-
Gerard den Brabander
Profiel
Achternaam: den Brabander
Roepnaam: Gerard
Geboren: 03-07-1900
Te: Den Haag
Te: 04-02-1968
Te: Amsterdam
Pseudoniem(en): Gerard den Brabander is het pseudoniem van Jan Gerardus Jofriet. (Op zijn grafsteen staat niet zijn echte naam, maar zijn pseudoniem).En nu terwijl de straat geen einde heeft.
En tussen stenen de muziek herleeft.
Staat onder een lantaarn de oude dichter
en zingt zijn lied.... en het wordt licht en lichter
(tekst grafsteen Gerard den Brabander)Voor tweedehands boeken Ook van Gerard den Brabander Raban Internet Antiquariaat Klik hier ! Werk
Poëzie
- Vaart (1932)
- Cynische portretten (1934)
- Gebroken lier (1937)
- Opus 5 (1937)
- Drie op één perron (samen met Ed. Hoornik en Jac. van Hattum) (1938, 1941, 1960)
- Materie-man (1940)
- De verduisterde dichter (1942)
- De deur op het haakje: verzen uit het bezette gebied (250 ex.) (1943)
- Later .... beter (150 ex.) (1944)
- Gelaarsde lier: bezette poëzie van Gerard den Brabander (1945)
- De holle man (1945)
- Gedichten (400 ex.) (1945)
- De steenen minnaar (1946)
- Sonnetten (1946)
- Parijsche sonnetten (1947)
- Morbide Mei (1948)
- Oefening in eenzaamheid (1950)
- Curve. Een keuze uit de poëzie van Gerard den Brabander (door Ed. Hoornik) (1950)
- Recapitulatie (1952)
- Onraad (1955)
- Niets nieuws (1956)
- Rembrandt en de miniaturen (1956)
- Delirium (1957)
- Gespleten vuur (1959)
- Verzamelde gedichten (gekozen door Ed. Hoornik) (1966)
- Rembrandt, de monsters en andere verzen (1980)
- Verzamelde verzen (door C. Bittremieux) (1984)
- Drie tegen één op 'n Perron (met Ed. Hoornik, Jac. van Hattum, E. du Perron) (bibliofiel, 110 ex.) (1995)
- Katers: vier gedichten van Charles Baudelaire (bibliofiel, 75 ex.) (2016)
Proza
- Eroïca in zakformaat (1946)
Toneel
- De nieuwe Adam: Een poëtische dialoog in drie bedrijven (1941)
Vertalingen/bewerkingen
- Rainer Maria Rilke, Gedichten (1937)
- Rainer Maria Rilke, Koning Bohoesj (1939)
- Heinrich Heine, Poëzie (1945)
- Emil Ludwig, Misdaad en boete (1946)
- De raaf. Naar Edgar Allan Poe (bibliofiel, 300 ex.) (1948)
- Shakespeare, Leer om leer. Blijspel der gerechtigheid (1951)
- Shakespeare, Een midzomernachtdroom (1952)
- Henrik Ibsen, Peer Gynt (1953)
- Calderon de la Barca, Het leven een droom (1954)
- Heinrich Heine, Duitsland een wintersprookje (1954)
- Gerard den Brabander vertaalde poëzie van diverse dichters. In 'De muze kent geen Babel, Poëzie uit alle werelddelen in vertaling' (1959) staan door hem vertaalde gedicht 'Dame voor de spiegel' van Rainer Maria Rilke.
- In 'Rembrandt, de monsters en andere verzen' (1980) staat door hem vertaalde poëzie van János Arany en Sándor Petöfi.
Bloemlezingen
Tijdschriften
- Vanaf 1922 schreef hij berichten voor de 'Provinciale Noord-Hollandsche Courant'. Later schreef hij een 'Wekelijkse Rijmelarij' in deze krant.
- In 1929 worden gedichten van hem gepubliceerd in 'Favoriet'.
- Den Brabander was in 1939 mede-oprichter van 'Centaur'.
- Den Brabander was redacteur van ''t Spuigat'.
- Den Brabander werkte mee aan 'Werk', 'Criterium' en 'De litteraire Revue'.
- Den Brabander publiceerde in 'Maatstaf', 'De Waarheid', 'De Vrije Katheder'.
Over Gerard den Brabander
- 1 hoofdstuk: 'Gerard den Brabander. Materie-man' in 'Gewikt en gewogen' van D.A.M. Binnendijk (1942)
- Een hoofdstuk over 'Een hoofd, zoo woest en ledig als het gruis' van Gerard den Brabander en 'Moord' van François Pauwels in 'Vers tegen vers' van Hendrik de Vries (1949)
- Een hoofdstuk over 'Verhangen' van Omer Karel de Laey en 'De gehangene' van Gerard den Brabander in 'Vers tegen vers' van Hendrik de Vries (1949)
- Ed. Hoornik, 'De stenen minnaar / Gerard den Brabander' in 'Over en weer' (1962)
- 1 hoofdstuk: 'De steenen minnaar. Gerard den Brabander' in 'Toetssteen' van Ed. Hoornik (1951)
- Simon Carmiggelt, 1 kronkel: 'Hulp' (Parool, 26-09-1966)
- Veel over Den Brabander in 'John Eylders. Het leven van een tegendraadse Amsterdammer' (1971)
- 1 hoofdstuk: 'Gedoemde schilder en gedoemde dichter: Van Gogh en Den Brabander' in 'Andermans roem' van Jan Spierdijk (1979)
- 1 gedicht: 'Gerard den Brabander' in 'Achtergebleven gedichten' van Gerrit Achterberg (1980)
- Jan Elburg, 'De dichter achter het volle glas: uit het onrustige leven van Gerard den Brabander' (bibliofiel, 115 ex.) (1985)
- Een recensie van 'Verzamelde verzen' door Peter Nijmeijer in 'Een jaar boek (1984-85)' (1985)
- 2 anekdoten over Gerard den Brabander in 'Het literair anekdoten boek', samengesteld door John Müller (1988)
- Gerard Reve, 'Geen intellectuelenpoëzie' (bibliofiel, 150 ex.) (1990)
- 1 herinnering aan Gerard den Brabander in 'Buddingh' van A tot Z: ontmoetingen met Nederlandse en Vlaamse letterkundigen', verzameld door Ares Koopman (1990)
- Wim Zaal nam in 'De buitenbeentjes. 36 schrijvers die ik heb gekend' (1995) een hoofdstuk over Gerard den Brabander op.
- 1 portret van Gerard den Brabander in '222 schrijvers. Literaire portretten' van Eddy en Tessa Posthuma de Boer (2005), met het citaat 'Het liefst schrijf ik in een kroeg, of een groot café. In Américain bijvoorbeeld. als je het prettige rumoer van lepels en vorken hoort. Er valt iets. Ze lopen tegen elkaar op. Die geluiden inspireren me.'
- Hij was wat hij schreef, en hij schreef die hij was (recensie door K.L. Poll van de 'Verzamelde Verzen' van Gerard den Brabander, reefdruk, 12 ex.) (1995)
- 1 hoofdstuk: 'Het zachte bouwsel van de vrouw' in 'Brood op de plank. Verzameld Kritisch Proza 2' van Adriaan Morriën (1999)
- Gerrit Komrij becommentarieert het gedicht 'De holle man' van Gerard den Brabander in 'Tussen hemel en aarde' (2013)
Diversen: (Zonder een schijn van volledigheid)
- 'Liber Amicorum Jac. van Hattum: 10 februari 1955' (redactie, met anderen) (1955)
- Martien J.G. de Jong, 'Eén perron maar drie treinen' (Den Brabander, Van Hattum, Hoornik) (1970)
- Lucebert maakte in 1983 in het Letterkundig Museum een grote wandschildering, waarin hij 36 literaire citaten verwerkte. Van Gerard den Brabander is hier terug te vinden 'Ik kleine slaaf van poëzie en taal, mij was ter borst de eerste melk al schraal'.
- Jan Vrijman beschrijft in 'Vrij Nederland' van 29-01-1994 zijn favoriete gedicht: 'Ik, kleine slaaf van poëzie en taal' van Gerard den Brabander'.
- 1 op muziek gezet gedicht van Gerard den Brabander: 'Nu buigen wij ons leven' in 'Arnhemse elegieën: voor zang en piano: 1994' van Hans Broekman (1995)
- Tijdens de tafelrede t.g.v. het aanstaande huwelijk van Willem Alexander en Maxima citeerde minister-President Wim Kok een gedeelte van het gedicht 'Schaatsenrijden' van Gerard den Brabander.
- Een portret (olieverf op doek) van Gerard den Brabander door Freek van den Berg, gemaakt in 1964, in 'Schrijversportretten', samengesteld door Sjoerd van Faassen, Pauline Bloemsma en Hester Quist (2010)
Literaire prijzen
- Poëzieprijs van de gemeente Amsterdam 1947 voor 'De steenen minnaar'
Werk van Gerard den Brabander geciteerd in een overlijdensbericht
Volkskrant, 13-12-1990Biografische opmerkingen
- Gerard den Brabander werd kleinburgerlijk en kerks opgevoed.
- Na de lagere school ging hij op een kantoor werken en volgde de Handelsavondschool.
- In 1916 verhuisde het gezin naar Edam, waar zijn vader zijn opa opvolgde als koster van de Nederlands-hervormde kerk.
- In 1917 werd Gerard den Brabander postbeambte in Monnikendam.
- Vanaf 1932 woonde Den Brabander in Amsterdam, in de Van Baerlestraat.
- Gerard den Brabander werd in de periode voor de Tweede Wereldoorlog (met Van Hattum en Hoornik) gerekend tot de 'Amsterdamse School'. met anekdotische poëzie, geënt op de 'Nieuwe Zakelijkheid'.
- Met Jac. van Hattum en Gerard den Brabander publiceerde hij de bundel 'Drie op één perron' (1938, 1941, 1960, 3 dln.). Dit perron verwees naar E. du Perron, die ze gezamenlijk bewonderden.
- Gerard den Brabander werkte bij Philips en was lokketbediende bij de posterijen. Na de Tweede Wereldoorlog wijdde hij zich geheel aan de literatuur.
- Zijn vroege werk was vaak satirisch, zijn latere werk meer berustend.
- Gerard den Brabander was vaak te vinden in café Eylders aan het Leidseplein, waar hij vaak een moddermannetje (jenever met suiker en kaneel) dronk. Op zaterdag verkocht hij hier aan de burgerij die 'artiestje kwam kijken' zijn gesigneerde bundels, die hij zelf even daarvoor bij de Slegte had gekocht.
- Bij zijn 65e verjaardag verscheen 'Verzamelde gedichten'. Deze titel klopt niet, want het is een (ruime) keuze uit zijn gedichten door Ed. Hoornik, maar geen complete verzameling.
- Gerard den Brabander heeft tijdens zijn leven veel - handgeschreven - gedichten weggegeven. Een aantal hiervan is door C. Bittremieux achterhaald en opgenomen in 'Verzamelde verzen'.
- Gerard den Brabander had een drankprobleem. Hij werd hier enkele malen voor opgenomen in klinieken, o.a. in de Jellinekkliniek. Hier viel hij op 03-02-1968 van een trap, toen hij zich te ver over de ballustrade boog om te zien of het avondblad al in de bus zat.
- Hij werd overgebracht naar het Wilhelmina Gasthuis, waar hij op 04-02-1968 aan zijn verwondingen overleed.
- Gerard den Brabander werd op 10-02-1968 begraven op Zorgvliet
(graf 20-II-532). Ed. Hoornik sprak een grafrede uit. (Op zijn
grafsteen staat niet zijn echte naam, maar zijn pseudoniem) Op
zijn graf staat het volgende fragment uit zijn gedicht 'Danse
macabre':
En nu terwijl de straat geen einde heeft,
en tussen stenen de muziek herleeft,
staat onder een lantaarn de oude dichter
en zingt zijn lied ... En het wordt licht en lichter - De verzen in 'Rembrandt, de monsters en andere verzen' werden in 1978 gevonden in het archief van Uitgeverij Pegasus. Er zat een contractje bij uit 1955.
Op begraafplaats Zorgvlied ligt, direct achter het hek, sinds 2003 een monument voor de hier begraven schrijvers. Het monument bestaat uit een 'gebroken kolom' (een veel gebruikt symbool voor het afgebroken leven) en een 'geblokte vloer' waarin op kleine witte, vierkante tegeltjes de namen van de op Zorgvlied begraven schrijvers staan. Aan de open plekken in de vloer te zien, ontbreken er nog schrijvers, of men houdt nu al rekening met toekomstige begrafenissen.
Anderen over Gerard den Brabander
- De verzamelde gedichten van Gerard den Brabander zijn voor een deel literatuurgeschiedenis, in zoverre ze het werk bevatten van een dichter die met anderen een bepaalde periode van de Nederlandse literatuur beheerst heeft. Ze zijn bovendien een stuk menselijke communicatie, aan geen tijd gebonden, omdat ze het wezen van de mens raken, zolang de mens leeft. (Harry van Santvoort, De Nieuwe Linie, 09-04-1966)
- Het Jofrietje is een soort van rietzanger, houdt zich althans gaarne in de buurt van wateren op. Het nestelt evan als het Aafje gaarne in de tuinen van uitgevers, bij voorkeur in de buurt van de waterpartij, maar maakt er vaak een ongelooflijk vieze boel, als zwaluwen aan het godshuis. Het Joftietje bouwt meerdere slordige nesten, niet altijd zonder zakdoek voor de neus te benaderen; het is ongemeen vluchtig. (Jac. van Hattum, Verzameld werk. Verhalen, Een fauna literaria, blz. 542)
- Na de oorlog had uitgever Wim Salm, overmoedig als alle uitgevers waren in de eerste wilde jaren, veel te grote oplagen laten drukken van Gerard den Brabanders bundels De stenen minnaar en De holle man. Gerard ontdekte, dat bij De Slegte in de Kalverstraat, door schrijvers gevreesd adres voor alles wat in de 'Ramsj' gaat, de bundel De holle man te koop lag voor een kwartje. Stapels Holle mannen lagen daar. Gerard komt naar me toe en zegt: 'John, leen me even een knaak.' 'Waarom nou weer?' 'Bij De Slegte liggen 'holle mannen' voor een kwartje en ik ga er tien halen.' Een tijdje later komt Gerard den Brabander het café weer binnen met een stapel boeken, tekent ze met een door de klanten gewenste opdracht en verkoopt ze voor vijf of tien gulden. (John Eylders in: Jeroen Brouwers, Zachtjes knetteren de letteren, blz. 193)
- Gerard den Brabander, die achter een bierglas is geboren en steeds even oeroud blijft. (Lucebert in: H.U. Jesserun d'Oliveira, Scheppen riep hij gaat van Au!, blz. 47)
- Den Brabander gestorven. Ik heb hem maar een enkele keer heel even ontmoet, hij was trouwens een van die mensen bij wie ik nooit weet wat ik tegen ze zeggen moet. Marja was destijds bezig een collectie Den Brabander-anecdotes aan te leggen (er waren er eenmaal wat in omloop!), ik vraag me af wat er van die verzameling geworden is. Het mooiste verhaal dat ik over hem ken dateert uit de oorlog, toen hij op een gegeven ogenblik zwaar ziek was. Iemand van de Criterium-redactie kwam hem opzoeken en vroeg: 'Wat zou je zeggen, Jan, als je hoorde dat we bezig zijn met een Im Memoriam Den Brabander-nummer?' Den Brabander: 'Voorschot vragen.' (C. Buddingh', dagboeknotities, 05-02-1968, Tirade 135, blz. 152)
- Gerard den Brabander
Die bijna dagelijks tot bijna 's morgens vroeg
het guur klimaat van Holland in een kroeg
ontvlucht om heet te worden van genever
striemt Holland's burgers nòg niet scherp genoeg.
(Frans Babylon, Hier ligt Poot Hij is dood, blz. 128) - Hij bezat niets dan zijn rijmende lier en zijn ongerijmde kop. (Wim Zaal, De buitenbeentjes, blz. 26)
- Gerard den Brabander heeft de vervoering, het pathos en de uitdoving gekend èn gezocht. Hij was zich als mens en dichter bewust van de drie-eenheid van gevoelens die in zijn poëzie gestalte kreeg: het bovenmenselijke reiken, de menselijke grenzen, de neergang in het dierlijke. Het Absolute als negatief ervaren macht heeft hem van fase naar fase begeleid èn ondermijnd èn langzaam gedood. Het levensdrama van Gerard den Brabander heeft zich voor onze ogen voltrokken, de ogen van zijn tijdgenoten en makkers, zonder dat ook de helpende vriendschap waarmee velen hem tegemoet zijn getreden daaraan iets heeft kunnen verhelpen. Het was het drama, waaraan hij zelf het langst en het zwaarst geleden heeft. (Theun de Vries, voorwoord 'Rembrandt, de monsters en andere verzen', blz. 9/10)
- Den Brabander is een door het leven gewonde en ontredderde, die in eenvoudige, soms krachtig suggestieve en veelal wrange verzen eigen teleurstelling en sociale deernis beschrijft. Het bijtend cynisme en sarcasme dat zijn meeste werk vol pessimisme en felle opstandigheid kenmerkt, maakte in later jaren plaats voor mildere melancholie en levensaanvaarding. (W. Gobbers, De Nederlandse en Vlaamse auteurs van middeleeuwen tot heden, blz. 102)
Mijn favoriete citaat
De dichter
De dichter is alleen maar dorst en buik,
een tot den boorde berstensvolle kruik.
Hij gist en borrelt tot hij eindelijk barst
en in de droesem zinkt en tandenknarst.
(Gerard den Brabander, Hier ligt Poot Hij is dood, blz. 128)Naar een overzicht van citaten van Gerard den Brabander
Bronnen o.a.
- C. Buddingh', Encyclopedie voor de wereldliteratuur (1954)
- P.H. Dubois, hedendaagse nederlandse kunst, letterkunde (1956)
- Lexicon van de moderne Nederlandse literatuur (1978)
- Querido's letterkundige reisgids van Nederland (1983)
- Spectrum Nederlandstalige auteurs (1985)
- De Nederlandse en Vlaamse auteurs van middeleeuwen tot heden (1985)
- Hun laatste rustplaats (1985)
- Nederlandse literaire prijzen 1880-1985 (1986)
- Winkler Prins lexicon van de Nederlandse letterkunde (1986)
- Oosthoek Lexicon Nederlandse & Vlaamse literatuur (1996)
- Hans Heesen e.a., Waar ligt Poot? (1997)
- Schrijvers. 2000 auteurs van de 20e eeuw van A tot Z (2002)
- Behoudens deze steen. Een gids langs schrijversgraven in Nederland en Vlaanderen (2004)
- Website van de Koninklijke Bibliotheek (november 2018)