J.E. Banck
Profiel
Achternaam: Banck
Initialen: J.E.
Voornamen: John Eric
Geboren: 03-11-1833
Te: Soerabaya
Overleden: 16-04-1902
Te: Wiesbaden
Pseudoniem(en): Voor zover mij bekend heeft John Eric Bank niet onder pseudoniem gepubliceerd.
Voor tweedehands boeken | Ook van J.E. Banck |
Raban Internet Antiquariaat | Klik hier ! |
Werk
Poëzie
(Zeepbellen)
- Het lied van de trom, de springfontein. bloemenraadsel, wit en rood (z.j.)
- Zeepbellen: lyrische dichtproeven (1851)
- Eene wintermijmering uitg. ten voordeele der algemeene armen der stad Leyden (1855)
- De komeet: een zang des tijds (1858)
- Mondig, een lied Z.K.H. den Prins van Oranje toegezongen (1858)
- Zeepbellen, lyrische dichtproeven (1859)
- De waterman (1861)
- 23 Mei MDCCCLXVIII: cantate bij de viering van het derde eeuwfeest ter herinnering aan den slag bij Heiligerlee (23 Mei 1568) (1868)
- Verspreide gedichten (1868)
- Voor de Transvaal (1881)
Overig non-fictie
- Specimen juridicum inaugurale continens: quaestiones de jure hodierno (proefschrift) (1856)
- Artikel 56 van het regerings-reglement, beschouwd en toegelicht (1861)
- De koloniale staatkunde van het Kabinet ontvouwd en beoordeeld (1861)
- Voorwaarden van concessie, behoorende bij het adres van de ondergeteekenden aan Z.E. den Minister van Koloniën, d.d. 12 November 1862. Toelichtende nota, behoorende bij de aanvrage om concessie, Z.E. den Minister van Koloniën aangeboden, bij adres d.d. 12 November 1862 Spoorwegen op Java (1862)
- Onze aanvrage om concessie nader toegelicht en met cijfers gestaafd (met anderen) (1863)
- Ingezonden stuk, van de heeren J.E. Banck, Heshuizen, J.P.
Dudok van Heel, waarin zij verdedigen hun aanvraag om concessie
van spoorwegaanleg op Java, daar deze, door genoemde redactie
in dier uitvoerige hoofd-artikelen onder het opschrift: "De
spoorweg van Samarang naar de Vorstenlanden, voorgesteld werd,
als ware zij onvatbaar voor inwilliging"
Aan de redactie van de Nieuwe Rotterdamsche Courant (1863) - Herinneringen aan de Heiligerlee-feesten (ca. 1868)
- Geschiedenis der Nederlandsch-Indische Spoorweg-maatschappij (1869)
- Alea jacta est! Een laatst woord aan de leden der St.-Generaal (1872)
- De Brielsche waternimf en de aesthetie (1872)
- Atchins verheffing en val, met historische bijlagen en een oud kaartje der reede van Atchin (1873)
- Vondel herdacht (1879)
- Levensbericht van A.M. Maas Geesteranus: Overgedrukt uit de Levensberichten van de Maatschappij der Nederlandsche letterkunde te Leiden, 1900-1901
Bloemlezingen
Tijdschriften
- J.E. Banck schreef Vlugmaren in 'de Spectator'.
- J.E. Banck publiceerde in 'Levensberichten van de Maatschappij der Nederlandsche letterkunde te Leiden', 'De Tijdspiegel', 'Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift'.
Over J.E. Banck
- 'De aanvragen om concessie Banck c.s. en Poolman c.s. onderling vergeleken' (1863)
- Een hoofdstuk over J.E. Banck in 'De Wadden' van Mathijs Deen (2013)
- Geert Banck, 'Van de Javaanse suikercultuur naar de Nederlandse elitecultuur: twee generaties in de 19e eeuw: Johann Erich Banck en John Eric Banck' (2016)
Diversen
- Romanze, Soldatenkoor, Elegie: uit de Heiligerlee cantate: 68ste werk', gedicht van J.E. Banck; muziek van Richard Hol (1873)
- 'Ter herinnering, 17 Juni 1877: serenade: op. 19', woorden van J.E. Banck; muziek van W.F.G. Nicolai (1878)
- Op Schiermonnikoog staat een hierinneringsbank voor J.E. Banck: 'De bank van Banck'.
- Op Schiermonnikoog is een 'taalroute' met twee gedichten
over J.E. Banck.
Biografische opmerkingen
- J.E. Banck was een zoon van Johan Erich Banck sr. en Caroline van Hoff.
- Zijn vader was een rijke planter en suikerproducent op Java.
- Zijn ouders stuurden hem 'voor zijn opvoeding' naar Nederland.
- J.E. Banck studeerde rechten in Leiden.
- Na zijn studie maakte hij een reis naar Nederlands-Indië en werd daarna rechter in Den Haag.
- Hij trouwde met Sophie Springer.
- J.E. Banck kocht in 1858 het eiland Schiermonnikoog (voor 97.058) en maakte er de eerste Nederlandse badplaats op ee n waddeneiland van. Ook legde hij een zeedijk aan en liet een deek vab de kwelders inpolderen. Het nieuw ontstane gebied werd 'de Banckspolder' genoemd. Ook betaalde hij mee aan de oprichting van een zeevaartschool op Schiermonnikoog. Hij verkocht het eiland weer in 1893.
- Hij werd in Wiesbaden begraven.
Anderen over J.E. Banck
- Na de lezing zijner dichtproeven begrijpen wij reeds terstond, dat er bij hem geene sprake kan zijn van de verdeeling zijner stoffe in: gewijde en ongewijde onderwerpen. Hij heeft zich in het volle menschenleven geplaatst, en de indrukken, die hem dit heeft gegeven, in den kunstvorm zoeken weder te geven. Feiten heeft hij waargenomen, en ze schonken hem ideën. Aan geene beweging op menschelijk gebied blijkt hij vreemd te zijn gebleven; ik wil niet beweren dat hij aan allen reeht doet, maar alleen, dat hij van elke een indruk ontvangen heeft. Ik geloof hem reeds vroeger, voor jaren, ontmoet te hebben in een bundel, door verschillende jeugdige krachten bijeengebracht, en toen datgeen in hem te hebben gemist, wat hem thands kenmerkt: bekendheid met het menschenleven, waardeering van hetgeen rondom hem plaats had (Nikolaas Gerard Pierson over 'Zeepbellen', De Gids, 1861, blz. 596/597)
- Mr. J.E. Banck werd geroemd als zoetvloeiend dichter, en door een smaakvolle voordracht zijner verzen oogstte hij veel bijval in. (P.J. Blok, P.C. Molhuysen, Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 6, 1924)
- Banck kan gezien worden als de aanstichter van het eilander toerisme in Nederland. De komst van de badgast, de grootste verandering sinds de eilanden van het vasteland ware losgekomen, is op gang gebracht door de kleinzoon van een slager uit Sleeswijk. Dat het hem lukte kwam niet alleen door zijn rijkdom. Hij had zowel oog voor de moderne tijd als voor de noden van het eiland. Hij had durf, ondernemingszin en een Duitse ontvankelijkheid voor eilander badtoerisme. Hij wist zowel eilanders als toeristen in het hart te raken. De eilanders door ze met hoge dijken, landbouwgrond en een zeevaartschool te helpen om te overleven op en bij de zee. De toeristen door ze de weg naar eiland, strand en ontspanning te vergemakkelijken. Het lukte hem kortom omdat hij rijk was, van mensen en verandering hield en plezier wilde maken. (Mathijs Deen, De Wadden, blz. 304/305)
Mijn favoriete citaat
Mijn goede vriend, de nachtegaal,
Droomt zich de rozen zonder doornen,
Als rozenkleurig ideaal
Van engelen en uitverkoornen.
(J.E. Banck, Rozen-philosophie (fragm.), Zeepbellen)
Bronnen o.a.
- Mathijs Deen, De wadden (2013)
- Website van de Koninklijke Bibliotheek (juni 2024)