gold, omdat het hier een eigen terrein van justitie betrof. Daarom leerden veel jongeren zichzelf autorijden in Veenhuizen, voordat ze enkele rijlessen namen. Ook ik heb in 1970 op deze manier binnen vier maanden mijn rijbewijs gehaald voor 266 gulden.
  • In de jaren zeventig veranderde er, na een periode van veel ontsnappingen en een opstand in de gevangenis Esserheem, veel binnen het gevangeniswezen, doordat de directeuren die door anciënniteit waren opgeklommen tot directeur werden opgevolgd door directeuren die een academische opleiding hadden genoten en geen jarenlange ervaring binnen het gevangeniswezen hadden opgedaan, voordat ze directeur werden. Deze directeuren lieten zich met hun voornaam aanspreken. Ze introduceerden de term bejegenen en vonden het goed dat de gedetineerde in zijn cel een vogel in een kooi had, omdat dat goed was voor zijn geestelijk welbevinden. Veel bewaarders, die in dezelfde periode hun functienaam zagen veranderen in Penitentiair Inrichtingswerker (PIW-er), moesten niets hebben van deze nieuwlichterij.
  • In Veenhuizen was duidelijk sprake van hokjesgeest. Je ging alleen om met mensen die ongeveer een baan op hetzelfde niveau als jij bekleedden. Als iemand promotie maakte, dan hoorde daar een grotere woning en/of een woning op een mooiere stand bij. Iedereen woonde als justitieambtenaar in een huis van justitie. Als je met Functioneel Leeftijdsontslag (FLO) ging dan werd van je verwacht dat je binnen een redelijke termijn uit Veenhuizen vertrok, omdat je een huis bezet hield dat was bestemd voor een justitieambtenaar. Vooral voor een vrouw die plotseling weduwe werd, kon dit heel vervelend zijn, omdat zij naast de verwerking van dit plotselinge verlies zich ook nog bezig moest houden met het vinden van een andere woning en een verhuizing.

Mariët las een fragment voor uit haar roman De volmaakte man. In dit verhaal verlangt de dementerende joodse mevrouw Engel terug naar Veenhuizen, waar ze de oorlogsjaren heeft doorgebracht. De mantelzorgers Lydia en Lucas, die ook uit Veenhuizen komen, kunnen mevrouw Engel geestelijk alleen bereiken via verhalen over Veenhuizen. Lydia gaat terug naar Veenhuizen en ontmoet daar een vroegere klasgenoot.

In dit verhaal speelt de ijskoepel naast het hospitaal een rol, doordat het mos op de ijskoepel Lydia herinnert aan de stof van de jas van mevrouw Engel. In aflevering 14 vindt u informatie over de ijskoepel op de informatiekaart over het hospitaalcomplex. Hier ziet u een foto van de ijskoepel met het ANWB bordje dat er tegenwoordig bij staat. De ANWB spreekt van een ‘ijshut’, maar de Veenhuizer bevolking kent dit gebouwtje als ‘íjskoepel’.

IJskoepel ANWB-bordje

In het volgende fragment dat Mariët voorlas, ontmoet Lydia in het geheim haar ex-klasgenoot Henk in het dichtgetimmerde gebouw ‘Bitter en Zoet’, de voormalige apotheek. De twee zijn een verhouding begonnen. Deze passage is sensueel. In hetzelfde gebouw waar de scène zich afspeelt, is thans een restaurant gevestigd, waarbij de keuken van het hospitaal nu de keuken van het restaurant is.

Bitter en zoet Bitter en zoet

Hier ziet u de voorkant van restaurant ‘Bitter en Zoet’ en aan de achterzijde de keuken. Op de achtergrond ziet u het hospitaal, waar een gedetineerde het gras maait.

Een van de toehoorders vroeg of er tijdens de Tweede Wereldoorlog inderdaad veel onderduikers in Veenhuizen zaten.

Mariët vertelde dat ze door haar vele interviews had ontdekt dat het dorp veel gelaagder was dan ze had verwacht. Tijdens de oorlog leefde men in Veenhuizen behoorlijk onbedreigd, maar er woonden wel NSB-ers. In het cellengebouw ‘De Rode Pannen’ zaten twee joodse gedetineerden. Zij kregen extra aandacht van de hoofdbewaarder, die ook andere moedige verzetsdaden heeft verricht.

rode pannen rode pannen

Hier ziet u het cellencomplex ‘De Rode Pannen’ met het ernaast gelegen woonhuis van de hoofdbewaarder. Het hekwerk rond dit complex is in de jaren tachtig van de vorige eeuw geplaatst.

Na de Tweede Wereldoorlog werden in Veenhuizen niet alleen mannen, maar ook vrouwen geplaatst die in de oorlog fout waren geweest. Sommige van deze vrouwen probeerden de bewakers, gestichtwachters, te verleiden.

Nu bevinden zich in Veenhuizen ongeveer zevenhonderd, meest langgestrafte gedetineerden. Ook is er een jeugdgevangenis, een afdeling van ‘Het Poortje’ uit Groningen. Bovendien bevinden zich buitenlandse delinquenten in Veenhuizen, die na hun detentie worden uitgezet naar hun vaderland.

‘Daarnaast heeft Veenhuizen een toeristische functie gekregen, maar het mag niet te toeristisch en grappig worden. De gedetineerden zitten in de gevangenis, omdat ze anderen iets hebben aangedaan. Zelf bevinden ze zich ook niet in aangename omstandigheden. Veenhuizen is niet alleen een dorp van vermaak, het is ook een dorp van lijden.’ Met woorden van deze strekking beëindigde Mariët Meester haar literaire presentatie.

 

Vanochtend gingen we 'echt' op kraamvisite. Gijs moest naar Ede om de geboorte van Dylano aan te geven (hij is in het ziekenhuis in Ede geboren). Ik zat heerlijk een poosje met Dylano op mijn arm op bed. Daarna wandelde ik een stukje met Tygo en Luna door de wijk. Tygo is net twee jaar, maar kan het nu al niet laten in een glijbaan omhoog te klimmen. Op de één of andere manier daagt zo'n ding kinderen uit om het tegenovergestelde te doen als wat de bedoeling van het bouwwerk is.

Handjes van Dylano
Dag Dylano .... geef opa maar een hand....... nou, een vinger dan .....

Vanmiddag bracht ik een auto vol rommel naar de gemeentewerf, vooral afkomstig van de voorste zolderkamer: nooit meer gebruikte dekens, door de muizen aangevreten knuffels, een oud prikbord enz.

3 bestellingen: Riekus Waskowsky, 'Slechts de namen der grote drinkers leven voort', Jan Wolkers, 'Dagboek 1974', Louise L. Hay, 'Je kunt je leven helen'.

12 juli 2011

Het ledenblad van de vereniging 'Vrienden van De Hoge Veluwe' heeft een nieuwe redactie. Dat is te zien aan de buitenkant, maar helaas nog veel beter aan de binnenkant. Geen enkele diepgang, te veel en te grote foto's: Telegraafjournalistiek. Jammer, jammer...

Rijk vertelde vorige week dat zijn bet-overgrootvader Jan Schenkman is, de dichter van 'Zie ginds komt de stoomboot'! In de literaire handboeken kom je weinig over hem tegen. Rijk wist te vertellen dat P.J. Buijnsters in 'Lust en leering. Geschiedenis van het Nederlandse Kinderboek in de negentiende eeuw' (2001) wel uitgebreid aandacht aan hem besteedt. Dat boek ken ik niet. Op internet werd het aangeboden voor prijzen rond de veertig euro. Na even zoeken vond ik het boek ook (nieuw!) voor € 12,50 (+ porto). Even zoeken loont de moeite!

Lust en leering

Vandaag werd het boek door een postbode afgegeven. Het is een fraai uitgevoerd boek, dat Buijnsters samen met Leontine Buijnsters-Smets schreef. En inderdaad: er is ruime aandacht voor Jan Schenkman. Dan moet ik één dezer dagen de Schrijversinfobladzijde over hem maar eens afmaken.

2 bestellingen: J. van Wageningen (= Jacques Presser), 'Orpheus en Ahasverus', Bronson omnibus nr. 26, 4 spetterende westerns.

13 juli 2011

Woensdag is oppasdag. we haalden Tygo gisterenavond al bij Suzanne op. Hij gunde ons een goede nachtrust en vandaag houden we elkaar lekker bezig. Binnen, want het is rotweer.

Tygo speelt graag met treinen, van hout of van lego. Vanmiddag nam ik hem mee: met de trein (een 'Sprinter') op en neer naar Rhenen. Het is maar een klein stukje (een minuut of tien heen en een minuut of tien terug, vier euro voor een retourtje), maar dat is voor zo'n peuter lang genoeg. Hij vond het spannend, zat eerst zowel op het perron als in de trein heel stil om zich heen te kijken, maar kwam na een minuut of wat in de trein wel los. Op de terugweg, voordat de trein vertrok, deed een jongen van een jaar of acht allerlei gymnastische toeren tussen de stoelen in het gangpad: schommelen en opdrukken. Dat vond Tygo heel interessant en daarna hield ik hem niet meer op de stoel.

Tygo wacht op de trein Tygo in de trein Tygo in de trein

Maandag deden we boodschappen. Ik zag bij de C1000 dikke brokken speculaas liggen en dacht: Ha, lekker. Nu eet ik al twee dagen - midden in de zomer - speculaas bij de koffie. Het lijkt een beetje raar, maar het bevalt me goed. Al hoef ik na dit pak niet direct weer een nieuwe.

En als u denkt: Geen literatuur vandaag......? Jawel hoor. Zelfs op het station van de wereldstad Rhenen straalt de chicklit je tegemoet.....

Simone van der Vlugt in Rhenen

3 bestellingen: Jan Wolkers, 'Dagboek 1972', Ronald Giphart, 'Heblust', 2 jaargangen 'Ons Amsterdam'.

14 juli 2011

Als ik naar buiten kijk dan zie ik echt niet dat het vakantie is. Als ik in de spiegel kijk zie ik dat écht wel; ik loop rond met een baard van een week.

Vakantie + rotweer = Makro. Dat is een formule die bij ons redelijk stevig staat. Vandaag was het dan ook weer zover. Lidy wilde een nieuwe parasol (uit de aanbieding). We hebben nu de partytent in de tuin staan. Die heeft de wind van deze dagen overleefd, maar is aan het eind van deze 'zomer' wel definitief op.
Ik heb een hekel aan winkelen, maar de Makro gaat dan nog wel. Er is allicht een goedkoop boek ('Ter navolging' van Kees 't Hart en 'Het geheim van mijn moeder' van Rita Verschuur), een cd ('Rapture of the deep' van Deep Purple), of een dvd ('Paul Simon and Friends') te 'scoren. Ik nam ook nog wat USB-sticks mee om er mp3's voor in de auto op te zetten.

Terwijl Lidy bij de kleding aan het kijken was, zat ik in het Makro-restaurant al wat in 'Het geheim van mijn moeder' van Rita Verschuur te lezen. Verschuur noemde haar - drieënnegentig jaar geworden - moeder tijdens de crematie 'dapper'. Na een paar weken blijkt dat haar moeder eerder 'laf' was. Wezenlijke zaken over haar (vele) relaties heeft ze haar dochter nooit verteld en bovendien blijkt haar moeder een paar jaar voor haar dood haar testament in het nadeel van de dochter veranderd te hebben. In dit boek schetst Rita Verschuur de geschiedenis van haar moeder en van zichzelf.
Op bladzijde 35 blijkt dit boek ineens ook over Veenendaal te gaan! Moeder heeft een nieuwe man en deze 'oom Han' neemt ze mee naar Veenendaal:

Ik mocht meteen oom Han tegen hem zeggen. Hij had een grote auto die De Soto heette en nam ons mee naar Veenendaal.

En op bladzijde 36:

Ik werd goede maatjes met allebei de kinderen van oom Han. Martie was iets jonger dan ik, René iets ouder. Ze sliepen ieder op een zolderkamertje in het voormalige winkelpand aan de Hoofdstraat, waar oom Han na zijn scheiding was ingetrokken en kantoor aan huis had.

Rita vertelt verder hoe ze in de weilanden rond Veenendaal gingen polsstokspringen over de slootjes en hoe de oudere jongens en meisjes op zaterdagovond door de Hoofdstraat paradeerden (er is wat dat betreft weinig veranderd). Op bladzijde 39 verhuizen ze naar een groter huis in Ede.

Op internet kwam ik vandaag voor het eerst 'Schrijvers geturfd' antiquarisch tegen. De Witte Ganzeveer uit Zwolle biedt het aan voor € 7,50

Vanavond waren we bij Gert in zijn nieuwe appartement aan de Brouwersgracht, met uitzicht op het Kees Stipplein (en de enorme bak water in de bouwput van Cultuurcluster 2). Hij woont daar prachtig: ruim, licht en mooi afgewerkt. Zijn bibliotheek staat er in een nieuwe opstelling ook prachtig bij. In zijn vorige flat had hij geen boeken in de woonkamer, die heeft hij nu - in twee 'roomdeviders - wél.

15 juli 2011

Men moet het leed zeker niet zoeken en toch is het meestal een vruchtbaarder bron dan geluk.
(Hein Boeken, geciteerd door Boudewijn Büch in 'NRC Handelsblad' van 02-04-1983)
In de voorkamer draait de dvd 'Paul Simon and Friends'. Het is de registratie van een 'gala event' in Washington D.C. in mei 2007 ter ere van Paul Simon bij de toekenning van de Gershwin Prize for popular song. Bekende Amerikaanse artiesten brengen nummers van Paul Simon: James Taylor, Stevie Wonder, Alison Krauss, Dianne Reeves en Art Garfunkel. Niet alle in Amerika bekende artiesten zijn ook in Europa bekend. Ik had nooit gehoord van Lyle Lovett en Shawn Colvin (om er maar twee te noemen). Een aardige verrassing is Stepen Marley - zoon van Bob Marley - die 'Mothern and child reunion' brengt als een reggeanummer. Op dit moment zingen Yolanda Adams en Jessy Dixon 'The rain is gone at last'. Ik kijk naar buiten..... blauwe lucht.... dat klopt in ieder geval.

16 juli 2011

Wat 'krantenzaken' vandaag:

Afgelopen woensdag stond het huis van Suzanne en Gijs op de voorpaginga van de 'Rijnpost'. Koop dat huis!

Huis Suzanne en Gijs te koop

In 'de Volkskrant' van vanmorgen stond een prachige 'Sigmund-strip'. Die ga ik het komende schooljaar maar eens op mijn prikbord hangen:

Sigmund en een brugklasser

In de 'Veenendaalse Krant' schrijft Gerard van Wijk vandaag - online - een stukje over de straatnaamcommissie naar aanleiding van ons bezoek aan het 'Viseum'. Ik mailde hem vorige week mijn tekstje daarover dat ik in dit weblog schreef en vroeg hem daar eens aandacht aan te besteden. Aanstaande woensdag staat dit stukje in die krant en na de vakantie wil hij nog wat uitgebreider op het werk van de straatnaamcommissie terugkomen:

Foto Veenderij

Niemand wil aan Veenlijk of Baggerschep wonen

zaterdag 16 juli 2011 12:00

VEENENDAAL - Wie wil er aan een straat met de naam Veenlijk wonen, of Baggerschep? Niemand, denkt de straatnaamcommissie die het college adviseert over straatnamen in de nieuw te bouwen woonwijk De Veenderij, onderdeel van Veenendaal-Oost. Het is duidelijk dat ,,niet alle turfgerelateerde namen bruikbaar zijn als straatnaam'', zegt Mats Beek van de straatnaamcommissie.

De commissie adviseert het college over nieuwe straatnamen. Die adviezen worden vrijwel altijd overgenomen. De commissie ging op bezoek bij museum Viseum, waar tot en met 20 augustus een wisselexpositie wordt gehouden over de turfwinning. Dat was, volgens Beek, de aftrap over het denkwerk die de namen voor De Veenderij op moet leveren.

Bron van Veenendaal
De Veenderij is het meest zuidelijke deel van Veenendaal-Oost. Het is als het ware de bron van Veenendaal, hier werd de gemeente als veenkolonie geboren. In de tweede helft van de vijftiende eeuw werd begonnen met het graven van een ontwaterings- en turfafvoerkanaal. Er ontstond ruzie om de exploitatie van de turf tussen de machthebbers in Gelderland en Utrecht. Medio zestiende eeuw werd een octrooi voor vervening afgegeven. Er moest eerst geïnvesteerd worden alvorens er winst kon worden gemaakt.

Vervening werd een interessante belegging, er werden gronden opgekocht door de 'contribuerende veengenoten', de projectontwikkelaars in die tijd. Gemiddeld werden er in latere jaren 1150 schepen per jaar met turf geladen, de jaarproductie bedroeg circa 30.000 hond, waarbij één hond staat voor 16,75 kubieke meter turf.

Proefschrift
Historisch geograaf T. Stol heeft er uitvoerig over bericht in 'Geschiedenis van Veenendaal' (2000). Hij promoveerde op het proefschrift 'De veenkolonie Veenendaal, turfwinning en waterstaat in het zuiden van de Gelderse Vallei 1546-1653'. Zou overigens de 'Contribuerende veengenoten laan' een geschikte straatnaam zijn, of de '30.000 hond straat'?

 

Een nieuwe 'Veense schrijver' op Schrijversinfo: Teun Hoekstra. Teun Hoekstra is geboren in Den Haag. Toen hij twee jaar was, kwam hij met zijn ouders naar Veenendaal. Ze gingen in de Nicolaas Beetsstraat wonen. Toen hij zestien jaar was vertrok hij uit Veenendaal. In 1967 is hij nog wel in Veenendaal getrouwd. Het boek 'Maarten Top Ambtenaar', dat hij schreef samen met G.R.A. Apol en A. de Groot is verschenen ter gelegenheid van de naamswijziging van CMHA in CHMF op 01-02-1989.

Maarten Top Ambtenaar

1 bestelling: A.P. Cassee e.a.. 'Psychotherapie in Nederland'.

17 juli 2011

Anne-Marie ging vanmorgen met Mart en tante Dick bij Dylano kijken. Daarna kwamen ze bij ons lunchen. Pa is vandaag ook bij ons (met hem gaan we aan het eind van de middag bij Dylano kijken). Met Martijn er ook nog bij hadden we een gezellig volle tafel.

Afgelopen vrijdag maakten we deze foto van mij met Tygo en Dylano....... wat wil een opa nog meer?

Opa plus twee

3 bestellingen: 5 x Rudy Kousbroek, wiskundemethode 'Netwerk' voor V4, Egbert Wolleswinkel, 'Renswoude. Geschiedenis en architectuur'.

18 juli 2011

Het is vakantie, maar als je niet weg bent, gaan allerlei klusjes en regelzaken gewoon door. Vanochtend bracht ik de financiële administratie van het afgelopen kwartaal naar de boekhouder.

Rond de computer liggen her en der stapeltjes boeken. Om te koop gezet te worden, of omdat ik 'er nog iets mee moet'. Uit 'dagboek van een verwonde(rde)' van Gaston Durnez moest ik nog wat aforismen in Schrijversinfo noteren. Bijvoorbeeld:

Vrede? Dat is de periode waarin het alleen bij de anderen oorlog is.


Ach, zei de kikker,
ik heb zopas al mijn kinderen verloren.
De ooievaar is geweest.


"Hebt u mijn laatste verzen gelezen?"
"Zijn het uw lààtste? Hartelijk proficiat!"


Objectiviteit: het volledig en onvervalst weergeven
van alle halve waarheden en leugens
die over een onderwerp de ronde doen.

Toch weer even zon vanmiddag. Ik maakte daar gebruik van door achter het huis de pergola te slopen. Aan de linkerkant - waar de klimroos ertegenaan staat - was de paal verrot en omgevallen. De stengels van de roos en de klimop hielden de paal nog een beetje overeind.
Ik heb een paar uur klimop staan knippen. Die haalde ik ertussen uit en ik probeerde zo de roos te sparen.
Bij het afbreken landde een dwarsbalkje van de pergola op de zandbak en ging daarbij dwars door het plastic deksel heen. Ai....
Gat in de zandbak

19 juli 2011

Een rustige dag. Wat rommelen en wat opruimen. Ik zou in zo'n vakantie eigenlijk meer moeten lezen. Er ligt nog een stapeltje boeken op me te wachten. Als we op vakantie zijn lees ik veel, maar thuis ga ik toch andere dingen zitten doen.

Sterk uitgebreid op Schrijversinfo: Nico Scheepmaker.

Het is altijd aardig als mensen via de mail enthousiast reageren op Schrijversinfo. Vandaag bijvoorbeeld: 'beste Mats, een schitterende website! Mijn oordeel is wel voornamelijk gebaseerd op de Midas pagina want als Midas fan heb ik nog nooit zo'n volledig overzicht gezien. Misschien toch een aanvullinkje bij 'een voorwoord': "Midas Dekkers leest A.Koolhaas" - In deze bundel verzamelde Dekkers de verhalen uit het oeuvre van A.Koolhaas die hem het meest aanspraken en schreef hiervoor de inleiding. Verder niets dan lof, vriendelijke groet, PS.: ik vermoed dat je er nog niet aan bent toegekomen om het laatste boek Rood erbij te zetten.'

Wat dat 'Rood' betreft heeft hij gelijk. Het verbaasde me wel; dat boek heeft in de pers aandacht genoeg gehad. Wat bleek: ik had het boek er op de bladzijde wel toegevoegd, maar ik was vergeten de bladzijde te up-loaden. Wat die voorwoorden betreft maak ik een keuze. Ik vermeld wel boeken van anderen waar iemand een voorwoord voor geschreven heeft. Ik vermeld niet voorwoorden in boeken waarvan de betreffende auteur zelf de samensteller is. Dan ligt het namelijk voor de hand dat hij ook zelf een voorwoord heeft geschreven.

20 juli 2011

Tygo sliep vannacht bij ons. Om 2.00 uur was hij even wakker. Daarna sliep hij door tot 8.00 uur. Vanochtend speelde hij met de garage en met de Duplo. Verder ging ik met hem in het (schuim)bad. Hij is absoluut niet bang. Het water kwam hem - als hij ging zitten - tot de kin en hij vond het prachtig.

Tygo in bad Tygo in bad

Vanmiddag liep ik met hem naar het speeltuintje bij ons in de straat. Hij klimt nu ook (vlot) over zo'n driehoekige loopbrug van dikke blauwe touwen. Hij genoot van het feit dat hij dit beheerste en bleef heen en weer klauteren.

We drinken nu al een hele tijd Nespresso-koffie. Die bevalt ons uitstekend, alleen de prijs van de cupjes bevalt ons niet zo goed. Er gaat bij ons veel koffie door en dat kost me honderd euro per zes weken. Voor dat geld koop je zo'n koffiemachine die zelf de bonen maalt en waar je ook de sterkte van je koffie kunt instellen, dachten we. We hebben wat rondgekeken en uiteindelijk via internet zo'n apparaat besteld: een Delonghi. Hij werd vanmiddag bezorgd en we zullen die dan morgen gaan uitproberen.

Ik verzamel momenteel informatie voor een artikelenserie over 'Whisky in de Nederlandse literatuur'. Literatuur trek ik dan wat breed: ook cabaret en liedkunst kunnen daar dan onder vallen (waarmee ik een 'volgeling' van Willem Wilmink ben). Kees Torn komt aan de orde, Stef Bos, C. Buddingh', Eddy van Vliet en Jan Boerstoel. Die laatste is met zijn 'kroegverzen' een twijfelgeval; die gaan over drank in het algemeen en niet over whisky in het bijzonder. Dat is ook precies mijn probleem. Er is in Nederland veel over drank gedicht en geschreven, maar dat gaat dan meestal over bier, wijn of jenever, of over drank in het algemeen en maar hoogst zelden over whisky.

De dorstige dichter De dorstige dichter

Ik bestelde onlangs de bloemlezing 'De dorstige dichter. Omvattende een bescheiden verzameling gedichten en liederen uit nabij en ver verleden, handelende over den drank en zijn schenkplaats, over den dorstige en over de dorst vergaard door Han G. Hoekstra' (1939). Daarin hoopte ik gedichten over whisky tegen te komen, maar ook in deze bundel gaat het weer over van alles, maar niet over whisky. Er staan wél prachtige gedichten in. De dichter Robert Hennebo (1685-1737) schreef al in de achttiende eeuw een bundel vol over jenever: 'De lof der jenever' (1723). Daaruit:

Jenever in den morgenstond

Jenever, in den Morgenstond,
Verfrist, en maekt den Mensch gezond,
Verjaagd de slaap, en maekt de zinnen
Bekwaem om alles te beginnen.
Wanneer de Zuyerzon omhoog
Maekt Magen swak en Leevers droog,
Dan ziet men hoe door de Jenever
De Maag hersteld word, en de Leever.
Gelyk als Foebus zyn Auroor
Volgd ieder morgen op het spoor;
Zo volgd, als men heeft Thé gedronken,
Dat den Jenever word geschonken;
Wat de Jenever in de Nagt
Voor deugd doet weet de Ratelwagt;
Hy licht ons in de duyst're weegen,
En sterkt het Hert in Wind en Reegen.

2 bestellingen: Pierre Saraber, 'Daar zijn de Polen!', taalmethode 'Ta!ent'.

21 juli 2011

De kruisbessen zijn door de merels van de struik gevreten. Ik zag de merel eruit opvliegen toen ik de tuin in liep. Net als de kersen zijn ook de kruisbessen voor de vogels, maar het is ons ook niet om de opbrengst begonnen. Van de druiven blijven de vogels af, maar die vinden we zelf ook niet zo lekker.

Delonghi Het koffie-apparaat staat in de keuken. We hadden de juiste plek nog niet meteen gevonden, schuin in de hoek was de mooiste plek, maar niet de handigste. Daar moesten we hen verschuiven om er nieuwe bonen in te doen.
De eerste kopjes smaakten ons gelukkig goed. Nu gaan we experimenteren met de instelling van de sterkte en met verschillende soorten bonen.

Ik begin de balen te krijgen van deze zomer, of eigenlijk van het gebrek aan zomer. Ik wil in mijn vakantie in de tuin kunnen liggen en ongemerkt in slaap vallen.

Vanmiddag hebben we de knoop doorgehakt. Ik heb een garagebox in het PWA-park gekocht om er nog niet te koop staande boeken en knipsels in op te slaan. Het is een investering, maar dan zijn we al die in de weg staande dozen hier in huis kwijt. De achterste zolderkamer kan dan zo goed als leeg. De knipsels kunnen dan van de studeerkamer naar die zolderkamer. De studeerkamer kan dan een keer helemaal leeg en krijgt nieuwe vloerbedekking. De boekenkasten gaan dan terug en worden netjes ingedeeld met mijn eigen (niet-te-koop-staande) boeken. Ook het bureau gaat naar zolder en de studeerkamer wordt dan het eerste jaar babykamer. Beide kleinzoons komen - als Suzanne weer gaat werken - op de woensdag bij ons en we willen, zolang Tygo 's middags nog slaapt, ze niet bij elkaar leggen.
Vanavond ga ik vijftig mooie dozen kopen, met een los deksel. In die dozen wil ik in de garage de boeken en knipsels opslaan. Allemaal gelijke dozen, dan kun je tenminste stapelen zonder dat de boel gaat schuiven. Met het inpakken en wegbrengen van die dozen gaat dan een flink deel van deze zomervakantie 'heen'.
Overigens moeten we voor die garagebox nog wel naar een notaris, maar we hebben een mondelinge overeenkomst, dus dat zal wel goed komen.

22 juli 2011

De dozen die ik gisteren kocht zijn stevig, maar het vouwen vraagt een bepaalde slag. Die handigheid heb ik niet direct. Ook het deksel moet gevouwen, maar dat is iets eenvoudiger. De stevigheid zit hem in de dubbele kartonnen bodem en de drie stukken karton aan de zijkanten. Het om de bovenkant vallende deksel geeft dan nog extra stevigheid. Eén nadeel: vol met boeken is de doos maar net te tillen. Gelukkig hoef ik er niet ver mee te sjouwen: thuis de auto in en voor de garagebox de auto weer uit.

De klimop die voor tegen de erker groeit heb ik vandaag flink gesnoeid. Die doen we niet weg. Het staat fraai, zo'n groene wand onder het raam, maar belangrijker is dat het oorspronkelijke klimopplantje nog uit de bak op het terras van oma aan het Zuiderkruis komt. Zo hangt er aan meer planten een herinnering: de bruine esdoorn in de voortuin kregen we van mijn vader toen we aan de Dijkstraat gingen wonen.

De verhalen uit Büch's boeket 3 en 4 heb ik vanmiddag ingetikt op de diverse auteursbladzijden op Schrijversinfo.

Het aantal bestellingen loopt terug. De zomervakanties zijn nu overal begonnen.

23 juli 2011

Met Martijn ging ik gisterenavond naar de MediaMarkt in Ede. Even rondkijken, een cd en/of dvd kopen. Ik kwam thuis met:
- The real... Johnny Cash. The ultimate Johnny Cash collection (3 cd´s voor een paar euro. Veel nummers die ik nog niet kende)
- Stef Bos, Rooi aarde zwart bloed (dvd van een optreden in Zuid-Afrika)
- The Hurricane (film over de bokser waar Bob Dylan het nummer 'Hurricane' over schreef)

Even een stukje Zuid-Afrikaans van de achterkant van de Stef Bos-dvd:

Die Nederlandse sanger Stef Bos het oor die afgelope 15 jaar diep in die harte van Suid-Afrikaners gekruip. Hierdie DUAL LAYER DVD bevat sy eerste volwaardige Suid-Afrikaanse vertoning saam met van ons voorste musikante asook dokumentére films en musiek videos.

De Tour de France is in geen jaren zo spannend geweest. Doorlopend zijn er - zeker in de laatste dagen - verrassingen die het weer extra spannend maken. In de eerste weken waren het vooral de - al dan niet massale - valpartijen. In de laatste week zijn het de favorieten, die nu eens niet afwachten, maar de aanval kiezen.

2 bestellingen: Leo Vroman, 'Liefde, sterk vergroot' , Clarissa Pinkola Estés, 'De ontembare vrouw als archetype in mythen en verhalen'.

24 juli 2011

Stefan Brijs schreef eind jaren negentig het boek 'Kruistochten'. Die titel dekt de lading. Hij bezoekt acht graven van Vlaamse schrijvers (en daar staat meestal een kruis op) en beschrijft de tocht naar en het bezoek aan dat graf. Daartussendoor vlecht hij biografische gegevens en zijn herinneringen aan de schrijver én de boeken. Het levert een bewondernswaardig boekje op. Ik betwijfel wel of er veel vraag naar is geweest. Toch zou ik zo'n boekje zelf wel over Nederlandse schrijvers en hun graven willen maken (maar zoiets denk ik wel vaker, als ik een boek met veel plezier gelezen heb). Hij schrijft over het graf van Jan Emiel Daele:

Boven op de grafsteen stond nog duidelijk zichtbaar, maar weldra niet meer, want de takken van een opgeschoten geelgroene conifeer dreigden eroverheen te groeien, een gebeeldhouwde stenen lijst, een rouwende vrouw voorstellend, in haar armen een foto. Op die foto Jan Emiel Daele zoals hij er in de laatste jaren van zijn leven had uitgezien: zwarte snor en baard, dikke donkere bril, dandysjaaltje om de hals.
Daar lag J.E. Daele - auteur. Onder een graf dat in dezelfde staat van ontbinding verkeerde als zijn lichaam, als zijn boeken, als zijn naam. Deze aanblik trof mij in het hart. Wie liet zoiets gebeuren? Daele was dan misschien geen groot schrijver, hij had het tenminste geprobeerd, in alle eerlijkheid, dwars door ramen en deuren heen. En dat alleen al verdiende toch eeuwigdurende eerbied, niettegenstaande zijn onvergeeflijke wanhoopsdaad. Ach, arme Daele, rust hier in ons Vlaanderen, waar eren nog steeds rijmt op creperen. (Stefan Brijs, Kruistochten, blz. 20

Vanochtend hadden we de mensen op de koffie van wie ik een garagebox in het PWA-park ga kopen. Ze woonden eerst in een flat boven die garagebox, maar zijn nu naar Rhenen verhuisd. Aardige lui. En niet alléén aardig omdat ze het goed vinden dat ik al vóór de officiële overdracht dozen in de garagebox zet. Maar ook dat is aardig van ze én het betekent dat ik morgen kan beginnen met sjouwen. Het is toch rotweer. Zo heb ik een zinvolle vulling voor de komende vakantieweek (Ja, en óók voor die garagebox).

Vanmiddag reden we door een extreem regenachtige Betuwe naar Culemborg. Veel ooievaars en op de terugweg - tegen de schemering - extreem veel hazen op de weilanden. In Culemborg extreme vergeetachtigheid bij Lidy's vader. Het wordt langzamerhand zorgwekkend.

Na de finish van de laatste etappe van de Tour de France werden er een paar fragmenten vertoond van de documentaire over Joop Zoetemelk en zijn tour de France-overwinning. Die documentaire wordt vanavond uitgezonden. In dat kleine stukje zie ik ineens Frits Beckerman staan! Naast Joop Zoetemelk! Frits heeft een foto in zijn hand. Op die foto heeft hij als véél jongere jongen Joop Zoetmelk op de schouders. Frits heeft in 1980 op de Champs-Élysées Joop Zoetemelk op de schouders genomen. Gewéldig. Waarom wist ik dat niet?

1 bestelling: T. van Deel (samensteller), 'Lees eens een gedicht'.

25 juli 2011

Vanochtend ben ik bij de notaris geweest om de aankoop van de garagebox te regelen. Het van internet gehaalde voorlopig koopcontract bleek adequaat. De notaris gaat niet eens een andere maken. Eén en ander kan snel geregeld zijn.

Gert kocht zijn meubels bij De Groot in Apeldoorn. Op zijn advies gingen we daar vanmiddag ook eens kijken. Een mooie zaak en niet te duur. We gingen dan ook wat euro's armer en wat meubels rijker weer naar huis. Nu is overigens het doen van aankopen voorlopig wel klaar.

In het Prinsenpark in Apeldoorn (Frisoweg) staat een monument voor circa vijftienhonderd tijdens de Tweede Wereldoorlog uit de joodse psychiatrische inrichting 'Het Apeldoornsche Bosch' weggevoerde joden. Op dat in mozaïek uitgevoede monument staat een tekst van Ida Gerhardt: 'Nooit heb ik wat ons werd ontnomen, zo bitter, bitter liefgehad', afkomstig uit haar gedicht 'Het carillon'.
We wandelden wat door dit fraai aangelegde park en maakten foto's van het monument.

Prinsenpark Prinsenpark

Daarna wilde ik nog twee 'schrijverswoningen' fotograferen. Theun de Vries woonde van 1919 tot 1928 in Apeldoornan (Loseweg 103, Rembrandtlaan 20, Putterweg 2). Die Loseweg is in de buurt van het park, maar op dat adres staat nu een vrij nieuwe seniorenflat. Het huis waar Theun de Vries woonde zal afgebroken zijn.
Meer succes hadden we op Bosweg 6. Tijdens de Eerste Wereldoorlog woonde Jan van Nijlen op dit adres samen met zijn vrouw een jaar in het pension van de moeder van J. Greshoff. Zo te zien heeft het pand nog steeds een pension-achtige bestemming.

Bosweg 6, Apeldoorn

26 juli 2011

Vandaag heb ik de hele dag met dozen lopen sjouwen; boeken en knipsels die nog niet te koop staan. Uit de garage, van de studeerkamer en van de zolder. Op twee plekken vond ik in een doos een muizennest van kleine snippers papier. Gelukkig vreten de muizen daarvoor geen boeken aan. Wel kranten en vooral Donald Ducks. Als ik een nestje voor mijn kleintjes moest maken, zou ik misschien ook wel een voorkeur voor Donald Duck hebben.

Vanavond keek ik (eindelijk) de film 'Robin Hood'. Ik zag er driekwart van in de bus, op de terugweg uit Leuven met de derdeklassers. Ik wilde het einde ook zien en kocht enige tijd geleden de dvd. Het probleem is dat ik mezelf de tijd niet gun om rustig een film te kijken (en ook een beetje dat Lidy niet van films houdt). Vanavond kwam het er dan toch van. Een schitterende film. Ik zou mezelf meer tijd voor films moeten gunnen!

1 bestelling: Bert Paasman, 'Veluws verleden'.

27 juli 2011

Mariët Meester - foto: Jaap de Ruig

Mariët Meester in Veenhuizen

Een kijkje in de keuken van een schrijfster - Aflevering 16

 

 

Sarien Visser

Mariët Meester heeft twee maanden ‘verlenging’ gekregen van het Ontwikkelingsbureau Veenhuizen. In Veenhuizen heeft het woord ‘verlenging’ een slechte klank. In het gevangeniswezen houdt dit in dat een vastzittende gedetineerde naar de rechtbank moet, omdat hij nog iets op zijn kerfstok heeft, waarvoor de rechter nog geen veroordeling heeft uitgesproken. Toen ik in ‘Norgerhaven’ werkte kwam een gedetineerde mij een keer vragen of ik voor hem een brief wilde schrijven voor de rechtbank in ’s-Hertogenbosch, want hij moest nog voor een andere zaak voorkomen en zolang daarvoor geen veroordeling was uitgesproken, kon hij niet naar ‘De Fleddervoort’, een Zeer Beperkt Beveiligde Inrichting in Veenhuizen, een Open Inrichting, omdat de gedetineerden elk weekend naar huis gaan. Gedetineerden die in een  Half Open Inrichting (HOI) verblijven, mogen eenmaal per vier weken een weekend naar huis. Wanneer iemand tien tot twintig jaar in de gevangenis heeft gezeten en daarna plompverloren wordt vrijgelaten in een sterk veranderde samenleving, dan is de kans klein dat hij zonder kleerscheuren zijn weg vindt. Daarom krijgen gedetineerden in ‘De Fleddervoort’ de kans om weer te wennen aan een normaal maatschappelijk leven. Dat betekent dat ze overdag bij een bedrijf werken, dat ze met de bus of eigen auto naar hun werk gaan en ’s avonds weer ‘thuis’ komen, eten koken en andere zaken doen die bij een gewoon huishouden horen. In het weekend gaan ze naar huis. ’s Zondags om 17.00 uur moeten ze zich weer melden in ‘De Fleddervoort’, wat voor velen niet meevalt, maar ze ervaren het verblijf in ‘De Fleddervoort’ wel als een waardevolle overgangsperiode. Het is bijzonder dat ‘De Fleddervoort’ de enige gevangenis in Nederland is, die is beschermd tegen inbraken in plaats van tegen uitbraken. Want een ex-gedetineerde die weer op het slechte pad raakt, wil zich nog wel eens herinneren dat in ‘De Fleddervoort’ computers, televisies en andere apparaten staan en dat er bovendien in het weekend niemand thuis is!

Fleddervoort

De Fleddervoort is gelegen aan de Hoofdweg, in de omgeving van het Eerste Gesticht. Dit gebouw werd rond 1900 gebouwd en diende toen als school onder de naam ‘Leerplicht’.

De ‘verlenging’ die Mariët Meester heeft gekregen is van een geheel andere aard. Zij mag twee maanden langer in de pastorie blijven wonen. Dat houdt in dat haar verblijf in Veenhuizen tot 1 oktober 2011 wordt verlengd. Zowel Mariët als haar partner zijn hier heel blij mee. Ze zijn inmiddels gewend geraakt aan hun verblijf in Veenhuizen en vinden het er prettig. Nog regelmatig verschijnen er lachende gezichten voor het kamerraam van de pastorie. Toch is Mariët van plan in september vaker dan tot nu toe naar Amsterdam te gaan, omdat ze daar voor haar werk ook bepaalde contacten, zoals met haar uitgever, moet onderhouden.

Toen Mariët Meester hoorde dat haar gerenommeerde literaire uitgever ‘De Arbeiderspers’ per 1 januari 2012 gaat samenwerken met de veel commerciëler ingestelde A.W.Bruna en de uitgeverijen ook samen een pand gaan betrekken in Utrecht, was de auteur daar niet direct blij mee. Maar ze heeft zich laten overtuigen van de voordelen, omdat beide uitgeverijen gebruik gaan maken van elkaars kwaliteiten. Bovendien blijven beide zelfstandig en zorgt ‘De Arbeiderspers’ voor een ontmoetingspunt in Amsterdam.

Binnenkort krijgt de auteur bezoek van iemand uit Enschede, die dan brieven meeneemt die zijn opa, toen wonend in Veenhuizen aan de Meidoornlaan in het huis met het opschrift ‘Vrede en Recht’, tussen 1916 en 1921 heeft geschreven aan familieleden. Deze meneer heeft kortgeleden deze brieven van zijn moeder gekregen en hoorde bij toeval dat Mariët met een Oral History project over inwoners van Veenhuizen bezig is.

Er zullen nog een stuk of drie, vier interviews volgen, maar de auteur is alvast begonnen met schrijven. Op het moment dat ze ervoor in haar kamer ging zitten, werd ze heel zenuwachtig en begon te trillen. Ze zag de verwachtingsvolle ogen van al die mensen voor zich die ze had geïnterviewd en vroeg zich toen af of ze er wel aan kon voldoen. Eerst lukte het een hele week niet om een eerste zin te schrijven, maar nu begint het goed te lopen.

De auteur heeft op dit moment een rangschikking voor tien hoofdstukken gemaakt. Ze heeft voor elk hoofdstuk in het kort onderwerpen opgeschreven. In één hoofdstuk kunnen combinaties van verhalen van meerdere personen aan de orde komen. De rangschikking is gebaseerd op de tijd waarin het verhaal zich afspeelt of op het onderwerp waarover het verhaal gaat. Sommige verhalen lopen door in de tijd. Dit kan bij het uitwerken problemen opleveren. In gedachten raadpleegt Mariët dan de boeken van andere non-fictie auteurs die ze heeft gelezen. Hoe zijn mensen als Frank Westerman en Geert Mak met dergelijke problemen omgegaan? Of Annejet van der Zijl en Hylke Speerstra, hoe pakken zij het aan?

De auteur heeft het eerste en derde verhaal bijna afgerond. Ze is begonnen met de ‘gemakkelijke’ verhalen om erin te groeien. Materiaal heeft Mariët genoeg, het is eerder de vraag: Wat moet/kan ik weglaten? De opdrachtgevers hebben aangegeven uit te gaan van 120 pagina’s. Mariët overweegt met de opdrachtgevers te gaan overleggen of het boek uit meer dan 120 pagina’s mag bestaan. Hierbij is de kostprijs van het boek een factor. Wil de lezer het hogere bedrag er voor uitgeven? Maar op dit moment is het vakantieperiode en kan ze niet veel anders doen dan doorschrijven. De vraag leeft ook of ze foto’s bij de verhalen gaat plaatsen. Met foto’s wordt het meer een journalistiek dan een literair boek. De auteur wil graag haar eigen kleur en stijl behouden. Ze probeert met woorden beelden op te roepen. Er komt waarschijnlijk wel een kaart van Veenhuizen in het boek, zodat iedereen de verhalen geografisch kan plaatsen.

 

Aaf Brandt Corstius is met vakantie. Op de plaats van haar column in 'de Volkskrant' staat nu een column van Thomas van Luyn. Die van Aaf heette ABC, die van Thomas heet XYZ. Verandering van spijs doet lezen. En misschien smaakt dit wel beter. Vandaag schrijft Van Luyn o.a.:

Het zal wel weer mijn onzekerheid zijn,
maar het stomme is,
daar kun je nooit helemaal zeker van zijn.

2 bestellingen: L. van Egeraat, 'Dagtrips in Nederland, eerste tiental', H.A. Verhagen, 'en toch.... scheen de zon'.

28 juli 2011

Weer een dag van sjouwen met boeken en knipsels. Vooral knipsels vandaag. Van diverse plekken haalde ik dozen tevoorschijn met half uitgezochte kranten; bladzijden waar nog iets uitgeknipt moest worden. Dat leverde één doos op met knipsels om later uit te werken en negen dozen voor het oud papier.
Het probleem is alleen dat je nauwelijks ziet dat er zoveel is 'weggewerkt'. De dozen die ik heb uitgezocht stonden allemaal een beetje 'verdekt opgesteld'.

29 juli 2011

Aan het eind van de ochtend reden we naar Schoorl, waar we voor een week een huisje hebben gehuurd. Het was druk onderweg. Aan de zuidkant van de Wijkertunnel was het droog, aan de noordkant regende het dat het goot.
Het huisje was vanaf drie uur beschikbaar. We rekenden er een beetje op dat we er wel eerder in mochten, maar dat was deze keer niet het geval (de schoonmakers waren nog bezig). Daarom deden we eerst boodschappen bij Super de Boer in Schoorl en dronken we koffie bij de plaatselijke horeca.

Veel is het niet, dat Schoorl. Een klein winkelstraatje met voornamelijk horeca. Midden in die dorpsstraat, net naast de supermarkt, gaat een soort zeer zanderige, hoge duinovergang sterk omhoog: het klimduin. Kinderen hollen er omhoog en omlaag en zitten er in het zand te spelen. De zee is vijf kilometer verderop, dus een duinovergang kan het niet zijn. Het ziet er wel fraai uit en geeft het dorpje iets zeer eigens.

Klimduin in Schoorl

Ik kocht een HP/De Tijd vandaag. Het opvallendste artikel is het 'Zelfportret' in woorden van hersenonderzoeker Dick Swaab. Hij is zondag te zien in 'Zomergasten'. Daar was ik niet zo nieuwsgierig naar, maar op basis van zijn rake en goed gekozen antwoorden in dit 'zelfportret' ben ik toch nieuwsgierig naar hem geworden. Twee voorbeelden (waarvan het tweede van mijzelf had kunnen wezen):

Aan wie ergert u zich?
Aan de huidige regering. De rechtse hobby's blijken oppervlakkigheid en onverschilligheid te zijn.

Bidt u weleens?
Nee, ik ben overtuigd atheïst. Ik verafschuw de gevolgen van religie, maar ik heb wel belangstelling voor de culturele aspecten ervan. Ik loop nog steeds iedere kerk, moskee of tempel in de wereld binnen.

Op Facebook ben ik de duizend 'vrienden' gepasseerd. Ik wil Facebook vooral gebruiken om aandacht voor Schrijversinfo te genereren. Daarom bestaat mijn 'vriendengroep' vooral uit schrijvers, uitgeverijen en bibliotheken. Daarnaast uiteraard ook uit familie, collega's en echte vrienden.
Vandaag raakte ik bevriend met Roel Richelieu Van Londersele. Hij schreef me een opvallend en aardig bericht: 'Hallo Mats Beek, Jouw vriendschapsverzoek kan ik niet weigeren. Mijn jongste zoontje (nu 9j) heet ook Mats en mijn gedicht Mats kreeg de Herman de Coninckprijs en verscheen op 23.000 posters. Sedertdien krijg ik berichtjes dat er Matsjes bijkomen, maar jij moet bij de pioniers geweest zijn, want in Vlaanderen is Mats een zeldzame naam.'
Dat daagt mij uiteraard uit om over deze auteur binnenkort een bladzijde te maken voor Schrijversinfo

30 juli 2011

We wilden vandaag wat door Bergen wandelen, maar raakten daar de auto niet kwijt. Geen parkeerplek te vinden. Na wat vruchteloos op- en afrijden van parkeerplaatsen reden we door naar Bergen aan Zee. Daar waren parkeerplaatsen genoeg. Het is dan ook absoluut geen strandweer.
Bergen aan Zee is weinig veranderd sinds ik er een jaar of twintig geleden voor het laatst met een groep 8 van 'De Grift' was. We kampeerden destijds op een groepenterrein in Heemskerk en fietsten dan het hele eind door het waterleidinggebied naar Bergen aan Zee en terug.
Nu liepen we over het houten looppad vlak voor de strandhuisjes naar de volgende strandtent. Daar dronken we wat, met onze jassen aan; koud en een constante dreiging van regen.

Bergen aan Zee Bergen aan Zee

In de zee zagen we een heleboel masten. Er ligt toch geen haventje een eind in zee? De eigenaar van de strandtent, die de koffie en het Duveltje af kwam rekenen, vertelde dat het windmolens zijn!

Sinds november 2008 (mijn vijftigste verjaardag) staan er nog wat cadeau gekregen flessen whisky op consumptie te wachten. Gisteren opende ik van dat voorraadje een The Balvenie Doublewood single malt van 12 jaar oud. Een mooie fles en een lekkere whisky. Een 'doordrinker' als je niet uitkijkt. Van internet begrijp ik dat het doublwood slaat op het feit dat de whisky eerst een tijd in het ene soort vat gerijpt heeft en daarna is 'overgegoten' in een ander soort vat. De vermelingen van die tijd komen op verschillende sites niet met elkaar overheen (10 jaar en 2 jaar, maar ook bijna 12 jaar en een paar maanden). Dat van die vaten klopt wel overal: eerst bourbon en daarna sherry.

De laatste weken kijk ik op Marktplaats naar kastjes om mijn whiskyflessen in te bewaren. Bij Chiel zag ik daar een mooi kastje voor. Zulke kastjes zijn wel te koop, maar die moet dan ook in ons interieur passen én op de plaats van de sitetable kunnen staan. Het heeft geen haast en ik zoek rustig door.

Het is ongeveer twee jaar geleden dat ik deel één las van Stieg Larssons Millenniumtrilogie. Met Lidy samen zag ik toen ook de verfilming in de bioscoop. De dvd's van deel twee en drie liggen te wachten, maar ik wil eerst de boeken gelezen hebben; die liggen ook te wachten. Vandaag begon ik aan deel twee. Met zijn 568 bladzijden echt een boek voor in een regenachtige vakantieweek.
Het boek pakt me (net als deel één). Het leest makkelijk, maar pakt wel uit met omschrijvingen van bijvoorbeeld het eiland Grenada en van wiskundige vergelijkingen (over die laatste lees ik gemakshalve heen). In deel één verbaasde het me zeer dat advocaat Nils Bjurman niet opnieuw opdook. Zo'n uitgebreide en aangrijpende beschrijving kan in een boek toch bijna niet op zichzelf staan. Daarbij vergat ik even dat het verhaal over drie delen is uitgesmeerd. In deel twee blijkt hij weer uitgebreid aan de orde te komen.

Om het cirkeltje van vandaag rond te maken een whiskycitaat van Larsson van bladzijde 41:

Zijn bar thuis bevatten wodka en een paar flessen single malt die hij cadeau had gekregen en die maar heel zelden opengingen.

Ik vrees dat zoiets bij meer mensen voorkomt.

31 juli 2011

Met een beetje geluk krijgen we de komende dagen toch eindelijk een beetje zomerweer. Vandaag begon het er al iets op te lijken. We hebben vanmiddag op een terrasje koffie gedronken en we hebben vanavond in de tuin zitten eten.

Vandaag deden we wel ons 'rondje Bergen'. We baseerden ons daarbij op de omschreven wandelingen in 'Hier scheen 't geluk bereikbaar. Schrijvers over Bergen. Van Gorter tot Van Dis'. Diverse schrijvers (waaronder Aukje Holtrop, Elly de Waard, Mischa de Vreede, Adriaan van Dis, Sjoerd Kuyper) leveren een bijdrage over schrijvers die in Bergen woonden (waaronder Herman Gorter, C.S. Adama van Scheltema, Chris J. van Geel, H.C. ten Berge en natuurlijk over A. Roland Holst).

We wandelden en reden door Bergen en fotografeerden het beeld van A. Roland Holst, voor de Ruïnekerk in het centrum van Bergen:

A. Roland Holst A. Roland Holst

Die Ruïnekerk is een aardige trekpleister zo in het centrum. Kinderen kunnen het nauwelijks laten om op de stenen resten in het midden ervan te klimmen. Tegen de grote nog staande muur ligt een rijtje graven. Er staat een hekje omheen. Die graven moeten dan oorspronkelijk ín de kerk hebben gelegen:

Ruinekerk Ruinekerk Ruinekerk

Ik stoor me wel aan de onhandige formulering van de tekst op het bordje op het hek bij die kerk:

Ruinekerk

Maar ik moet niet teveel zeuren: de boodschap is overgekomen: er stonden geen fietsen tegen het hek.

Op Eeuwigelaan 26 overleed Du Perron aan een hartaanval.

Eeuwigelaan 26 Eeuwigelaan 26

Aan de Sluisweg, in huize Westdorp, logeerde A. Roland Holst bij zijn oom en tante, voordat hij definitief in Bergen kwam wonen:

Westdorp Westdorp

Op Midden Geestweg 14 woont/woonde de schilder en dichter David Kouwenaar. Het huis is door de grote haag nauwelijks te zien. Gerrit Kouwenaar - de broer van David - vierde in dit huis in 1948 zijn huwelijk:

Midden Geestweg 14

 

Op Midden Geestweg 35 woont Sjoerd Kuyper:

Midden Geestweg 35 Midden Geestweg 35

Iets verderop loopt deze straat dood. Aan het eind van dat doodlopende stukje woonde vroeger Jansje van Wonderen, de dienstbode van J.M. Selleger-Elout naar wie zij haar Lijsje Lorresnor gemodelleerd heeft:

Midden Geestweg 56

Op Doorntjes 32 staat huize 'De Kouw'. De vader van David en Gerrit Kouwenaar liet het bouwen als buitenhuis. De zoons brachten er hun vakanties door. E. du Perron verbleef er langdurig en ook Jan G. Elburg kwam er vaak:

De Kouw De Kouw

Op Nesdijk 7 staat het huis waar Adriaan Roland Holst woonde. Het is nu een huis waar schrijvers enige tijd gebruik van kunnen maken om ongestoord te kunnen werken. Het is nu ook naar Roland Holst genoemd:

Nesdijk 7 Nesdijk 7

Het huis op Nesdijk 25 is gebouwd door Aldo van Eyck. Marga Minco en Bert Voeten logeerden hier regelmatig:

Nesdijk 25

Op Boendermakerhof 10 staat het voormalig woonhuis en atelier van Lucebert. Voordat Lucebert er zijn atelier had, gebruikte kunstverzamelaar Boendermaker het als 'Kunstzaal'. Die naam staat nog altijd op de gevel. In dit gebouw werkten Nienke van Hichtum en Toos Blom aan de vertaling van 'Winnie de Poeh':

Kunstzaal Kunstzaal

A. Roland Holst wordt in Bergen niet vergeten. Er is geen plein naar hem genoemd. Toen de burgemeester met dat voorstel bij hem kwam zei de oude Roland Holst: 'Neen, mijnheer. Ik laat niet over mij lopen'. Er staat wel een standbeeld in het centrum én er is een school naar hem genoemd. Vroeger zat er in dit gebouw een huishoudschool, waar Neeltje Maria Min één van de leerlingen was:

Adriaan Roland Holstschool Adriaan RolandHolstschool

Diezelfde Neeltje Maria Min woonde o.a. op Natteweg 3:

Natteweg 3

Voor de VVV in het centrum van Bergen staat een kunstwerk dat herinnert aan Lucebert in Bergen. In het onderste gedeelte van het kunstwerk valt de Ruïnekerk te herkennen:

Bergen en Lucebert Bergen en Lucebert

In huize 'De Windroos' aan de straat die nu C.S. Adama van Scheltemaweg heet woonde C.S. Adama van Scheltema. Hij liet het huis zelf in 1913 bouwen. Hij overleed er in 1924 na een val van de trap. Ook Neeltje Maria Min heeft nog in dit huis gewoond. Een foto van het huis valt er - vanwege het struikgewas aan de straatkant - niet of nauwelijks te maken:

C.S. Adama van Scheltemaweg 4

C.S. Adama van Scheltemaweg 4

Op Kerkedijk 25 woonde Anthony van Kampen:

Kerkedijk 25

En daarmee hebben we waarschijnlijk nog niet de helft van de schrijverswoningen in Bergen gezien. Maar we hadden er zo langzamerhand genoeg van en bovendien wilden we de begraafplaats van Bergen nog bezoeken.

Die begraafplaats ligt er netjes bij. De graven liggen in rijen, maar het geheel heeft toch iets parkachtigs. De graven zijn genummerd, maar de logica van die nummering is niet helemaal te doorgronden. We vonden de graven van:

E. du Perron:

Graf E. du Perron Graf E. du Perron

Telegraafcolumnist Leo Derksen:

Graf Leo Derksen Graf Leo Derksen

Lucebert:

Graf Lucebert Graf Lucebert

A. Roland Holst:

Graf A. Roland Holst Graf A. Roland Holst

Op het graf van kunstenares Charley Toorop staan dichtregeld van A. Roland Holst. Die tekst is nog net te lezen, maar stukjes van de steen beginnen los te laten:

Graf C. Toorop Graf C. Toorop

J.M. Selleger-Elout ligt hier ook begraven. Het is een beetje een verwilderd graf, maar misschien juist daardoor wel fraai:

 

Graf J.M. Seleger-Elout

De tekst aan de bovenkant van haar graf trof mij: 'Geen godsdienst boven waarheid':

Graf J.M. Selleger-Elout

Verder heb ik vandaag vooral zitten lezen in 'De vrouw die met vuur speelde', deel 2 van de 'Millennium trilogie' van Stieg Larsson. Ik ben nu op bladzijde 421 en het boek heeft me flink te pakken. Het sleept je mee in de gebeurtenissen en je wilt steeds weten wat er vervolgens zal gaan gebeuren: een 'pageturner' dus in de letterlijke betekenis van dat woord.
De opbouw van het boek deugt en daarbij is het vlot geschreven. Echt memorabele zinnen; zinnen die je een tweede of een derde keer tot je neemt staan er niet in. Omdat ik met 'whisky in de literatuur' bezig ben, vallen me wel de zinnen met en over whisky op:

Ze hadden bij het eten twee flessen robuuste Spaanse rode wijn soldaat gemaakt en bij het nagerecht vroeg Dag Svensson of er iemand geïnteresseerd was in een glas Tullamore Dew: Ierse whiskey. Alleen Erika Berger was dom genoeg om nee te zeggen en Svensson pakte glazen. (blz. 88)

Bjurkman vloekte binnensmonds. Hij ging naar het barmeubel en schonk ongeveer een deciliter Kentucky Bourbon in. Hij sloeg de whiskey in twee teugen achterover. Ik moet niet zoveel drinken, dacht hij. Daarna schonk hij nog twee centiliter in en nam het glas mee terug naar het bureau, waar hij nogmaals naar het bericht van de Handelsbank keek. (blz. 149)

In deze 'whiskeycitaten' worden de namen Dag Svensson, Erika Berger en Bjurkman genoemd. Wie het boek gelezen heeft, weet dat ze alledrie pakweg honderd bladzijden later morsdood zijn. Is die whiskeyconsumptie daar een voorteken van? En de tweede gedachte: dan hadden ze maar Schotse whisky moeten drinken.


door naar Augustus 2011

 

 

eXTReMe Tracker