Terug naar mei 2008

1 juni 2008

We werden wakker van een vreemd ruisend geluid in huis. Het klonk het hardst in de meterkast. Het lopen van water door een leiding? Na even zoeken zagen we dat de tuin aardig blank stond. De tuinslang was van de kraan geschoten. De sproeier van de slang was wel uitgedraaid, maar de kraan zelf niet. Die heeft waarschijnlijk een uur of twee aangestaan. Nog een geluk dat hij er niet aan het begin van de nacht is afgeschoten. Les 1: altijd ook de kraan zelf dichtdraaien. Les 2: nieuwe koppelstukken kopen. Het is trouwens wel een beetje vreemd dat je het buiten lopen van een kraan binnen in de leidingen hoort (maar in dit geval wel een prettige bijkomstigheid).

 
Ik begin aan veel boeken, maar ik lees er maar betrekkelijk weinig direct uit. 'Land van grote eenzaamheid' van Gerrit Jan Zwier heb ik wel in een paar dagen uitgelezen. Een fascinerend boek over IJsland. Een interessant land wat een aantal onderdelen van de natuur betreft, maar na het lezen van dit boek is de kans dat we er een keer heen gaan niet echt groter geworden. Zwier is namelijk eerlijk: veel saaie landschappen en een beetje rare (dronken) mensen. Geen wespen en geen mieren.Dat is wel een voordeel, maar je krijgt er muggen voor terug. Van Zwier staat vooral de stijl me aan. Het leest als een trein en hij maakt me regelmatig aan het grinniken. In 'Allemaal projectie' (het eerste boek dat ik van hem las) vond ik diverse citeerbare zinnen. Dat valt in deze boeken wat tegen. Ik ben wel direct aan een volgend boek van hem begonnen: 'Het noordelijk gevoel'. Daaruit:

Mijn reismotief is dit keer simpel en duidelijk. Vroeger zou ik zoiets gezegd hebben als: ik wil diepgaande ervaringen opdoen en zo een ander mens worden. Of: de kortste weg naar het eigen innerlijk is de omweg over de aarde. Maar ik ben niet depressief, niet pas gescheiden en ik zit evenmin in een geloofscrisis. Ik ben ook helemaal niet op zoek naar mezelf. Mijn vijftigste verjaardag komt eraan; mijn sterke en mijn zwakke punten liggen muurvast. Net als iedereen reis ik om de zinnen te verzetten. Vaak houd ik daarbij een noordelijke koers aan, omdat de hoge breedtegraden voor mij altijd een bron van inspiratie zijn geweest. (Het noordelijke gevoel, blz. 29)

 

Een rustige verjaardag. Veel kennissen zijn op vakantie. Geen kinderen meer thuis, dan is eind mei/begin juni een ideale vakantieperiode. De dochter van Piet blijkt ook op 1 juni jarig te zijn. Ook zij vierde haar verjaardag niet, omdat iedereen op vakantie is.

1 bestelling: Sonja Barends, Hans Renes, Taeke Stol e.a. (red.), 'Over hagelkruisen, banpalen en pestbosjes. Historische landschapselementen in Nederland', E.J. v.d. Linden-Nijdam, 'Ruilverkaveling. Vooruitgang of ontluistering?' (AO-boekje).

2 juni 2008

Het heeft even geduurd, maar de oranjegekte begint nu toch om zich heen te slaan, met voorop de trom-petten en de brulshirts. Ik dacht dat het thuis meeviel, maar een oranje flessentas en een oranje vlag heb ik toch al zien liggen en vanochtend zag ik dat ik mijn gat veegde met oranje! Nu ben ik principieel tegen het koningshuis; het is een misplaatst relikwie uit de middeleeuwen en in overdrachtelijke zin veeg ik daar mijn gat mee, maar letterlijk hoeft dat nou ook weer niet. Er stond een tas met zeker twintig rollen naast de closetpot, dus ik zit aan het oranjevegen nog wel even vast.

Vandaag stuurde ik een leerling mijn les uit. Dat doe ik zelden en liever doe ik het niet, maar het niet-wegsturen moet ook geen doel op zich worden.

Herkent u deze tekst?

'Leent mèn oew oore: 'n deuntje veur ouw
'k Zal 't zinge zo schoon as ik kan
Oh, 't zal wel gaon mee wè hulp van m'n maots
Mm, 'k durf 't aon mee wè hulp van m'n maots (...)
Hedde gij immes noddig? Immes, die veul om me gift.
En wie hedde dan noddig?
Immes die gèère noast me lift.
'k Gao d'r veur staon mee wè hulp van m'n maots
Jao, 't zal wel gaon mee wè hulp van m'n maots'

Vier muzikanten uit Brabant hebben diverse Beatles-nummers vertaald en op een CD uitgebracht. Soms direct herkenbaar: 'Yesterday' = 'Giestere', maar dat 'Drika d'n ekster' een vertaling is van 'Eleanor Rigby' ligt niet meteen voor de hand. Zanger (en theatermaker) Peter Dictus uit Zundert vertaalde 'Strawberry Fields Forever' als 'Dahliavelden veur altijd' en dat is in Zundert helemaal geen vreemde tekst. Het bloemencorso vraagt om velden vol dahlia's!

1 bestelling: 'Brieven van Vincent van Gogh. Het leven van een bezield kunstenaar' (bulkboek).

3 juni 2008

Het is mooi dat het warm weer is, maar dit is wel erg benauwd. Mijn longen protesteren. Vandaag ben ik daarom thuis, maar ik verwacht morgen wel weer op school te zijn. Het mooie weer geeft de tuin een zomers uiterlijk. De klimrozen bloeien, de waterlelie bloeit en de wanderella's die Lidy gevuld heeft met vlijtig liesjes zijn al aardig vol:

     

Gerrit Jan Zwier in 'Het noordelijk gevoel' op blz. 58: 'Vooral Mats is mij dierbaar'. Nou kan Zwier helemaal niet meer stuk. Het gaat over een Deense gids:

De gidsen aan boord - Deense studenten - zijn in dienst van Greenland Tourism.
Vooral Mats is mij dierbaar.
Hij is lang, blond, heeft grote naar buiten staande Charlie Chaplin-voeten
en altijd klemt hij een notitieblok onder de arm.

Twee keer Zwier over reizen en schrijvende reizigers/reizende schrijvers:

Cees Nooteboom, die zonder twijfel een van de merkwaardigste reizigers is die het westelijk halfrond heeft voortgebracht, aangezien hij altijd op reis is maar nooit ergens heen gaat, brengt in een vreemde omgeving eerst een bezoekje aan het kerkhof; niet zozeer uit romantisch-melancholische overwegingen, alswel om informatie in te winnen over het soort samenleving waarin hij zich bevindt. (Gerrit Jan Zwier, Land van grote eenzaamheid, blz. 70)

Van moderne reizigers als Paul Theroux en Bruce Chatwin wordt vaak gezegd dat zij reizen om het reizen, dat het doel van hun gereis in de reis zelf besloten ligt. Dat klinkt heel modern, ontheemd en romantisch, maar ik denk dat het juister is om te zeggen dat het doel van deze reizen het reisboek is. (Gerrit Jan Zwier, Land van grote eenzaamheid, blz. 113/114)

1 bestelling: Nescio, 'De uitvreter/Titaantjes/Dichtertje/Mene tekel' en 'Heimwee en andere fragmenten'.

4 juni 2008

Eén van mijn doelstellingen in mijn onderwijs is het kritisch maken van leerlingen m.b.t. hun eigen en andermans taalgebruik. Aan het eind van een schooljaar blijkt dat -gelukkig - bij diverse leerlingen gelukt te zijn en keert zich dat - helaas - ook tegen mij. Er was vandaag een leer-SO (moeilijke woorden, spreekwoorden) in klas 2. Ik had de (lege) proefwerkblaadjes al uitgedeeld en zei: 'Boeken en schriften van tafel.' Veel leerlingen hadden serieus werk van het leren gemaakt. Ik zag diverse kladblaadjes die ze gebruikt hadden om de woorden te oefenen. Daarom zei ik: 'Ook alle losse blaadjes van tafel af graag.' Miranda uit B2c dacht geen seconde na en veegde met een armbeweging het proefwerkblaadje van tafel en op de grond. Dat bedoelde ik niet, maar dar zei ik wel! Ik heb het blaadje voor haar opgeraapt en er + 0,1 opgeschreven.

De Veenendaalse Krant plaatst, behalve de advertentie, nu ook het persbericht over de boekenmarkt van zaterdag. Ook in de agenda van de krant staat de boekenmarkt én in een ander artikel wordt de boekenmarkt van september al genoemd. Bij boekhandel Van Kooten liggen de flyers. Ik ben druk met het uitzoeken van de boeken die ik mee wil nemen. Zaterdagmorgen helpt Martijn, zaterdagmiddag Gijs.

Naar aanleiding van een bladzijde over een schrijver sturen mensen me soms spontaan een mail met informatie over die schrijver, of nog mooier een scan van een stukje handschrift. Vandaag mailt Gideon Barnhard me over A.M. de Jong:

Geachte heer Beek, Mijn vader, Gerard Th. Barnhard volgde, als plusminus tienjarig jongetje, begin jaren 30, pianolessen van een mevrouw Gonda Kley uit Rotterdam. Zij vertelde hem vaak allerlei verhalen. Eén verhaal was dat zij A.M. de Jong kende, danwel gekend had: een platonische romance. A.M. de Jong droeg een gedicht aan haar op. Dit gedicht schonk Gonda Kley destijds aan mijn vader. U vindt bij deze mail een digitale kopie van het gedicht en van een brief, beide uit 1912. Hopelijk zijn ze leesbaar. Met vriendelijke groet.

 

 

Hij is bekend als A.M. de Jong (Adrianus Michiel). Zijn roepnaam was Adriaan en daar ondertekent hij ook mee. Hij heeft een mooi, regelmatig handschrift. Julie is voor ons een raar woord, met die hoofdletter en die 'e'. Ook 'Woensdag' werd in die tijd nog met een hoofdletter geschreven. Uit het briefje spreekt respect en een zekere afstand: 'Met groet en handdruk', tegelijk spreekt er ook wel het verlangen uit om bij haar te zijn. De 'platonische romance' spreekt veel meer uit het gedicht. Al was het alleen maar omdat De Jong niet als dichter bekend staat. Ik ken geen dichtbundel van hem. Mensen die zelden een gedicht schrijven doen dat - als ze er wel eentje schrijven - doorgaans uit verliefdheid.

1 bestelling: Sipke van der Land, 'Humor in de bijbel'.

5 juni 2008

In de schoolmediatheek zag ik - bij de nieuw aangeschafte boeken - 'Het web van de wereldliteratuur. Welke 100 boeken hebben de literaire X-factor?' van Pieter Steinz staan. Het boek is van vorig jaar, maar ik heb het verschijnen blijkbaar gemist. Al eerder stak ik de loftrompet over zijn 'Lezen @cetera - Gids voor de wereldliteratuur' (uit 2003). Hij bespreekt een boek en de auteur ervan en plaatst daarna het boek op een zeer informatieve manier in een breder kader. De ene keer op basis van een tijdlijn (wat verscheen er wanneer rond hetzelfde thema), de andere keer in een schema waarin duidelijk wordt door welke boeken deze auteur beïnvloed werd én wat je nog meer zou kunnen lezen na dit boek. Superlatieven schieten tekort. Goed dat het op school in de mediatheek staat. Dit zouden verplichte boeken bij het literatuuronderwijs moeten zijn! Twee voorbeelden van de schema's uit het boek:

En een prachtig voorbeeld van hoe Steinz een boek in een breder kader plaatst:

Juist de suggestie dat alles echt gebeurd was - iets waarmee Ik Jan Cremer zich onderscheidde van Jan Wolkers' seks- en geweldroman Kort Amerikaans (1962) - zorgde voor schandaal en hoge verkopen. Iedereen in Holland van vóór de seksuele revolutie bemoeide zich ermee, van minister-resident Cals ('Ik Jan Cremer vind ik van een afgrijselijke wreedheid') tot oppositieclown Boer Koekoek ("Het moet een geweldig smerig boek wezen') en van Clara Eggink ('Het druipt van bloed en sperma') tot Harry Mulisch (oefent aantrekkingskracht uit op arbeiders en kleinburgerlijke jongens'). Wat de criticasters uit het oog verloren, was dat Jan Cremer een dikke duim had en dat zijn boek in een lange traditie van controversiële schelmenromans stond. De zestiende-eeuwer Rabelais was ook niet altijds even fijnzinnig. En wat te denken van picareske romanciers als Daniel Defoe, Louis-Ferdinand Céline en niet te vergeten Günter Grass, die eind jaren vijftig zijn blikken trommel al met fantasierijke perversiteiten had volgestouwd? (Pieter Steinz, Het web van de wereldliteratuur. Welke 100 boeken hebben de literaire X-factor?, blz. 134/135)

In 'Veenendaal totaal' vandaag een halve bladzijde over de boekenmarkt. Ook dit blad wordt huis-aan-huis bezorgd. Daan heeft er een mooi artikeltje van gemaakt en de timing is perfect, twee dagen voor de boekenmarkt. Hij haalt er ook de maand van het spannende boek bij. Dat is in juni wel een mooie koppeling. In Utrecht staat zaterdag een grote 'ruilboekenkast'. Iedereen mag er een boek uit meenemen, mits men er een ander boek voor terugzet. Dat zou voor volgend jaar wel een mooie publiekstrekker kunnen zijn (en een mooi item voor in de persberichten).

6 juni 2008

'De Gelderlander' plaatst vandaag een klein stukje over de boekenmarkt. Dat is netjes van ze. Het betekent namelijk dat ze het persberichtje ruim een week hebben bewaard om het één dag voor de activiteit zelf te plaatsen.

 

De padjes klimmen de kom (op mijn bureau) bijna uit. Een prachtig gezicht, maar ze moeten toch maar terug in de vijver. Bij school in de struiken is niet zo'n goed idee, want ze hebben nog wel graag een vochtige omgeving. Dus neem ik ze maar weer mee naar huis. Of ze in de vijver een veel grotere overlevingskans hebben, is maar de vraag, maar dan heb ik in ieder geval het idee dat ik goed voor ze gezorgd heb.

In de vijver zelf zijn alle kikker-/paddenvisjes verdwenen. Opgevreten door de vissen? Uiteindelijk is het mee naar school nemen een reddingsoperatie geweest. In de kom zit nog één visje met staart, maar zonder pootjes. Wat zit er dan een verschil in het tempo waarin ze zich ontwikkelen. Zou die ene nog wel pootjes krijgen, of zou dat helemaal (ik schreef bijna überhaupt) niet meer gebeuren.

Aan V2a las ik de cijfers van de laatste SO voor. Bijna noemde ik Siebe 'Lieke'. Hij schrijft ontzettend slordig. Ik zei tegen hem dat het echt lijkt of er 'Lieke' op zijn blaadje staat. Hij vond dat maar onzin. Ik heb de proef op de som genomen en drie collega's (die de klas niet hebben) in het bijzijn van enkele leerlingen het blaadje voorgehouden en aan ze gevraagd: 'Hoe heet deze leerling?' Ze antwoordden alle drie: 'Lieke.'

Op 30 mei noemde ik het Belgische onderzoek naar vreemde/ongelukkige namen als 'Beau ter Ham, Aart Beien en Sytze Vliegen. Vandaag begon ik mijn lessen met de namen uit dit onderzoek. Daarna breidde ik het uit tot één voorletter en een achternaam. Ik ken een gymdocent (op een andere school) die Bouter heet. Hij moet zijn zoon geen Kees noemen, want dan krijg je K. Bouter. De familie Lende moet haar dochter geen Lonieke noemen: L. Lende. Ik daagde drie klassen uit om dit soort combinaties te verzinnen. Ze vinden dat leuk, maar ook heel moeilijk. Het is een soort denken, dat ze blijkbaar niet automatisch hebben. Sjoerd Aling had een opa die Piet heette: P. Aling. In een andere klas zit Max Raatjes, volgens enkele leerlingen had hij eigenlijk Piet moeten heten. Verder kwam er (met enig trek en duwwerk) uit de klassen o.a.:

D. Biel
M. Bryo
O. Lijf
I. Mand
P. Nis
A. Pi
Z. Pil
T. Ring
T. Vee
V. Voer
F.F.T. Zetten
B. Zum
J. Zus

In B2b vroeg een knaapje vooraan in de klas: 'Wat is dat een zetpil?'. Zijn buurman legde hem dat uit, waarop hij keihard zei: 'O, een reetraket.' Weer een woord geleerd en het is eigenlijk ook wel een beeldende benaming. Ik had een paar minuten nodig om de bijna slappe lach weer kwijt te raken.

Bij toeval zie ik op de Schrijversinfobladzijde over Hella Haasse 'Hella Haase' staan. Een domme tikfout en na even zoeken blijkt die fout vijf keer op die bladzijde te staan. Er sluipen teveel van dat soort fouten in je werk. Op Raban staat ook nog diverse keren betselnummer i.p.v. bestelnummer.

1 bestelling: een Bzzlletin-nummer.

7 juni 2008

De 'Veense boekenmarkt' vandaag. Het heeft gelukkig niet geregend, maar het was vanmorgen wel aan de frisse kant. Martijn reed nog een keer naar huis om een tweede lading boeken te halen en kon gelukkig nog een trui voor me meebrengen. Deze boekenmarkt in juni is niet te vergelijken met die in september. Dan is het op de eerste zaterdag van de Lampegietersweek extra druk in het centrum. De mensen komen - na een uitgebreide reclamecampagne - naar het dorp ómdat er van alles te doen is. Nu moet je het hebben van de toevallige aanloop. Ik vroeg aan een aantal bekenden of ze over de boekenmarkt in de krant hadden gelezen: bijna niemand had er iets over gelezen! Toevallig was er meer in het dorp te doen: een optocht van oude brandweerauto's en een haringfeestje, maar echt druk werd het er niet van. Ik gok dat de meeste handelaren in september twee keer zoveel verkopen. We moeten deze boekenmarkt op de eerste zaterdag van juni gewoon even volhouden, zodat men op den duur gewoon wéét dat er dan een boekenmarkt is. Het bovenstaande is een vaststelling en geen 'klaagverhaal'. Ik heb redelijk verkocht en daarbij een leuke dag gehad. Veel bekenden gespoken, enkele aardige gesprekken met klanten over literatuur gehad, complimenten gekregen van een 'vaste bezoeker' van mijn site, wat leerlingen aan de kraam gehad en weer de collega-handelaren gesproken. Dat is voor mij - alles bij elkaar - genoeg de moeite waard.

Al twee jaar stuur ik dezelfde paar foto's naar de krant bij een persbericht. Ik heb nu 's morgens en 's middags een nieuwe serie foto's gemaakt (een stuk of vijftig), dan kan ik daar een beetje in afwisselen:

         

Een klant vroeg naar boeken van de Veense schrijver Rik Valkenburg. Ik had niets van hem bij me. Deze klant was een verzamelaar en ik vertelde hem dat ik wel een bladzijde op schrijversinfo over Rik Valkenburg wilde maken. De klant was zo aardig om voor mij naar huis te fietsen en daar een overzicht van de boeken van Valkenburg te gaan halen. Dat zijn de dingen waardoor zo'n dag kleur krijgt. Nóg kleuriger werd de dag door Paul Hageman. Hij bracht me een CD-rom 'Veenendaal op papier. Een inventarisatie'. Paul verzamelt al jaren boeken en andere publicaties over Veenendaal. Ook gelegenheidsuitgaven en buitenlandse boeken waar Veenendaal soms maar zijdelings in aan de orde komt. De beschrijving van die verzameling (nog aangevuld met boeken van andere verzamelaars) staat op deze CD-rom, met een foto van de omslag en een korte beschrijving van ieder boek.

In de loop van de middag kwam er een enorme stoet oude brandweerauto's voorbij. Zo'n optocht trekt mensen naar het dorp, maar die mensen staan ook een half uur met de rug naar je kraam toe en in dat halve uur verkoop je niets!

       

2 bestellingen: Tim Krabbé, 'De renner', Heemschut augustus 1997.

8 juni 2008

Alle geluk is het gevolg
van een rustig ontbijt.
(John Gunther Newsweek, 06-08-1970)

Misschien is bovenstaande opmerking van deze Amerikaanse journalist (die leefde van 1901 tot 1970) waar en ik héb rustig ontbeten, maar het is toch vooral een bezweringsformule. Ik loop vandaag de hele dag dozen vol boeken op te ruimen, terwijl er voor die dozen en die boeken eigenlijk geen plaats meer is. Daar word ik eerder onrustig dan gelukkig van.

De dozen zijn opgeruimd. Ik mis de doos met 'regio-boeken'. Waarschijnlijk zitten ze onderin een doos met bovenin andere boeken. Ik heb geen puf meer om alle dozen nog eens van hun plaats te halen.

Ik probeer respect te hebben voor mensen die op een serieuze manier met hun geloof omgaan en dat eigen geloof niet proberen op te dringen aan anderen. Maar dat lukt veel gelovigen heel slecht, er moet bekeerd worden, er mag niet gevloekt worden, je mag je auto niet op zondag wassen, je mag geen cartoons maken van de profeet enz.
Gisteren stond er op de boekenmarkt een kraam van het Nederlands Dagblad. Dat past wel bij het Veense publiek. Ik kreeg ook de krant van 7 juni mee. Ik heb hem gelezen. Ik probeerde dat objectief te doen, maar het lukt me niet. De verklaring van een bijbeltekst op blz. 2, kan ik hebben. Veel aandacht voor de embrioproblemen van de Christen Unie, kan ik billijken. Maar het volgende schoot me enorm in het verkeerde keelgat:

Kan een christen wel houden van het land waar hij woont? Hij is immers lid van de wereldwijde gemeenschap van het lichaam van Christus, van de schare die niemand tellen kan, en hij ziet uit naar een hemels Vaderland. Christen zijn, en oranjefan. Houden van Nederland en van het nieuwe Jeruzalem. Kan dat samen? Nee, zegt Bram van de Beek, hoogleraar systematische theologie aan de Vrije Universiteit in Amstyerdam.. "Ik heb maar één identiteit", schrijft hij in het laatste nummer van het theologische tijdschrift Kontekstueel, "Die van christen en als christen ben ik een vreemdeling op aarde, ik woon als een vreemdeling in mijn eigen land." Warme gevoelens voor het "land van ons vreemdelingschap" passen gelovigen daarom niet. "Voor je het weet , heb je een wapen in de handen of zit je in een tank. Voor je het weet, vergeet je dat er ook over de grens broeders en zusters in Christus zijn." Landen hebben volgens Van de Beek "geen heilsbetekenis"en kunnen komen en gaan. "of Nederland nu wel bestaat of niet bestaat, maakt voor het geloof niets uit."

Je gelooft toch je eigen ogen niet, als je dat leest. Het land is te klein als Surinaamse voetballers van het Nederlands jeugdelftal met een Surinaamse vlag zwaaien, maar dit is toch vele malen gekker. Dit soort geloofsextremisme, daar word ik heel opstandig van.

3 bestellingen: knipsel Ron van Liempd, Szekely-Lulofs, 'De hongertocht 1911', H.C. Andersen, 'Sprookjes en vertellingen', 7e druk, 1950, Volledige uitgave naar het Deensch door Dr. W. van Eeden, geïllustreerd door Rie Cramer, 2 delen in 1 band.

9 juni 2008

Het is warm in school. De leerlingen hebben er ook last van en zijn niet vooruit te branden, druk en ongeconcentreerd. De laatste loodjes zijn begonnen. Samen met de mentoren van de tweede klassen heb ik vandaag een start gemaakt met de indeling van de derde klassen van volgend jaar. Daar zijn we dan in ieder geval mooi op tijd mee.

10 juni 2008

Ik haalde vanochtend wat leerlingen uit de les, die zich om 7.30 uur hadden moeten melden. Vijf ervan kwamen met de volgende reden: 'Ik kon er niet om 7.30 uur zijn, want Nederland heeft gisteren met 3-0 van Italië gewonnen.' Ze vinden werkelijk dat ze 'recht' hadden op een feestje. Ik heb de opmerking van mijn vader nog maar eens van stal gehaald: 's Avonds een kerel, 's morgens een kerel! En voor deze vijf is het gewoon morgen én overmorgen 7.30 uur. Er treedt trouwens toch een rare gekte op: kinderen in oranje shirtjes vind ik tot daar aan toe, maar bij de leswisselingen doorlopend van die toeters op luchtdruk, dat vind ik nergens voor nodig.
Toch is het lastig, want collega's reageren hier heel verschillend op. De ene kan alleen maar over voetbal praten, de ander ergert zich aan een briefje in het postvak of ze mee wil doen aan een poultje. Zelf vind ik dat we het niet moeten overdrijven. Het voetbal is voor thuis, niet voor op school. Als de aardrijkskundeleraar wat extra aandacht besteedt aan de landen die meedoen, of de wiskundeleraar er een lesje kansberekening aan besteedt: ok, maar daar mag het van mij bij blijven.

We mopperden erg over al de reclame tussen de voetbalwedstrijden bij Talpa destijds, maar de NOS kan er ook wat van tijdens dit Europees kampioenschap: vrijwel de hele rust tussen de eerste en de tweede helft zit vol met reclame. Ik blijf even kijken voor het commentaar op de eerste helft, maar daar stop ik mee.

Een mailtje uit Suriname: 'Ik heb via yahoo uw site gevonden. Erg leuk en veel info. Ik heb een vraag: ik zou graag de naam van Cola Debrot willen gebruiken in een lezerspoll. Deze auteur is al overleden, dus bij wie liggen de rechten? Ik heb eindeloos gezocht. Ik heb al de boekhandelzaken hier in Suriname gevraagd of ze me konden helpen. Ook de de schrijversgroep. Helaas geen resultaat. Indien u het weet, zou ik het graag op prijs stellen.' De schrijfster zal toch bij de familie moeten wezen, denk ik.

Een prachtige 'Sigmund' in de Volkskrant van vandaag:

Hoeveel Nederlanders zouden er direct bij het eerste plaatje denken: 'Kloos!' ? Een paar duizend toch wel (mag ik hopen). Voor de anderen:

Ik ben een God in 't diepst van mijn gedachten,
En zit in 't binnenst van mijn ziel ten troon
Over mij-zelf en 't al, naar rijks-geboôn
Van eigen strijd en zege, uit eigen krachten, -

En als een heir van donker-wilde machten
Joelt aan mij op, en valt terug, gevloôn
Voor 't heffen van mijn hand en heldre kroon:
Ik ben een God in 't diepst van mijn gedachten.

En tóch, zoo eind'loos smacht ik soms om rond
Uw overdierbre leên den anrm te slaan,
En, luid uitsnikkende, met al mijn gloed

En trots en kalme glorie, te vergaan
Op úwe lippen in een wilden vloed
Van kussen, waar 'k niet langer woorden vond.

Drs. P had er wat minder woorden voor nodig:

Ik ben een God in 't diepst van mijn gedachten
En zit in 't binnenst van mijn ziel ten troon
Maar verder ben ik heel gewoon
Met haaruitval en spijsverteringsklachten

1 bestelling: Szekely-Lulofs, 'De hongertocht 1911'. Er is onlangs een biografie van deze schrijfster verschenen. Deze week verkoop ik drie boeken van haar. Zou dat met elkaar te maken hebben?

11 juni 2008

Riet, ze werkt op school in de mediatheek/bibliotheek, meldt me dat ik gisteren toch ook wel het gedicht 'Leeszaal' van Annie M.G. Schmidt had moeten noemen. En daar heeft ze absoluut een punt. Annie M.G. Schmidt debuteerde met twee gedichten in (het christelijke literaire tijdschrift) 'Opwaartsche wegen' van november 1938. Dit was één van die twee gedichten en overduidelijk een persiflage op Kloos:

Leeszaal


Ik ben een god in 't diepst van mijn gedachten,
maar in de bibliotheek een volontair
die hunk'rend op een baantje zit te wachten
en boeken uitleent met een zeker air.
Ik lever geest'lijk voedsel aan mevrouwen
die binnenkomen en alleen maar van
de allernieuwste liefdesboeken houden,
'maar niet zo'n engerd als die Wasserman'.
Ik loop met stapels boeken rond te sjouwen
en plak een etiket op Gorters Mei.
Och, als nu juffrouw Jansen eens ging trouwen,
dan kwam er eind'lijk eens een plaatsje vrij.
Ik ben het niet alleen, die staat te wachten
en achter me staat nog een hele rij.
Ik ben een god in 't diepst van mijn gedachten,
maar niet zo heel veel in de maatschappij.

Annie M.G. Schmidt was niet echt van twaalf ambachten en dertien ongelukken, maar er waren wel wat omwegen voordat ze op de juiste plek terecht kwam. Na de HBS begon ze aan de studie van het notariaat. Deze studie brak ze af. Ze volgde een cursus steno en typen bij Schoevers. Daarna werkte ze als au pair in Hannover. Vervolgens volgde ze een bibliotheekopleiding in Schiedam. Ze werkte op bibliotheken in Schiedam, Vlaardingen en Amsterdam. In 1941 werd ze directrice van de openbare bibliotheek in Vlissingen. Ze begon er een 'kinderleeszaaltje'. Uiteindelijk kwam ze in de Tweede Wereldoorlog bij "Het Parool' terecht, waar ze eerst documentatiewerk deed en daarna redactrice werd.

Het gedicht 'Leeszaal' geeft een beeld van de crisisjaren dertig van de vorige eeuw. Volontairs in diverse beroepsgroepen, die maar moesten afwachten of er een baantje voor ze vrij zou komen. In het onderwijs had je de kwekeling met acte, wat in feite - uitzichtsloos - op hetzelfde neerkwam. Overigens schets ook de zin 'als nu juffrouw Jansen eens ging trouwen, dan kwam er eind'lijk eens een plaatsje vrij' een indringend tijdsbeeld: ongetrouwde dames heetten 'juffrouw' en als ze gingen trouwen stopten ze dús met werken, daar was geen discussie over.

Vanmiddag een prima vergadering van de straatnaamcommissie. We zijn zo goed als klaar met de straatnamen vernoemd naar oorlogsslachtoffers.

Vanavond heb ik bij Jaap en Coby twee dozen boeken opgehaald. Wat aardige plaatjesboeken en gedenkboeken.

1 bestelling: diverse knipsels.

12 juni 2008

Een leerling had me vanmiddag klem. Voor de SO leerde VWO3 een aantal moeilijke woorden waaronder 'rituelen'. Ik ben bij dat soort dingen heel precies: als het moeilijke woord in het meervoud staat, dan wil ik het antwoord ook in het meervoud. Hier gaf ik de omschrijving, daarin stond 'handelingen', dus wilde ik als antwoord ook 'rituelen' zien. Een leerling betoogde: 'Eén ritueel kan best bestaan uit meerdere handelingen, meneer.' En daar had ze me te pakken!

We hebben met de begeleiders de Belgiëreis geëvalueerd. Nu heb je e.e.a. nog vers in je geheugen en weet je nog wat je zou willen veranderen. We hebben met elkaar wat gedronken en gegeten bij 'Meneer de Uil' op de Markt. Het was gezellig en nuttig. bovendien zagen we uit onze ooghoeken Duitsland verliezen van Kroatië, wat de vreugde nog vergrootte.

13 juni 2008

Vanmiddag heb ik weer vijf kleine padjes uit de vissenkom op mijn bureau mee naar huis genomen en in de vijver losgelaten. Er zwemt nu nog één paddenvisje (met een begin van pootontwikkeling) in de kom. Hij is even oud als de andere, maar ontwikkelt zich een stuk langzamer: het achterlijke broertje van de rest.

 
Chris kocht zaterdag op de boekenmarkt het boekenweekgeschenk van Wolkers van me. Ik zei tegen zijn vrouw dat Chris in 1980 nog op mijn bruiloft is geweest. Chris kon zich dat niet herinneren en dacht zelfs dat het niet zo was. Ik heb zijn dochter in de klas, die begin deze week op school aan me vroeg: 'Denkt u echt dat mijn vader op uw bruiloft is geweest?'. Ja dat denk ik echt, ik kan me de foto, waarop hij met Hans Wortman staat, zo voor de geest halen.
Vandaag bracht ik dat fotoboek mee naar school en liet Lisa de foto van haar vader opzoeken. Hij is het echt. Ik gaf haar een kopietje van de foto mee naar huis. De leerlingen moesten uiteraard erg lachen om mij als jonge bruidegom. Veel meer haar en veel minder kilo's.

Lidy gaat graag naar het strand, ik ben liever in het bos. Het strand is altijd hetzelfde, het bos is altijd anders. Maar Lidy zegt dat precies andersom, zij vindt dat het bos altijd hetzelfde is en het strand altijd anders. In het blaadje 'Triënnale Apeldoorn. 100 dagen cultuur, tuin en landschap. 11 juni - 28 september 2008' vind ik Koos van Zomeren aan mijn zijde. Hij vindt het strand het saaiste plekje van Nederland:

"Zelf zou ik het liefst door de duinen van Den Haag naar Kijkduin lopen. Maar mijn vrouw houdt van het strand. Helaas, uren zwoegen door het zand terwijl er niets gebeurt om je heen, geeft me geen energie."

2 bestellingen: Walter van den Broeck, '1 cola met zes rietjes', knipsels Maarten 't Hart.

14 juni 2008

De VWO3-klassen hebben hun werkstukken over C. Buddingh' ingeleverd. Ze moesten nogal wat feitjes opzoeken op internet. Dat heeft iedereen wel gedaan, al zullen de meesten dat wel van elkaar hebben overgeschreven. Het verschil tussen de leerlingen zit hem in de antwoorden op twee vragen: 'Je hebt nu het één en ander van en over C. Buddingh' gelezen. Wat valt je daarbij op? Zou je meer van hem willen lezen? Hoe zou je Buddingh' typeren?' en 'Op 28 mei komt Wim Huijser in de klas over zijn werk vertellen. Schrijf hier een kort verslag van die les.' Van VWO-leerlingen verwacht ik hier een redelijk antwoord met enige diepgang en in ieder geval meer dan enkele steekwoorden. Het betekent vervolgens dat vooral op basis van deze vragen de cijfers voor de werkstukken uiteenlopen van 3,5 tot 9,0. Ik zal voor Wim wat van de reacties van de leerlingen op zijn gastles kopiëren. Florien Sanders heeft nog een PS voor mij onder haar werkstuk: 'Er stond trouwens een type/schrijffout op uw site: Bankastrata (straat).' Dank je Florien, het is verbeterd.
Ik vroeg de leerlingen ook een titel te bedenken voor de Buddingh'-biografie. Enkele van hun ideetjes:

- Cees of Kees?
- C. Buddingh' van A tot Z
- C. Buddingh', de kameleon van Dordrecht
- Buddingh' door zijn tijd heen
- C. Buddingh', een man met talenten
- De Gorgelman
- Klaar is Kees

  Met de post kwam 'Zeuvendaagse. Wandelen met schrijvers door Drenthe' (red. Ton Peters en Jan Veenstra). Ik had het boek al eerder besteld bij uitgeverij Passage, maar het was nog niet verschenen. Na Van Lennep en Van Hogendorp (1823) en de Drie Podagristen (1842) wandelden weer diverse schrijvers door Drenthe, vooral langs plaatsen met een literaire en landschappelijke betekenis. De plaatsen worden beschreven in proza en poëzie, er zijn impressies van de wandelingen, er wordt geciteerd en er zijn onderweg foto's gemaakt. De vaste schrijvers/wandelaars zijn Tjitse Hofman, Suze Sanders, Bart FM Droog, Marga Kool, Rense Sinsgraven, Lukas Koops, Kasper Peters, Jan Glas, Erik Harteveld, Egbert Hovekamp, Nicolette Leenstra, Martin Koster, Willem Haandrikman en zanger Egbert Meijers. Ook Rouke Broersma kom ik weer tegen, deze keer met een meditaite over Gerrit Achterberg.
Deze notitie van Bart F.M. Droog is prachtig:

Ik bezie de maïsvelden en bedenk hoe hier luxueuze kantoorflats zouden kunnen verrijzen, die hier prachtig kunnen leegstaan.

Maar ook deze van Jan Veenstra mag er zijn:

Een goed gesprek herken je aan de kwaliteit van het zwijgen.

De hele dag geen verbinding met internet. Heel irritant. De bestellingen van gisteren moeten ook nog beantwoord worden.

1 bestelling: ongeveer 35 boekenleggers.

15 juni 2008

Gisteren keek ik de Buddingh'-verslagen na. Vandaag staan er negentig tweede klas-boekverslagen op het programma. Daar gaat het grootste deel van de dag wel mee heen en dan krijg ik het waarschijnlijk nog niet af. De leerlingen krijgen er geen cijfer voor, maar het moet wel 'voldoende' afgetekend worden. De komende week is de laatste lesweek, dus als het onvoldoende gemaakt is, moet ik het wel morgen, of uiterlijk dinsdag, aan ze teruggeven. Slecht gepland Beek!

Thea Beckman laat haar boeken 'Kinderen van Moeder Aarde' (1985) en 'Het helse paradijs' (1987) in de toekomst spelen, na de Derde Wereldoorlog. Groenland is dan geen land meer van ijs en sneeuw, maar echt een 'groen' land. Met het smelten van het poolijs kan Beckman nog wel eens gelijk krijgen (en het is te hopen dat het zonder wereldoorlog is).

Kees Fens is gisteren overleden! Het zal minder literaire reuring geven dan het overlijden van Hugo Claus, maar mij doet het meer. We hebben nu bijna dertig jaar een abonnement op de Volkskrant en als je zoveel jaar de recensies en opinies van Fens trouw volgt én blijft waarderen, dan wordt hij toch een soort literaire goeroe.

Een klant uit België vroeg per mail of een boek al verstuurd is. Ik verstuur de boeken niet 'priority' dus het kan even duren voor ze aankomen. Ik wist niet meer of ik dit mailtje al beantwoord had en deed dat (voor alle zekerheid - ik had natuurlijk ook bij 'verzonden mail' kunnen kijken) vandaag nog eens. Er kwam een aardig antwoord terug: 'Wel in elk geval bedankt voor alle moeite. Het was beantwoord ;). Als ik weet dat t al opgestuurd is, is t nog een kwestie van even wachten ("geduld is een schone zaak" zeggen wij hier). Knappe site trouwens hoor, met nakijken of t boek van de lijst al was heb ik die eens van naderbij bekeken, heel tof. Ik ben ook een Queenfan, roodgezind en blijk een week ouder dan jij. Zo hoor je ook iets van je lezers... Ik hoop dat t boek er snel aankomt en zal iets laten weten.'

Suzanne las me een ingezonden brief uit de 'Donald Duck' voor: twee voorbeelden van grappig gekozen voor- en achternamen: 'Hoi eend. Ik wil je bedanken. ik ben helaas al drie jaar ziek en ik lig veel op bed. En uw grapjes hebben mij er vaak goed doorheen geholpen! Bijvoorbeeld lollige namen zoals Ben Zine en Ad Vertentie, hihi!'

1 bestelling: 'Culinair vademecum'.

16 juni 2008

16 juni is 'Bloomsday'. Op deze dag wordt zowel het leven van de Ierse schrijver James Joyce gevierd als de gebeurtenissen uit het boek 'Ulysses'. Dat hele boek speelt op één dag: 16 juni. De hoofdpersoon Leopold Bloom loopt die dag door Dublin. Op 16 juni heeft Joyce (ook) zijn geliefde Nora Barnacle ontmoet. De dag werd in 1929 voor het eerst gevierd in Parijs. Vanaf 1954 wordt de dag ook in Dublin gevierd (maar ook op diverse andere plaatsen in de wereld). Een feestdag ter ere van een roman en een romanfiguur! Meer voorbeelden daarvan ken ik niet.

Gijs is vanavond aan de wc begonnen. Hij heeft een gat in de muur gemaakt voor de ventilator en is begonnen aan het weghalen van de wandtegels. Het geeft een enorme stofbende, maar je moet er wat voor over hebben. Het haar van Gijs was ook grijs van het stof.

     

Alle boekverslagen zijn nagekeken. De leerlingen houden zich slecht aan de opdrachten. Rond de tweehonderd woorden worden er af en toe ruim vierhonderd. Omschrijvingen bij een tekening worden vergeten en soms wordt er een complete opdracht overgeslagen. Dat betekent dat er toch een stuk of twintig een gedeelte over zullen moeten doen of serieus aan moeten vullen.

17 juni 2008

Bij de verkeerslichten langs de rondweg bestaat het 'stoplicht' voor de fietsers tegenwoordig uit vier delen. Boven het bekende rood, oranje en groen zit een deel met een rood woord 'wachten' en daaromheen een cirkel witte lampjes. Het (langzaam of snel) doven van deze rij lampjes geeft aan hoe lang het wachten nog duurt. Dit lijkt handig, maar het is dat niet. Er is geen peil te trekken op het tempo van de lampjes. Vanmorgen was het helemaal hopeloos: de lampjes gingen bijzonder snel uit, ik wilde al gaan rijden, maar het laatste lampje bleef nog minutenlang branden. Dit is geen extra service, dit is voor-de-gek-houderij.

In de commentaren op het EK-voetbal valt met enige regelmaat het woord 'flow'. Een modewoord. Iedereen zit in een flow, of probeert er in te komen. Een medewerker van jeugdzorg zei vandaag over een meisje: 'Ze moet mee in de flow met de andere kids.' De betekenis van 'flow' is dan: Een periode waarin alles meezit, de dingen als vanzelf lijken te gaan en er om die reden bijzondere prestaties geleverd kunnen worden. Het woord schijnt twintig jaar geleden bedacht te zijn door de Amerikaans-Hongaarse psycholoog Mihaly Csikszentmihalyi toen hij zich afvroeg waaraan mensen de meeste levensvoldoening ontlenen. Hij interviewde duizenden mensen diepgaand om erachter te komen wat zij als de beste momenten van hun leven ervaren en waarom. Hij ontdekte al snel dat dit nou juist niet vermaak en plezier was, maar de momenten waarop mensen geconcentreerd bezig zijn met iets wat ze zo leuk vinden, dat op dat moment niets anders telt dan juist die bezigheid. Czikszentmihalyi noemde het flow omdat het een gemeenschappelijk element was in de beschrijvingen van de topmomenten. Op de sport-website morethanone is o.a. de volgende informatie te vinden:

Wanneer hebben we kans op flow?
Flow kan zich voordoen wanneer je bezig bent met je favoriete bezigheid, maar zelden tijdens normale dagelijkse bezigheden of vrijetijdsbestedingen als televisie kijken of uitgaan. Want plezier in je bezigheid is niet voldoende, de activiteit moet ook nog eens een uitdaging zijn. Juist bij bezigheden die net iets meer vragen dan de vaardigheden die je in huis hebt, waarvoor je je dus echt moet inzetten om ze tot een goed einde te brengen bieden kans op flow-momenten.

 

De winst van flow
Flow-momenten zijn niet alleen heel aangenaam en zinvol, ze zorgen er ook voor dat je groeit in zelfvertrouwen en eigen waarde en daarmee een basis legt voor verder succes. Je hebt immers iets gedaan op de toppen van je kunnen en dat motiveert. Op den duur maken flow-ervaringen het je steeds makkelijker jezelf te motiveren. Je gaat nieuwe uitdagingen zoeken, nieuwe grenzen verleggen om nog beter te worden in dat wat je graag doet. Niet vanwege eventueel latere beloningen, maar puur voor de voldoening die de bezigheid geeft. In die opwaartse spiraal komen je eigen capaciteiten maximaal tot ontwikkeling en wordt je een complexer en interessanter mens..

Voorwaarden voor flow
Hoewel hij aangeeft dat flow niet op bestelling verschijnt, ziet hij vanuit zijn onderzoek dat in situaties waarin flow optreedt een aantal componenten steeds aanwezig moet zijn. Die acht, door hem ‘fundamenten van flow’ genoemde, componenten geven meteen enige richting bij de vraag hoe je het ontstaan van flow zou kunnen bevorderen. De volgende dingen zijn van belang:

1. De uitdagingen waarvoor je gesteld wordt, zijn in balans met je vaardigheden (de uitdaging is niet onhaalbaar voor je vaardigheden, maar vergt wel dat je alles inzet wat je hebt);
2. Het samenkomen van actie en bewustzijn (wanneer je alles uit de kast moet halen word je aandacht volledig in beslag genomen. Er is geen aandacht voor andere zaken meer mogelijk. Alle aandacht gaat naar de relevante prikkels);
3. Er zijn duidelijke doelen en directe feedback over de voortgang (je weet op elk moment, meer intuïtief dan bewust, hoe je ervoor staat);
4. Er is volledige concentratie op wat je op dat moment doet (je dwaalt niet af naar het heden of verleden, je bent in het hier en nu);
5. Er is een voortdurend gevoel dat de situatie onder controle is en geen angst de controle te verliezen;
6. Je bent je niet meer bewust van jezelf, het zelfbewustzijn verdwijnt, je verliest jezelf en hebt het gevoel deel uit te maken van een groter geheel;
7. De ervaring van tijd is vervormd in flow: de tijd kan zowel sneller verlopen als langzamer. (maar dan vooral langzamer in de zin van ‘tijd genoeg om alle complexe handelingen uit te voeren’)
8. Er is sprake van een autotelische ervaring: de activiteit wordt niet verricht met het oog op toekomstige beloningen, maar simpelweg omdat ze als activiteit bevrediging schenkt. De aandacht is ook gericht op de activiteit en niet op het doel.

De boekverslagen van de tweede klassen zijn nagekeken en bijna allemaal besproken en teruggeven. Wat lezen tweede klassers zoal:

 V2a

 

Thea Beckman, Het helse paradijs
Thea Beckman, Kinderen van moeder aarde
Thea Beckman, Kruistocht in spijkerbroek
Klaas Bond, Angels & demons
Caja Cazemier, Wie durft?!
Caja Cazemier, Vamp
Caja Cazemier, Verliefd zijn is een ramp!
Petra Cremers, Back to Amsterdam
Lieneke Dijkzeul, Kortsluiting
Pieter Feller, Chatgevaar
Jaap ter Haar, Koning Arthur
Helen Hanstede, Gevlogen
Evert Hartman, De vloek van Polyfemos
Theo Hoogstraten, Blind date
Mariken Jonman, Rits Emma
K. Norel, Noodsein op de Noordzee
Francine Oomen, Hoe overleef ik mezelf
Francine Oomen, Hoe overleef ik mezelf
Francine Oomen, Hoe overleef ik mezelf
Francine Oomen, Hoe overleef ik met/zonder vrienden
Ton van Reen, Vurige ruiters
Nanda Roep, Chanelle's verrassing
Jan Terlouw, Pjotr
Jan Terlouw De koning van Katoren
Felix Thijsen, Caroline
Joh. G. Veenhof, Partizanen
Helen Vreeswijk, Chatroom
Helen Vreeswijk, Loverboys
Anke de Vries, Medeplichtig

B2b

 

Thea Beckman, Kinderen van moeder aarde
Elle van den Bogaart, Vermist
Annemarie Bon, Love u 2 much
Vera Delava, Luna's doolhof
Lieneke Dijkzeul, Kortsluiting
Tonke Dragt, Ogen van tijgers
Tonke Dragt, Aan de andere kant van de deur
Johan Fabricius, Scheepsjongens van Bontekoe
Evert Hartman, Oorlog zonder vrienden
Mieke van Hooft, Geen geweld
Theo Hoogstraten, Loverboy
Theo Hoogstraten, Last minute
Theo Hoogstraten, Blind date
Theo Hoogstraten, Blind date
Tim Krabbé, Een goede dag voor de ezel
Yvonne Kroonenberg, Ik mail je
Hans Kuyper, i love d.m.
Francine Oomen, Hoe overleef ik de brugklas
Francine Oomen, Hoe overleef ik een gebroken hart
Francine Oomen, Hoe overleef ik mezelf
Ton van Reen, De gesel van het zwarte goud
Carry Slee, Spijt
Carry Slee, Afblijven
Jan Terlouw, Oosterschelde, windkracht 10O geen uitleg bij de
Jan Terlouw, Eigen rechter
Simone van der Vlugt, Zwarte sneeuw

B2c

 

Baantjer, De Cock en de dode tempeliers
Hassan Bahara, Een verhaal uit de stad Damsko
Thea Beckman, Vrijgevochten
Thea Beckman, Stad in de storm
Dirk Bracke, Over Tijd
Dirk Bracke, Over tijd
A. den Doolaard, De Herberg met het Hoefijzer
Tonke Dragt, Torenhoog en mijlenbreed
Theo Engelen, Schoolstrijd
Bobje Goudsmid, Afscheidsbrief
Karin Hilterman, Ontvoering op klaarlichte dag
Theo Hoogstraten, Last minute
Kluun, De weduwnaar
Carry Slee, Pijnstillers
Carry Slee, Paniek
Carry Slee, Paniek
Carry Slee, Hot or not
Carry Slee, Spijt
Carry Slee, Afblijven
Carry Slee, Radeloos
Jan Terlouw, Briefgeheim
Jan Terlouw, Briefgeheim
Simone van der Vlugt, De reünieV
Anke de Vries, Blauwe plekken
Anke de Vries, Blauwe plekken

De 'toppers' zijn duidelijk en gedeeltelijk ook volgens verwachting:
9x Carry Slee
7x Francine Oomen
6x Theo Hoogstraten
6x Jan Terlouw
6x Thea Beckman
3x Caja Cazemier
3x Tonke Dragt
3x Anke de Vries
2x Dirck Bracke
2x Lieneke Dijkzeul
2x Evert Hartman
2x Simone van der Vlugt
2x Helen Vreeswijk
2x Ton van Reen

Carry Slee voert de lijst nog altijd aan. Opvallend is wel dat ze deze keer niet gelezen is door VWO-leerlingen en vooral in één klas wél gelezen is. Francime Oomen scoort hoog. Ze wordt vooral door meisjes gelezen. Theo Hoogstraten is een prettige verrassing en ook nog eens met drie verschillende boeken. Slee en Oomen zijn de toppers, maar de leerlingen blijven wel grijpen naar de boeken van Jan Terlouw en Thea Beckman en waarderen die boeken ook. Caja Cazemier is een schrijfster die aan de weg timmert. Veel leerlingen kennen haar naam. Ik verwacht dan ook dat zij de komende jaren veel gelezen zal worden. Ik heb de boeken per klas vermeld, sommige boeken staan dan twee (of zelfs drie) keer in zo'n lijstje. Waarschijnlijk vriendinnen die samen hetzelfde boek gekozen en gelezen hebben (vooral vriendinnen, bij jongens komt dat nauwelijks voor). Dirk Bracke met 'Over Tijd' is daar een voorbeeld van. Bij zo'n klein aantal leerlingen komt zo'n boek dan direct hoog in een 'top-lijstje'. dat geeft de relativiteit van de waarde van zo'n lijstje aan, maar het is wel een aardige doorsnee van wat kinderen nu lezen.

Een opvallende auteur in de lijst is Johan G. Veenhof. Het is een schrijver uit deze regio. Misschien stond dit boek bij een leerling thuis in de boekenkast. Veenhof is geboren op 06-11-1933 in Amerongen. Later is hij met zijn ouders naar Achterberg verhuisd. Daar is hij opgegroeid in een boerengezin. In 1967 trouwde Veenhof met Joke Looijen. Ze kregen twee zoons en een dochter. Hij overleed op 04-04-1999. Veenhof was vanaf 1966 vijfentwintig jaar boswachter op de Grebbeberg, Laarsenberg, Remmerdense Heide, De Blokken en de Blauwe Kamer.
Hij schreef verslagen voor rijvereniging 'De Grebberuiters' voor de regionale pers. Voor het 'Reformatorisch Dagblad schreef hij wekelijks een rubriek over de natuur en een historische rubriek over het leven op het platteland. In 1975 verscheen zijn eerste boek: 'Mannen van het buitenspoor'. Hij heeft in totaal ruim honderd boeken geschreven. De laatste 'Manke Otje' verscheen na zijn dood in 1999. Rik Valkenburg schreef in 1991 het boekje 'Johan G. Veenhof, wie is hij toch?'.

18 juni 2008

Veenendaal werd in 2000 uitgeroepen tot Fietsstad van het jaar. In 2008 gaat Veenendaal opnieuw op voor de titel fietsstad. De kop in de Veenendaalse Krant (op de gemeentepagina) is taalkundig onjuist: 'Maakt Veenendaal weer kans op de titel fietsstad 2008?' Veenendaal heeft in 2008 de titel nog niet gehad en kan hem dus ook niet weer in 2008 krijgen. Er zijn twee koppen mogelijk: 'Maakt Veenendaal weer kans op de titel fietsstad?' of 'Maakt Veenendaal kans op de titel fietsstad 2008?'. Waarschijnlijk wil men met het woordje 'weer' aangeven dat Veenendaal eerder Fietsstad geweest, maar taalkundig is deze zin onjuist.

Vanmiddag brachten we de uit de wc verwijderde wandtegels naar de gemeentewerf. Bouwafval mag daar alleen in kleine hoeveelheden afegeven worden (bij grote hoeveelheden moet je zelf een container huren). Van de werf reden we door naar de Karwei. We wilden daar een kogelbarbecue kopen, maar een oud-leerling/personeelslid wist te vertellen dat die al uitverkocht was. Dat is jammer. Aan de overkant zit het kringloopcentrum. Lidy kocht er een vaasje en ik wat boeken:
- Aar van de Werfhorst, Madame Jatzkowa
- Hester Albach, Het debuut
- M.H. székely-Lulofs, De hongertocht van 1911
- Jan Terlouw, Naar zeventien zetels en terug
- Papier op papier, Verklaring van gewone en ongewone papieruitdrukkingen
- Harry Vermeegen, Ballenjongen
- Theo Joekes, Een meisje loos
- Bankspiegel

De commissie middelen vergaderde vanavond over de zwembadkwestie. Het rapport erover is vernietigend: harde conclusies en zware woorden. Het is volstrekt onduidelijk of de politiek er conclusies aan gaat verbinden. Vanavond werden er alleen vragen gesteld, zodat de fracties in de raadsvergadering van begin juli voldoende informatie hebben om hun afweging te kunnen maken. Dat leverde een rituele dans op die van half acht tot tegen twaalf uur duurde en waarin óf iedereen zijn kruit droog hield óf waarin duidelijk werd dat men niet van plan is zijn kruit te gaan gebruiken. Grote sprekers zitten er weinig in deze commissie. Frits Beckerman kan het en ook Marco Verloop is scherp, maar verder ga je niet op het puntje van je stoel als er iemand aan het woord is. De beste zinsnede kwam op naam van wethouder v.d. Bos op de vraag of er nog meer verrassingen te verwachten zijn: 'Het eigene van verrassingen is dat ze je verrassen en dat je ze dús niet verwacht!'
Martijn zou na dit agendapunt het woord voeren over de regionale brandweer. Daar wilde ik op wachten, maar toen het duidelijk werd dat ze daar vanavond niet meer aan toe kwamen, ben ik rond half twaalf toch maar naar huis gegaan.

1 bestelling: Frederic Morton, 'De Rothschilds'.

19 juni 2008

In het gisteren gekochte 'Bankspiegel', een uitgave uit 1961 bij het honderdjarig bestaan van De Twentsche Bank, zit o.a. een verrassende bijdrage van Kees Stip: 'Va Banque. Een documentaire in documenten'. In 21 bladzijden vertelt hij een verhaal in brieven, cheques en telegrammen over iemand die een (relatief) klein bedrag leent van de bank om dat met enige bluf enkele keren te verdubbelen om het tenslotte in zijn geheel in het casino van Monte Carlo te verspelen en daarna zelfmoord te plegen. Op al die bladzijden geen woord tekst, behalve de tekst in de documenten. Je moet het twee keer lezen om het verhaal te kunnen volgen. Heel apart en eigenlijk wel typisch iets voor Kees Stip.

Vandaag kwam 'de Schouw' met de post. Het ledenblad van de 'Vrienden van de Hoge Veluwe', met daarin een artikeltje over 'De pen in het zand. Een literaire zwerftocht over De Hoge Veluwe' van Arno van der Valk en Dick van der Klis. Het boek blijkt nu ook te koop te zijn in de parkwinkel en de museumwinkel. Bij de presentatie van het boek was er nog sprake van dat dit niet mogelijk zou zijn. Dat is dan nu gelukkig veranderd.

De infantilisering van de samenleving slaat weer toe: ik zit als toetje bibaboerderijvla te eten. Hier zou ik nou ruzie met Lidy over krijgen. Koop die stomme troep gewoon niet. Nu doe je eraan mee door het te kopen en bevordert zo die infantilisering.

20 juni 2008

Bij de televisiereclame van Spa(water) staat in beeld: 'het caloriegebruik geeft een overdreven weergave van de werkelijkheid'. Nu zal het bewegen van je voet ook vast geen 1,5 calorie verbruiken, maar wat doet dat er toe? Blijkbaar heeft er weer één of andere overgevoelige geest bezwaar tegen de reclame gemaakt. Maar deze tekst kan toch al jarenlang bij vrijwel iedere reclame in het beeld worden gezet: paarse koeien - een overdreven weergave van de werkelijkheid, koeien die in het zwembad plonzen met een 'bommetje' - een overdreven weergave van de werkelijkheid, een jongetje dat bij zijn vriendje gaat wonen, omdat ze daar lekkerder brood hebben - een overdreven weergave van de werkelijkheid, een jongetje dat ergens bij een bevroren sloot een boterham met pindakaas zit te eten - een overdreven weergave van de werkelijkheid, een handige buurman die zijn onhandige klussende buurman helpt en daarbij 'Ik zeg nog zo' roept - een overdreven weergave van de werkelijkheid, enz.

En weer ligt de hele dag mijn internet eruit. Ik begin daar van te balen!

1 bestelling: knipsels Brusselmans.

21 juni 2008

Gijs is vandaag hard aan het werk gegaan met het toilet. Alle tegels eruit, de pot eruit, het fonteintje eruit, sleuven frezen in de muur voor de elektriciteitsbuizen voor de ventilator. Hij is goed opgeschoten. Dat fijne stof gaat wel overal doorheen. Het hele huis ligt vol

Waartoe dient de straat? Voor het gerief en het gemak van de wandelaar.
De kortste weg over een kruispunt is de diagonaal.
Probeer het maar, ik kom u in het ziekenhuis bezoeken.
(Richard Minne, geciteerd door Geert van Istendael, Alle uitbarstingen, blz. 34)

 
Vijf kleine kikkertje in de vijver. Ze zitten te zonnen op de bladeren van de waterlelie. De paddenvisjes zijn door de vissen opgevreten. Deze kikkertjes zijn hopenlijk net groot genoeg om door de vissen met rust te worden gelaten.
Het water van de vijver is momenteel heel helder. Je ziet zelfs de jonge grondels over de bodem zwemmen. Alleen tussen de waterplanten wemelt het van de draadalg. Je kunt eraan blijven trekken, meters dunnen draad haal je naar boven. Op sommige plekken zit het dik en groen aan de oppervlakte en vormt zich luchtbellen in de alg. Een vies gezicht. De vraag is: laat ik het gaan en verwijder ik zoveel mogelijk handmatig of ga ik er toch iets chemisch tegenaan gooien?

1 bestelling: Bodemkaart + boekje.

22 juni 2008

De stofzooi van gisteren slaat vandaag op mijn longen. Medicijnen in de buurt houden dus.

Vanochtend om kwart over tien naar Culemborg gereden om koffie te gaan drinken bij mijn schoonvader. Halverwege vloog een ooievaar een stukje vlak voor de auto uit. Een schitterend gezicht. Op de terugweg zaten we midden in een enorme regenbui. De weg kon het water niet aan. Enorme plassen op de weg. Voor ons reden op een gegeven moment twee auto's met (elk) een caravan erachter. Ze wierpen (als ze door de plassen op de weg reden) enorme meterslange sproeiers van water op het fietspad. Je zal er fietsen!

Voordat we gingen, tankten we op de Rondweg. De benzine kost nu € 1,60 per liter. De tankbeurt kostte me € 70,00. Dat is niet leuk meer. Ik heb sterk het vermoeden dat ze de apparaten bij het benzinestation anders hebben afgesteld. Er stroomt minder benzine door de slang. Zo duurt het langer voor je tank vol is én (en daar zal het wel om gaan) schiet het bedrag niet zo verschrikkelijk snel omhoog op de teller. Psychologisch niet onbelangrijk.

De afgelopen week miste ik de documentaire 'Kees Fens, erfgenaam van een lege hemel'. Vrijdagochtend werd hij herhaald en ik heb hem toen opgenomen. Tot mijn verrassing wordt hij vanmiddag alweer herhaald. De uitzending van 16 juni stond al gepland voordat bekend werd dat Fens afgelopen weekend overleden is. Een aardige documentaire, die voor mij iets te veel focust op het katholieke geloof en iets te weinig op de literatuur.

Zoekend naar literaire routes in Nederland kom ik de gekste dingen tegen: Solexverhuur Griendtsveen biedt een Toon Kortooms-arrangement aan, met een solextour door de Peel. Op de site staan enthousiaste reacties, maar die gaan vooral over het rijden op een solex en over de maaltijd. Het literaire gehalte van de route lijkt me vrij gering. Het bedrijf heeft op de site ook een biografietje van Kortooms opgenomen dat me nogal bekend voorkomt!

Dat is ook wat er fundamenteel mis is met de democratie.
Die was niet bedoeld om iedereen even dom te maken.
Democratie is juist ontworpen in de hoop dat als iedereen gelijke kansen zou krijgen,
iedereen ook bijna even slim zou kunnen worden.

(Herman de Coninck, De flaptekstlezer, blz. 209)

Aan het begin van de avond heb ik zes kleine koikarpertjes uit Suzanne's vijver gehaald. De meeste oranje, eentje zwart. Mijn vissenkom op school is weer schoon, maar leeg. Eens kijken of ik deze karpertjes op kan kweken. Omdat ik toch met het schepnet bezig was heb ik veel van de drijvende algenvlokken van de vijver afgeschept. In mijn vijver zijn het draden, bij Suzanne zijn het meer vlokken, maar vies blijft het.

 
Ik ben bezig in Gerrit Komrij's 'Trou Moet Blycken, of opnieuw in Liefde Bloeyende. De Nederlandse poëzie van de twaalfde tot en met de eenentwintigste eeuw in 100 en enige gedichten'. Hij citeert in elk hoofdstukje een gedicht en laat dan n.a.v. dat gedicht zijn gedachten de vrije loop. Soms komt het in de buurt van een bespreking van het gedicht, maar vaker associeert Komrij er op los, haalt er fragmenten van andere dichters bij en vergelijkt gedichten met elkaar. Op bladzijde 37 begint hij met 'Uit: Losse gedichten. XXIV' van Arjen Duinker en haalt daar dan C. Buddingh' bij:

Dommigheid wil wel eens helpen bij het lezen van poëzie. Wie niet dom is kan zich altijd van de domme houden.
Zo kun je, als je dit gedicht begint te lezen, denken aan een staaltje typisch Hollandse lulligheid.
Iets in de trant van het Marmite-potje of Heinz-bik of wat was het al weer van C. Buddingh'.

We gaan Buddingh' toch niet van lulligheid beschuldigen meneer Komrij. Maar dat doet Komrij dus wel. Hij laat de dichter (Duinker) het gedicht op een podium regel voor regel voorlezen, geeft daar zijn commentaar op, haalt er nog even Fernando Pessoa en August Willemsen bij, en maakt het (wat mij betreft) dan weer goed door aan het eind van het hoofdstuk een positieve definitie van 'lulligheid' te geven:

Toch voegt Duinker er een eigen aspect aan toe,
het vermengt het met iets wat Pessoa nooit zou doen.
En wel met precies die Nederlandse lulligheid.
Ik bedoel met dit woord volstrekt niets negatiefs,
het gaat om een lulligheid die we allemaal herkennen
en als iets dierbaars waarderen.
Hoe ik die lulligheid precies moet definiëren, ik weet het niet.
Een soort kruising tussen ironie, plechtstatigheid
en het zich tegelijk willen bevrijden van het pompeuze.
Zeker meer dada dan boerenlulligheid.

Over lulligheid gesproken: Komrij bespreekt een spreekbeurt van Leonard Nolens, over wie hij zegt: 'Dat was geen voorlezen van poëzie, dat was solliciteren naar de gunst van de dames in de zaal. Dichterlijke damesmassage'. En een paar regels verder (op blz. 49 en 50) gaat Komrij dan helemaal los:

Nolens' gedichten duurden maar.
Eeuwig geile dichters kunnen eeuwig duren.
Er gebeurde tijdens het voorlezen iets wonderlijks.
Voor mijn ogen veranderde het kale hoofd van Nolens in een eikel.
Een blinkende druppel sperma rolde over zijn wang.
Nolens werd bloter en bloter.
Ineens stond daar op het toneel een lange lul te bedelen om aandacht.
Niet helemaal stijf, u kent het wel.
Zo'n gezwollen, schommelende lul
die, als puntje bij paaltje komt, een slappe lul blijft.

Van Komrij kun je zoiets hebben, al was het maar omdat hij zichzelf op blz. 48 ook niet spaart:

Met mijn stem, nog het meest geschikt
om op het slagveld een heel regiment vijandige kozakken synchroon de diarree te bezorgen,
ben ik van het podium niet weg te slaan.
Mijn kop, waarvan de aanwezigheid tijdens zo'n voordracht onvermijdelijk is,
kan daarbij alleen een genot zijn voor poëzieliefhebbers,
die zó verstokt zijn dat ze al voor driekwart in hun kuil liggen.
Een ongelooflijk onpoëtische kop.
Maar over mezelf wou ik het even niet hebben.

1 bestelling: 4 x Toon Kortooms.

23 juni 2008

Het was gisterenavond licht tot bijna half elf! De zomer is begonnen. Alleen het 's avonds buiten zitten valt nog wat tegen.

Vorige week stond er voor de derde keer een Nederlander op de Citaten-scheurkalender. Een politicus deze keer, Marcus Bakker:

Het essentiële van democratie is
dat het een antwoord is op een vraag
die destijds al door één van de oude Romeinen is gesteld
en luidt: Wie zal de bewakers bewaken?

'Het noordelijk gevoel' van Gerrit Jan Zwier heb ik uit. In een week of drie 'voor het slapengaan' zoals dat vroeger heette. Een heerlijk boek om zo 's avonds (meestal 's nachts) de dag mee te besluiten. Leest prettig, verrassende feitjes, interessante gedachten. Wat wil een mens nog meer? Een voorbeeldje daarvan is dit citaat op blz. 95/96 van Jan Strijbos over Jac. P. Thijsse:

De zeer vele natuurvrienden, die hem in de loop der jaren leerden kennen,
houden allen van deze ongekunstelde, eenvoudige geleerde.
Innerlijk zonder conflicten, een compleet mens, is ook zijn leven eenvoudig en sober.
Hij staat vroeg op en houdt ervan vroeg naar bed te gaan,
werkt, leest en wandelt veel, houdt veel van muziek.
Drinkt en rookt niet. Uren achtereen kan hij wandelen, de aartswandelaar,
geen Nederlander kent zijn vaderland beter dan hij:
te voet heeft hij ons land, dat hij hartstochtelijk liefheeft, in alle delen doorkruist.

2 bestellingen: stafkaart 25 E Landsmeer, Jacqueline van der Kloet, 'Toveren met bollen. Verrassende combinaties van bloembollenen vaste planten'.

24 juni 2008

Er belt me iemand uit Amsterdam met een vraag over Albert Helman. Hij zou meegeschreven hebben aan een cursus Sranan tongo, o.a. met een verhaal over de dagen van de week. Een bloederig verhaal, want de volgende dag eet steeds de vorige dag op. Of ik de titel van die cursus weet? Ik heb geen idee. Op mijn Albert Helman-bladzijde staat er ook niets over, waarschijnlijk heb ik er ook nooit iets over gelezen. Het is wel heel goed mogelijk dat hij zoiets geschreven heeft, want in de grote hoeveelheid literaire activiteiten van Helman zou het goed passen. Helman verzamelde Surinaamse spreekwoorden en gaf daar in 1959 een boekje van uit: 'Fos 'ten odo'. Hij was voorzitter van de Spellingcommissie voor het Sranantongo die in 1960 'De Spelling van het Surinaams' uitgaf en in 1961 verscheen onder zijn leiding 'Woordenlijst van het Sranan-Tongo / Glossary of the Suriname vernacular'.

  De post bracht vandaag 'Joh. G. Veenhof, wie is hij toch?' van Rik Valkenburg. Het is geen hoogstaande biografie en zelfs geen biografische schets. Het is een babbelboekje, aangevuld met veel fotomateriaal. Over zijn jeugd (die hij de prettigste periode uit zijn leven noemt) kom je het één en ander te weten. Achterberg (het dorp) en het harde boerenleven worden daarin verheerlijkt. De latere activiteiten van Veenhof worden aangestipt (hij bakt brood in een veldoven, is imker, schildert, maakt houtsnijwerk, geeft cursussen en rondleidingen enz.), maar uitgediept wordt het nergens. Het woord oppervlakkig is zeker op zijn plaats. Wat drijft hem (behalve zijn geloof), hoe belangrijk is zijn gezin voor hem, welke échte keuzes maakte hij in zijn leven - het lijkt hem aan te komen waaien en keuzes maakt hij nergens. Op vragen die een keuze inhouden antwoordt hij 'beide evenveel'. Ik had het boekje in anderhalf uur uit en blijf vooral met een onvoldaan gevoel zitten: 155 bladzijden en ik snap nog steeds niets van die man, terwijl het boekje dat via de titel toch wel pretendeert. Het boekje werd gemaakt n.a.v. het verschijnen van zijn vijftigste boek, maar zijn schrijverschap komt pas op bladzijde 111 ter sprake. Het aardige van het boekje is eigenlijk uitsluitend dat het over de omgeving hier gaat: Achterberg, Rhenen, Veenendaal, Grebbeberg, Blauwe Kamer, Remmerdense heide. Het opvallendst is een verhaal over de periode in de Tweede Wereldoorlog dat Achterberg ontruimd was. Veenendalers gingen stiekem naar het onbewoonde Achterberg en jatten er wat los en vast zat. Sindsdien hebben de Achterbergers een hekel aan Veenendalers! Een citaat van blz. 29/30:

Johan ging er in 1944 op uit om met 'opa Achterberg' aardappels te halen in Achterberg. Grootvader was toen bij hen ingetrokken, in Amerongen. De Achterbergers waren geëvacueerd en hadden hun 'piepers' begraven in de tuin. "Dat moest wel, want de Veenendalers die aan de Todt werkten (= voor de organisatie Todt verplicht te werk gesteld worden) hebben heel Achterberg leeggestolen, dat mag u gerust in dit boek schrijven. Veel levensmiddelen en meubelen kwamen er zodoende van Achterberg in Veenendaal terecht. De boel werd opengetrokken en je kon het niet zo goed wegstoppen of de Veenendalers ontdekten het en namen het mee. Natuurlijk deed niet elke Veenendaler dat, maar toch wel een bepaald percentage. Zeker, er woonden in Veenendaal goede mensen, maar ook echte kwaaie! Dat heeft na de oorlog in Achterberg veel kwaad bloed gezet."

Bij een televisiekwis (van omroep Max) gaat het over Willy Alfredo. De kandidaten moeten raden hij deze sneldichter heette. Eén van de alternatieven in de meerkeuze vraag is Cees Buddingh'. Ik ben aan die vaak - foutief - gebruikte C gewend geraakt, maar deze presentatrice spreekt hem ook nog eens uit als een S: Sees Buddingh'. Het moet niet gekker worden (en het zegt iets over het niveau van de kwis).

1 bestelling: Georg Büchner, 'Dantons dood'.

25 juni 2008

De laatste CT-week (CT = Centrale Toets) van dit schooljaar is vandaag begonnen. Als je 's morgens op school komt is dat een prachtig gezicht: vrijwel alle leerlingen zitten met een boek voor zich, op schoot of op tafel. Een buitenstaander die voor één keer de school bezoekt zou wel een heel verkeerde indruk van onze leerlingen krijgen. Voor mij is zo'n toetsweek vooral gevuld met surveilleren, controleren of iedereen er is en het regelen van kleine dingen die mis dreigen te gaan. Dat 'kleine' is wel betrekkelijk. Voor mij is het een klein ding, maar voor de leerling waar het over gaat, kan het groot zijn en kan het zo'n dag verpesten.

Ik surveilleerde bij een wiskundetoets voor de tweede klassen. Een leerling stak haar vinger op en vroeg: 'Hoeveel weken zitten er ook alweer in een jaar?' Je verwacht toch dat dat een bekend feit is. Voor ik wat kon zeggen, riepen er al een paar '52' door de klas. Is dat nu voorzeggen? Of is het helpen? Het was natuurlijk geen antwoord op een vraag, maar toch. Ik heb het maar laten gaan.

Wenneke vroeg of ik hardop wilde zeggen dat er nog een half uur of een kwartier tijd over was. Dat wil ik wel doen, maar toch zei ik haar dat ze beter zelf een horloge mee kan nemen als ze dit belangrijk vindt. Ik kreeg een verrassend antwoord: 'Dat wilde ik ook doen, maar het stond niet bij mijn kleding.' Tja.

1 bestelling: Nico ter Linden, 'Het verhaal gaat ... 1'.

26 juni 2008

De afgelopen dagen schoten twee collega's mij aan n.a.v. mijn opmerking over de infantilisering van de samenleving die o.a. blijkt uit de bi-ba-boerderijvla. Gelukkig ben ik dus niet de enige die zich hieraan stoort. Het is overigens nog veel erger dan alleen op de pakken van de vla. Gisteren liepen we in de C1000 en daar schalt een omroepstem uit het plafond die ons vraagt of lekker bi-ba-boodschappen aan het doen zijn!! Krijg de kli-kla-klere met je i-a-onzin!

Rond 13.00 uur zijn mijn leerlingen klaar met hun toetsen. Er is altijd werk, maar als de leerlingen waarvoor ik verantwoordelijk ben er niet meer zijn, kan ik ook wel een keer bijtijds naar huis gaan. Ik heb van 15.00 tot 17.00 uur op de bank liggen slapen. Ook qua vermoeidheid sleep je je naar de zomervakantie toe.

Na het eten belde ik Jeannet. Ze had nog een doosje boeken voor me staan. Ze had mensen op visite dus het kon wel, maar even snel. Nadat ik aangebeld had deed Koen open. Dat is haar buurman, dus ik dacht even dat ik bij de verkeerde deur had aangebeld. Koen en Beb hadden bij Jeannet stoofaal gegeten en ik schoof 'bij' aan tafel voor een glaasje wijn en een kopje koffie. Even bijgepraat, o.a. over elkaars kinderen. Dat soort onverwachte ontmoetingen zijn vaak het leukst.

  Vanuit de schoolbibliotheek kreeg ik 'Geheime visite' van Karin de Groot aangereikt. Of ik het wilde lezen en dan zeggen wat ik er van vond. Titel en voorkant van het boek geven de inhoud al weer: het gaat over een meisje dat via het slaapkamerraam geheime visite krijgt van een oudere buurjongen. Dat is voor haar eerst wel interessant, maar slaat om van gewenste in ongewenste intimiteit.
Ik heb graag boeken over dit soort onderwerpen in de schoolbibliotheek staan. Wat kan gebeuren, gebeurt, ook met onze leerlingen en de mensen die met de leerlingzorg bezig zijn, moeten dan eigenlijk weten dat we deze boeken op school hebben en ernaar kunnen verwijzen. Leerlingen kunnen veel steun hebben aan belevenissen van lotgenoten, ook als het fictie is. Het kan ze zelfs aan het praten brengen.
'Geheime visite' is qua opbouw wel een moeilijk boek. Het begint met het einde van het verhaal en gaat dan - per hoofdstuk - verder terug in de tijd, van september 2005 naar september 2003. Dat is even wennen (voor mij en zeker voor de leerlingen), maar dan is het boek wel de moeite waard. De eerste twee alinea's zuigen je al het verhaal in:

Hij had ook gewoon dood kunnen vallen. Dat was misschien beter geweest. Veel beter. Surrogaatdood was ook mooi. Ik had er vaak genoeg over gefantaseerd. Maar op die momenten had ik nooit aan zijn ogen gedacht. Die ogen, die nog steeds konden kijken. Nee, dood was echt beter geweest.
Ik zat met mijn schoonmaakmiddelen op de rand van het bad. Ik vroeg me af hoeveel je ervan zou moeten drinken om ook van binnen helemaal schoon te worden. Slokdarm, maag , darmen, alle viezigheid eruit. Ik was mijn huid al zo lang aan het schrobben dat die gloeide en de badkamer vol stoom stond. Er was vanmorgen echt iets verkeerd gegaan.

2 bestellingen: knipsel Grunberg en een stafkaart.

27 juni 2008

De nieuwsbrief van Taalpost geeft vandaag een top tien van 'de ergste zinnen'. Een Britse fabrikant van deodorant liet onderzoeken welke zinnetjes bij mensen reacties van onrust of angst oproepen (zodat ze gaan transpireren ...):
1. We moeten even praten.
2. De baas wil je nú spreken.
3. Ik heb een ongelukje gehad.
4. Kan ik je kredietkaart lenen?
5. Er is een lek (in de badkamer/wc/keuken).
6. Heb je aan mijn verjaardag gedacht?
7. Ik moet je iets vertellen.
8. Zeg, die grasmaaier/fiets/auto/ die ik van je geleend heb, (weet je nog), ...?
9. Je bent toch niet vergeten dat we vanavond uit eten zouden gaan?
10. Ik weet dat het er slecht uitziet, maar ...

Op de Schrijversinfo-bladzijde over Theo Thijssen meld ik dat zijn verhaal 'Eendje' in 1899 in 'Elseviers Maandschrift' verscheen. Yolijn van der Krol mailt me dat dit niet klopt. 'Het Eendje' werd er in 1901 in gepubliceerd. In 1899 stond er wel een ander verhaal van Theo Thijssen in: 'Tot een doel'. Dat 'Elseviers Maandschrift' is sinds enige tijd in zijn geheel op internet te vinden. Veel oude literatuur is zo ineens weer beschikbaar en doorbladerbaar. Lof voor Elsevier. Helaas wil Elsevier er wel wat aan verdienen en staan er nogal wat advertenties boven en onderaan de bladzijde. Dat nemen we dan maar op de koop toe.

Al mijn klassen maakten vandaag de toets Nederlands. Dat betekent in één keer een enorme stapel nakijkwerk. Ik ben er vanavond maar meteen aan begonnen. De V3-toetsen heb ik (op de laatste vraag na) al af. Ze vonden de toets moeilijk en dat blijkt ook uit de resultaten, maar ze hadden ook gewoon beter moeten leren. In mei gingen de derde klassen op werkweek. Eigenlijk is V3 daarna niet meer echt serieus aan het werk gegaan.

28 juni 2008

De Volkskrant was vanochtend onleesbaar door de nattigheid. Helemaal vochtig, gerimpeld en het voorblad gescheurd. Dat kan niet in onze brievenbus gebeurd zijn, want de voordeur zit onder een overkapping. Het moet dus in de fietstas van de bezorger allemaal al nat geworden zijn. Dat kan natuurlijk een keer gebeuren, maar het is toch irritant.

Literaire critici blijven tegenwoordig erg op de vlakte. Zelden lees je een vernietigende kritiek. Daniëlle Serdijn doet dat gisteren wel in de Volkskrant. Ze bespreekt het boek 'Poste restante' van René Snoek. Zijn debuut 'Zo vergaat het meisje' werd in 2003 goed ontvangen. Serdijn serveert Snoek nu af met deze slotzin in haar recensie: 'Met zinnen als 'de zilte herinneringen die over mij heen spoelden, als de golven van de zee' is de belofte die Snoek was wel naar de vaantjes.'

Nog een keer bi-ba-boerderijvla. Kunnen we de C1000 niet dwingen om te stoppen met die flauwekul? Als we nu eens een actiegroep oprichten. We gaan naar de C1000 en vullen vijfentwintig winkelwagens/winkelmandjes met boodschappen. Die gevulde winkelwagens/winkelmandjes laten we in de winkel achter en dat elke dag weer. Na een week sturen we ze een brief dat wij stoppen met die winkelwagenactie als zij stoppen met die fli-vla-flauwekul. Wie doet er mee?

 
Begin van de avond. Ik lig op de bank naar de rozen te kijken die voor het zijraam van de erker staan. Ik zal ze moeten snoeien, of anders vastbinden. Dan heeft Lidy last van de zon en doet de lamellen dicht. Dat geeft dan ineens een verrassende silhouet-kijk op die rozen!

Een kennis van Riet maakt - in navolging - van Kees Stip/Trijntje Fop korte dierenversjes. Ze gebruikt daarvoor het pseudoniem Geintje Kort. Voor dat soort navolging ben ik altijd een beetje huiverig. Meestal is het een slap aftreksel. Dat valt deze keer reuze mee! Geintje is zeer woordspelig en weet er met een laatste wending humor in te brengen. Sterker nog: waar de versjes van Kees Stip het meestal moeten hebben van het toewerken naar die ene woordspeling, weeft zij er nog wat woordspelingen tussendoor. Ze moet soms zelfs uitkijken dat ze het vers niet té vol stopt. En ze komt uit voor haar bewondering voor Kees Stip:

Op een spitsmuis

Een spitsmuis was te Willemskop
een grote fan van Trijntje Fop
en schreef Kees Stip per faxbericht:
'Ik wil zo graag in een gedicht!
O mag ik, meneer Stip, bij deze,
altublieft een stipsmuis wezen?'

'Dàt is', riep toen Stip verblijd,
'een echte spitsmuisvondigheid!'.

Daar lijkt me niets mis mee! Omdat ik er zo enthousiast over ben, schrijf ik er nog een paar over:

 Op een bij

Een bijtje dat sinds kort te Assen
bijverdient met glazenwassen,
is daarbij met al zijn streken
bijster bijdehand gebleken,
want toen hij daar bij het lappen
nòg een bij de was zag gappen,
heeft ons bijtje, heel doortrapt,
die bij meteen erbij gelapt!

 Op een krab

Een krabbetje dat in Ter Aar
bekend stond als "De krabbelaar",
omdat de meester van zijn klas
zijn krabbeltjes zo moeilijk las,
verdedigde zich energiek
tegen de hanepootkritiek,
met luide stem en vastbesloten:
"Háne - niet, 't zijn krábbepoten!"

 Op een schildpad

Een schildpad die te Rotterdam
bij de marine dienen kwam,
gaf weliswaar een beetje traag
als antwoord op de grote vraag
van wie of wat hij zo volleerd
dat touwen knopen had geleerd:
'Ik heb dat vroeger in een wei
geleerd op schilpadvinderij."

1 bestelling: Van Nes-Uilkens, 'De pendanten' en 'De jonge jaren van de Bergmannetjes'.

29 juni 2008

 
Bij de boeken van Jeannet zat 'Vijf en dertig tranen' van Ida Vos. Een dichteres en kinderboekenschrijfster die in haar werk haar oorlogs- en concentratiekampverleden verwerkte. Vooral in haar gedichten vind ik haar indrukwekkend.
Het boekje van Jeannet is gesigneerd. Dat is aardig, want ik had die handtekening nog niet op de Schrijversinfobladzijde staan.

Nog een keer 'Geheime visite'. Ik schreef op 26 juni dat het verhaal in het heden begint en dan terug gaat in de tijd. Nu ik het boek lees, zie ik dat het anders is en nóg wat lastiger te lezen. De hoofdstukken hink-stap-springen door de tijd: september 2005 / juni 2004 / juli 1975 / maart 2004 / augustus 1975 / april 2004 / juli 2003 / november 1975 / februari 1976 / juli 1978 / mei 2004 / september 1979 / juni 1980 / juni 2004 / oktober 2004 / oktober 2004 / november 2004 / januari 2005 / januari 2005 / september 2003. Dat vraagt wat concentratie van de lezer, maar voor wie die concentratie op kan brengen, ontrolt zich een fascinerend en goed geschreven verhaal. In (het hoofdstuk) juni 2004 is het Europees Kampioenschap voetbal in Portugal. Op blz. 15/16 staat een terzijde over de oranjegekte tijdens zo'n kampioenschap. Prettig zulke terzijdes, maar de laatste twee woorden trekken je weer keihard terug in het boek.

 

Ik had me altijd afgevraagd wanneer de fans hun rijk versierde huizen weer van vlaggetjes en spandoeken ontdeden op het moment dat Nederland uit het toernooi lag. Meteen na de wedstrijd, vloekend en tierend? Of lieten ze de vlaggetjes hangen, alsof het een soort algeméne voetbalversiering was? Alsof het ze helemaal niet was opgevallen dat Nederland eruit lag. Eigenlijk dacht ik dat in de meeste gevallen het huis 's nachs, teleurgesteld en in alle stilte, van de oranje gloed werd ontdaan. Feesten doe je samen, lijden alleen.

Ik zocht naar het artikel van Gerrit Komrij over het boek 'Het koffiehuis met de roode buisjes' van Hanno Wagenvoort. Dat staat in Komrij's 'Verzonken boeken'. Ik vond dat artikel en bladerde nog wat verder. Bij Komrij diep je altijd citeerbare zinnen en fragmenten op:

Voor verzamelaars die hem om een handtekening of een staaltje van zijn handschrift vroegen had Mark Twain een gedrukt briefje klaar: 'Luistert u eens. Ik schrijf om aan de kost te komen. Mijn schrijven is handel. U vraagt toch ook niet aan een dokter of hij u als een souvenir een van zijn lijken toestuurt?'

of

Karl Marx ontving tijdens zijn aan research gewijd verblijf in Londen de volgende brief van zijn uitgever: 'Geachte Herr Doctor. U bent al achttien maanden over de inleverimgstermijn van het manuscript van Das Kapital heen wat u beloofd hebt voor ons te schrijven. Indien wij thans het manuscript niet binnen zes maanden ontvangen zullen wij ons helaas genoodzaakt zien het werk aan een andere auteur uit te besteden.'

Hier citeert Komrij anderen, maar zijn eigen observaties mogen er ook zijn:

Zijn grootste hoogten bereikte de mens op het gebied van dieptepunten. Het rijkst was hij steeds in zijn armzaligheden. De menselijke domheid is een bron met vele aderen.

En even verder:

Je kan niet een beetje knap zijn, wel een beetje dom. Halve genieën heb je niet, wel halve idioten. Verstand komt alleen, maar onbenul is er in vele soorten.

Deze vier citaten haal ik van blz. 115 en 116, van anderhalve bladzijde in feite. Het boek telt er in totaal 240. Wat een rijkdom!

De bezoekersaantallen op de verschillende bladzijden van Schrijversinfo zijn soms een bron van verbazing. De bladzijde over de vrijwel vergeten dichter Jan Prins trekt dagelijks enkele (1 tot 6) bezoekers. Op 24 juni kijken er plotseling 280 mensen naar die bladzijde, op 25 juni nog 126 en dan loopt het snel omlaag: 39 - 18 - 12. Vanwaar nu die plotselinge belangstelling? Men komt niet 'binnen' via een link op een andere bladzijde, maar via het zoeken in Google en bijna iedereen tikt dan in: 'Jan Prins De bruid'. Dat is een in 1917 gepubliceerd gedicht, op muziek gezet door H.J. den Hertog, met de bekend gebleven regels:

De bruigom is de lentezon
En Holland is de bruid

Maar waarom daar nu ineens naar gezocht wordt? Een puzzel in een tijdschrift? Een net uitgegeven boek erover? Wie zal het zeggen.

De Schrijversinfo-bladzijde over Johan G. Veenhof is af.

1 bestelling: knipsels Frank Martinus Arion.

30 juni 2008

Van drie klassen heb ik de toetsen nagekeken. Redelijke cijfers gelukkig. Een enkeling schrijft er zelfs spontaan iets onder als 'Bedankt voor het gezellige jaar Nederlands. Ik heb erg veel geleerd'. Eén van de vragen voor de tweede klassen is: 'Waar kan je sluikreclame tegenkomen?' Het boek richtte zich vooral op televisieseries/soaps, waarin de voorbeelden ook voor het oprapen liggen. Eén leerling heeft Sonja Bakker door en antwoordt op deze vraag met 'In bijv. recepten'.

Betalingen die klanten in een envelop naar de bank sturen en die dan nog eens van de bank naar de postbank moeten duren al gauw een dag of vijf. Iemand kocht vier boeken van Toon Kortooms en wil die meenemen op vakantie. Dat lukt via deze betalingsomweg nog maar net. Ik bracht het pakje vanmiddag naar het postkantoor en kocht bij de Bruna het nieuwe Literaire juweeltje: 'Eerder thuis dan Townes' van P.F. Thomése.

Vanavond ben ik met V3b en hun mentor Marinne naar het wokrestaurant in Rhenen geweest, ter afsluiting van het schooljaar met deze klas. In Veenendaal was ik een keer in het wokrestaurant geweest, maar dat in Rhenen (vlak bij de dierentuin) ziet er beter en verzorgder uit. Veel leerlingen vallen meteen aan op grote hoeveelheden frites en frikandellen. Maar dat is dan ook weer de kracht van de formule: iedereen kan dat eten waar hij zin in heeft. Er waren ook wel leerlingen die aan de kikkerbillen gingen trouwens. Ik heb zelf veel vis op en - wat zeker zo belangrijk is - met diverse leerlingen leuke gesprekken kunnen voeren. De moeder van een leerling heeft op de lagere school bij mijn broer in de klas gezeten. Zoiets vertelt een leerling je niet tijdens de les, maar wel op zo'n avond aan tafel. We namen er ook de tijd voor. We begonnen om zeven uur en stopten pas tegen kwart voor tien. De leerlingen gedroegen zich heel behoorlijk, maar als je er zit te eten, ben je niet echt blij als er zo'n schoolklas naast je neerploft.

1 bestelling: knipsels Enquist.

 

door naar juli 2008

 



Terug naar weblog

Terug naar de eerste pagina /homepage

Raban - voor tweedehands boeken

Citaten zoeken op trefwoord
Overzicht van trefwoorden
Citaten zoeken op auteur
Overzicht van auteurs
Overzicht van bibliografieën
Andere interessante internet-bladzijden


©2008 Mats Beek, Veenendaal

Schrijf Webmaster


 

 

 

 

 

 

 

eXTReMe Tracker