Terug naar april 2008

1 mei 2008

Met de trein naar Rotterdam en daarna met de Thalys naar Parijs. We konden in de Thalys onze gereserveerde stoelen niet direct vinden. De trein reed al en wij stonden nog ergens in een middenpad. We zijn toen maar op twee vrije plaatsen gaan zitten. Na een kwartiertje kwam er iemand die ons vriendelijk - maar wel heel duidelijk - meldde dat we op zijn plaats zaten. Deze man kon ons wel uitleggen waar onze stoelen waren. Daar bleek intussen ook al iemand anders te zitten, omdat er wéér iemand anders op zijn (gereserveerde) plek zat. Een heel gedoe, maar uiteindelijk zaten we dan toch. Omdat we op deze manier de allerlaatste waren die gingen zitten, was er in het kofferrek geen plaats meer voor onze koffers. Die hielden we daarom maar tussen de knieën. Tip 1: niet doen. Tip 2: stap niet op in Rotterdam, maar in Amsterdam. Dat is het beginpunt van de Thalys, daar moet iedereen nog instappen en is er nog ruimte in het kofferrek.

Thuis hadden we vanochtend (met een routeplanner) nog even bekeken waar het hotel precies lag en hoe we moesten lopen vanaf het Gare du Nord. Als we dat niet hadden gedaan, dan hadden we nog flink moeten zoeken. We liepen naar het hotel. Dat was een grotere wandeling dan ze ons op het reisbureau hadden voorgespiegeld.We hadden beter de metro kunnen nemen. Ook op een ander vlak had het reisbureau iets specifieker mogen wezen. In de reisgids stond: het hotel staat in een levendige wijk. Dat is waar, maar niet erg volledig. Het hotel staat tussen de bordelen. Dat is ook een vorm van levendigheid natuurlijk. Onze buurvrouwen waren zo vriendelijk, dat ze zelfs op het raam tikten en vroegen of we even binnen wilden komen. Waar vind je nog zoveel vriendelijkheid? Het hotel staat in een zijstraatje van de Place Pigalle. Een kenner van Parijs weet dan waar hij aan toe is. Het is duidelijk: wij zijn (nog) geen kenners. Last hebben we er niet van gehad en onveilig hebben we ons er ook niet gevoeld. De seksindustrie zit vooral op de Place Pigalle zelf en op de Boulevard de Clichy (en in het straatje van ons hotel dus: Rue Frochot). De Boulevard Rochechouart is een gewone winkelstraat en als je die boulevard oversteekt ben je in de wijk Montmartre, waar het goed toeven is. Een impressie van de Place Pigalle en de Boulevard de Clichy, ik fotografeerde er zelfs een boekwinkel: Libairie erotique (en daar neem ik mijn dochter mee naartoe!):

     

 
 

 
   

Bovenstaande foto's zijn niet van deze eerste avond, maar van de laatste avond. Op deze eerste avond liepen we Montmartre in. We wandelden rond de Sacre-Coeur. Een wat protserige slagroomtaart, maar vanaf deze plek - bovenop een heuvel - heb je een prachtig uitzicht over Parijs.

       

 Sacre Coeur, voorzijde. Het ziet letterlijk zwart van de mensen

 Boven de hoofdingang

 Ruiterstandbeeld op de kerk

 Uitzicht vanaf de Sacre Coeur

 
 

 

 

 Voetballers vertonen hun kunsten
en gaan met de pet rond
 Een zanger vermaakt het publiek

 Spuwer

 Sacre Coeur achterzijde. De hoge toren zie je niet vanaf de voorkant

Je ziet het meest als je niet bij de toeristenmassa blijft, maar wat rustiger straatjes inloopt en goed om je heen kijkt. Achter de Sacre Coeur is een verstild parkje met prachtige arcades en een grote waterval, waarin enkele jongens hun broek aan het wassen waren. Op een klein, wat lager gelegen pleintje, waren wat oudere mannen petanque aan het spelen. Even verder was er een tentoonstelling van een (mij onbekende) schilder in een zaaltje. Prachtige stillevens van - vooral - fruit. Door de belichting leek het zo echt, dat je de neiging kreeg om wat van het fruit, vooral van de aalbessen, te pakken. Toen we het zaaltje weer uitliepen bleken die aalbessen ook op de poster van de tentoonstelling te staan.

         

 Petanque in hartje Montmartre

 Detail kerkdeur

 Suzanne pakt een trosje

 detail

 café Le Consulat

Op deze eerste avond wilden we even kijken of we de gang van zaken in de metro snapten. Dat bracht ons op de Place de la Concorde. Een prachtig plein met fonteinen, een obelisk en diverse beelden. Grenzend aan de Tuilerieën en aan de Seine. Vanaf het plein zagen we in de verte de Arc de Triomphe in de ondergaande zon. In de verte zagen we ook de Eiffeltoren en over de Seine zagen we de torens van de Notre Dame. Zo hadden we - bij toeval - al heel wat (in de verte) gezien.

       

Tenslotte dronken we wat in een Ierse pub, die vlak om de hoek op de boulevard de Rochechouart zit. Ik een Guiness en Suzanne een Orangina (net als vroeger op vakantie in Frankrijk).

1 bestelling: Leslie Reid, 'Ecologie'.

2 mei 2008

Suzanne wilde in ieder geval naar het Louvre. Vooral vanwege de film 'De Da Vinci Code'. We hadden er speciaal museumkaarten voor Parijs voor gekocht. Niet goedkoop (€ 30,00 per stuk voor twee dagen), maar het is het geld waard. Drie of vier musea bezoeken en je hebt het geld eruit. Maar wat veel prettiger is: bij bijna alle musea mag je langs de rij wachtenden lopen en zo naar binnen toe. Het heeft ons bij het Louvre, bij het Rodin-museum en bij de Arc de Triomphe samen zeker vier uur wachttijd gescheeld. alleen daarvoor zou je zo'n kaart al kopen. We kwamen via de metro bij het Louvre uit. Daar stond al een rij van zeker honderd meter lang. Aan een suppoost vroegen we waar we met onze kaart terecht konden. We mochten langs die enorme rij lopen en achteraan sluiten in een veel kleiner rijtje. We omzeilden zo de kassa en kwamen in een rij waarin we onze tassen door een soort scanner moesten halen.
Het Louvre is volgens de reisgidsen het grootste museum ter wereld. Ik wil het geloven. Je kunt dan ook onmogelijk alles zien. Het is fysiek onmogelijk, maar het gaat ook niet omdat je na een bepaalde hoeveelheid beelden en schilderijen (dat zal voor iedereen verschillend zijn) verzadigd bent en nauwelijks indrukken meer opneemt. Voor de Mona Lisa (die anders blijkt te heten: La Joconde) en de Venus van Milo is het dringen geblazen. Geen rij ervoor, maar een ongeorganiseerde menigte in een halve cirkel. En al die mensen komen niet naar het kunstwerk kijken, nee, ze komen er een foto van maken.

 

 

 

 

Dat is overigens een opvallend verschil met Nederlandse musea. Hier is het bijna overal verboden om te fotograferen (misschien omdat ze de prentbriefkaarten van de kunstwerken willen verkopen?). In de Franse musea forografeert iedereen er maar op los. Bij de schilderijen zocht ik naar voorstellingen van lezende mensen. Dat viel nog tegen. Wel veel schilderijen waarop mensen met een boek staan afgebeeld, maar dat is nog wat anders dan lezen. Het boek als symbool van wijsheid. Ik heb verzuimd te noteren wie de schilders en/of de afgebeelden zijn:

 
     
     

 

Van enkele grotere schilderijen maakte ik een foto en zocht daarna naar een mooi detail van het schilderij, het verandert je manier van kijken:

 

 

 

 

 

 

Tenslotte nog wat foto's van kunstwerken die me opvielen. Het worden zo wat veel foto's, maar het is dan ook een groot en indrukwekkend museum.

       

Voor het Louvre ligt het prachtige park 'de Tuillerieën'. We kochten er een flesje cola en een belegd stokbrood (Parisien) en lagen er een uurtje in het gras.

 

 

 

 

 Drukte in de Tuilerieën

 Beeld met kastanjeboom als achtergrond

 Hetzelfde beeld met blauwe lucht als achtergrond

 Een prachtige boom

Vanuit de Tuilerieën liepen we een eindje langs de Seine. Ik wilde de beroemde boekenstalletjes zien. Het zijn een soort kisten die op de kademuur bevestigd zijn. Het deksel wordt op een speciale manier opengeklapt. Veel boeken zijn in plastic verpakt, weaarschijnlijk blijven ze 's nachts gewoon in de kistn zitten. Zo te zien beheren de meeste handelaren een stuk of vier van die boekenkasten/boekenkisten. Ik heb er wel even tussen gesnuffeld, maar het is me allemaal te Frans.

       

Zomaar een stukje lopen levert af en toe aardige verrassingen op. Bijvoorbeeld deze twee 'boekenbankjes' in zomaar een klein parkje ergens in de wijk Marais.

       

We wandelden naar de Notre Dame. Er stond een gigantische rij voor de kerk, maar die schoof vrij snel door. In de kerk was een mis bezig en ook tijdens die mis bleef de toeristenstroom zijn rondje door de kerk draaien. Enkele priesters maanden de toeristen met de vinger op de lippen tot stilte. Een vreemde gewaarwording. Je kunt in de kerk ook de torens beklimmen, maar we hadden geen zin in nog een rij. Achteraf gold hier waarschijnlijk ook onze museumkaart en we hadden de brutaliteit moeten hebben om langs de rij op te lopen.

 

 

 

 

De Place des Vosges is het mooiste plein van Parijs, vertelt de reisgids ons. Nu moet je een reisgids niet onmiddellijk geloven want een ander plein is het fraaiste, het indrukwekkendste of het stilste plein van Parijs. Aan dit plein ligt op nummer 14 het voormalig woonhuis van Victor Hugo (hij woonde er van 1832 tot 1948 en zou er begonnen zijn aan 'Les Miserables'), waarin nu een klein (en gratis) museum is ingericht. Plein en museum samen verlokten ons tot een wandeling vanaf de Notre Dame (dat leek te doen).We hadden voor onszelf een route uitgestippeld, maar halverwege wezen Parijse wegwijzers ons een andere kant op. Dat hadden we niet moeten geloven, want na één zo'n wegwijzer laat Parijs het je weer zelf uitzoeken en loop je een heel eind om. Toen we het plein eenmaal gevonden hadden, bleek het museum niet te vinden, zeker niet op nummer 14. Een andere reisgids wist te melden dat het museum op nummer 6 zit. Weer een rondje om het plein en.... nee, daar is ook geen museum. We vonden wel een café dat zich naar Victor Hugo genoemd heeft. Ook leuk, maar het is geen museum.

 
In Montmartre aten we bij een pizzaria. In de reisgidsen wordt dat afgeraden (pizza eten in Parijs), maar de pizza's waren prima. Een jonge man met een viool op zijn rug liep langs ons op en kwam daarna terug. "Excuse me", zei hij en tegen Suzanne: "the thing om your head...." Ze had niets op haar hoofd, dus we begrepen niet wat hij bedoelde. Toen liet hij zijn kin zien, waarop een klein zigzag-baardje groeide. "I've got the same", zei hij. Suzanne heeft een zigzag-scheiding boven op haar hoofd en de vorm was inderdaad hetzelfde als die van zijn kinbedekking. We dachten er niet aan om hem te vragen of we een foto van zijn baardje mochten maken. Daarom maakten we maar een foto van de scheiding van Suzanne.

3 bestellingen: Marga Minco, 'De glazen brug', Benny Vreden-single 'Zeven maffe mannetjes', Herman de Man, 'Geiten' en 'Scheepswerf de Kroonprinces'.

3 mei 2008

Op loopafstand van ons hotel ligt de Cimetière de Montmartre, een kleine begraafplaats waarvan Heinrich Heine ooit zei: 'Als ik in Parijs sterf, dan wil ik begraven worden op het kerkhof van Montmartre en op geen ander.' Hij ligt er nu ook begraven, net als bijv. Alexandre Dumas (van De drie musketiers), Emile Zola, de gebroeders de Goncourt (van het intrigerendste dagboek ooit geschreven) en de componist Hector Berlioz. We namen een heel klein stukje Metro (één station verder: Blanche - dat hadden we achteraf ook wel kunnen lopen) en liepen langs het bekende 'Moulin Rouge', niet te missen, want er staat een grote rode molen op het dak, naar de begraafplaats. Het is inderdaad een mooi kerkhof. Alleen zal het toen Heine hiervoor koos nog niet ontsierd zijn door een grote snelweg die er dwars overheen loopt. Een deel van de graven ligt in het duister onder die weg. Het viel ons op dat er erg veel katten op het kerkhof liepen en dan geen zwerfkatten, ze zagen er tenminste niet als zwerfkatten uit. Even voorbij het graf van Heine vroeg een vriendelijke oude Fransman ons welk graf we zochten. Hij wees ons de graven van Alexandre Dumas en de gebroeders de Concourt. Daarna vertelde hij dat hij op dit kerkhof de katten verzorgt, waarna hij om een bijdrage voor het kattenvoer vroeg. Als iemand je net geholpen heeft met zoeken, kun je dat eigenlijk niet weigeren, dus ik gaf de man twee euro voor zijn kattenvoer. Zo'n Frans kerkhof is absoluut niet te vergelijken met een Nederlands kerkhof. Enorme monumenten, veel familiegraven in de vorm van een soort huisje, een gigantische verscheidenheid aan vormen en materialen. Je kijkt je ogen uit.

         

 graf Berlioz

 graf Heine

 graf Dumas

 graf gebroeders
de Goncourt

 Een boek als grafsteen!

We maakten voor vandaag een keuze tussen het museum de l'Orangerie en het Museum Rodin. Dat werd Rodin. Ook hier weer een gigantische rij voor de kaartverkoop. We zagen maar één rij en we sloten achteraan. Een suppoost vertelde ons dat het een uur in de rij staan was en daarna binnen nog een keer meer dan een half uur. Na ruim twintig minuten dacht ik: "Laat ik die man toch maar eens vragen of we met onze museumpas door mogen lopen." En dat bleek inderdaad zo te zijn: langs de complete rij op, langs de kassa én langs de rij die na de kassa weer stond te wachten om binnen te mogen. Het is bijna gênant, maar wel heel prettig.
Dit museum zit in het huis waar Rodin van 1908 tot zijn dood in 1917 woonde. In 1919 werd hier het museum geopend. Prachtige beelden in allerlei stijlen en materialen.'Le penseur' uiteraard, 'De poorten van de hel' en nog veel en veel meer. Heel mooi vond ik de onder elkaar geplaatste kunstwerken van Munch en Rodin. Munch schilderde zijn interpretatie van 'Le penseur' en Rodin maakte zijn interpretatie van 'De schreeuw'. Heel mooi! Ook hier gold dat we na enkele uren zoveel koppen gezien hadden, dat we niets meer opnamen. Niet alleen in het museum zelf, maar ook in de gigantische tuin die er achter ligt. Hoe is het mogelijk: zo'n grote tuin midden in een stad. In de tuin zit ook een klein restaurant waar we wat dronken en een broodje aten (niet zeuren over de prijs).

         
         

En dan hebben we toch anderhalf uur in de rij gestaan! In elke poot van de Eiffeltoren bevindt zich een ingang. Twee met een soort lift en twee met heel veel traptreden. We kozen voor de lift, maar dat deden meer mensen. Een rij met honderden wachtenden slingerde zich als een slang over het plein, om te eindigen in nog eens een slinger tussen in rijen opgestelde dranghekken door. We waren ervoor gekomen en nu wilden we naar boven ook. In ieder geval tot de tweede 'omloop'. Een mens leert zo zijn ziel in lijdzaamheid te bezitten: wachten, mensen kijken (en bekeken worden), schuifelen, wachten, op je horloge kijken ...... Verkopers van prullaria (Eiffeltorentjes, sleutelhangers, opwindbare duiven) probeerden aan de wachtenden hun waren te slijten. Dat geeft dan nog enige afleiding. Ik heb ze overigens niets zien verkopen.
Maar het is de moeite waard: je hebt een prachtig uitzicht over de stad. Je zoekt herkenningspunten als de Sacre Coeur en de Notre Dame. Toen we weer beneden waren, hebben we een uurtje in het gras naast de toren liggen rusten en lezen. Er is geen stukje gras in Parijs, of er liggen mensen op te slapen, te lezen, te vrijen.
 

         

  We namen de metro naar de wijk Montparnasse. Hier hebben we een wandeling gemaakt en zijn toen neergestreken op een terrasje op de hoek van Boulevard du Montparnasse en Rue de Vaugiard.We dronken wat en besloten daarna hier ook maar wat te eten. Iets kleins, want we hadden de prijzen gezien. Het werd een clubsandwich met wat friet. Lekker, zo lekker dat Suzanne een foto van de sandwich nam, om hem thuis nog eens na te kunnen maken. Toch schrik je van de prijzen die ze vragen. Ik zal er verder niet over zeuren, je weet dat Parijs duur is, maar toch deze ene keer: twee glazen bier, twee glazen sinas, twee belegde geroosterde boterhammen en wat frites: € 50,00 !!

De metro voerde ons op de terugweg langs station Ch. de Gaulle-Etoile. We besloten om daar uit te stappen om even 'boven' rond te kijken. Je loopt zo uit de metro tegen de Arc de Triomphe aan. Een voetgangerstunnel brengt je er onder de straat door naartoe. Een eeuwige vlam brandt er voor omgekomen soldaten. Veel bloemen en diverse andere koperen herdenkingsplaquettes. Sinds enige tijd is er in de Arc de Triomphe een museum én je kunt er bovenop komen. Dit museum stond niet op onze museumpas, maar ze maakten er ter plekke wel reclame voor. We gokten het erop en ja! Weer gratis en vooral: weer niet in de rij staan. Je loopt via een wenteltrap met zo'n 420 treden naar boven. Ik was bekaf! Gelukkig stond er een bankje aan het eind van de trap en ik was niet de enige die dat bankje nodig had. Het was de beklimming waard: een prachtig uitzicht!

         

1 bestelling: BulkBoek 62, 'Van Klisjeemannetjes tot Directeuren van het Simplistisch Verbond'.

4 mei 2008

Het Cimetière de Montmartre waar we gisteren waren is een (verhoudingsgewijs) kleine begraafplaats. De grootste van Parijs heet (cimetière) Père-Lachaise. Nog veel grotere monumenten dan op Montmartre. Brede paden. Een complete dodenstad van 47 hectare groot. Vergeten graven waaruit bomen groeien, bomen die de grafstenen helemaal opzijdrukken, zodat je het graf in kunt kijken. Er staan plattegronden bij de ingangen waarop de bekendste doden vermeld staan. Er zijn plattegronden beschikbaar. Wij dachten het zonder te kunnen, maar het is toch echt handiger met. Aan de andere kant: al dwalend zie je ook onverwachte en verrassende zaken. Bij het graf van Jim Morrison (van the Doors) staat constant een bewaker. Het is het drukst bezochte graf hier. Doorlopend staan er zeker tien mensen voor. Het ligt ingeklemd tussen andere (en grotere) graven. Veel bloemen en op dit graf ook veel sigaretten. Een ander opvallend graf is dat van Oscar Wilde. Op het grote witte monument staan honderden afdrukken van gestifte lippen. Ook hebben veel mensen er een groet op geschreven.

 

 

 

 

 Drukte voor het graf van
Jim Morrison

 Graf Jim Morrison

 Graf Marcel Proust

 Straat met familiegraven

 

 

 

 

 Graf Guillaume Apollinaire

 Graf Oscar Wilde

 Detail graf Oscar Wilde

 Boek als grafsteen
       

 Plein in een dodenstad

 Graf de la Fontaine

 Graf Molière

 Rustig straatje

 

 

 

 

 Die boom staat er al even!

 Graf Honoré de Balzac

 Glas-in-lood-raam in familiegraf

 Familiegraf Bouquet

Bij het graf van de familie Bouquet (laatste foto) liep een Nederlandse familie. De vader zei tegen de kinderen: "Kijk, hier ligt ook een schrijver, van de Bouquetreeks."

In een reisgids hadden we gelezen dat de Parijzenaren op een zonnige zondagmiddag graag met hun gezin naar het Bois de Boulogne gaan. We wilden ons als echte Parijzenaars gedragen en namen de metro naar dit grote park. We wandelden een stukje en gingen er toen op het gras liggen lezen, maar vooral mensen kijken. Veel gezinnen inderdaad, maar ook verliefde stelletjes, fietsers (iemand met een papagaai op zijn schouder), skaters enz. enz. Toen we uit het park weer naar de metro liepen, bleek dat het richtinggevoel van Suzanne beter is dan het mijne, maar ik ben eigenwijzer, dus we hebben een stukje omgelopen.

  Dat bezoek aan het Bois de Boulogne was het minst toeristische dat we deze dagen deden. Direct daarna deden we het meest toeristische dat je bedenken kunt: een tocht door Parijs in zo'n rode dubbeldekker(bus) met een open dak. "English or German" vroeg de chauffeur toen we instapten. "Hollandais" zei ik. "Non, pas de Hollandais" zei de chauffeur. Wat is dat nou, waarom gelooft die knaap ons niet? Maar hij bleek heel wat anders te bedoelen, hij gaf ons oordopjes en meldde ons dat we commentaar op wat we zagen konden krijgen in het Engels of in het Duits (en nog zes andere talen trouwens). In het Nederlands was dat commentaar niet aanwezig. Zo kregen we in ieder geval een glimp te zien van de belangrijkste toeristische trekpleisters die we nog gemist hadden. Het viel me niet eens tegen: de bustocht duurt twee uur en je ziet veel, al staat de bus tussendoor ook wel vrij lang stil op de andere opstapplaatsen. Wat ook opviel is dat de bezienswaardigheden in feite allemaal vrij dicht bij elkaar liggen.

Bovenin de bus kregen we af en toe zowat een kastanjetak in ons gezicht. Dat is me erg opgevallen: Parijs is vergeven van de kastanjebomen. De hele stad staat er barstensvol mee. Dat valt, nu ze bloeien, natuurlijk ook extra op. In Nederland was er enkele jaren geleden sprake van dat eenderde van de wilde kastanjes besmet was met een bloedingsziekte. Als ze dat in Parijs ook krijgen, dan hebben ze een probleem. Om ook lezend in de sfeer te blijven had ik het boek 'De wandelaar' van Adriaan van Dis mee. Dat speelt in Parijs. Als hij bomen noemt, vaak als een terloopse opmerking, dan zijn dat bijna steeds kastanjes. Enkele voorbeelden:

Het tweede citaat over de metershoge roterende snoeimessen is wel intrigerend. Het was me al opgevallen, bijvoorbeeld in de Tuilerieën, dat de bomen zo strak in het gelid staan, niet alleen de stammen, maar ook de bladeren. De kronen vormen een strakke haag. Dat snoeiwerk zou ik nog wel eens willen zien!


Strak geschoren kastanjes in de Tuilerieën.

We wilden nu echt Frans eten en vonden een klein Frans restaurant in de Rue d'Orsel in Montmartre. We wilden echt goedkoop eten deze keer, maar het goedkope menu bleek niet op zondag verstrekt te worden, we namen - dan maar - het iets duurdere driegangenmenu, met voor elke gang keuze uit een aantal gerechten. Suzanne had salade met warme geitenkaas, een steak en sorbetijs, ik had uiensoep, zalm en brie. We hebben er heerlijk gegeten.

1 bestelling: knipsel A.F.Th. van der Heijden.

5 mei 2008

We hadden wat moeite met wakker worden vanmorgen. We hebben ontbeten en de koffers gepakt. Gelukkig konden we de koffers in het hotel laten staan. We wilden die om twee uur weer ophalen. Dat gaf ons nog een uur of drie om de stad in te gaan. We gingen met de metro naar station Concorde. Daarvandaan wandelden we naar de Place Vendôme, waar we de Austerlitzzuil wilden zien: een enorme zuil met daarop - als een gigantisch stripverhaal - de veldtochten van Napoleon. Daarna liepen we naar de Opéra. Een groot gebouw, met rondom prachtige beeldhouwwerken. De wandeling van de Opéra terug naar de Tuilerieën bracht ons langs wellicht de duurste winkels van Parijs. Kleding, parfum en juwelen. We zagen winkels met twee bewakers binnen én eentje voor de winkel op de stoep. De in de etalages uitgestalde koopwaar had geen prijskaartjes. Dan weet je genoeg.

         

 De Austerlitzzuil

 Het stripverhaal
 Dan moet ik aan Armand denken

 de Opéra

 Poesie Lyrique: dat zie ik graag

We hadden nog tijd genoeg en geen zin meer om nog veel te lopen. In de Tuilerieën staan ligstoelen rond de vijvers. In het weekend heb je niet veel kans om zo'n stoel te bemachtigen, maar op een maandag, nog voor de middagpauze, zijn er stoelen beschikbaar. We kochten in het toilet (!) een flesje bronwater en hebben anderhalf uur heerlijk ontspannen liggen zonnen en lezen.

 

 

 

 Aan de vijver in de Tuilerieën.

 Links op de achtergrond de Eiffeltoren,
rechts op de achtergrond de obelisk
op de Place de la Concorde
(de gouden punt schittert in de zon).

Op de voorgrond: mijn vermoeide benen.
 Op de achtergrond: Musée de l'Orangerie
(bewaard voor een volgende vakantie)
en daar weer achter de Eiffeltoren.

 
Verhit, maar nog vrolijk
We waren ruim op tijd op Gare du Nord. We hadden geleerd van de heenweg en we wilden onze koffers in de Thalys kwijt kunnen. Dat lukte prima en we zaten goed. Nu was er weer wat anders: de airco werkte niet in ons treinstel. Het was er, met dit zonnige weer, werkelijk om te ploffen. Na enige tijd kwam de conducteur plastic bekertjes en literflessen gekoeld bronwater uitdelen. Dat leek aardig, maar was minder spontaan dan het overkwam. De airco bleek al een week kapot te zijn en men had dus blijkbaar met voorbedachte rade deze literflessen ingeslagen en koel gezet. Als ik weer puf heb, schrijf ik een klachtenbrief aan de Thalys.

1 bestelling: bulkboek 96 'Fietsen'.

6 mei 2008

Lekker uitgeslapen. Bij het opstaan had ik wel zere kuiten van al het lopen in de afgelopen dagen.

We hebben mijn fiets naar fietsenmaker Methorst gebracht. Hij heeft het licht gerepareerd en er een nieuwe fietstas op bevestigd. De oude (en goedkope) was echt helemaal kapot. Vooral doordat het gangetje naast onze garage maar 75 centimeter breed is. Daar schuurt de tas dus regelmatig langs de muur. De nieuwe tas, die ik officieel voor vaderdag krijg (dat duurt nog even) kan daar ook niet tegen, dus ik met wel voorzichtig doen. Ik loop altijd door dat gangetje - naast mijn fiets dus. Martijn fietst erdoor. Dan ben je smaller, misschien moet ik dat ook maar eens proberen.

Op de Ellekoot kocht ik bij de Bruna het nieuwe Literaire Juweeltje: 'Mannenwerk' van Yvonne Kroonenberg. Die van april ('De perfecte partner' van Esther Verhoef) heb ik gemist.

De afgelopen dagen was ik (heerlijk) met Suzanne naar Parijs. We hebben genoten! Vaste bezoekers hebben gezien dat er de afgelopen dagen niets nieuws op dit weblog verscheen. Vanaf vandaag gebeurt dat weer dagelijks (dat is niet helemaal waar, volgende week ben ik met 50 derdeklassers drie dagen naar Brussel en Antwerpen). De dagen in Parijs beschrijf ik alsnog hieronder. Dat verschijnt (met wat foto's) in de komende dagen.

Begin dit jaar sloot kledingzaak 'Jan van Schuppen' zijn deuren. Jammer, want juist dit soort plaatselijk verankerde winkels geeft een centrum zijn charme en biedt wat tegenwicht aan de winkels van ketens die in elke plaats hetzelfde zijn. De zaak werd de laatste jaren gedreven door de broers Joost en Steven van Schuppen en hun echtgenotes Hanneke en Hannie. Hanneke beheerde daarbij het gedeelte van de winkel met dameskleding. Vandaag ontvang ik een brief van RomeynTailors. Een zo te zien deftige herenmodezaak die al 110 jaar bestaat en vestigingen heeft in de wereldsteden Amsterdam, Barneveld, Ede en Ermelo. Ik citeer de eerste regels van de brief:

In Veenendaal zijn enkele exclusieve herenmodezaken verdwenen. En omdat wij Hein en Hanneke van Schuppen als goede collega kennen, hebben wij hen gevraagd of wij u eenmalig mochten benaderen. Wij weten zeker dat u bij ons aan het goede adres bent ...... enz.

Marco en Henk Romeyn bieden mij een gratis maatshirt aan, als ik een pak naar keuze bij ze kom kopen. Dat is aardig van ze. Blijkbaar hebben ze het klantenbestand van Van Schuppen gekregen (of meer waarschijnlijk: gekocht). Daar heb ik vrede mee, klanten zullen zoeken naar een vergelijkbare winkel. En bovendien kenden ze elkaar goed. Tenminste dat schrijven Marco en Henk. Maar deze jongens liegen dat! Ze schrijven 'Hein en Hanneke van Schuppen'. Het is 'Joost en Hanneke van Schuppen' beste Marco en Henk! Hein van Schuppen is een andere modezaak in Veenendaal. Het is geen familie van Jan van Schuppen en Hein heeft zijn winkel (nog?) niet gesloten. Een blunder van de eerste orde dus en zulke goede collega's waren jullie blijkbaar nou ook weer niet.

Ik heb het niet kunnen laten: ik heb bovenstaande alinea's naar RomeynTailors gemaild. Ik heb er de volgende PS aan toegevoegd:

PS. Het lijkt me een goed idee de familie Van Schuppen uw excuses aan te bieden, voordat ze dit van oud-klanten horen.

(Ik heb me in kunnen houden. Ik heb niet gezeurd over de wat vreemde 'En' aan het begin van hun tweede regel. Dat had volgens mij een kleine letter 'e' moeten zijn, zonder punt ervoor. Of nog beter: ze hadden het woordje 'En' weg moeten laten om de zin te beginnen met 'Omdat'.)

1 bestelling: C. Buddingh', 'Een plek om te wortelen'.

7 mei 2008

 
Ivar Schutte is een enthousiast Bob den Uyl-verzamelaar. Hij werkte mee aan de Bob den Uyl-bibliografie die is toegevoegd aan de biografie 'Een zeker onbehagen' van Nico Keuning. In het boekje 'Bob's trompet, dat onlangs verscheen, doet Ivar Schutte verslag van zijn 'verzamelwoede'. Hij hangt dat op aan een bezoek van Den Uyl aan de jongerenvereniging 'Augustinus' in Leiden, een bezoek dat hijzelf destijds (27-01-1987) organiseerde. Het is een leuk en zeer leesbaar boekje geworden. Bovendien qua verzamelwoede zeer herkenbaar. Ivar beschrijft o.a. hoe een lot Bob den Uyl bij Bubb Kuyper aan zijn neus voorbijging, omdat andere bezigheden hem op dat moment verhinderden zelf naar Haarlem af te reizen. Ik herken de spijt (en het lichte chagrijn) als je op deze manier - misschien zelfs maar een paar euro boven jouw maximumbod - ergens naast grijpt.

Gisteren heb ik de bestellingen van de afgelopen vijf dagen beantwoord, steeds met excuses voor de late beantwoording. Sommige klanten mailen me vervolgens dat ze het bestelde intussen elders gekocht hebben. Dat is het risico, maar het is begrijpelijk.

Vanmiddag zijn we naar Ria geweest. Ze ligt sinds vorige week met een longvliesontsteking in het ziekenhuis in Ede. Ze ziet er nog niet goed uit, of beter gezegd: ze klinkt nog niet goed. Het zou me verbazen als ze dit weekend al naar huis mag.

Vanavond hadden we een overleg over de 'Veense boekenmarkten'. Om het geheel iets meer body te geven, komen we twee keer per jaar een uurtje bijeen om afspraken te maken en taken te verdelen. Dat voorkomt dat beslissingen en regelzaken vooruit worden geschoven. Los daarvan is het prettig om met anderen wat ervaringen uit te wisselen en zo ook ideeën op te doen.

Willem had een boekje van Kees Stip bij zich dat ik nog nooit had gezien. Het heet OLVEHPOLIS, telt 54 bladzijden (ze zijn overigens niet genummerd) en is 16,5 bij 12 cm. groot. Het is uitgegeven door 'Onderling Levensverzekering Genootschap DE OLVEH VAN 1879 te 's-Gravenhage'. Op internet wordt 1962 als jaar van verschijning opgegeven. Het boekje heeft 24 hoofdstukken, die niet 'hoofdstuk' heten, maar 'tablet'. Op de omslag is een oude kleitablet afgebeeld. Tekst en tekeningen (van Thomas Slackenmeel) doen voorkomen alsof er oude kleitabletten zijn vertaald (het woord transcriptie wordt gebruikt) uit de voorHomerische oudheid. Het lijkt een gelegenheidswerkje, wellicht gemaakt als relatiegeschenk of jubileumboekje o.i.d.. Even dacht ik: Zou Thomas Slackenmeel een pseudoniem van Kees Stip zijn. Hij tekende zelf ook weleens, maar ik kom de naam op internet meer tegen. Het zou een pseudoniem zijn van C(or) Blok. Met name het boekje 'De verkoudheid en de muze' wordt op internet dan steeds weer genoemd. Dat is een boekje uit 1957 en het bevat ook parodieën. Dan is het toch weer niet helemaal uitgesloten dat Kees Stip achter dat pseudoniem zit! Met enig speurwerk vond ik beide boekjes op internet en uit nieuwsgierigheid heb ik ze beide besteld.

 

1 bestelling: Frans Weeber, 'Dag- en weektaken'.

8 mei 2008

Vanochtend ben ik even met de nieuwe fotocamera naar de winkel (terug)geweest. Als ik hem uitzet klinkt er een geluidje dat ik niet helemaal vertrouw. Het blijkt in de stabilisatie te zitten. Als je dat uitzet, hoor je ook het geluidje niet. De jongen van Artifoto pakte eenzelfde camera uit de etalage en verdomd, hetzelfde geluidje als de stabilisatie aanstaat en ook geen geluid als je het uitzet. Dan zal het wel zo horen.
We gingen nog wat andere winkels in, kochten wat kleren en 'Blauwbaards ontwaken' van H.C. ten Berge en een DVD met de hoogtepunten uit 'Barend & van Dorp'. Voorin 'Blauwbaards ontwaken' staat een motto van E.M. Cioran. Ik houd van zinnen die je intrigeren, maar die je een paar keer door moet lezen om ze te kunnen vatten:

'Geen meditatie, hoe somber ook, kan tippen (...) aan de nachtmerrie van onze wellust.
De echte metafysici zijn te vinden onder de losbandigen, nergens anders.
Alleen als we onze zintuigen tot uitputtens toe pijnigen, schouwen we onze nietigheid,
de afgrond die een ogenblik versluierd werd door het liefdesspel.'

Wim kwam een knipsel over de dood van J.J. Voskuil afgeven. Hij mailde ook twee artikelen van internet. Dank je Wim. Dat verplicht me bijna om de bladzijde voor Schrijversinfo over Voskuil af te maken. Maar Wim hoeft zich niet schuldig te voelen, die bladzijde was al vrijwel klaar.

Vandaag heb ik het volgende briefje aan de ECI gestuurd:

L.S. Uw brief van 2 mei 2008, ref. NLEC-TO00049-4, is voor mij reden mijn lidmaatschap op te zeggen. Het gegeven dat ik een boek bestel via uw site (vergelijkbaar met mijn bestelling van het kwartaal ervoor, namelijk een verzamelbundel gedichten uit exact dezelfde serie) en dat dat dan niet blijkt te gelden als kwartaalafname, zodat ik op korte termijn nóg een boek moet bestellen, vind ik van zo'n kinderachtigheid, dat ik u hierbij verzoek mij als lid van de ECI te schrappen.

Het is zulk heerlijk weer dat ik de hangmat maar weer buiten heb gehangen.

6 bestellingen: James Baldwin, 'Giovanni's kamer', François Mauriac, 'De paden der liefde', Vladimir Nabokov, 'Lolita', Erich Maria Remarque, 'De boog der sterken', Mildred Savage, 'Tabaksvallei', Sigrid Undset, 'De Trouwe Vrouw', Meesters der Franse vertelkunst, Meesters der Engelse vertelkunst, Meesters der Italiaanse vertelkunst, Duitse verhalen, Martin Ros, 'Wielerhelden', stafkaar 40 F Doetinchem, Karl Baedeker, 'Die Schweiz nebst den angrenzenden Teilen von Oberitalien, Savoyen und Tirol', J. van Teunissen, 'Hars van de levensboom. Aforismen', Peter van Straaten, 'Doe ik het goed?'.

9 mei 2008

 

 

 

 

 

De bladzijde over J.J. Voskuil staat op Schrijversinfo.

Twee mooie uitspraken van de citatenkalender (6 en 7 mei), beide van Britse politici:

Als werken zo fantastisch was zouden de rijken het wel voor zichzelf gehouden hebben.
(Bruce Grocott (1940), toespraak 07-07-1988)

Als je in de put zit, stop dan met graven.
(Dennis Healey (1917), The Observer, 08-05-1988)

En vandaag eindelijk weer een oorspronkelijk Nederlandstalig citaat op deze kalender (het tweede pas in het hele jaar):

Schop de mensen tot ze een geweten krijgen.
(Louis Paul Boon, Mijn kleine oorlog, 1946)

Ik weet nog dat Gert me laatst vertelde dat dit mensen schoppen door Boon meerdere keren gebruikt is en dat het citaat in de loop der tijd is veranderd en/of aangepast. Maar hoe het precies zat weet ik niet meer. Ik zal het hem nog eens vragen.

  De klimop groeit alweer decimeters onder de rand van de garage en de bijkeuken. Het moet twee keer per jaar bijgeknipt en dat doe je dan eigenlijk elke keer net te laat. Het houtwerk is vorig jaar geschilderd, maar nu zitten de hechtsporen van de klimop er alweer stevig op. Een lelijk gezicht, maar ik durf het niet te stevig schoon te maken, bang dat ik het schilderwerk beschadig.
Dat wegknippen van die klimop is trouwens een stoffig baantje. Mijn neus en mijn longen raken vol met stof. Gisterenavond was ik er licht benauwd van. Daarom ben ik halverwege (het stuk muur van de garage is af) gestopt en maak ik vandaag de muur van de bijkeuken af.
Je krijgt ook niet alle scheuten onder de randen vandaan. Ze breken af (net als je nagels tijdens dat gepruts). Die resten laat ik zitten. Ze verdrogen wel. Terwijl ik nu bezig ben, haal ik de verdroogde resten eruit die vorige keer zijn blijven zitten.

Bij de laatste kavels die ik bij Bubb Kuyper kocht zat ook 'Het onzegbare geheim. Verzamelde essays en kritieken 1911-1963' van J.C. Bloem. De afgelopen periode heb ik hier wat in gebladerd. Nu wil ik het toch echt gaan lezen. Wat hij in zijn kritieken zegt over auteurs en (toen) pas verschenen boeken is gedateerd, maar juist daardoor weer interessant en af en toe bruikbaar voor de bladzijden over die auteurs op Schrijversinfo. Een eerste citaat van Bloem:

Immers, verlangen doet ieder mensch.
Niemand toch is zoo gelukkig, of hem ontbreekt wel wat, dat hij graag zou willen hebben.
Maar bij het meerendeel der menschen zijn deze verlangens van een lagen aard,
onverheven en onmachtig zich te verheffen,
't zij dan dat zij zich richten op stoffelijke of geestelijke goederen.
Dit doet er niets toe - nog daargelaten dat deze onderscheiding als zoodanig van zeer betrekkelijke waarde
en nooit ten einde toe door te voeren is.
(J.C. Bloem, Het onzegbare geheim, blz. 26)

10 mei 2008

Het is vakantie, maar ik was nog niet wakker of ik zag al een collega. Laura op de eerste bladzijde van de regiopagina van 'De Gelderlander'. Een foto met haar zoon Willem in een speeltuin, onder de kop: 'Lekker in de speeltuin' (Tuindorp, Floralaan, Wageningen).

De harmonie in Amerongen had vandaag weer een boekenmarkt. Ik telde (behalve mezelf) minstens nog twee handelaren. Ik kocht er 40 boeken en 12 lp's, o.a.:
LP's:
- Fugain et le Big Bazar, No. 2
- Magna Carta, Seasons
- Traffic, John Barleycorn must die
- 3 x Kate Bush
- Liselore Gerritsen, Liselore zingt Liselore
- Dickens of London, Theme and incidental music from the Yorkshire Television series
Boeken:
- 6 x Martin Mons
- 2 x Harry Mulisch
- 2 x Aar van de Werfhorst
- 2 x Jacoba van Velde
- 2 x Toon Kortooms
- Herman Finkers, Liefde is vreemd
- Alexander Pola, De taal der dingen (voorwoord Kees Stip)
- Joop Waasdorp, Welkom in zee
- Nicolaas Matsier, Gesloten huis
- Willem Brakman (deze week overleden), Een weekend in Oostende
- Stephen Cosgrove, De Hamstersaurus (vertaald door Hans Dorrestijn)
- S. Carmiggelt & Otto Docke, Een Hollander in Parijs

Dat laatste boek uiteraard als een nawee van onze stedentrip. Carmiggelt schreef deze 'Articles de Paris' voor het Parool. Ze werden voor het eerst uitgegeven in 1955. In deze uitgave uit 1981 (9e druk) staan prachtige (bij de stijl van Carmiggelt passende) tekeningen van Otto Dicke. Met name een tekening van een klein detail van de Notre Dame (blz. 10) valt me onmiddellijk op. Van hetzelfde detail maakte ik vorige week een foto:

   

 Detail Notre Dame

Eén van de bouwers van de kerk?
   

 Boekenstalletjes

 langs de Seine
   

 Ingang metro

 met karakteristiek oud bord

Voor het gebouw van de harmonie schoot een mevrouw mij aan. Of ik meneer Van Beek ben, van het Rembrandt College. Toen we naar binnen gingen hoorde ik mijn naam al noemen. Ik zwaaide toen naar een moeder van een mentorleerling van een aantal jaar geleden. Die leerling speelde bij deze harmonie en hielp ook bij de boekenmarkten. De moeders hadden het blijkbaar over me gehad. De andere mevrouw bleek de moeder van een Havo-3 leerling te zijn. Ik zie haar zoon met enige regelmaat, als hij uit de klas is gezet. Maar ik kon haar gerust stellen. Haar zoon is een best jong, maar een beetje puberaal onhandig. Het komt wel goed met Dirk.

 
Al een paar keer zagen we een pad scharrelen bij de vijver en in de beekloop of zwemmen in de vijver. Vanochtend zie ik vele honderden (duizenden?) kikkervisjes in de vijver. Dat zullen dus wel paddenvisjes zijn. Het dril heb ik nooit gezien. Eigenlijk is onze vijver daar niet zo geschikt voor. De wanden lopen recht omhoog, er is dus geen mogelijkheid voor ze om straks uit de vijver te klimmen. Daar zullen we iets op moeten bedenken: een soort loopplankje maken of iets dergelijks. En wat eten die dingen? Hebben ze genoeg aan het alg en de waterplanten? Eten ze het plantenafval of de uitwerpselen van de vissen? Vroeger, op de basisschool, had ik wel kikkervisjes in een kom of bak. Dan voerde ik ze slabladeren (meen ik me te herinneren). Op de site van Vroege vogels lees ik dat ze alg eten. Op een andere site staat alg en de uitgroei van hoornlad. Dat zit allebei in de vijver, dus dat moet gaan lukken.

Er stond ineens wel erg veel geld op de girorekening van Raban. Iemand heeft € 636,00 gestort. Na even puzzelen vond ik dat iemand uit dezelfde plaats € 6,36 had moeten betalen. Daar zal de fout dus wel zitten. Ik heb hem dit gemaild: 'Goed nieuws: u mag nog voor € 630,00 boeken uitzoeken bij Raban Internet Antiquariaat. Het kan ook zijn dat u dat bedrag liever op uw rekening gestort krijgt.'. Hij geeft - met oprechte dank voor de opmerkzaamheid - toch de voorkeur aan terugstorting van het teveel.

11 mei 2008

Het spamfilter van Orange werkt heel behoorlijk. Dagelijks belanden er meer dan honderd mailtjes in de map ongewenst. Ik kan ze dan nog bekijken (maar dat doe ik nauwelijks, het lijkt steeds wel te kloppen) en met z'n allen in de prullenbak gooien. In Duitsland lijken ze nu iets gevonden hebben om zo'n spamfilter te omzeilen. De laatste dagen krijg ik zo'n twintig mailtjes per dag met onderwerpen als 'Man Lebt nur einmal - probiers aus !' en 'Doping fur Ihr bestes Stuck'.

Bij de boeken uit Amerongen zit 'Boosaardig. Oorspronkelijke griezelverhalen'. Diverse schrijvers (o.a. Jan Siebelink, Renate Dorrestein, Bas Heijne, Hans Vervoort en Frans Pointl) schreven speciaal voor deze bundel uit 1986 een griezelverhaal. Het is een raar woord 'boosaardig'. Het lijkt met zichzelf in tegenspraak. Je bent óf boos, óf aardig. Maar een combinatie daarvan lijkt bijna onmogelijk. Ik meen me te herinneren dat Battus in 'Opperlands taal- en letterkunde' een rijtje van dit soort woorden had staan ('volledig' was er ook zo één), maar dat boek ligt op school. Ik zal het binnenkort een nakijken.

Al een paar jaar staat er een rododendron in de achtertuin, maar bloeien deed hij nog nooit. We hebben het er al over gehad om hem maar weg te doen. Nu zit hij toch vol bloemknoppen. Een foto van zo'n knop en nog een paar foto's uit de achtertuin.

         

12 mei 2008

Je maakt niet elke dag iets bijzonders mee. En ook filosofische gedachten komen niet dagelijks bij je op. Een gewone, mooie zonnige zondag dus. Bezoekje aan schoonpapa in Culemborg (er vloog een ooievaar over het terras), nakijken van het laatste restje samenvattingen van de tweede klassen (elke dag een paar), backups gemaakt op de losse harde schijf en wat krantenknipsels opgeruimd en ingevoerd.

Toch nog even zeuren. Vanavond zat ik de gedichten uit 'Een boom is meer dan er staat, De 100 mooiste boomgedichten', samengesteld door Paul Geerts (2002) in te voeren in Schrijversinfo. Een paar weken geleden deed ik dat al met de gedichten uit 'Een tuinman is een dichter. De 100 mooiste tuingedichten', ook samengesteld door Paul Geerts en ook uit 2002. Af en toe maakt Paul zich er wel een beetje makkelijk van af:
- van M. Vasalis neemt hij in beide bundels 'Aan een boom' op
- van Han G. Hoekstra in beide bundels 'De ceder'
- van Sipko Melissen in beide bundels 'Buitenhuis'
- van Simon Vestdijk in beide bundels 'Ballade van de twee olmen'
- van C. Buddingh' in beide bundels 'Ode aan een bruine esdoorn'
Mooie gedichten, daar niet van, maar als je er maar 100 per bundel kiest, dan zou 5% doublures toch eigenlijk niet moeten. Ik weet best dat bomen vaak in een tuin staan, maar dat is me wat al te makkelijk, meneer Geerts. Bij andere dichters weet Geerts wel twee verschillende gedichten te kiezen, bijvoorbeeld van Willem de Mérode: 'In den tuin' in 'Een tuinman is een dichter' en 'De appelboom' in 'Een boom is meer dan er staat'. Voor de volledigheid: van Vasalis neemt hij bijvoorbeeld ook nog 'Appelboompjes' op (had 'Aan een boom' dan weggelaten, denk ik dan).
Als je dan kritisch gaat kijken, valt je nog meer op: Hij noemt Lenze L. Bouwers zowel op blz. 91 als op 146 (bij de bronnen) 'Lenze L. Brouwers'. Tot overmaat van ramp geeft hij aan dat het gedicht 'Vakantie in Doorn' uit de bundel 'Neem dit van mij aan' komt (dat klopt) en dat die bundel uit 1918 afkomstig is (dat moet 1978 zijn, de dichter is in 1940 geboren!). Het begint nu toch wel ernstig op slordig maakwerk te lijken: Jo Landheer heet op blz. 99 en blz. 150 Jo Landsheer. En het houdt niet op: Tom van Deel heet op blz. 110 en146 Ton van Deel.

13 mei 2008

Het kost me weinig moeite om me Crosby, Stills, Nash & Young voor de geest te halen: And if you can't be with the one you love, love the one you're with ...

When you're down and confused
And you don't remember who you're talking to
Concentration, slips away
Because your baby is so far away

Well there's a rose in the fisted glove
And the eagle flies with the dove
And if you can't be with the one you love, honey
Love the one you're with, love the one you're with
Love the one you're with, love the one you're with

Typisch jaren zestig, flower-power en vrije liefde. Volgens mijn citatenkalender van vandaag is het inderdaad jaren zestig, maar dan driehonderd jaar eerder:

Wanneer je niet hebt wat je liefhebt,
moet je liefhebben wat je hebt.

Roger de Bussy-Rabutin
(1618-1693)
Frans auteur
Brief aan Madame de Sévigné, mei 1667

 

Hij hield er wel van. Een boswandeling in diepe nevel bleef hem altijd bij.
De verstilde atmosfeer, de gedempte geluiden en vooral de volstrekte verlatenheid stimuleerden de gedachten.
Voor autorijden ging dat minder op. Mist was iets voor wandelaars en filosofen.
(H.C. ten Berge, Blauwbaards ontwaken, blz. 17)

14 mei 2008

Op reis met 48 derdeklassers en drie collega's. Vandaag een wandeling door Antwerpen (station, diamant-/jodenwijk, stadspark, centrum), een bezoek aan de Zoo of het modemuseum, een uurtje vrije tijd om te winkelen en een wandeling naar het Steen en onder de Schelde door (voetgangerstunnel).

 

Jelle wees me in de Stoopstraat in Antwerpen op deze spreuk op een gevel boven een garage. Mooi en zeker opvallend. Ik vroeg me wel onmiddellijk af of hij wel echt van Frederik van Eeden is. Ik heb op mijn citatensite het volgende staan:

 Misschien is niets geheel waar, en zelfs dát niet.
(Multatuli, Ideeën, eerste bundel, idee 1, blz. 9)

Is het toeschrijven aan Frederik van Eeden een vergissing? Heeft Van Eeden het ook ergens gezegd? Of nog mooier: is het expres gedaan. Het is dan immers NIET WAAR dat de spreuk van Frederik van Eeden is. Niets is immers waar, en ook dit niet.

Ik geef de voorkeur aan de laatste optie en vind hem dan geweldig bedacht.

In de Zoo aten Jelle en ik wat wraps en kletsten op het terras wat bij. Op de kar waar de vuile borden moesten worden ingeleverd hing deze poster. Het is mooi dat de literatuur zo links en rechts plotseling opduikt.

Victor Hugo achtervolgt me deze weken. In Parijs konden we zijn museum niet vinden. Vandaag staat hij op deze poster en overmorgen, op de Grote Markt in Brussel, wijs ik de leerlingen op het raam, waarachter hij Les Miserables heeft geschreven. Die musical draait weer, dat is mooi, want vorig jaar zei dat de leerlingen vrij weinig meer.

 

15 mei 2008

De nachten vind ik met 48 derdeklassers eigenlijk nog het vervelendst. Een groot deel is niet van plan te gaan slapen en je moet er niet aan denken wat er allemaal kan gebeuren. Bovendien logeren we in een jeugdherberg. Dat is tegenwoordig geen herberg meer, maar een goedkoop hotel, waar ook andere gasten proberen te slapen. Als er dan iets vervelends gebeurt en de schoolleiding (of de politie) stelt de vraag: 'Waar waren de begeleiders?', dan is het antwoord: 'Die lagen te slapen' niet echt ijzersterk. Dit jaar ben ik daarom 's nachts wakker gebleven. Ik zat met een stapel boeken en wat te eten en te drinken op een centraal punt in de hal bij de slaapkamers op de begane grond. Ik liep af en toe naar de eerste verdieping, maar daar was het aanmerkelijk rustiger. Ik las in deze uren 'De eetclub' van Saskia Noort. Redelijk vlot geschreven, een aardig verhaal. Maar het komt als geheel toch niet voorbij 'redelijk' en 'aardig'. Ik ben ongeveer op de helft en ik betwijfel of ik thuis de andere helft nog zal lezen. Tegen half twee moesten ze allemaal op hun eigen slaapkamer zijn. Rond half drie ben ik gaan 'brommen' dat het wat stiller moest zijn en tegen half vier 'bromde' ik dat ik nu echt niets meer wilde horen. Even na vier uur was het daadwerkelijk stil. Tegen half vijf ben ik zelf gaan slapen. Nog ruim twee uur blijven oppassen als er niets meer is om op te passen, dat is ook een beetje overdreven. Ik was vergeten mijn bed op te maken, maar collega Jelle bleek dat al voor me gedaan te hebben. Heel sympathiek en ook wel vermengd met een beetje eigenbelang, want nu werd hij niet wakker van mijn bedopmakerij.

Dat 's nacht wakker blijven had een groot voordeel. Nu mocht ik uitslapen en hoefde ik niet mee naar Walibi. Zo'n pretpark is aan mij niet besteed, ik zie de pret er niet van in. Tegen de kinderen zei ik dat ik het een hinderlijke onderbreking vond van twee dagen cultuur. Ik weet natuurlijk best dat het voor veel leerlingen precies andersom is. Zij vinden Walibi het hoogtepunt van de reis en accepteren de cultuur die wij eromheen bouwen.

Ik werd om één uur wakker. Dat is meer uren slaap dan normaal gesproken thuis in een nacht. Dat betekende dus een middag in Leuven voor mijzelf. Ik wandelde onder het station door naar het centrum en nam in het centrum de route naar het stadhuis. Daar komen wij normaal gesproken met de leerlingen niet langs. In die straat zat zowaar een filiaal van De Slegte. Ik kocht er:
- Benno Barnard, Een hiernamaals
- J. Rentes de Carvalho, Er is hier niemand
- De Tachtigers. Ik ween om bloemen in de knop gebroken. 100 mooie gedichten gekozen door Henny Vrienten
- Louis de Bourbon, Voor haar alleen (tweedehands)
Op een terras schuin tegenover het stadhuis dronk ik een kop koffie en daarna een Leffe van het vat. Hier heet dat Leffe dubbel, maar toen ik dat bestelde, keek de ober mij niet-begrijpend aan. In België heet dat Leffe bruin (en een triple heet blond). Daar zat ik, op een gewone werkdag, op een terrasje aan de Leffe, een prachtig boek van Benno Barnard in de hand en met voor me het ietwat kitscherige, maar toch heel fraaie, gotische stadhuis. Ik was eigenlijk wel heel tevreden met mezelf. Die tevreden rust werd wreed verstoord, toen vlak voor mij twee jonge vrouwen op luide toon de diverse manieren van het verwijderen van schaamhaar en de voor- en nadelen van die verschillende manieren begonnen te bespreken.

Vlak voor het terras stond een heel apart beeld. Een koperen ventje, met in zijn ene hand een (studie)boek en in zijn andere hand een beker water, die hij leeggiet in zijn eigen hoofd. Op de rand van dat hoofd ging steeds een duif uit de straal water zitten drinken. Het ventje heet, volgens een bordje op de sokkel Fons Sapientiae en hij symboliseert de band van de universiteit met de stad, al van 1425 tot 1975.

     

 Terras met rechts het stadhuis
 Twee schaamte- en schaamhaarloze meiden

 Fons Sapientiae

Na het terrasje bezocht ik de Sint Pieterkerk in Leuven. Een fraaie kerk, waarin me vooral de preekstoel opviel. Prachtig houtsnijwerk van Jacob Bergé uit 1742. De preekstoel staat sinds 1807 in deze kerk. De beeldengroep aan de voet van de preekstoel stelt de bekering van Sint-Norbertus voor. Ik dacht even dat de figuur op de rechterfoto met zijn vingers een symbolisch gebaar maakte, maar hij is gewoon zijn middel- en ringvinger kwijt.

 
 

 

's Avonds gingen we naar de bioscoop. De leerlingen konden kiezen uit 'Iron man', '21' en 'Defenitely Maybe'. De overgrote meerderheid koos voor '21'. Niet zo verwonderlijk, want we hadden een grote groep fanatieke kaarters bij ons. Ik zag 'Iron man'. Ik ben niet echt een liefhebber van superheldenfilms, maar dit is wel een aardig verhaal en een mooi uitgevoerde film. In zo'n grote bioscoop word je ook makkelijker een film ingezogen dan thuis voor de televisie. Aan het eind van de film klonk er een gitaarsolo uit een hardrocknummer. Ik kende dat nummer, maar het schoot me niet te binnen welke band het was. Terwijl we via een trappenhuis Kinepolis verlieten vroeg ik aan vier leerlingen of zij dat nummer herkend hadden. Ik verwachtte eigenlijk geen antwoord, maar Anna zei: "Volgens mij was dat Black Sabbath". Verdomd ja: het was 'Paranoid'. Leerlingen weten meer dan je denkt!

16 mei 2008

En afsluitend een dagje Brussel (wat mij betreft méér de moeite waard dan Antwerpen). Het Atomium (daar kun je niet omheen. Ik weet niet of we er volgend jaar nog naar binnen moeten gaan), Het Koninklijk Paleis, de Kleine Zavel, Manneke Pis, het Broodmuseum (wegens tijdgebrek geschrapt), een uurtje vrije tijd, Janneke Pis en de Sint Michielskathedraal.

Het was weer een plezier om drie dagen zo met de leerlingen op te trekken. Inspannend natuurlijk en een grote verantwoordelijkheid, maar het programma zit degelijk in elkaar en onze leerlingen zijn aanspreekbaar en niet uit op rottigheid. Ik liep (om een voorbeeld te geven) op een gegeven moment naast Waffa, een Marokkaans meisje. We kregen het over de joden die we in Antwerpen hadden gezien en de overeenkomsten tussen diverse geloven. Ze vertelde me dat ze het Boeddhisme zo'n mooi geloof vindt, omdat daar de nadruk gelegd wordt op het streven naar vreedzaamheid. Ze vindt het jammer dat in veel geloven de extremisten juist naar het tegenovergestelde streven en dat daardoor het geloof helaas zo'n slechte naam krijgt. Zo'n waarde(n)vol gesprek heb je op een gewone schooldag nooit.

Een wat lichtere toon om af te sluiten. We aten een wafel in Brussel en ook de collega's genoten daarvan:

     

17 mei 2008

Weer ramt een postbode een veel te dik pakket in de buitenbrievenbus. De twee boekjes samen zijn 3,5 cm. dik en dat is dan nog zonder de bubbeltjesenvelop. De maximummaten voor brievenbuspost zijn volgens TNT zelf (ik heb de folder altijd op mijn inpaktafel liggen) 38 x 26,5 x 3,2 cm.. Bij twijfelgevallen rekenen ze op het postkantoor onmiddellijk € 6,20 voor de verzending. Ze hebben er een kartonnen 'brievenbusstrook' voor liggen om te kijken of een pakje past en bij het uitproberen is er van rammen geen sprake. Het moet soepel passen, anders betaal je dús die € 6,20. Dan mag je toch verwachten dat de postbode aanbelt om het pakketje aan te bieden, daar is voor betaald! TNT meet letterlijk met twee maten. We hebben zo'n buitenbrievenbus, hoewel het bij de destijds geldende afstand tot de voordeur discutabel was of dat verplicht was (de PTT vond van wel). Uit een soort burgerlijke ongehoorzaamheid gaan we die buitenbrievenbus nu (een tijdje) weghalen. Eens kijken of ze voor dit soort pakjes dan wel aan gaan bellen én eens kijken of er van officiële zijde commentaar komt op het ontbreken van die buitenbus.

Het boek in het pakket was gelukkig niet beschadigd (de envelop wel). In het pakje zat 'Arcadia der Poëten. Het literaire leven in Groningen 1945-2005' van Herman Sandman. Het boek is net uit, er gold nog een voordelige intekenprijs. Ik heb het vluchtig doorgebladerd en het boek lijkt me de moeite waard. Ik kocht bij dezelfde uitgever (Passage) 'Aperitief. Noorderzon in gedichten'. Een bloemlezinkje uit 2005 van en over het Noorderzon, een jaarlijks poëziefestival in het Groninger Noorderplantsoen.
De afgelopen dagen bracht de post ook:
- Marjolijn Februari, De literaire kring (ECI)
- Thomas Slackenmeel, De verkoudheid en de muze (vraag: is Thomas Slackenmeel een pseudoniem van Kees Stip?)
- J.J. van Geuns, De ziel der steden (gedichten over diverse steden, helaas vooral buitenlandse)

1 bestelling: M.H. Szekely-Lulofs, 'Rubber'.

18 mei 2008

Vandaag heb ik de bladzijde over Louis de Bourbon aan Schrijversinfo toegevoegd.

1 bestelling: knipsels Atte Jongstra

19 mei 2008

Het Franse tijdschrift 'Le Français Dans Le Monde' heeft na een onderzoek een top 88 gemaakt van de belangrijke talen in de wereld. Het Nederlands staat dan op de zesde plaats:

1. Engels
2. Frans
3. Spaans
4. Duits
5. Japans
6. Nederlands
7. Arabisch
8. Zweeds
9. Italiaans
10. Deens

 

Russisch pas op de veertiende plaats en Mandarin (is dat Chinees?) op de achttiende plaats. Die talen hebben meer 'sprekers' dan het Nederlands lijkt me. Gebruikte criteria zijn o.a. het aantal sprekers, aanwezigheid van de taal op internet, aantal staten waar de taal officieel is en het aantal vertalingen van en naar de taal. Af en toe wordt er beweerd dat het Nederlands wel afgeschaft kan worden, dat er op de universiteiten in het Engels gedoceerd moet worden e.d. Deze top 88 geeft daar goede argumenten tégen.

Af en toe ben je met stomheid geslagen. Een leerling (en ze is vast niet de enige) beweert - met open ogen en oprecht - dat je best iets kleins uit een winkel of van een markt mag stelen. "Maar, meneer, wat maakt dat nou uit, het is bijna niets waard!" Als ik daarop zeg: "Als ik bij Albert Heijn loop, dan mag ik dus best - bijvoorbeeld - een blikje cola in mijn zak steken?" En ze vindt dus echt dat dat geen probleem is. Mijn betoog dat dat afspraken zijn die we met elkaar gemaakt hebben, de afspraak dat je niets meeneemt als het niet van jou is, maakt geen indruk op haar. Ik overdrijf en ik stel me aan.
Daarna gooi ik het over een andere boeg: "Stel nou, dat ik je hier en nu een klap voor je kop geef. Dat vinden je ouders vast niet goed. Als ze komen klagen zeg ik tegen ze dat het máár een klap was. Ik heb je niet vermoord en niet verkracht, dus dat moet toch kunnen." Maar dat zag ik dan toch weer helemaal verkeerd, dat is iets héél anders!
Ik heb nog een uur van dit gesprek bij moeten komen. Natuurlijk weet ik dat mijn normen en waarden niet automatisch die van de leerlingen zijn, maar zo totaal anders, ik kan er met mijn pet niet bij en ik wil het ook eigenlijk niet accepteren.

Nooit gedacht dat ik nog eens echt zou moeten lachen om een opmerking van Hans Wiegel. Maar dat is vandaag toch echt gebeurd. Over oud-premier Dries van Agt is er een biografie verschenen. Daarin wordt onthuld dat koningin Juliana bij haar 25-jarig regeringsjubileum én bij haar troonsafstand massaal gratie heeft willen geven aan de Nederlandse gevangenen. Dries van Agt wilde daar niets van weten. In 1973 omdat het tot emotionele discussies zou leiden over de Drie van Breda. In 1980 zat Van Agt in Indonesië en moest Wiegel de boodschap dat het idee niet werd toegejuigd aan Juliana gaan brengen. Ik citeer uit de Volkskrant van vandaag: Omdat premier Van Agt eind april op bezoek was in Indonesië en Japan, ging vicepremier Wiegel in gezelschap van een hoge ambtenaar de koningin vertellen dat het uit de tijd was, collectieve gratie door de monarch. De koningin accepteerde een afwijzing slechts met moeite. Na veel discussie kwam Juliana met een ander voorstel: 'Kunnen we dan niet alle gevangenen in Nederland op de dag van de troonswisseling een slagroomtaart sturen?' Wiegel vertrok geen spier: 'Majesteit, dat lijkt me een uitstekend idee. En dan spuiten we met slagroom op elk van de taarten: nog vele jaren!'

20 mei 2008

  Van Thea leende ik 'Beroemde doden van Père Lachaise en andere begraafplaatsen van Parijs', geschreven door Guus Luijers en in 2004 uitgegeven bij Aspekt. Een beschrijving van de begraafplaatsen en korte biografietjes van de daar begraven personen. Compleet gemaakt met een foto van het graf of een foto uit het leven van de begravene. Een geweldig boekje. Dat had ik in Parijs bij me moeten hebben. Dit is het soort boekje dat ik zelf zou willen schrijven over bijvoorbeeld de begraafplaatsen van Amsterdam of Den Haag. Zelfs Zeist zou ervoor in aanmerking komen (eventueel uitgebreid tot de provincie Utrecht). In de voorbereiding op de reisgids kom ik dit soort zaken tegen en zoek ik ze ook uit. In zo'n boekje over Amsterdam, Utrecht of Den Haag zou dan ook een hoofdstuk kunnen over het fenomeen 'eenzame uitvaart'. Een initiatief van Bart F.M. Droog. Sinds 2002 wordt aan die overledenen, waar anders niemand en niemand anders hun uitvaart zou bezoeken, een bijzonder saluut gebracht. Dichters schrijven voor iedere eenzame uitvaart een gedicht en lezen dat bij de uitvaart voor. Een prachtig initiatief. Het gaat langzamerhand zelfs al zover dat er mensen speciaal naar deze begrafenissen toekomen, omdat het eenzame uitvaarten zijn en ze zo'n dichter wel eens aan het werk willen zien.

Op 9 mei gaf ik het citaat van Louis Paul Boon over 'mensen een geweten schoppen'. Ik wist dat ik het daar met Gert een keer over had gehad. Hij reageert per mail vandaag: 'Ik las op je weblog iets over de slotregel van de eerste druk van 'Mijn kleine oorlog': inderdaad, 'Schop de mensen tot zij een geweten krijgen'. In de tweede druk werden nogal wat typisch Vlaamse woorden en uitdrukkingen herschreven in A.B.N. (wat volgens Boon 'Aalters Beschaafd Nederlands' betekende, hij werd immers in Aalst geboren) en daarnaast werden er twee hoofdstukken aan het slot aan toegevoegd. De laatste zin van het slot in die druk was 'Wat heeft het alles voor zin?' Overigens schreef Boon in 'Over mijn boeken' (1969): 'Al schopt ge negenennegentig mensen een geweten, er blijft dan één smeerlap over en die wordt president. En als ge naar die durft schoppen vliegt ge de gevangenis in.' Wat een proza!'

Nog een mailtje vandaag. Van Eva Wuyts, gemeenteraadslid in Antwerpen. Ze is actief op een website die 'Misschien is niets geheel waar, en zelfs dát niet' heet. Ik mailde haar over dat citaat in de Stoopstraat en vroeg haar of zij weet of het inderdaad van Frederik van Eeden is (zie 14 mei). Ze antwoordt: 'U bent de tweede persoon reeds die mij dit vraagt. Om eerlijk te zijn weet ik het ook niet, ik heb al geprobeerd te onderzoeken, maar ik ben niet erg ver geraakt. Desondanks vind ik het een leuke spreuk.' Geen antwoord waar ik veel mee opschiet, maar toch hulde voor dit gemeenteraadslid. Een snel antwoord en bovendien heeft ze aan mij geen stem te winnen, dus ook nog eens een belangeloos antwoord.

1 bestelling: Blad 37 Oost Rotterdam, uitgave 1972, geen kaarten, uitsluitend bijbehorend boekje.

21 mei 2008

In de wijk Petenbos komt er een nieuwe zijstraat. Dusdanig aan de zijkant van de wijk, dat de straat niet meer in Veenendaal ligt, maar in Rhenen. De gemeente Rhenen heeft de straatnaamcommissie van Veenendaal om advies gevraagd én volgt dat advies nu ook op: de straat gaat Appelbes heten (aansluitend bij Bosbes, Mispel en Framboos). Een aardig stukje intergemeentelijke samenwerking.

Lilian van Dijk mailt: 'Bedankt voor je pagina op Schrijversinfo over Clare Lennart. Ik heb veel van haar werk gelezen en vond het erg mooi. Frappant is dat ik toevallig eergister over Den en Rust heb gedwaald, als kersverse bewoonster van Bilthoven. Die begraafplaats ligt niet ver van mijn huis. Ik ga nu zeker terug om haar graf te bezoeken.' Het is leuk als lezers af en toe laten weten dat ze de Schrijversinfo kunnen waarderen. En zeker als het ze aanzet tot verdere actie (meer boeken van een auteur lezen, of zoals hier, het bezoeken van een graf). Ik heb haar nog wat graven van auteurs op 'Den en Rust' doorgegeven:
- Eduard Veterman (04-07-1946) (Bilthoven) (dubbelgraf - met zijn vrouw - 2-P-33)
- Ina Boudier-Bakker (30-12-1966) in stilte, begraafplaats Den en Rust (graf I A-D-15) Frans Halslaan Bilthoven. Op haar grafsteen een bronzen plaquette
- Clare Lennart (03-01-1973) Den en Rust in Bilthoven, naast haar man (graf 2-43-27).
- J.H. Brinkgreve-Entrop (?-10-1949) (Bilthoven) Ik weet niet zeker of zij op 'Den en Rust' ligt.
En op een ander kerkhof in Bilthoven:
- Albert Kuyle (08-03-1958) (Bilthoven) (naast zijn schoonvader Otto van Rees) op het kerkhof van de parochie Onze lieve Vrouw van Altijddurende Bijstand in Bilthoven (vak 6, graf 4)
Tenslotte: A. Alberts is op 22-12-1995 gecremeerd in Bilthoven. Zijn as is op 08-02-1996 verstrooid bij crematorium Usseloo (Enschede)

Gisterenavond kwam Gert op visite. We kennen elkaar uit de straatnaamcommissie. Hij is archivaris. De tijd vloog, terwijl wij het o.a. hadden over schrijvers (J.J. Voskuil), muziek (Wannes v.d. Velde, Miel Cools), Zeeland (Colijnsplaat), school enz. We blijken over veel zaken hetzelfde te denken. Gert gaf me twee boekjes, (o.a.) door hem geschreven, over Colijnsplaat: 'In veilige haven' over Joodse onderduikers in Colijnsplaat en 'De redding van Colijnsplaat', een documentair verslag van opmerkelijke gebeurtenissen.

  Het verhaal achter 'De redding van Colijnsplaat' kende ik niet, maar het is een indrukwekkend verhaal: Tijdens de watersnoodramp van 1953 had men bij de haven de vloedplanken tussen de daarvoor bestemde gemetselde steunberen. De middelste steunbeer brak en de zee dreigde de planken te breken. Zo'n veertig mannen hebben de hele nacht met hun ruggen tegen de planken staan duwen om het geheel in tact te houden. Bij iedere golf brulde de onderwijzer van het dorp 'Houen jongens!'. Op het moment dat het definitief mis dreigde te gaan, smeet de storm een schip met aardappels voor de vloedplanken op de kade. Dat schip fungeerde als golfbreker en daardoor bleef Colijnsplaat behouden: 'De redding van Colijnsplaat'! In augustus 1993 werd er een gedenkteken onthuld dat de planken laat zien, de beukende golven en een symbolische hand die de planken op de plaats houdt. Bij die gelegenheid verscheen ook dit boekje.

K. Norel schreef het boek 'Houen jongens' (1953), waarin ook enkele kinderen mee staan te duwen tegen de planken.
Het boek verscheen ook in vertaling:

  • 'Stand by, boys!' (Amerikaanse vertaling)
  • 'Tenez bon les gars! (Franse vertaling)
  • 'Aushalten, Jungens!!' (Duitse vertaling)

 

2 bestellingen: Roy Chapman Andrews, 'Apen schedels en mensen. De ontwikkeling van oermens tot toekomstmens', 'Buchs boeket 3', 'Indruk 83'.

22 mei 2008

Vanavond ben ik begonnen aan 'Land van grote eenzaamheid' van Gerrit Jan Zwier. Een boek over IJsland. Een onderschat schrijver die Zwier. Hij schreef behalve reisboeken waaruit zijn liefde voor het noorden van Europa spreekt ook recensies voor het Dagblad van het Noorden. Ik heb de laatste tijd een voorkeur voor schrijvers die dicht bij zichzelf blijven, de natuur nadrukkelijk in hun werk meenemen en die met enige regelmaat ook aan de literatuur refereren. Behalve Gerrit Jan Zwier zijn dat dan bijvoorbeeld Koos van Zomeren en Benno Barnard. Gerrit Jan Zwier studeerde sociale geografie in Groningen. Hij deed o.a. tentamen bij W.F. Hermans:

Fysische geografie was in de bekwame handen van dr. W.F. Hermans. Hij doceerde meteorologie en cartografie. Ik ben nu alles vergeten, maar destijds was ik hem er dankbaar voor dat ik het verschil wist tussen een kegel- en een mercatorprojectie, en tussen rijp en ruige rijp. Het tentamen legde ik af in zijn riante villa in Haren, waar hij mij, ondanks het vergevorderde uur, in ochtendjas ontving. Hij stelde mij een paar korte, zakelijke vragen over hygrometers en barometers, die ik blijkbaar naar tevredenheid beantwoordde. Hij was lector en wist nog niet dat binnenkort alle lectoren in één klap professor zouden worden. Zou professor Tamsma, die hem toen het leven begon zuur te maken, en later in Onder professoren als Takkie Tamstra zou optreden, het al wel geweten hebben? Een lector lijkt in ieder geval gemakkelijker te liquideren dan een collega-hoogleraar. (Gerrit Jan Zwier, Land van grote eenzaamheid, blz. 10/11)

2 bestelling: Frans Berkelmans, 'Aan het water', dr. Johan Brouwer, 'Verzameld werk'.

23 mei 2008

Bij Burgersdijk & Niermans greep ik naast het kavel poëzie waar ik op had geboden:
COLLECTION of 20th c. Dutch poetry. 56 vols. Owrps. (50) and or. binds. I.a.: ACHTERBERG, G. Mascotte. 1950. (Wrps. slightly browned). -- F. BABYLON. Eigen credo. Gedichten. (1958). -- Id. Zomaar mijzelf. Gedichten. (1957). -- J. HANLO. The varnished. Het geverniste. 1951/52. -- C. BUDDINGH'. Lateraal. 1957.
Men verwachtte een prijs van 50 tot 70 euro. Ik had een maximumbod opgegeven van 120 euro. Het ging weg voor 140 euro. Daar komt nog pakweg 35 euro veilingkosten bij en dan nog verzendkosten. Kortom, jammer, maar niets aan te doen. De veiling bij Bubb Kuyper is ook al geweest, maar ze hebben de resultaten nog niet op de website staan. Dat zal morgen of maandag wel het geval zijn. Daar heb ik op twee kavels meegeboden.

Er zwemt een goudvis in de vijver met een raar soort vlekken. Schimmel? Ik krijg hem tussen alle waterplanten met het netje niet te pakken. Af en toe loop ik naar buiten om het te proberen, maar het lukt niet. Vandaag lees ik in de Gelderlander dat er een bacterie in de vijver aan de Grote Pekken zit, waardoor de vissen sterven. Er zijn 150 dode vissen geruimd. Ik zal toch niet hetzelfde probleem in de vijver hebben? Overgebracht door vogelpoep of iets dergelijks?

Met de post kwam 'Olvehpolis' van Kees Stip. Willem liet het me begin deze maand zien en ik vond het op internet voor een prikje. Het heeft alleen lang geduurd voor ze het opstuurden. Gisteren heb ik nog nagekeken of het geld wel afgeschreven was. Het was al ruim een week geleden afgeschreven. Leerpunt: zelf de boeken snel opsturen nadat klanten betaald hebben. Ze zitter er op te wachten.

De plannen voor de Lampegietersweek zijn weer gepresenteerd. In de pers werd er deze week enkele keren aandacht aan besteed. De boekenmarkt werd er ook al weer twee keer in genoemd. Dat is het mooie van die combinatie van activiteiten in de Lampegietersweek. Je lift als boekenmarkt mee op de stroom van publiciteit. Voor de boekenmarkt van 7 juni is dat een stuk lastiger. Veel geld is er niet, dus we moeten het hebben van een enkele advertentie en de te versturen persberichten.

Een verrassing in de knipsels uit Cuijk: Een recensie door C. Buddingh' van 'Streep door de rekening' van Jan G. Elburg en 'Een bord bekijken' van Bert Voeten uit Het Parool van 23-04-1966. Uit de dozen had ik direct het stapeltje Buddingh' gehaald, maar ik realiseer me nu dat er ook nog recensies door Buddingh' in de mapjes met knipsels over andere schrijvers kunnen zitten. Dat maakt het 'schatgraven' nog weer leuker.

24 mei 2008

De chiropractor in de Scheepjeshof had vandaan een open dag. Lidy wilde er vanochtend even gaan kijken. Het zag er op zich wel goed uit en het voordeel (voor mij in ieder geval) is dat ze er zelf heen kan. Naar Bennekom moet ik iedere keer meerijden. We liepen een rondje door het dorp. In de Scheepjeshof hielden nogal wat winkels opheffingsuitverkoop. Dat is toch nooit goed gaan lopen. Het schijnt de de Bijenkorf er nu in het midden komt te zitten. Het is wel een trekker, maar ik vraag me af of het dan gaat lopen. Bij één van die uitverkopende winkels kocht ik twee 'boekenbeeldjes'. Ik zal die verzameling dit jaar maar eens meenemen naar een boekenmarkt.

 
In Dordrecht werd om 15.00 uur het boek 'Dordt, wat zal ik ervan zeggen'. Literair wandelen door het Dordrecht van Kees Buddingh'' van Wim Huijser gepresenteerd. Het is een herziene en geactualiseerde versie van 'Een stad is een boek; het Dordrecht van C. Buddingh' uit 1997. DiEP (archief, monumenten en archeologie Dordrecht) maakte van wandeling B een podcast (te downloaden op www.dordrecht.nl/stadsarchief). Wim Huijser spreekt daarop de tekstfragmenten van Buddingh' en Maaike Slingerland van DiEP spreekt de informatie over Dordrecht en de routeaanwijzingen.

Het boek werd gepresenteerd op een historische locatie: Het Hof in Dordrecht. Ik kom niet zo heel vaak in Dordrecht en ken de stad dan ook niet goed. Bij dit soort gelegenheden kom je nog eens op bijzondere plaatsen! In de Statenzaal in hetzelfde gebouw (ik ben er even naar binnen gelopen) trouwde Willem van Oranje op 24 april 1575 met Charlotte van Bourbon. Drie jaar eerder, in juli 1572, werd in deze zelfde zaal een Statenvergadering gehouden. Twaalf Hollandse steden legden hier de grondslag van het gezamenlijk verzet tegen het Spaanse bestuur. In feite was dit het begin van een zelfstandige Noordnederlandse staat. Glas-in- lood ramen van de wapens van de twaalf steden herinneren in de Statenzaal nog aan deze gebeurtenis:

       
       
       

Oudewater betaalde een hoge prijs voor de deelname aan deze vergadering: De Spanjaarden vermoordden op 7 augustus 1575 - voor straf - vrijwel de hele bevolking van de stad. Slecht drie inwoners bleven in leven.

Het eerste exemplaar van 'Dordt, wat zal ik ervan zeggen' werd overhandigd aan Ad Breevaart. Een bekende inwoner van Dordrecht (o.a. de eerste politiewoordvoerder in Nederland). Daarna werd er met een klein gezelschap een deel van wandeling B uit het boek gelopen. Wim Huijser las 'op locatie' enkele fragmenten uit het werk van Buddingh' en Ad Breevaart vulde dat aan met passende anekdotes en historische informatie. Het was een zonnige middag. waardoor ook deze wandeling een genoegen was. Ik maakte van het geheel (en van mooie stukjes Dordrecht) zo'n honderd foto's, waaruit hieronder een kleine greep:

 

 

 

 

 

 Naar Het Hof

 Het Hof

 Statenzaal

 Wim Huijser presenteert

 Ad Breevaart antwoordt

 

 

 

 

 

 Het Hof

 We gaan wandelen

 Hofstraat

 Poort ...
 

 

 

 

 

 

 Ad Breevaart vertelt over Dordtse Hofjes

 Wim Huijser leest
bij de museumtuin

 De museumtuin

 Voormalig woonhuis
Jan Eijkelboom
 

 

 

 

 

 

 Voor de Zakkendragersstraat

 In de Zakkendragersstraat

 Voor Pictura

 Zicht op Schefferplein

Katinka van Haren: 
Voorstudie Blauwbilgorgel

Ook bij Bubb Kuyper grijp ik net naast de twee kavels waar ik op geboden had. Een kavel Brakman (59 boeken) gaat weg voor € 80,00. Mijn maximumbod was € 75,00. Brakman is net overleden, waardoor de belangstelling wellicht toegenomen is. Een kavel met 21 literaire grammofoonplaten gaat weg voor € 35,00 waar mijn maximumbod € 30,00 was. Als ik er gezeten had, dan had ik vast nog wat hoger geboden. Moet ik nu vooral tevreden zijn dat ik me niet in prijs op heb laten jagen, of moet ik het vooral jammer vinden dat ik het nu niet heb kunnen kopen?

25 mei 2008

Om een uur of één zijn we aan het snoeien geweest in de voortuin (de overbuurvrouw houdt daar niet van, op zondag, maar het moet maar een keer). De beukhaag is weer op de juiste maat. M'n handen plakten helemaal van de witte luis. De haag zit eronder. Ook de brem hangt niet meer over het trottoir. Ik heb geen idee of dit de juiste tijd van het jaar is om een brem vrij radicaal terug te snoeien. Vaak moet dat vlak na de bloei. Hopenlijk geldt dat voor de brem ook. In het moerasgedeelte naast de borrelsteen bloeit de veenpluis (Eriophorum angustifolium). De bloempjes zijn onopvallend, maar het pluis is des te opvallender. Het wakkert mijn heimwee naar Noorwegen aan. De vlaktes met rendiergras en dit veenpluis. De volgende zomer maar weer eens? Ook in de landen om ons heen hebben ze prachtige namen voor dit plantje: Wollgras (Duitsland), Common cottongrass (Engeland) en Linaigrette à feuilles étroites (Frankrijk):

 

 

Een wat groter citaat van Gerrit Jan Zwier. Hij hekelt op blz. 53/54 van 'Land van grote eenzaamheid' het gekeuvel en geleuter van een reisgids. Hij is op IJsland, maar het lijkt me een universeel verschijnsel:

Erger, veel erger dan de kou en de wind, was het geleuter van onze gids, een peenharige schooljuf uit Akureyri, die zich vijftien uur lang gedroeg alsof ze op schoolreisje was. Ze moet de tocht door de hooglanden honderden keren gemaakt hebben. Ze kende werkelijk elke greppel en elke heuveltop bij naam, namen die een niet-IJslander onvoorstelbaar vreemd in de oren klinken, vol rauwe oergeluiden en medeklinkers die elkaar bespringen, waarbij tong en mond zich in de raarste bochten moeten wringen, namen als: Jökulsá á Fjöllum, Trölladyngjuháls em Fjórdungakvísl, zo hoogst eigenaardig, kortom, dat het geheugen domweg weigert ze tot het domein van de herinneringen toe te laten.
Erger nog dan de namen waren haar ergerlijke praatjes. Ze sprak Engels met een sterk Amerikaans accent en schiep er veel behagen in haar kennis van de taal te etaleren. De microfoon was kennelijk de grote liefde in haar bestaan. Sprak je haar buiten de bus aan, dan gedroeg ze zich afwerend en zonder charme. Aan niemand van de passagiers stelde ze een persoonlijke vraag. Bij lunch en diner trok ze zich samen met de chauffeur, die de mooie naam Geysir Jón droeg - dat is Gerrit Jan in jet IJslands - aan een apart tafeltjes terug. Ik denk dan ook dat ze nooit op iets anders verliefd is geweest dan op de microfoon, die haar Dallas- en Dynasty-Engels zonder haperen de bus in joeg.
Elk jaartal en elk cijfer dat ze noemde, werd stelselmatig herhaald. Dat deed ze zelfs na vijftien uur nog, toen het merendeel van de passagiers al in diepe slaap was verzonken of met nietsziende blik naar buiten staarde. Die ingeslepen herhalingsdwang verried dat haar werk buiten het zomerseizoen in het onderwijs moest liggen, in de lagere of bijzondere vormen daarvan, wel te verstaan.
De praatjes van gidsen hebben een geijkte formule: de informatie, die niet al te diep mag gaan, bevat wat historische en geografische gegevens, en wordt gelardeerd met folkloristische verhalen en de nodige grapjes. Gidsen en reisbureaus gaan er, volgens Ton Lemaire (zie zijn Filosofie van het landschap), vanuit dat de moderne toerist over het wonderlijke vermogen beschikt 'evenveel belangstelling op te brengen voor de manier waarop men elders koffie zet, voor het landelijk percentage zelfmoorden, voor de hoeveelheid stenen die bij de bouw van een kathedraal gebruikt zijn, voor de tragische vibratries van de plaatselijke kunstenaar, terwijl ook de samenstelling van de bodem en de eigenaardigheden van de folklore niet worden overgeslagen.' De oranjeharige meende ons vooral een plezier te doen met het vertellen van spook- en trollenverhalen.

Prachtig proza. Waarom eindigt vrijwel ieder boek van Gerrit Jan Zwier bij De Slegte in de ramsj?

  Auteurs beginnen me nu mailtjes te sturen over nieuwe boeken en aanvullingen voor 'hun' bladzijde op Schrijversinfo. Van Henk van Kerkwijk verschijnt in de komende kinderboekenweek de dichtbundel 'Seks in de brugklas'. Het boek verschijnt mét (luister)cd.
Jacqueline Zirkzee meldt dat het boek dat dit najaar gaat verschijnen over uitgeverij Conserve een andere titel krijgt. Het wordt: 'Onbeperkt houdbaar'. Over haar recente boek 'Het heksenhuis' bestaat sinds kort een hyves-site: http://hetheksenhuis.hyves.nl/.

De bladzijde over Johan Brouwer aan Schrijversinfo toegevoegd.

1 bestelling: Helen Waddell, 'Abélard en Héloïse'.

26 mei 2008

Twintig jaar geleden deden we met onze basisschool op koninginnedag nog mee aan de aubade/kinderzang op de markt. Om me heen kijkend in die kindermassa viel me toen al op dat juist de kinderen van de strenge/reformatorische scholen het grofst waren in hun taalgebruik. Daarmee bedoel ik schuttingtaal, maar vooral vloeken. Collega's herkenden dat wel, maar officieel werd het ontkend. De scheidend directeur van de Bond tegen het vloeken (helaas gevestigd in Veenendaal, dat versterkt het gristelijk imago van dit dorp) bevestigt nu in het Reformatorisch Dagblad mijn constatering van toen:
ELBURG - Scholenwerkers hebben de indruk dat er juist op reformatorische scholen het meest wordt gevloekt. Dat stelt scheidend directeur drs. Rijk van de Poll van de Bond tegen het vloeken vrijdag in een interview met deze krant. „Toen ik dat voor het eerst van hen hoorde, schrok ik ervan. Ik had dat niet verwacht, juist omdat we weten hoe streng leerkrachten en ouders uit de gereformeerde gezindte de regels hanteren.” Van de Poll noemt het verontrustend dat er een kloof lijkt te bestaan tussen de godsdienstige beleving van gezagsdragers en die van grote delen van de jeugd. „Het is verbazingwekkend hoeveel jongeren onverschillig staan tegenover grof taalgebruik.”
De krant heeft een telefonisch rondje langs reformatorische scholen gemaakt (Amersfoort, Urk, Kampen) waaruit blijkt dat men het gegeven (grotendeels) nog altijd onkent. Dat lijkt me toch echt een staaltje van reformatorische kop-in-het-zand-stekerij. Ook de struisvogel is ons door God gegeven, maar men zou er wijzer aan doen het gegeven serieus aan te pakken.

 Persbericht

Betreft: Boekenmarkt 7 juni 2008

Al enkele jaren wordt er in september in Veenendaal een boekenmarkt georganiseerd. De vaste plaats van deze boekenmarkt is het stuk Kerkewijk tussen de warenmarkt en theater De Lampegiet.
Vorig jaar was er voor het eerst ook in juni een boekenmarkt. Deze juni-boekenmarkt vindt dit jaar voor de tweede keer plaats en wel op zaterdag 7 juni van 10.00 tot 17.00 uur.
Met zijn zeventien kramen (die precies op deze locatie passen) vormt deze boekenmarkt bewust een overzichtelijk geheel, waar de handelaren uit Veenendaal en de omliggende plaatsen iedere keer graag aan deelnemen. De aansluiting van de boekenmarkt aan de zaterdagse warenmarkt garandeert de levendigheid en de spontane 'aanloop'.
Wanneer u op zoek bent naar een bepaald boek en dat op de boekenmarkt niet kunt vinden, is het een voordeel dat de handelaren uit deze regio komen. Ze hebben uiteraard niet al hun boeken bij zich, maar hebben dat boek wellicht wel 'thuis' voor u staan.

Vanavond ben ik (voor het eerst sinds de verkiezingen van 2006) weer eens naar een fractievergadering geweest. Er zitten nu dertien mensen rond de tafel, dat was wel anders toen we nog een fractie van drie hadden. Het was een goede vergadering, waarin vooral de perikelen rond het zwembad aan de orde kwamen.

Internet ligt er thuis voortdurend uit. Irritant. Het zal wel aan de kabel liggen, want ook de televisie gaat met enige regelmaat enkele seconden op zwart.

27 mei 2008

De paddenvisjes in de vijver zijn vrijwel verdwenen. Opgevreten door de vissen? Met veel zoeken zie je er hier en daar nog ééntje. Hun broertjes en zusjes in de vissenkom op mijn bureau doen het prima. De achterpootjes zijn nu (héél klein nog) zichtbaar. Ze eten de kleine balletjes visvoer, maar op aanraden van een leerling geef ik ze nu af en toe een plakje komkommer. Je ziet ze de komkommer afgrazen en afschrapen en heel langzaam wordt het plakje doorzichtig. Ik heb er ook een blaadje sla ingegooid. Daar vreten ze ook wel van, maar minder fanatiek en het is een minder fraai gezicht, zo'n flubberig slablad.

 
Gisteren haalde ik een boekenbon bij Van Kooten. Op de tafel met nieuwe boeken lag 'De 100 beste gedichten van 2007', samengesteld door Odile Heynders in haar functie als voorzitter van de jury van de VSB Poëzieprijs. Ik koop deze '100 beste ...' jaarlijks, maar ik had er nog niet aan gedacht. Bekende dichters als Remco Campert, T. van Deel, Eva Gerlach en Wiel Kusters. Daarnaast - en dat is leuker - een kennismaking met (mij) onbekende dichters als Pim te Bokkel, Pat Donnez, Bärbel Geijsen, Ruth Lasters en Lans Stroeve. Je kunt onmogelijk alle nieuw uitkomende dichtbundels kopen. Dit is een prima gelegenheid om een dwarsdoorsnee daaruit tot je te nemen.

1 bestelling: stafkaart Hoorn 1971

28 mei 2008

Het is een beetje Buddingh'-week (en daar is niets mis mee). Zaterdag waren we in Dordrecht bij de presentatie van een boek met Buddingh'-wandelingen. Vandaag kwam Wim Huijser (hij werkt aan een biografie van C. Buddingh') in mijn twee VWO3-klassen een gastles geven. De les ging enerzijds over C. Buddingh' en anderzijds over het werken aan een biografie. Twee weken geleden bekeek ik met de klassen een aantal biografieën en de vraag die bij de leerlingen opkwam was: 'Hoe komt iemand zo gek om zes (of meer) jaar van zijn leven te besteden aan het leven van iemand anders?'
Wim had daar, ondersteund door een Powerpointpresentatie, een degelijk antwoord op. Hij liet foto's zien van de materialen die hij verzamelt (boeken, artikelen, handschriften, dagboeken, agenda's, brieven enz.) en sprak gepassioneerd over dit werk. De leerlingen luisterden geïnteresseerd, maakten aantekeningen op de vragenlijst en stelden af en toe zelf ook vragen. Hannah was met haar vraag het meest uitgesproken: 'Meneer, wat vindt u hiér nou léuk aan?' Dat was geen kritiek, maar opperste verbazing en met haar vraag liet ze zien dat het doel (wat mij betreft) gehaald is: ze heeft goed opgelet, heeft de presentatie begrepen en probeerde zich vervolgens in de persoon van de biograaf te verplaatsen. Wat wil je nog meer? Dat een vijftienjarige vervolgens de conclusie trekt dat dit werk niets voor haar zou zijn, is niet echt verwonderlijk.
Een andere leerling vroeg Wim waarom hij zich nu juist met Buddingh' bezighoudt. Wim vertelde dat hij, toen hij zeventien was, in de examenklas een scriptie over een schrijver moest maken. Hij had ergens gehoord dat Buddingh' in zulke gevallen scholieren wel eens thuis uitnodigde en ze een 'interview' toestond. Wim woonde in Ridderkerk, dus Dordrecht was niet echt ver weg en hij trok de stoute schoenen aan. Hij was als zeventienjarige geïmponeerd door Buddingh' en diens werkkamer en de interesse voor Buddingh' is gebleven. Bij de afsluiting zei ik de leerlingen dat dit betekent dat ze de onderwerpen voor hun scipties en werkstukken dus met zorg moeten uitkiezen. Voor je het weet ben je er de rest van je leven mee bezig!
De eerste vier foto's zijn van V3a. In dit lokaal (216) is er een whitebord, wat met de beamer makkelijk was. De tweede rij foto's is van V3b. In lokaal 206 is er geen whitebord, dus daar hadden we een projectiescherm nodig. Het glimmende schedeldak in die rij foto's is niet van een leerling, maar van Kaj Buddingh', collega biologie en achterneef van C. Buddingh'.

       

       

Het reclame-offensiefje, dat we voor de boekenmarkt van 7 juni in Veenendaal proberen te ontketenen, is vandaag van start gegaan. In de Veenendaalse krant staat een kleine advertentie (volgende week weer) en De Rijnpost heeft een artikeltje geplaatst n.a.v. het persbericht. Zij hebben het alleen over zeventien boekhandels i.p.v. zeventien kramen. Daan heeft een flyer gemaakt en rondgestuurd. Die proberen we neer te leggen in boekhandels e.d.. De Bruna op de Ellekoot heeft hem al liggen. Al eerder heeft Jan ervoor gezorgd dat de boekenmarkt op internet her en der in activiteitenoverzichten wordt genoemd.

Vanmorgen hadden de leerlingen van B2b me lelijk te pakken. Ik had mijn horloge afgedaan en op het bureau gelegd. Toen ik even het lokaal uit was heeft Mart mijn horloge een kwartier vóór laten lopen. Ik wilde aan een nieuwe opdracht beginnen, maar de leerlingen zeiden: 'Dat kan niet meer, mijnheer, het is bijna tijd.' En inderdaad het was op mijn horloge bijna tijd. Ik liet ze hun spullen opruimen en de eerste leerlingen gingen vast bij de deur staan. Een gebruikelijke vraag is: 'Mogen we vast gaan, mijnheer?'. Dat laat ik nooit toe, nu ook niet, al was het wel een aantrekkelijke gedachte, want Wim Huijser kon al wel beneden staan te wachten. Ze waren erg rumoerig en de brutaalsten gingen zelfs al op de gang staan. Toen het op mijn horloge 10.18 uur was en de bel nog steeds niet was gegaan, vroeg ik hoe laat het volgens de leerlingen was. Niemand wist het, ze hadden geen horloges om (toen had ik argwaan moeten krijgen, ze kijken anders heus wel op hun telefoontjes). Ik liep de gang op, waar collega Lambert tegen me zei: 'Het is nog lang geen tijd hoor, het is net tien uur!' Toen pas viel bij mij het kwartje, de lummels! Stralend van plezier ging de hele club weer op de stoelen zitten. Ze informeerden wel bezorgd of Mart nu straf kreeg. Maar dat zou ik flauw van mezelf gevonden hebben. Het was immers een grapje (geen leuk grapje, maar toch). Ik zei wel tegen hem dat hij van andere collega's misschien een gele kaart gekregen zou hebben, waarop hij zei: 'Ik weet heus wel bij wie ik zoiets kan doen, mijnheer.' Dat beschouw ik dan maar weer als een compliment.

In de vijver komt alweer een knop van de waterlelie boven water uit. Met dit weer zal hij morgen wel bloeien. Vorig jaar bloeide de eerste op 26 mei, dus dat is mooi regelmatig.

29 mei 2008

 
Omdat ik deze week toch tot Buddingh'-week heb uitgeroepen, ga ik vandaag wat dieper in op het kastje 'Some Shakespearian themes' van Buddingh' dat bij ons in de kamer hangt. Ik kocht het in juni 2006 bij Bubb Kuyper.
Vorige week had ik een groot deel van mijn Buddingh'-verzameling mee naar school genomen om aan VWO3 te laten zien, als voorbereiding op het bezoek van Wim Huijser. Ook dit kastje nam ik mee en dat was een mooie gelegenheid om de collega's Engels eens te vragen wat volgens hen nou die 'Shakespearian themes' kunnen zijn. Dat werd nog een heel gepuzzel en geredeneer, maar ze (en dan vooral collega van der Woude) zijn er aardig uitgekomen.
De opmerkingen van de leerlingen over het kastje waren voorspelbaar en in de categorie 'Dat kan mijn kleine zusje ook'. Dat is een opmerking die in musea ook vaak gehoord kan worden, maar het is te makkelijk om (idee)kunst op die manier af te serveren. Aan de andere kant: zou ik het in de kamer hangen als het niet door Buddingh' gemaakt was? Ik denk het eerlijk gezegd niet.
Buddingh' zegt op 24-04-1972 in zijn dagboek over dit kastje:
Ik ben zeer benieuwd hoe het kastje zal worden waar ik momenteel aan bezig ben: het heeft hetzelfde formaat als de twee laatste die ik maakte (39 x 25), maar ik heb het in vieren gedeeld en de vakjes elk een andere kleur gegeven: blauw, bruin met goud, groen en rood (van links naar rechts en van boven naar onderen gerekend) en het moet: Some Shakespearian Themes gaan heten. (De titel van een studie van L.C. Knights waar mijn blik een dag of tien geleden op viel.) Maar het zal wel volgende week worden eer ik er aan verder kan gaan.

 

Op de achterkant van het kastje, in Buddingh's handschrift, maar deze keer zowaar leesbaar:

'C. Buddingh' '72 Some Shakespearian themes'.

Geschreven met een zwarte viltstift. Aan de zijkant zitten er (op ongeveer achtenhalve centimeter van boven) twee kleine schroefjes. Tussen deze schroefjes zit een ijzerdraadje, waaraan het kastje opgehangen kan worden. Bovenaan in het midden zit een klein spijkertje. Het nut van dit spijkertje ontgaat mij.

 

Kastje linksboven: blauw geverfd. Inhoud: een witte en een roze (rood geweest?) plastic roos, bijeengebonden met een gouden strikje, bevestigd tegen de achterwand. Op de bodem staat - in de rechterhoek - een ijzeren veer met daarin een glazen flesje. Het zou ook een glazen mannetje kunnen zijn, want de bovenkant lijkt op een hoofdje (van een ridder?).

De rode en de witte roos wijzen op het Engelse koningshuis. Romeo en Juliet: een liefdesverhaal komt ook al gauw bij je op. Het flesje onderin zou dan het flesje gif uit het verhaal kunnen zijn. als het geen flesje is maar een in het ijzer gekooide figuur, dan zou het ook op een onmogelijke liefde kunnen wijzen.

 

Kastje rechtsboven: bruin met goud geverfd. Inhoud: op de bodem/tegen de achterwand is een uitgeknepen tube verf of lijm bevestigd. De dop zit er half opgeschroefd en is goudkleurig. Door dat gouden 'kroontje' dringt zich het beeld van een zittende koning op. Tegen de achterwand hangt - rechtsboven - een minuscuul kompasje.

Dit moet - zeker ook vanwege het kroontje - Hamlet zijn. Een beetje een uitgeknepen figuur. Hij weet niet wat te kiezen, ook niet met het kompasje boven hem. Dat kompas komt trouwens letterlijk voor in de tekst van Hamlet. Hij zwaait van het ene naar het andere uiterste.

 

Kastje linksonder: groen geverfd. Inhoud: op de bodem staan - iets rechts van het midden - twee wasknijpers. Het gedeelte waar je (normaal gesproken) in knijpt is op de bodem vastgeplakt. Het lijken zo staande figuren. Tegen de achterwand is - in de linkerbovenhoek - een klein geel/goud geverfd dopje bevestigd. Een zon? Een maan?

Twelfth night (vermoeden we). De maan linksboven wijst op de nacht. In het verhaal komt een tweeling voor én er is sprake van voortdurende rolwisselingen.

 

Kastje rechtsonder: rood geverfd. Tegen de achterwand is - ongeveer in het midden - een halve glazen bol (een kerstbal?) bevestigd. De bol is linksonder iets beschadigd. Uit het tuitje aan de bovenkant van de bol komt een vogel tevoorschijn. Dat moet haast een phoenix zijn. Op de bodem van het kastje ligt een koperkleurige ketting.

Macbeth (ook weer vermoedelijk). Er komt vuur in voor, daar wijst de phoenix op. Die phoenix wijst ook op de onsterfelijkheid. De gekwelde ziel is geketend: 'The chain of being'.

De post bracht vandaag 'Het grote kerkhof bij de bosjes. Kroniek van de gemeentelijke begraafplaats Kerkhoflaan in Den Haag' van Rita Hulsman. Het boek is net uit. Het beschrijft op een fascinerende manier de geschiedenis van dit kerkhof vanaf de stichting in 1830, tegen de achtergrond van de geschiedenis van Den Haag. Daarnaast worden diverse op dit kerkhof begraven 'bekende Nederlanders' beschreven. Bijvoorbeeld J. graaf van dem Bosch (gouverneur-generaal in Nederlands-Indië), de schrijver J.J. Cremer, de politicus J.R. Thorbecke, de schrijfster A.L.G. Bosboom-Toussaint, de schilder Anton Mauve, maar ook Cornelis Lely en P.J. Troelstra.

 

Een paar dagen geleden schreef ik over Gerrit Jan Zwier en zijn liefde voor de landen in het noorden van Europa. Hij noemt dit zelf 'het noordelijk gevoel'. Collega Laura heeft dat gelezen en gaf mij vanmorgen het boek 'Het noordelijk gevoel' van Zwier te leen. Ze kocht het toen ze zelf op vakantie naar IJsland was geweest.

2 bestellingen: Pearl Buck, 'Het Trotse Hart', Madelon Szekely-Luylofs, 'Rubber'.

30 mei 2008

Af en toe lees je in een roman (of stripverhaal) over een personage met een naam die té mooi is om waar te zijn (Guus Geluk bij Disney, maar F. Bordewijk kon er in zijn romans ook wat van). De Belgische leraar Piet Creten heeft voor het blad 'Over Taal' onderzoek gedaan naar dergelijke écht voorkomende namen. Wat te denken van Beau ter Ham, Ben Gemeen, Gheyle Griet, Sytze Vliegen en Dick Backes. Donald Duk blijkt overigens in Den Haag te wonen en Donald Duyck in Oostrozebeke! Van Paul Rothier zie ik de grafsteen al voor me (nog mooier dan die van Jan Rot). Ik citeer een stukje van het verslag (in pdf-formaat) van zijn onderzoek op internet:

'Andere voor- en achternamen die leuke woorden vormen zijn: Aart Beijen, Bo Bos, Bibi Boom, Ko Mies, Erika Meel, Jos Thie en Koen Dooms. Ann Nijs mag nog van geluk spreken als je haar situatie vergelijkt met die van An Alen en An Aelgoet. Sommige combinaties lijken op het eerste gezicht volstrekt onproblematisch, tot ze opduiken in gealfabetiseerde lijsten. Dergelijke lijsten vormen zonder enige twijfel een valstrik bij het kiezen van een voornaam. Helaas komt deze waarschuwing te laat voor de ouders van Tine Cant, Erik Dom, Odile De Croock en Maarten Sper.'

2 bestellingen: setje bodemkaarten Blad 34 West Enschede Blad 34 Oost Enschede Blad 35 Glanerbrug, F.H. Brongers, 'Grebbelinie 1940', Godfried Bomans, 'De man met de witte das' en 'Gesprekken met bekende Nederlanders'.

31 mei 2008

Gisteren stond ineens de vijver (vrijwel) zonder water. Op de bodem spartelden de vissen in een klein laagje water en waterplanten. In eerste instantie denk je dat de vijver lek is, maar het moet wel een gigantisch lek zijn, waardoor een hele vijver zo snel leegloopt. Meer waarschijnlijk is een lek of verschuiving in de beekloop of een foutje bij de filterbak. Dan blijft de pomp het water uit de vijver pompen, maar komt dat water niet meer terug. Dan kan in een paar uur de vijver leeg zijn.
Lidy heeft de stekker van de pomp eruit getrokken en met de tuinslang de vijver bijgevuld. Na een dag is hij nog even vol, dus van een lek is geen sprake. Vandaag maak ik de pomp en de filterbak schoon (stinken!) en moet ik maar eens uizoeken waar het water nu precies weggelopen is.

Cees van der Pluijm correspondeerde met Robert Long. In 1998 verscheen hun brievenboek 'Beste Robert, Waarde Cees, brieven over leven, dood, liefde, seks, werk en collega's'. Onlangs verscheen er nog 'Het laatste jaar. De brieven uit 2006'. Vorige week schreef Hans Gulpen, redacteur van 'De Gelderlander' een brief over dat boek aan Van der Pluijm en deze schreef ook een brief terug. Beide brieven verschenen in 'De Gelderlander', met een foto van Robert Long en één van Cees van der Pluijm. En nu ben ik waar ik wezen wil: die foto! Ik las de brieven en dacht: ik ken die foto! Het lijkt een pasfoto, maar dat is het niet. Kijk maar naar de achtergrond, rechtsonder achter zijn schouder, dat is een radiotor. Het origineel van deze foto staat op mijn Schrijversinfobladzijde over Cees van der Pluijm en vooral op die over Drs. P. Van der Pluijm stelde in 2004 'Toenemend feestgedruis' samen, en soort verzamelde gedichten van Drs. P. We overlegden via de mail en ik vroeg hem om een rechtenvrije foto van de Drs. Hij mailde me deze foto, gemaakt door de ober van Hotel Pulitzer. Heeft 'De Gelderlander' deze foto van mijn site gehaald en daar een stukje uit geknipt, of stuurde Van der Pluijm de foto naar veel meer mensen?

 

 

Morgen is Lidy jarig. Ik kocht voor het een kookboek van Jamie Oliver. Ik zag 'Ik Jan Cremer, deel 3' liggen en was verkocht. Of beter: dat boek was verkocht.

 

Door naar juni 2008

 



Terug naar weblog

Terug naar de eerste pagina /homepage

Raban - voor tweedehands boeken

Citaten zoeken op trefwoord
Overzicht van trefwoorden
Citaten zoeken op auteur
Overzicht van auteurs
Overzicht van bibliografieën
Andere interessante internet-bladzijden


©2008 Mats Beek, Veenendaal

Schrijf Webmaster


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

eXTReMe Tracker