
Anton van Duinkerken
Profiel
Achternaam: van Duinkerken
Roepnaam: Anton (Toon)
Geboren: 02-01-1903
Te: Bergen op Zoom
Overleden: 27-07-1968
Te: Nijmegen
Pseudoniem(en): Anton van Duinkerken was het pseudoniem van Willem Jan (Wilhelmus Johannes Maria Antonius) Asselbergs. Hij gebruikte ook de pseudoniemen Antonides, Pieter Bakse (tijdens de Tweede Wereldoorlog), Sels Bergas, Andries van Doorn (voor 'Drie balladen') en Ch. André Leffens.
Hij koos het pseudoniem van Duinkerken omdat zijn overgrootvader in 1792 vanuit Duinkerken naar Nederland gevlucht zou zijn.
Voor tweedehands boeken | Ook van Anton van Duinkerken |
Raban Internet Antiquariaat | Klik hier ! |
Werk
Poëzie

- Onder Gods ogen (350 ex.) (1927)
- Lyrisch labyrinth (1930)
- Het wereldorgel (1931)
- Hart van Brabant (1936)
- Ballade van de katholiek (1936)
- Beterschap; Zeven auteurs op ziekenbezoek (met anderen) (1938)
- Anton van Duinkerken: bloemlezing uit zijn gedichten (samenstellnig Martien Beversluis) (1938)
- Voorbijgang (1941)
- Verzen op Kerstmis (1941)
- Concentratiekamp (1942)
- Nieuw-Nederlandsch lied (bibliofiel, 200 ex.) (1943)
- Waaiend pluis (bibliofiel, 700 ex.) (1943)
- Priëel van Troje (1943)
- Drievuldige begroeting (bibliofiel, 100 ex.) (1944)
- Bescheiden gastgeschenk (1944)
- Bij de geboorte van Henri Philip Mayer op 3 augustus 1944 (1944)
- Drie balladen (1945)
- Drievuldige begroeting (1945)
- Verzen uit St. Michielsgestel: legende van den wederkeer (1946)
- Het vierenswaardig wonder (1946)
- Tobias met den engel (1946)
- Odysseus' hartsgeheim (1947)
- Onderlinge verstandhouding (met M. v.d. Plas en G. Smit) (1956)
- Verzamelde gedichten (1957)
- Zilveren bruiloft (1962)
- De reis met Rafaël (1966)
- De wuivende (1985)
- Onzalig bos (bibliofiel, 100 ex.) (2004)
- Stilte van Kerstmis (nieuwjaarswens) (2019)
Proza

- De ravenzwarte (1928)
- Vertelsel in de hut (1929)
- De heks van Harderwijk (1932)
- Twee vierkante meter (1938)
- Verzamelde geschriften I: Vertelling en vertoog (1962)
- Brabantse herinneringen (1964)
- Festoenen voor een Kerkportaal (1966)
Toneel
- In Holland staat een huis (met Martinus Nijhoff) (1928)
- Ludwig Berger, Eenheid door Oranje: tooneelspel in vijf bedrijven (1660-1673), met prologen en een epiloog van Anton van Duinkerken (1938)
Brieven
- Het letterkundig onderwijs op onze middelbare scholen. (Een polemiese briefwisseling) (met Gerard Knuvelder) (1928)
- L.J.F. Wijsenbeek, Mij spreekt de blomme een tale: een briefwisseling over de betekenis van bloem en plant met Dr Anne Berendsen, Anton van Duinkerken, Dr A. Schierbeek, Prof. Dr Ir J.T.P. Bijhouwer, A.D. Hosman en Emilie van Walree (1952)
- 1 brief van Anton van Duinkerken aan Jan Engelman (in handschrift) in 'Brieven in Beeld' (1976)
- Tijdingen: brieven van F.J.J. Buytendijk aan Anton van Duinkerken (1987)
- 1 brief aan Anton van Duinkerken in 'Gerard Walschap Brieven 1921-1950' (1998)
- 1 brief aan Anton van Duinkerken in 'Gerard Walschap Brieven 1966-1989' (2002)
Overig non-fictie
- Verdediging van Carnaval (1928)
- Roofbouw (1929)
- Hedendaagse ketterijen (1929)
- Achter de vuurlijn (1930)
- Wij en de politiek: om hart en vurigheid (1930)
- Groot Nederland en wij (1931)
- Katholiek verzet (1932)
- Welaan dan, beminde gelovigen (1933)
- De beweging der jongeren (1933)
- Twintig tijdgenoten: Nederlandsch proza na 1930 (1934)
- De menschen hebben hun gebreken (1935)
- Voor vrijheid en democratie (toespraken, met J.J.R Schmall en H. Brugmans) (1936)
- Katholicisme en nationaal-socialisme (1936)
- Wordt Nederland een tweede Spanje? (1937)
- Nederlandsche litteratuur van nu (met Vestdijk en Ter Braak) (1937)
- Het christendom (met Menno ter Braak) (1937)
- Verscheurde christenheid (1937)
- Bernardus van Clairvaux (1937)
- God en de Cultuur (1938)
- Twee vierkante meter (1938)
- "Pascha" problemen (rede) (1940)
- Legende van den tijd (1941)
- Nederlandsche vromen van den nieuwen tijd (1941)
- Ascese der schoonheid: een commentaar op de poëzie van A. Roland Holst (1941)
- Het Wilhelmus (1945)
- Het christendom: twee getuigenissen in polemischen vorm (met Menno ter Braak) (1945)
- Het tweede plan: Jacob Cats, Jan Vos, Adriaan Loosjes, Nicolaas Beets, C. S. Adama van Scheltema (1945)
- Het erfdeel van de vreugdebloem (1946)
- Het christendom bedreigd (1946)
- Geschiedenis van Sinterklaas (1948)
- Waarom ik zo denk ... :Het katholieke leven van 1918 tot 1940 (1948)
- 1 bijdrage: 'De zaligprijzing der geslachten' in 'Maria, Moeder Gods' van Henri Ghéon (1948)
- Begrip van Rome (1948)
- Cultuurgeschiedenis van het Christendom (5 delen) (1948)
- Een paradox der 12e eeuw (rede) (1948)
- Nicolaus van Milst, 1645-1706 (1949)
- Antoon Coolen: een inleiding tot zijn werk (1949)
- Mensen en meningen (1951)
- Geschiedenis van de Letterkunde der Nederlanden (1880-1910) (1951)
- Veertig jaar katholieke uitgheverij (1951)
- Vijftig jaar na Schaepmans dood. Een bladzijde uit de voorgeschiedenis der moderne interpretatie-methodiek (rede) (1953)
- De blijvende waarde van verzetspoëzie (1955)
- Beeldenspel van Nederlandse dichters (1957)
- Guido Gezelle 1830-1899 (1958)
- Een bijdrage in 'Fie Carelsen neemt afscheid na 50 jaren' (1958)
- Geuido Gezelle's Kerkhofblommen (1958)
- Vlamingen: een bundel opstellen over het letterkundig leven in Vlaanderen (1960)
- François Mauriac (1960)
- Noord-Brabant: edel en schoon (1960)
- Verzamelde geschriften I: Vertelling en vertoog (1962)
- Verzamelde geschriften II: Debat en polemiek (1962)
- Verzamelde geschriften III: Historie en kritiek (1962)
- Gerard Brom in memoriam (rede) (1964)
- Verzamelde geschriften (1963)
- Tweemaal Dante (rede) (1964)
- De Katholieke Universiteit in 1964-1965 (rede) (1965)
- Festoenen voor een kerkportaal (1966)
- Nijmeegse colleges (1967)
- Gorter, Marsman, Ter Braak (1967)
- God... anders dan vroeger? (met Titus Brandsma en P.J.A.M. Schoonenberg) (1969)
Vertalingen/bewerkingen
- Ernst Hello, De kreet van Abels bloed (1928)
- Sigrid Undset, Paapse stoutigheden (1929)
- Bernardus van Clairvaux, Verhandeling over de liefde tot God (1930)
- Katholieke godsvrucht: fragmenten uit de werken van den gelukzaligen Ludovicus Blosius (1506-1566) (1934)
- Het Christendom bedreigd door rassenwaan en Jodenhaat: een internationaal protest (1936)
- Bernardus van Clairvaux, Verweerschrift en Brief in de regen (1938)
- Uren met Sint Bernard (1941)
- Friedrich von Schiller, Maria Stuart: in 7 tafereelen (1942)
- F. Jammes, Kerk in bladergroen (1945)
- Undique carmina sonant: twaalf vertaalde gedichten (1945)
- Charles Maurras, Odyseus hartsgeheim (1946)
- Bernardus Claraevallensis, Mariapreken (1946)
- Werken van Sint Bernard Abt van Clairvaux (8 delen) (met anderen) (1955-1961)
- Blaise Cendrars, Pasen in New York (bibliofiel, 12 ex.) (2019)
vertaald:
- North Brabant: jewel of the south (Engelse vertaling van 'Noord-Brabant: edel en schoon' door James Brockway) (ca. 1960)
- Nord-Brabant: Schönheit eines Landes (Duitse vertaling van 'Noord-Brabant: edel en schoon' door Martien Coppens) (ca. 1960)
Anton van Duinkerken schreef een inleiding voor
- Albert Kuyle, Alarm (1933)
- Frans v. Oldenburg Ermke, Kruis of munt? (1934)
- Pater Felix Morlion, Offensief: geest en praktijk (1934)
- Willem Smulders, Cantica graduum: verzen (1935)
- Joseph Roth, De antichrist (1935)
- Vondels lyriek: een bloemlezing (1936)
- Wenzel Frankemölle, Hitler: zijn wording en wezen (1936)
- W.H. Beuken, Dichters der Middeleeuwen: een bloemlezing (1936)
- Joost van den Vondel, Gysbreght van Aemstel (1937)
- Gerth Schreiner, "Wij leven in Holland ..." (1937)
- Hans Ernst Schroeder, Neri: Romein en reformator (1938)
- C.A. Bouman, De man met één boek (1938)
- Frans Erens, Vervlogen jaren (1938)
- Freek van Leeuwen, Herdersgave (1940)
- J. Stalpart van der Wiele, Gulden jaars feest-dagen: (Heiligen der Nederlanden) 1 januari - 1 juli (1941)
- Herdenking ter nagedachtenis aan hen die gevallen zijn voor het Vaderland: gedichten gezegd door: Charlotte Ko¨hler na de bevrijding (1945)
- Herbert Werner Rüssel, De ware eenzaamheid: haar waarde rn beteekenis (1946)
- B.V.A. Röling, De criminologische beteekenis van Shakespeare's Macbeth (1947)
- Vlaamse kunstenaars van de Leie: 1890-1940 (1947)
- Joost van den Vondel, Leeuwendalers: lantspel: pax optima rerum' (1948)
- P.H. Ritter Jr., Vertoog en ontboezeming. Verzameld essayistisch proza (1948)
- De groene rommelpot: bevattende een keur uyt de Heeckelvaerzen, Klinckerts, Lof- en Treurzanghen, alsmeede veele Reyen uyt nooyt geschreven Treurspeelen, Schympliederen, flaaue Sottepraet en Colderdichten, al dewelcke in de jaeren MCMXLVIII-MCMXLIX zyn afgedruckt in De Cleyne Crant, weekelyckx verschijnend Pamflet op d'Achterpaeginae van 't Bladt "De Groene Amsterdammer" (1949)
- Johan Willem Frederik Werumeus Buning, Zeven en twintig stokpaarden (1951)
- Godfried Bomans, De avonturen van Pa Pinkelman (1952)
- Godfried Bomans, De onsterfelijke Pa Pinkelman (1952)
- Godfried Bomans, Pa Pinkelman in de politiek (1952)
- Godfried Bomans, De avonturen van Tante Pollewop (1953)
- Graham Greene, De paradox van het christendom (1953)
- Eugène De Bock, De Vlaamse letterkunde (1953)
- L.J, Rogier, Beschouwing en onderzoek: historische studies (1954)
- Jan H. Eekhout, Vlucht naar de vijand (1954)
- Hieronymus Rongen, De katholieke man in zijn opgang naar God (1955)
- Reitoer: een bloemlezing uit de na-oorlogse katholieke studentenbladen (1955)
- Martinus Nijhoff ter nagedachtenis (1955)
- Frans Erens, Vervlogen jaren (1958)
- Jacques Benoit, De engel met het zwaard (1961)
- Johan Bendien, Oude rijmen en niet rijmen (1961)
- J. A. Bornewasser, Vijftig jaar Katholieke leergangen, 1912-1962 (1962)
- Eugène De Bock, De Nederlanden: overzicht van de geschiedenis, de beeldende kunst, de bouwkunst en de letterkunde: van de oudste beschaving tot 1830 (1966)
- Felix Timmermans, Schemeringen van de dood (1967)
Bloemlezingen
Tijdschriften
- Anton van Duinkerken debuteerde in 1923 met enkele gedichten in 'Roeping'.
- Anton van Duinkerken was van 1926 tot 1929 redacteur van 'Roeping'.
- Anton van Duinkerken schreef vanaf 1927 voor 'De Tijd'. Hij was van 1929 tot 1951 redacteur letteren van 'De Tijd' in Amsterdam.
- Van 1929 tot 1941 was hij redacteur van 'De Gemeenschap'. Hier was hij de leidende figuur.
- Van 1934 tot 1964 was hij redacteur van 'De Gids'.
- Anton van Duinkerken was redacteur van 'Dietsche Warande en Belfort', 'Spiegel der Letteren',
- Anton van Duinkerken publiceerde in 'Bouwen', 'Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde', 'Opwaartsche wegen', 'Vrouwenpost', 'De Stem', 'Nieuw Vlaams Tijdschrift', 'Streven', 'De Nieuwe Taalgids', 'De Vlaamse Gids', 'Maatstaf', 'Antilliaanse Cahiers', 'Ons Erfdeel', 'Gezellekroniek', 'Tirade', 'Bzzlletin', 'Septentrion'.
Over Anton van Duinkerken
- H.A. Gomperts, 'Catastrofe der scholastiek: Anton van Duinkerken contra Menno ter Braak' (1940)
- 1 hoofdstuk: 'Anton van Duinkerken. Hart van Brabant' in 'Gewikt en gewogen' van D.A.M. Binnendijk (1942)
- 1 bijdrage in 'Het vierenswaardig wonder: gedenkboek uitgegeven ter gelegenheid van het zesde eeuwfeest van het H. Sacrament van Mirakel, 1345-1945' (1946)
- 1 hoofdstuk: 'Anton van Duinkerken' in 'Verzameld werk IV - Critisch proza' van H. Marsman (1947)
- 1 recensie: 'De moderne ketterjager - Anton van Duinkerken: Hedendaagsche ketterijen' in 'Verzameld werk. Deel 1' van Menno ter Braak (1950)
- 1 essay: 'Anton van Duinkerkens verscheurde Christenheid' in 'Verzameld werk. Deel 3' van Menno ter Braak (1950)
- Een hoofdstuk 'Cultuur en christendom' in 'Triptiek' van G. Stuiveling (1952)
- 1 hoofdstuk: 'Anton van Duinkerken - Welaan dan, beminde gelovigen' in '1905-1955 van jaar tot jaar van boek tot boek. Hoogtepunten uit vijftig jaar nederlandse letterkunde', uitgezocht en ingeleid door dr. J. Hulsker en Dr. G. Stuiveling (1956)
- Een hoofdstuk: 'Binnen de wallen' in 'Concurreren met de sterren' van Adriaan Morriën (1959)
- Pierre Brachin, 'Anton van Duinkerken' (1959)
- 1 hoofdstuk: 'Anton van Duinkerken' in 'Verzameld werk. Poëzie proza en critisch proza' van H. Marsman (1960)
- 'Brabantia' bracht in 1963 een Van Duinkerken-nummer uit.
- 1 hoofdstuk: 'Verzamelde geschriften' in 'Keurschrift uit de hedendaagse Noord- en Zuidnederlandse letteren' van Willem Brandt (1964)
- Een interview met Van Duinkerken: 'Ik neem liever psalmen in dan rattenkruit' in 'Bibeb & VIP's' (1965)
- 1 hoofdstuk: 'Anton van Duinkerken: Hart van Brabant' in 'Kroniek der poezie' van Marnix Gijsen (1965)
- Een interview met Van Duinkerken in: José de Ceulaer, 'Te gast bij Nederlandse auteurs' (1966)
- Karel Meeuwesse e.a., 'Anton van Duinkerken. KRO-herdenkingsprogramma. Uitgezonden zaterdag 27 juli 1968' (1968)
- G. Th. Rothuizen, 'Steen of stroom. Menno ter Braak en Anton van Duinkerken over het christendom' (1969)
- 1 hoofdstuk: 'Begrip voor Rome' in 'Flierefluiters apostel' van Martien J.G. de Jong (1970)
- A. van Domburg, 'Levensbericht Willem Jan Marie Anton Asselbergs' in 'Jaarboek van de maatschappij der Nederlandse letterkunde te Leiden 1968-1969' (1971)
- 'Keer ik van ver naar u weer. J.J. Buskes vertelt aan Wim Ramaker over zijn literaire vrienden: Henriëtte Roland Holst, Geerten Gossaert, Anton van Duinkerken, Jan W. Jacobs, A. Marja, H.M. van Randwijk' (1972)
- 1 gedicht: 'Hierna' met een verklaring in 'Geloven in gedichten' van H. van der Ent (1980)
- Theo Kroon, 'Anton van Duinkerken' (1983)
- Theo Kroon, 'Anton van Duinkerken: schrijver en dichter' (1983)
- Jeroen Brouwers e.a., 'Anton van Duinkerken 1903-1968' (Uitgave ter gelegenheid van een over Van Duinkerken in Nijmeegs Musaeum Commanderie van Sint Jan) (1983)
- André Roes, 'Een schaduw die verschuift: leven en werk van de jonge Anton van Duinkerken' (proefschrift) (1984)
- J.L. Beijers, 'Books from the library of the late Anton van Duinkerken' (Catalogus van de veiling op 26 april 1984) (1984)
- Michel van der Plas, 'Buurmans gras: herinneringen aan Böll, Bomans en Van Duinkerken' (1986)
- 1 in memoriam: 'Anton van Duinkerken' door Jan Rogier in 'Hij is reeds aan de overzijde. Necrologieën van schrijvers', samengesteld door Jeroen Brouwers (1986)
- Kees Fens, 'Asselbergs/De schrijver' in 'Literatuur' (nov./dec. 1989, themanummer: Levend begraven? Erflaters van de Nederlandse literatuurgeschiedenis)
- J. Bosmans, 'Vondel in Leiden: de benoeming van Anton van Duinkerken tot Vondelhoogleraar in Leiden, 1940: een geval van anti-papisme of de stroomaanbidder contra de keisteenvereerder?' (inaugurele rede) (1991)
- Een bijdrage over Anton van Duinkerken in 'Kritisch Lexicon van de Nederlandstalige Literatuur na 1945' door Michiel van Kempen (mei 1995)
- 1 hoofdstuk: 'Binnen de wallen' in 'Brood op de plank. Verzameld Kritisch Proza I' van Adriaan Morriën (1999)
- Michel van der Plas, 'Daarom, mijnheer, noem ik mij katholiek: biografie van Anton van Duinkerken (1903-1968)' (2000)
- Maria Elisabeth Polman, 'De keerzijde van het leven: Anton van Duinkerken als literatuurcriticus bij De Tijd (1927-1952)' (proefschrift) (2000)
- Lex van de Haterd, 'Eeuwfeest Anton van Duinkerken' in 'Boekenpost 62' (november/december 2002)
- Mariëlle Polman (samenstelling), 'Anton van Duinkerken - Een veelomvattend mens' (2003)
- P.J. Buijnsters e.a., 'Herinneringen aan Anton van Duinkerken: ter gelegenheid van zijn honderdste geboortejaar' (2003)
- Diederik Grit, 'Anton van Duinkerken en Sigrid Undset' (bibliofiel, 100 ex.) (2003)
- Peter van der Graaf (redactie, met anderen), 'Herinneringen aan... Anton van Duinkerken' (2003)
- André L.S. Kersten, 'Zielegoud: gelijkenissen en controversen tussen katholieke literaire emancipatoren en hun instituten' (2003)
- Mathijs Sanders, 'Anton van Duinkerken en de literatuurkritiek' in 'Literatuur' (2004-1)
- 1 hoofdstuk: 'In de sfeer van het absolute dogma: Anton van Duinkerken' in 'De canon' van Menno ter Braak (2004)
- Ewoud Kieft, 'Het plagiaat: de polemiek tussen Menno ter Braak en Anton van Duinkerken' (2006)
- Krijn de Jong bespreekt 2 gedichten van Anton van Duinkerken in 'Gedicht gedacht. 58 gedichten met het hart gelezen' (2008)
- Hans Gomperts, 'Catastrophe der scholastiek' in 'Het scherp van de snede. De Nederlandse literatuur in 100 en enige polemieken', samengesteld door Pierre Vinken & Hans van den Bergh (2010)
- 1 hoofdstuk: 'Te mooi om voor te hossen' in 'De hemel is naar beneden gekomen: een keuze uit de literaire nalatenschap' van Kees Fens (2010)
- 1 hoofdstuk (mede) over A. van Duinkerken: 'Bergen op Zoom' in 'Heimwee naar Nederland' van Martin Bril (2012)
- Gerrit Komrij becommentarieert het gedicht 'Rood en zwart' van Anton van Duinkerken in 'Tussen hemel en aarde' (2013)

Diversen
- 'Zes liederen voor lage stem en piano', Julius Hijman, op teksten van H. van Elro, Theun de Vries en A. van Duinkerken (1934)
- Anton van Duinkerken was mede-redacteur van de 'Thijm-almanak' (1936-1938)
- Historisch kaartspel, even genoeglijk als leerrijk, waardoor men in aanraking komt met de voornaamste personen en monumenten uit de geschiedenis der provincie Noord-Brabant (doos met 53 speelkaarten) (1942)
- 'Godtvrughtighe oeffeninghe van den H. Bernardus tot de lidtmaeten vanden ghekruysten Jesus = Beati patris Bernardi primi quondam abbatis Clarevallensis coenobii Rhytmica oratio ad unum quodlibet membrorum Christi patientis et a cruce pendentis', rijmvertaling van P.B.M., redactie Anton van Duinkerken (1948)
- Een essay van Michel van der Plas over de poëzie van Anton van Duinkerken, 17 gedichten van Anton van Duinkerken en een essay van Anton van Duinkerken over de poëzie van Gabriël Smit in 'Onderlinge verstandhouding' (1955)
- Anton van Duinkerken werkte mee aan de uitgave van het 'Verzameld werk' van Dirk Coster.
- Bernard Kemp e.a., 'Liber amoricum in memoriam Anton van Duinkerken' (1968)
- In Museum Commandeur van Sint-Jan in Nijmegen was in 1983 een tentoonstelling over Anton van Duinkerken.
- In de serie 'Stemmen van schrijvers' verscheen bij Querido een 45-toerenplaat, waarop Anton van Duinkerken uit eigen werk voorlas. Aan de andere kant stond Jan Engelman.
- 1 foto van Anton van Duinkerken (gemaakt in 1925) in 'Lezen & schrijvers: foto's van lezende schrijvers' (1992)
- 1 portret van Anton van Duinkerken in '222 schrijvers. Literaire portretten' van Eddy en Tessa Posthuma de Boer (2005), met het citaat 'Iedere dichtertaal is op een gegeven ogenblik modern, daarna oudmodisch, vervolgens pas klassiek.'
- Een portret (olieverf op doek) van Anton van Duinkerken door Theo Swagemakers, gemaakt in 1958, in 'Schrijversportretten', samengesteld door Sjoerd van Faassen, Pauline Bloemsma en Hester Quist (2010)
- 'Limburgsche novellen van Emile Erens', verzorgd door Jean Frins, met tekst van Anton van Duinkerken (2013)
Literaire prijzen
- C.W. van der Hoogt-prijs 1933 voor 'Dichters der conra-reformatie'
- Eredoctoraat in de wijsbegeerte en letteren aan de universiteit van Leuven (1937)
- Provinciale prijs voor schone kunsten Noord-Brabant 1957
- Constantijn Huygens-prijs 1960
- P.C. Hooft-prijs 1966 voor essays voor zijn gehele oeuvre
- Literatuurprijs van de gemeente Hilvarenbeek 1968 voor 'Nijmeegse colleges'
Anton van Duinkerken was lid van de jury voor
- Dom-prijs voor poëzie 1930
- C.W. van der Hoogt-prijs 1934, 1935, 1936, 1937, 1938, 1939
- Declamatoriumprijsvraag (AVRO) 1936
- Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs 1940, 1941, 1942, 1943, 1944, 1945, 1946, 1947, 1948, 1949
- Prijs voor Meesterschap 1934
- Meiprijs 1934
- Dr. Wijnaendts Francken-prijs 1949, 1955
- Prijs van de Stichting Kunstenaarsverzet (1942-1945) 1951
- voorzitter P.C. Hooftprijs 1952 en 1954, 1960
- Literatuurprijs van de gemeente Hilvarenbeek 1953, 1954, 1955, 1956, 1957, 1958, 1959, 1960, 1961, 1962, 1963, 1964, 1965, 1966, 1967
- Literatuurprijs van de provincie Gelderland 1954
- Provinciale prijs voor schone kunsten (Noord-Brabant) 1954, 1960
- Quarles van Ufford-prijs 1956
- Cultuurprijs van de gemeente Eindhoven 1958
- Literaire prijs van de gemeente Hilversum 1962
- Burgemeester van Grunsven-prijs 1962
- Karel de Grote-prijs 1966
Werk van Anton van Duinkerken geciteerd in overlijdensberichten:
Volkskrant, 25-09-1985
Volkskrant, 18-05-1988
Biografische opmerkingen
- Anton van Duinkerken werd geboren in de St.-Josephstraat in Bergen op Zoom. Zijn vader had hier een bierbrouwerij.
- Anton van Duinkerken studeerde voor priester aan het Klein seminarie Ypelaer-Ginniken en aan het Groot seminarie Bovendonk-Hoeven, maar brak deze studie af. Daarna ging hij Nederlands studeren aan de R.K. Leergangen in Tilburg.
- Hij ging verder in de journalistiek en de letterkunde.
- Anton van Duinkerken schreef poëzie en proza, maar vooral essayistisch en literair-historisch werk.
- Hij debuteerde in 1927 met de verzenbundel 'Onder Gods ogen'.
- In 1929 verhuisde hij naar Amsterdam.
- Hij trouwde in 1930 en kreeg acht kinderen.
- Anton van Duinkerken werd op 03-03-1940 benoemd als Buitengewoon hoogleraar aan de Vondelleerstoel aan de universiteit van Leiden.
- Tijdens de Tweede Wereldoorlog zat Van Duinkerken enige tijd (van 4 mei tot 18 december 1942) als gijzelaar in Sint Michielsgestel.
- In 1948 werd hij professor Nederlandse en algemene literatuur aan de Jan van Eyck-Academie
- in Maastricht.
- In 1952 werd hij hoogleraar Nederlandse en algemene literatuur aan de Katholieke universiteit van Nijmegen. Hij woonde in die tijd op Regentessestraat 23 in Nijmegen.
- Sinds 1952 was Anton van Duinkerken lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal en Letterkunde en lid van de Koninklijke Nederlandse Academie voor Wetenschappen.
- Anton van Duinkerken was gehuwd en had 8 kinderen.
- Anton van Duinkerken geldt als een promotor van de culturele erkenning van het Rooms-Katholiek volksdeel (vanuit een humanistisch standpunt.
- In zijn (weemoedige) poëzie hield hij vast aan traditionele vormen.
- Anton van Duinkerken was een boeiend spreker en kon goed improviseren.
- Anton van Duinkerken overleed in het Sint-Radboutziekenhuis in Nijmegen aan kanker.
- Anton van Duinkerken werd op 31-07-1968 begraven op het kerkhof Jonkerbos, Winkelsteegseweg in Nijmegen (vak 8). Hij ligt er naast zijn zoon Gustave, die een jaar eerder overleed.
- In Bergen op Zoom staat op de Grote Markt een bronzen beeld van Anton van Duinkerken, opgericht in 1977.
- Er staat een buste van Anton van Duinkerken op het plein met de linde in Hilvarenbeek.
Handschrift Anton van Duinkerken
Anderen over Anton van Duinkerken
- Anton van Duinkerkens eruditie gaat gepaard met een buitengewone welsprekendheid, vooral in het gemoedelijke genre. Hij is een uitstekend causeur, een briljant tafelredenaar. (Pierre Brachin, Anton van Duinkerken, blz. 8)
- Hier ligt de sleutel tot goed begrip van Van Duinkerkens dichterlijke persoonlijkheid, geloof ik: in zijn directe ervaring van de gemeenschap, de broederschap als voorwaarde voor zijn geluk. En waar in de poëzie altijd de diepste roerselen van een mens worden uitgezongen, geloof ik ook dat de gehele Van Duinkerken vanuit dit denkbeeld te verklaren valt, althans zo dicht mogelijk te benaderen. (Michel van der Plas, Onderlinge verstandhoudingen, blz. 21)
- Van Duinkerken is een uiterst sociaal mens. Dit blijkt uit zijn onverpoosde hulpvaardigheid en hartelijkheid tegenover zijn collega's. Men kan hem "een vriend" noemen en dat is iets wat van weinig mensen kan worden gezegd. (P.H. Ritter, Ontmoetingen met schrijvers, blz. 72)
- Het begin is huiselijk: prof. Asselbergs, zijn vrouw en ik drinken koffie. De gouache, die ik wel zou willen hebben, blijkt van een van de zoons, die schilder is. Het 'biologisch museum' (een geweldige verzameling stenen, schelpen, schedeltjes enz. in de kelder), dat ik straks mag bekijken, is van een andere zoon: bioloog van nature, een aanleg geërfd van zijn moeder. Ik noteer dat haar man haar een expert noemt op het gebied van de Franse keuken en de Franse klassieken. En dat hij elke keer dat een van de 8 kinderen geboren werd, een nieuwe boekenkast kreeg. Er worden me sterk versleten bundels met Kronkels van Carmiggelt getoond: 'Zo wordt Carmiggelt bij ons gelezen.' (Bibeb, Bibeb & VIP's, blz. 37)
- Eén citaat is voldoende om de vele tekortkomingen van dit boek teniet te doen: zijn vrouw zei mij nog eind 1979: Men vond dat mijn man veel dronk, maar niemand wist hoeveel dorst hij had. (over Theo Kroon, 'Anton van Duinkerken (prof.dr. W.J.M.A. Asselbergs) 1903-1968', Fokas Holthuis Nieuwsbrief 291, 10 februari 2009)
- Van Duinkerken fascineerde door zijn combinatie van superieure belezenheid en pure, volkse levenslust. (Martin Ros, HN, 26-04-1986)
- Van Duinkerken tegen Pierre H. Dubois: 'Jij hebt gedichten geschreven waarvoor Christus zich opnieuw zou laten kruisigen,' Repliek van Dubois: 'Jij hebt gedichten geschreven waarvoor Hij niet eens op aarde zou zijn gekomen.' (Michel van der Plas, geciteerd door Jeroen Brouwers in 'Zachtjes knetteren de letteren', blz. 155)
- Zijn breedheid was zijn grootste kwaliteit, zijn katholicisme zijn alles doortrekkende hoedanigheid. In het betoog was hij op z'n best; zijn paradoxen en aforistische formuleringen stapelden zich op. En zij beleefden plezier aan elkaar. Misschien het knapste in al zijn betogen en verhandelingen waren de karakteristieken van schrijvers en literaire werken: altijd beknopt, altijd zeer raak. (Kees Fens, Doorluchtig glas. Vijftig jaar P.C. Hooft-prijs, blz. 44)
- Hij was een schijnbaar uitgedoofde vulkaan die in begenadigde momenten plotseling kon opvlammen. Asselbergs kende de hele wereldliteratuur uit zijn hoofd. (P.J. Buijnsters in 'Mooi meegenomen?', blz. 27/28)
- Anton van Duinkerken. W.J.M.A. (Was Jij Maar Atheïst) Asselbergs, zoals hijzelf grapte. (Wam de Moor, Gelderlander, 07-02-2003)
- Als bloemlezer was Van Duinkerken in de jaren dertig van de vorige eeuw minstens zo befaamd als Gerrit Komrij nu. (Wam de Moor, Gelderlander, 13-06-2003)
Mijn favoriete citaat
Het is droevig, wanneer je moeder zelfs niet gelooft
dat je geboren bent voor de beroemdheid.
Zelf weet je dat zeker.
Je moet er maar niet over praten.
De mensen geloven het toch nooit.
Ze verdragen niet, dat iemand van zichzelf iets goeds denkt!
Hij zal toch ook zijn gebreken wel hebben!
(Anton van Duinkerken, over H.C. Andersen in 'De mensen hebben hun gebreken', blz. 195)
Bronnen o.a.
- P.H. Dubois, hedendaagse nederlandse kunst, letterkunde (1956)
- Pierre Brachin, Anton van Duinkerken (1961)
- José de Ceulaer, Te gast bij Nederlandse auteurs (1966)
- Lexicon van de moderne Nederlandse literatuur (1978)
- Querido's letterkundige reisgids (1983)
- Spectrum Nederlandstalige auteurs (1985)
- Hun laatste rustplaats (1985)
- Nederlandse literaire prijzen 1880-1985 (1986)
- Winkler Prins lexicon van de Nederlandse letterkunde (1986)
- Prisma van de pseudoniemen (1992)
- Oosthoek Lexicon Nederlandse & Vlaamse literatuur (1996)
- Kees Fens, Doorluchtig glas. Vijftig jaar P.C. Hooft-prijs (1997)
- Hans Heesen e.a., Waar ligt Poot? (1997)
- Rody Chamuleau, Meer dan turf, tabak & pluimvee, de letteren in de Gelderse Vallei (1998)
- Behoudens deze steen. Een gids langs schrijversgraven in Nederland en Vlaanderen (2004)
- Website van de Koninklijke Bibliotheek (augustus 2022)