
August Defresne
Profiel
Achternaam: Defresne
Roepnaam: August
Voornamen: Maria André Antoine August
Geboren: 06-11-1893
Te: Maastricht
Overleden: 02-04-1961
Te: Amsterdam
Pseudoniem(en): August Defresne gebruikte het pseudoniem W. Burgers, o.a. voor 'Pension Rustig'.
Voor tweedehands boeken | Ook van August Defresne |
Raban Internet Antiquariaat | Klik hier ! |
Werk
Proza
- Moord!: een onderzoek door inspecteur Deloor van de centrale recherche (1931)
- Het eethuis (1931)
- De vrome speelman (verhalen) (1933)
- De wonderlijke familie (1937)
- Pension Rustig (1942)
- Een avond in Amsterdam (1946)
- Professor Kasper (1950)
- Het gehucht (boekenweekgeschenk 1958)
- De inbreker: roman van onderwereld en politie (1961)

Toneel
- Koningen (1923)
- Moordromance: groteske in drie bedrijven (1923)
- De woonschuit: tragedie in drie bedrijven (1924)
- Baas boven baas: één-acter (1925)
- L. L. L. (Lord Lister Legende): blijspel in drie bedrijven (1925)
- De uitvreter (1926)
- Valsche bankbiljetten"tooneelspel in drie bedrijven (in 'Erts. Letterkundige almanak') (1927)
- Andere leiders: toneelspel in vijf bedrijven en vijf tafereelen (1928)
- De rare rechter: scherts in drie bedrijven (in 'Groot Nederland) (1928)
- De opstandigen: tooneelspel naar den gelijknamigen roman (met Jo van Ammers-Küller) (1929)
- Cagliostro, tragi-comedie in negen tafereelen (in 'Erts. Letterkundige almanak') (1930)
- De vrome speelman (1933)
- Het onbewoonde eiland: tooneelspel in drie bedrijven (1941)
- De naamloozen van 1942: tragi-comedie in vijf bedrijven (1945)
- Vrij volk (met Coolen, Schaik-Willing, Dekker en Helman) (1945)
- 1948 anno Christi: zinnenspel in drie bedrijven naar aanleiding van het 50-jarig jubileum van H.M. De Koningin (1948)
- Het eeuwige toeval: toneelspel in drie bedrijven (1958)
Overig non-fictie
- De psychologie van "Van den Vos Reynaerde" (1920)
- Toneel en werkelijkheid: verzameling referaten toneelsymposium 1 december 1949 (met anderen) (1950)
- Het toneel tussen waarheid en schoonheid (1964)
Vertalingen
Vertaald:- Das Fräulein und der Zufall: Komödie in drei Akten (Duitse vertaling van 'Het eeuwige toeval?' door C. Veening) (ca. 1960)
Bloemlezingen
Tijdschriften
- A. Defresne publiceerde in 'Vlaamsche Arbeid', 'De Beweging', 'Groot Nederland', 'De Gids'.
Over August Defresne

- S. Vestdijk, 1 hoofdstuk over A. Defresne: 'Angst voor angst' in 'Muiterij tegen het etmaal. Deel 1. Proza' (1941)
- 1 hoofdstuk: 'Het eethuis' over 'Het Eethuis' in 'Onderzoek en vertoog 1' van Victor E. van Vriesland (1958)
- W.Ph. Pos, 'De toneelkunstenaar August Defresne, toneelschrijver, regisseur, toneelleider' (proefschrift) (1971)
- 1 hoofdstuk: 'Het Vereenigd Tooneel. A. Defresne, De Woonschuit' in Menno ter Braak, 'De Propria Curesartikelen 1923-1925' (1978)
- 1 hoofdstuk: 'A. Defresne - Het gehucht' in 'De vijftig boekenweekgeschenken', redactie Kees de Bakker en Herman Arnolds (1985)
Diversen
- 'De inbreker' werd in 1972 verfilmd door Frans Weisz.
Literaire prijzen
- Novelleprijsvraag CPNB 1958
A. Defresne was lid van de jury voor:
- Koepel-prijs 1947, 1948, 1953, 1954
Biografische opmerkingen
- August Defresne groeide op in Limburg.
- August Defresne studeerde Nederlands, maar maakte deze studie niet af.
- Vanaf 1916 was August Defresne fulltime (toneel)schrijver.
- In 1920 trouwde hij met de actrice Charlotte Köhler. Zij scheidden in 1937.
- Van 1930 tot 1940 waren Defresne en Van Dalsum de leidinggevende figuren in de Nederlandse toneelwereld.
- In 1929 richtte Defresne met Van Dalsum Het Oost-Nederlands Toneel op. Dit ging na één jaar failliet. Daarna werkten ze samen bij het Amsterdams Toneel (1930-1933), Het Nederlands Toneel (1938-1942).
- In 1942 weigerde Defresne lid te worden van de Cultuurkamer.
- In 1945 trouwde hij met Anna Charlotte Ruijs.
- August Defresne maakte na de Tweede Wereldoorlog deel uit van de 'Eereraad voor de Letterkunde'.
- A. Defresne had 'Het gehucht' ingezonden bij de novelle-prijsvraag voor het boekenweekgeschenk 1957. De jury (o.a. Clare Lennart en Antoon Coolen) bekroonden 'De nacht der Girondijnen' van Presser, maar vond het algehele niveau zo hoog dat men uit de inzendingen ook 'Het gehucht' bekroonde en uitgaf als boekenweekgeschenk 1958.
- August Defresne werd gecremeerd in Velsen.
Anderen over August Defresne
- De mateloze uitbundigheid van Van Dalsum werd heilzaam afgeremd door Defresne. Aan Defresne's hang naar bizarre naargeestigheid, culminerend in een zeer bepaalde groteske humor, werd paal en perk gesteld, wanneer de regisseur werkte met Van Dalsums warme innigheid als medium. (Jeanne van Schaik-Willing, De Groene Amsterdammer, 23-06-1956)
- Zijn beste ontplooiing heeft hij gevonden als regisseur en
toneelleider. Een grote rol hebben hierbij gespeeld zijn ontmoetingen
met Charlotte Köhler en Albert van Dalsum. Bij deze kunstenaars
vond hij een diepe bron van inspiratie. De rijkdom, ja de overdaad
van hun talent heeft hem in staat gesteld als regisseur prestaties
te leveren van een geladen en toch vloeiende bewogenheid, die
hij als schrijver door de kantigheid en het misschien iets te
schrale van zijn aard nooit zo volledig heeft kunnen verwezenlijken
... Met van Dalsum en Sternheim gaf hij leiding en gestalte aan
een van de belangrijkste perioden van onze toneelgeschiedenis.(F.
Sterneberg, toespraak bij Defresnes uitvaart)
Mijn favoriete citaat
Het innerlijk der gehuchtelingen had in de loop der geslachten het uiterlijk onmiskenbaar beïnvloed. Bijna alle afmetingen waren iets vergroot of verkleind. Er waren vrouwen met lange, tanige halzen met adamsappels en bijna geen borsten. Zij waren mager en lang en hadden grote platvoeten. Haar haar was sluik en schraal. Anderen kenmerkten zich door brede en sterke jukbeenderen en diepe oogkassen. Kleine stekende oogjes loerden uit die kassen. De monden van vele vrouwen, met de afgebrokkelde tanden, stonden altijd open, alsof ze niet dicht konden. De meesten liepen met gebogen ruggen. De te lange armen, die eindigden in klauwige werkhanden, hingen voor hun smalle heupen. De hoofden van sommige mannen waren te groot en hun voorhoofden te laag. Zware wenkbrauwen hingen boven kleine ogen. Zij hadden geen hals en hun schouders waren puntig hoog. Anderen waren lang en mager, met grote neuzen en scherpe kinnen. Hun monden waren liploze spleten. Zij liepen iets doorgebogen in hun knieën. (A. Defresne, Het gehucht, blz. 13/14)
Bronnen o.a.
- Lexicon van de moderne Nederlandse literatuur (1978)
- Spectrum Nederlandstalige auteurs (1985)
- Moorden met woorden. Honderd jaar Nederlandstalige misdaadliteratuur (2000)
- Website van de Koninklijke Bibliotheek (juni 2023)