E. Karst jr.

Profiel

Achternaam: Karst
Voornaam: Egbertus
Geboren: 13-05-1900
Te: Schoonebeek
Overleden: 12-12-1960
Te: Nordhorn

Pseudoniem(en): Hij ondertekende zijn werk met E. Karst jr.

Voor tweedehands boeken	Ook van E. Karst jr.
Raban Internet Antiquariaat	Klik hier !

Naar Boven

Werk

Proza

In en om de jachthut (1948)
Het landgoed Ter Voorde (1949)
Woets de ever (1951)
Om het ven: roman uit he jagersleven (1952)
Goudhals de edelmarter: dierenroman (1953)
Roodrok, de vos (1955)
Van liefde en een rode kater (1955)
Heidesymphonie (z.j.)
Waar de korhoen baltst (z.j.)
Jacht- en natuurverhalen van E. Karst jr. (2008)

Hoorspelen

Landgoed ter Voorde (E. Karst jr. - Dirk Verèl) (NCRV, 09-10-1950)

Overig non-fictie

Bôoleven (1942)
Honderd jaar gereformeerd kerkelijk leven in Schoonebeek (ca. 1959)
Oost en West (z.j.)

Vertalingen

Vertaald

Goldlatz der Edelmarder (Duitse vertaling van 'Goudhals de edelmarter') (ca. 1955)

Bloemlezingen

Tonen

Tijdschriften

Egbertus Karst publiceerde in 'De Wandelaar', 'Bijdragen en Mededeelingen (van het Nederlands Openluchtmuseum)', 'Drents Lanbouwblad', 'Nieuwe Drentsche Volksalmanak', 'Emmer Courant', 'De Nederlandse Jager'.

Naar Boven

Opmerkingen

Egbertus Karst was een zoon van Egbert Karst (veldwachter) en Henderika Heerspink.
Na de lagere school werkte hij als jongste bediende op de secretarie van Schoonebeek.
Door zelfstudie en het volgen van cursussen maakte hij promotie en werd administrateur van Gemeentewerken en later loco-secretaris.
Op 29-11-1928 trouwde hij met Henderika Lamberts. Ze kregen negen kinderen.
In de avonduren werkte hij als kassier van de Boerenleenbank.
Tijdens de TweedeWereldoorlog deed hij voor Jan Poortman wat spionagewerk in de omgeving van Schoonebeek.
In 1949 begon hij een eigen assurantiekantoor.
Hij was voorzitter van de jagersvereniging van Schoonebeek. Hij had zelf een jachthut in de buurt van Schoonebeek.
Hij overleed in 1960 tijdens een zakenreis naar Duitsland. Zijn vrouw overleed in 1987.

Anderen over E. Karst jr.

De heer Karst neemt de lezer mee naar de binnenkameren van zijn domein en laat hem in rijke mate meegenieten van wat daarin leeft en streeft. Aangename uren zal dit werk zonder twijfel aan velen verschaffen en met name ook aan de natuurminnaars, die zich van de jacht tot dusver slechts vage en ietwat gruwelijke voorstellingen hadden gemaakt. (C.D. Crijns over 'In en om de jachthut' in 'De Nederlandse Jager', 1947)
Toch was hij als uitzonderlijk kenner van de streek aan beide zijden van "de Sloot", vooral ook van het dierenleven daar, een opmerker zoals Herman Löns dat in Duitsland geweest was. Opmerker en belever van dit alles, geen imitator! Neoromanticus als hij was, bezat hij de liefde voor mens en dier, die hem in latere jaren in staat stelde zijn boeken te schrijven: In en om de Jachthut, Waar de korhaan balst, Woets de ever, Van liefde en een rode kater, om niet te zeggen zijn Het huis Tervoorde. De N.C.R.V. zond dit, bewerkt als hoorspel, uit. (J. Poortman, Drentse Volksalmanak, 1962)
Karst was een meeslepend verteller, die uitsluitend in het Nederlands schreef. Zijn natuurverhalen getuigen van een scherpe opmerkingsgave en veel kennis op biologisch gebied. Wanneer dieren de hoofdrol spelen, laat hij ze op geloofwaardige wijze handelen en reageren als mensen. Maar geserreerde beschrijvingen als in de dieren-verhalen van Anton Koolhaas vindt men bij Karst nog niet (H. Nijkeuter, Jacht- en natuurverhalen van E. Karst jr., blz. 10)

Naar Boven

Mijn favoriete citaat

Met de tweeloop over de knieën zit ik bewegingloos, mijn rug tegen een witte berk leunend, aan een tochtsloot. Voor mij een wilde berkenopslag, waartussen dichte heistruiken een welkom verblijf bieden aan allerlei roof- en vederwild.Ik was voornemens op de jacht te gaan, maar nauwelijks in het veld gekomen,verdween alle weidmanslust. (E. Karst, Jacht- en natuurverhalen van E. Karst jr., blz. 95)

Naar Boven