Ph. J. Hoedemaker

Deze bladzijde is gemaakt ter voorbereiding op een boek over 'Schrijvende Veenendalers'. De informatie op deze bladzijde is verre van volledig. Heeft u aanvullingen of verbeteringen? Mailt u die dan naar m.beek@t-mobilethuis.nl. Bij voorbaat dank!

Profiel

Achternaam: Hoedemaker
Voornamen: Philippus Jacobus
Geboren: 15-07-1839
Te: Utrecht
Overleden: 26-07-1910
Te: Santpoort
Pseudoniem(en):

Naar Boven

Werk

Overig non fictie

De dierbaarheid van Christus: leerrede over 1 Petr. II:7: "U dan die gelooft is Hij dierbaar" (1862)
Zoekende liefde: leerrede naar Lukas XIX:10 (1863)
De Akker is De Wereld; Zendingsrede over Matth. 13:38 (1865)
Onzichtbaar maar krachtig: Pinksterboekje (1866)
Onverdiende liefde (1866)
De Voorspraak. Een Paaschboekje (1866)
Kinderpreek over 1 Tim. IV:8b, gehouden in de Geertruidakerk te Utrecht, Zondag 24 Juni 1866 (1866)
Waarom eet gij eieren op Paschen? (1866)
Het probleem der vrijheid en het theïstisch godsbegrip (proefschrift) (1867)
Wat staat ons te doen? eene vraag naar aanleiding van het jongste besluit der synode omtrent den Heiligen Doop in den boezem der gemeente neergelegd (1868)
De plaatsvervanger: pinksterboekje (1868)
Gehoorzaamheid: kinderpreek (1870)
Het nieuwe hart: kinderpreek (1870)
Het synodaal voorstel tot verpligt gebruik der doopsformule (1870)
De Doopsformule (1870)
De laatste Kerstnacht van den Waldensischen knaap (1870)
Jezus als kind een voorbeeld voor de jeugd”. Een Kerstboekje (1870)
Het feit en de geschiedenis der openbaring: eene voorlezing (1871)
Het feit en de Geschiedenis der openbaring/De Doopsformule/Het Godsdienstonderwijs, ingericht naar de behoeften van onzen tijd (1871)
De roeping der volken. Zendingsrede over Matth. XXVIII:16a (1873)
Handboek voor het godsdienst-onderwijs (8 afleveringen) (1873-1876)
De fabrieksarbeiders te Veenendaal (1875)
De aanneming en bevestiging van Israël bij Sinai. Rede ter bevestiging van lidmaten, gehouden in de Zuiderkerk (1875)
De belofte aan Pergamus: afscheidsrede over Openb. 2:17b, uitgesproken te Rotterdam, in de Prinsenkerk, den 16den Januari 1876; De nieuwe gemeente en het nieuwe gebod: afscheidsrede over Johannes 13:34a, gehouden te Rotterdam, den 16en Januari 1876 ; Het apostolisch Evangelie en onze nationale theologie: intreerede over Rom. 1:14, gehouden in de Nieuwe Kerk te Amsterdam, den 2den Februari 1876 (1876)
Beknopt overzicht van de geloofsleer (1876)
Geeft gij hun te eten: toespraak gehouden op de jaarvergadering van de Nederlandsche Zondagschool-Vereeniging op Dinsdag 18 September 1877 in de Schotsche Zendingkerk (1877)
De beste leermeester: kinderpreek (1877)
De naam Jezus: kinderpreek (1877)
De Reformatie en de Gereformeerde Kerk. Rede gehouden op den gedenkdag der Hervorming, 3 November 1878 (1878)
De beste leermeester: toespraak in de Kinderkerk naar aanleiding van Joh. 1:35-40 (1879)
De wet Gods: toespraak in de Kinderkerk naar aanleiding van Jak. 2 (1879)
De waarde van den tijd: toespraak in de Kinderkerk naar aanleiding van Efeze 5:16 (1879)
Gehoorzaamheid: toespraak in de Kinderkerk naar aanleiding van Col. 3:20 (1879)
Wijdingsrede bij de opening der Vrije Universiteit op gereformeerden grondslag (1880)
De verhouding der ethiek tot de dogmatiek en de practijk der godzaligheid (1881)
Woorden gesproken bij het graf van Mevrouw de Wed. Horst – van der Wildt (1881)
Het anti-revolutionair beginsel en het hooger onderwijs (1883)
De herleving der gereformeerde beginselen in hare beteekenis voor de kerk, de prediking, de katecheze, het diakonaat en de zending (1883)
Missive aan H.H. Directeuren der vereen. voor hooger onderwijs op gereformeerden grondslag (1884)
Handboek voor het onderwijs in het Oude Testament ten dienste van de catechisatie, het huisgezin en de zondagsschool, tevens leiddraad bij het onderzoek der Heilige Schrift (heruitgave van 'Handboek voor godsdienst-onderwijs') (1885)
Op het fondament van Apostelen en Profeten. Bijdragen voor Kerk en Theologie (1885/1886)
Het kerkelijk vraagstuk. Advies in zake de Amsterdamsche lidmaten-kwestie met een woord aan de kerkeraden der Nederlandsch-Hervormde Kerk (1886)
Kerk en school: het verband tusschen het kerkelijk conflict en de Vrije Universiteit gezocht en gevonden (1886)
Open brief aan Dr. A. Kuyper, naar aanleiding van het conflict tusschen het Classicaal Bestuur en den Amsterdamschen Kerkeraad, in zake het beheer (1886)
In één genootschap doch kerkelijk gescheiden: modus vivendi aan de classicale vergaderingen en conferentiën ter overweging aangeboden (1886)
Machtsvertoon of wettig gezag?: de synodale maanbrief en het woord van den Koning der Kerk (1886)
"Niet van eigen uitlegging": toespraak tot zijne studenten (1886)
Op het fondament der apostelen en profeten: bijdragen voor kerk en theologie (1886)
Ééne belijdenis? eene ernstige vraag naar aanleiding van mijn aftreden als hoogleeraar aan de Vrije Universiteit (1887)
Zonde en genade: de tijd der Richteren (1887)
De congresbeweging beoordeeld uit het oogpunt der gereformeerde belijdenis: adviezen uitgebracht in de samenkomsten van gereformeerde predikanten, ter voorbereiding van de vergadering, die den 14den april te Utrecht staat gehouden te worden: bij besluit van het moderamen (1887)
Waarom ik geen deel neem aan het kerkelijk congres (1887)
Aan Jhr. Mr. A.F. de Savornin Lohman. Eene Belijdenis? Eene ernstige vraag naar aanleiding van mijn aftreden als Hoogleeraar aan de Vrije Universiteit (1887)
De roeping der Gereformeerden in de Hervormde Kerk: naar aanleiding van de 'Nabetrachting op de kerkelijke krisis, door Dr. Ph. S. van Ronkel' (1888)
Hoe oordeelt de Heilige Schrift en hoe oordelen de Gereformeerde Vaderen over scheiding en doleantie? (1888)
Terwille van de waarheid (1888)
Ter classicale vergadering? Waarom en waartoe? (1888)
Het evangelie in het Oude Verbond: opstellen over de openbaring Gods onder het Oude Verbond (1889)
Waarde Broeders (Aan eenige kerkeraadsleden te Nijland, die in een schrijven geeischt hadden het “juk der Synodale Hiërarchie” af te werpen) (1889)
Een andere toon (1889)
Het arendsnest (1890)
Door den dood tot het leven: intreêrede naar aanleiding van Johannes 12:25 (1890)
Het leerstellig kerkrechterlijk en staatkundig beginsel der Hervormde Kerk uit hare belijdenis afgeleid: drie referaten, voorgedragen op de jaarvergadering der Confessionele Vereeniging gehouden te Utrecht 3 en 4 Juni 1891 (met H. Malcomesius en J.P.L. Eringa (1891)
Dr. Kuyper in tegenspraak met Groen van Prinsterer. Een waarschuwend woord voor de verkiezing in Juni 1891, door een hervormd predikant. Amsterdam (1891)
De leer en de practijk der Afgescheidenen en Doleerenden in strijd met de Heilige Schrift: aangetoond uit de geschriften van W. à Brakel, Borstius, Calvyn, Koelman, Voetius en anderen (1892)
Eenvoudige onderwijzing in de christelijke leer, naar de belijdenis der Hervormde Kerk (1892)
Het sociale vraagstuk tot Christus gebracht: leerrede over Luk. 12: 13-15 (1893)
Geen verbrokkeling, maar de bekende waarheid onder de oogen zien: een woord voor de Classicale Vergadering over de vraag: Hoe wij in het huis Gods moeten verkeeren? in een schrijven aan G. J. de Vos Az. en in twee predikatiën in 1879 en 1892 in de Nieuwe Kerk te Amsterdam (1893)
Hoe men in het huis Gods moet verkeeren: twee predikatien, gehouden in de jaren 1879 en 1892 bij de bevestiging van ouderlingen en diakenen in de Nieuwe Kerk te Amsterdam (1893)
Genade en recht: Israël onder de regeering van Saul en David (1893)
Na een-en-dertig jaren: leerrede over II Corinthe IV: 13 (1893)
Hoe men in het huis Gods moet verkeeren. Twee Predikatien, gehouden in de jaren 1879 en 1892 bij de bevestiging van ouderlingen en diakenen in de Nieuwe Kerk te Amsterdam (1893)
"Als verleiders en nochtans waarachtigen" een woord van verweer tegen prof. dr. J.J.P. Valeton Jr., naar aanleiding van zijne critiek in het Aprilnummer van de "de stemmen voor waarheid en vrede", onder den titel "Valsche pleitbezorgers Gods" (1895)
De Mozaïsche oorsprong van de wetten in de boeken Exodus, Leviticus en Numeri: lezingen over de moderne schrift-critiek des Ouden Testaments (1895)
De Christelijke Feesten en de Lijdensgeschiedenis. Beelden, gedachten, verhalen en wenken ten dienste van den Zondagsschoolonderwijzer (1896)
Tegen Rome - Gods woord! op den gedenkdag der Hervorming: predicatie over Rom. 10:17 (1896)
Heel de kerk en heel het volk! een protest tegen het optreden der Gereformeerden als partij, en een woord van afscheid aan de Confessioneele Vereeniging: aan Jhr. Mr. A.F. de Savornin Lohman (1897)
Nationaal niet clericaal: naar aanleiding van de opstellen in 'De Nederlander' over art. 20 van 'Ons program' in verband met art. 36 der Nederlandsche geloofsblijdenis (1897)
"Gevaarlijke wapenen" leerrede over Matth. 26:52 (1897)
Christus voor de rechtbank der moderne wetenschap (1898)
Het zieleleven in verband met de hedendaagsche theosophie: vijf lezingen (1899)
De bijbelsche geschiedenis in vragen en antwoorden. I. Het Oude Testament (1899)
Een licht op ons pad: zes leerredenen uit en voor dezen tijd (1900)
Herhalingsboekje voor hen, die belijdenis des geloofs wenschen af te leggen (1900)
Artikel XXXVI onzer Nederduitsche Geloofsbelijdenis tegenover Dr. A. Kuyper gehandhaafd: beoordelingen van de opstellen in de "Heraut" over kerk en staat (1901)
Ontwerp tot reorganisatie der Hervormde Kerk naar de beginselen der Presbyteriale kerkregering. Referaat gehouden in de vergadering van Ambtsdragers te Utrecht den 23sten April 1901 (1901)
Vragen van den dag in het licht van Gods Woord. 1e reeks (1901)
Statuten der Vereeniging tot handhaving van het Christelijk-Historisch karakter der natie. Rede, over het goed recht der Vereeniging, hare beteekenis en roeping,gehouden in de Openbare Vergadering te Amsterdam, den 6den November 1902 (1902)
Een staat met den Bijbel: vier lezingen gehouden te Amsterdam, in den winter van 1901-1902 (1902)
Het Schriftbeginsel van Calvijn (1902)
De Joodsche Sabbat en de christelijke rustdag (1903)
De duistere achtergrond der dingen: leerrede over Eph. 6:12, gehouden Zondagvoormiddag den 1sten Februari l.l. in de Westerkerk (1903)
Het uitgangspunt der Reformatie: leerredenen over Genesis 35:1 en Joh. 2:14-21, gehouden den 19den September en den 1sten November 1903 in de Westerkerk te Amsterdam (1903)
Lessen uit de Heilige Schrift: Abraham en zijn geslacht: Genesis XI-XXV:10 (1903)
De Vrijmaking der Hervormde Kerk een Nationaal belang. Advies in zake de reorganisatie van het kerkbestuur (1903)
Adres aan de Staten-Generaal in zake de theologische faculteit (1904)
De kerk en het moderne staatsrecht (1904)
Vragen van den dag in het licht van Gods Woord. 2e reeks (1904)
De Christelijke Feesten en de Lijdensgeschiedenis. Beelden, gedachten, verhalen en wenken ten dienste van den Zondagsschoolonderwijzer (1904)
Noch rechts noch links, maar den koninklijken weg: zoeklichten geworpen op het gebied van den strijd op staatkundig terrein (1905)
Het eerstgeboorterecht voor een schotel moes? een woord tot de Friesch-Christelijk-Historische kiezers (1905)
De kracht der dwaling: leerrede over 2 Thess. 2: 10,2-11: gehouden 8 October 1905 in de Westerkerk te Amsterdam (1905)
Vier lezingen over sectarische stroomingen die den bloei van het gemeenteleven dreigen te belemmeren (J. Lammerts van Bueren, Chr. Hunningher, J. Th. de Visser en Ph. J. Hoedemaker) (1906)
Handboek van het Nieuwe Testament. Deel 1: Christus naar de vier evangeliën (1906)
De Modern-Godsdienstige richting. In: “Pro en Contra” Betreffende Vraagstukken van Algemeen Belang. Pro: Dr. H. Oort, Contra: Dr. Ph.J. Hoedemaker (1906)
Wat staat "de vrijmaking van de Kerk" in den weg? met een schrijven aan É. Giran, predikant bij de Waalsche gemeente alhier (1906)
De nood ons opgelegd: leerrede ... ter herdenking zijner 40 jarige evangeliebediening (1908)
De sabbat om den mensch: leerrede (1909)
De boom des levens in het paradijs: een gehouden referaat (1910)
Geloofsleer. Handleiding voor de catechisatie (1910)
Jakob-Israël: verklaring van Genesis XXV: vs. 11-50 (1911)
Het Cartesianisme en de nieuwere theologie. Lezing over den invloed van de Cartesiaansche wijsbegeerte op den ontwikkelingsgang der Theologie, op uitnoodiging van een kring studenten te Utrecht gehouden (z.j.)
Een onbegrepen denker: gedachten van Ph. J. Hoedemaker (door G.D. Noordijk) (1927)
Een christelijke staat: uit de nalatenschap van Dr. Ph.J. Hoedemaker (door W.Th. Boissevain) (1935)

Bijdragen

'De zijdelingsche werking van Art. 23' in 'Jaarboekje voor de Hervormde Kerk in Nederland' (1869)
'Adelaide Newton' in 'Christelijke Vrouwen' (ca. 1878)
'The evangelical outlook in Holland' in 'The Catholic Presbyterian' (1879)
Protest tegen reconstructie van de wordingsgeschiedenis der Vrije Universiteit, in 'Strikt genomen' het recht tot universiteitsstichting, staatsrechtelijk en historisch getoetst' van A. Kuyper) (1880)
Geen reglementaire, maar geestelijke tucht! in: 'Reorganisatie een gewetenszaak' (1892)
De kerkelijke tucht, in: 'Het onschriftuurlijk en ongereformeerd karakter der afscheidingen van de Ned. Herv. kerk in de jaren 1834 en 1886. De kerkelijke tucht. De reorganisatie der Confessioneele vereeniging' (1892)
'De verbondsgedachte in de praktijk van het leven' in 'Calvijn, jaarboekje der Ned. Herv. Ver. te Utrecht' (1899)
'The structure of Leviticus' in 'The Bible Student' (1902)
De kerk en de sekten (adventisten, mormonen, enz.), in 'vier lezingen over sectarische stroomingen die den bloei van het gemeenteleven dreigen te belemmeren' (1906)

Vertalingen

O. Winslow, De volmaaktheden van "Onzen God". Naar het Eng. van Octavius Winslow (1870)

Vertaald

The Reformation and the Reformed Church. Adress on the Anniversary of the Reformation, 3 November 1878 (1879)
A plea on behalf of equity and truth: message to the churches of Great Britain, on Ps. 126:3: sermon (1901)

Ph. J. Hoedemaker schreef een voorwoord voor:

Sarah Smith, Grietje en hare kinderen (1869)
J. Kuiper, Een dreigende toekomst en de weg ter ontkoming. (Een ernstig woord aan alle Nederlandsche geloovigen) (1896)
Hames Mann, Domineestypen (1899)
H.D. van Broekhuizen, Zuid-Afrika’s Vertrouwen (1901)

Bloemlezingen

gebloemleesd:

1 citaat in 'Het groot Citatenboek over God, Geloof & Kerk', samengesteld door Rien van den Berg, Gert Marchal & Koos van Noppen (2001)

Tijdschriften

Ph.J. Hoedemaker was hoofdredacteur van 'De gereformeerde kerk'.
Ph.J. Hoedemaker was redacteur van 'De Christelijke Familiekring'.
Ph.J. Hoedemaker publiceerde in: 'Protestantsche bijdragen tot bevordering van Christelijk leven en Christelijke wetenschap', 'De Vereeniging van Christelijke Stemmen', 'Het Eeuwig Evangelie', 'De weg ter godzaligheid', het 'Zondagsblad' van 'De Standaard', 'De Boodschapper', 'Bijeengebracht', 'De Volksbode', 'Berichten', 'Troffel en Zwaard'.

Over Ph. J. Hoedemaker

N.M. Feringa, 'Eenige opmerkingen na het lezen van de opstellen van Dr. J.Cramer in de "Stemmen voor Waarheid en Vrede" van november en van Dr. Ph. J. Hoedemaker in de "Vereeniging " van december over de Amsterdamsche lidmatenkwestie' (1873)
H.E. Gravemeijer, 'Aanteekeningen op de inleiding van het Handboek voor Godsdienst-onderwijs van Dr. Ph. J. Hoedemaker' (1875)
Alexander Frederik de Savornin Lohman, 'Aan Dr. Ph. J. Hoedemaker. Eene ernstige wedervraag' (1887)
G.G. Gijben, 'Open schrijven aan Prof. Dr. Ph. J. Hoedemaker in betrekking tot de reformatie der kerken' (1887)
A. Kuyper, 'Het Calvinisme en de kunst. Rede bij de overdracht van het rectoraat der Vrije Universiteit op 20 October 1888 door Dr. A. Kuyper' (blz. 42-44) (1888)
C.F. Gronemeijer, 'Toespraak over den twaalfden lijdenstekst [Lucas 22:54b-62] ter bevestiging van Ds. Ph. J. Hoedemaker, gehouden den 9den Maart 1890, in de Nieuwe kerk te Amsterdam' (1890)
J. Kuiper, 'Tweeërlei Staatsbeschouwing. Een woord van ernstig bezwaar tegen het streven van Dr. A. Kuyper' (1893)
J.J.P. Valeton Jr., 'Christus en het Oude Testament: met een Voor- en Naschrift naar aanleiding van Dr. Hoedemaker's "Als Verleiders en nochtans Waarachtigen"' (1895)
J. Brummelkamp, 'Het eeuwig Evangelie. Leerrede gehouden in de Westerkerk te Amsterdam, den 21sten Februari 1897' (1897)
J.H. Gunning, 'Heel de kerk en heel het volk. Gevraagd advies over de beste wijze van kennis te verspreiden omtrent de reorganisatie der kerk' (1904)
'Dr. Ph. J. Hoedemaker 1868-1908: gedenkboek ter gelegenheid van zijn 40-jarige ambtsbediening' (1908)
P.J. Kromsigt, 'Het hooge belang der Hervormde Kerk als Volkskerk bij een vergeten Grondwetsartikel (Art. 171, al. 2)' (1908)
P.J. Kromsigt, 'Een honderdjarig protest of de juridische, ethische en ethisch-juridische weg tot kerkherstel' (1916)
Jan Herman Semmelink, 'Prof Dr. J.H. Gunning, zijn ontwikkelingsgang en zijne beginselen' (proefschrift) (1926)
J.C. Rullmann, 'De strijd voor kerkherstel in de Nederlandsch Hervormde Kerk der XIXe eeuw' (1928)
P.J. Kromsigt, 'Onze houding in den kerkelijken strijd' (1929)
C.A. Lingbeek, 'Herinneringen uit den tijd der Doleantie' (1929)
H. van Malsen, 1 hoofdstuk: 'Hoedemaker' in 'Alexander Frederik de Savornin Lohman. Ontwikkelingsgang van zijn denken en handelen' (1931)
P.J. Kromsigt, 'Wie was Dr Hoedemaker?' (1932)
Th.L. Haitjema, 1 hoofdstuk: 'De zogenaamde ‘confessioneele’ richting van Dr. Ph.J. Hoedemaker', in: 'De richtingen in de Nederlandsche Hervormde Kerk' (1934)
Dr. W. Th. Boissevain, Over Philippus Johannes Hoedemaker' (z.j.)
G.Ph. Scheers, 'Dr Hoedemaker en de Doleantie', in: 'De Doleantie herdacht' (1936)
Th.L. Haitjema, 'Dr. Hoedemaker´s verdediging van een Christelijken Staat volgens artikel XXXVI der Nederl. Geloofsbelijdenis', in: 'Het Erfgoed der Hervorming' (1939)
Th.L. Haitjema, 'Dr. Hoedemaker en onze tijd'(1939)
G.Ph. Scheers, 'Philippus Jacobus Hoedemaker' (proefschrift) (1939)
A.B. te Winkel, 'Kroniek. Dr. Ph.J. Hoedemaker Kerk – Staat', in: 'Onder Eigen Vaandel 14' (1939)
W.J. de Wilde, 'Geschiedenis van Afscheiding en Doleantie van Hervormd standpunt bezien' (1939)
W.P. Berghuis, 'De begrenzing der overheidstaak' (1945?)
S.J. Ridderbos, 'De theologische cultuurbeschouwing van Abraham Kuyper. J.H. Kok' (1947)
H.J. Langman, 1 hoofdstuk: 'De critiek op Kuyper´s gedachten aangaande de volkskerk, Dr. Ph.J. Hoedemaker' in 'Kuyper en de volkskerk. Een dogmatisch-ecclesiologische studie' (1950)
H.G. Groenewoud. 'Iets over levensloop en beginselen van Dr. Ph.J. Hoedemaker' (1950)
T. Dokter, 'De Schriftuurlijke oorsprong van Hoedemaker’s visie op een staat met de Bijbel', in: 'Schrift en Kerk. Een bundel opstellen van vrienden en leerlingen. Aangeboden aan Prof. Dr. Th.L. Haitjema op 10 november 1953' (1953)
G. Taverne, 'Hoedemaker op de tweesprong gestrand, de confessionelen vervolgens in gebreke geweest: een leerzame les der geschiedenis' (1961)
Gerardus Johannes Jacobus Antonius Delfgaauw, 'De staatsleer van Hoedemaker: een bijdrage tot de kennis van de christelijk-historische staatsopvatting' (proefschrift) (1963)
Th.L. Haitjema, 'Hoedemaker als criticus van de te vroeg gegrepen triomfen op theologisch, cultuurfilosofisch en kerkelijk gebied in de tweede helft der 19e eeuw', in: 'De nieuwere geschiedenis van Neerlands Kerk der Hervorming. Van Gereformeerde Kerkstaat tot Christus-belijdende Volkskerk' (1964)
C.M. Luteijn, 1 hoofdstuk: 'Dr. Hoedemaker en de Confessionele Vereniging' in 'Honderd jaar Confessionele Vereniging 1864 – 1964. Uitgave van de Confessionele Vereniging' (1964)
L.C. Suttorp, 1 hoofdstuk over Hoedemaker in 'Dr. A.W. Bronsveld. Zijn visie op een halve eeuw' (1966)
J. Kamphuis, 'Op zoek naar de belijdende volkskerk : notities over het kerkelijk-kerkrechtelijk denken van dr. Ph.J. Hoedemaker, inzonderheid met betrekking tot zijn oppositie tegen het z.g. 'Doleantie-kerkrecht' van dr. A. Kuyper en dr. F.L. Rutgers : rede gehouden bij de overdracht van het rectoraat der Theologische Hogeschool van de Gereformeerde Kerken in Nederland op 16 maart 1967' (1967)
G.J.J.A. Delfgaauw, 'De betekenis van Groen van Prinsterer (1801 – 1876) voor Hoedemaker (1839 – 1910)' en S. Kooistra, 'De relatie van Groen van Prinsterer tot Hoedemaker' in 'Een staatsman ter navolging. Groen van Prinsterer herdacht' (1976)
J. van der Graaf, 'De theocratische visie van Dr. Ph.J. Hoedemaker' in: 'In de Mozes en Aaronstraat… Beschouwingen over kerk, staat en maatschappij' (1976)
L. Kalsbeek, 'De Wijsbegeerte der Wetsidee. Proeve van een christelijke filosofie. Schristelijk Perspectief 16. Aspecten der werkelijkheid, wijsgerig en bijbels belicht' (blz. 228-236) (1983)
W. Balke, Gunning en Hoedemaker samen op weg (1985)
R.H. Bremmer, 'Kuyper, Hoedemaker en de Doleantie' (1986)
W. Bakker, O.J. de Jong, W. van ’t Spijker, L.J. Wolthuis, 'De Doleantie van 1886 en haar geschiedenis' (1986)
G. Abma en J. de Bruijn (redactie), 'Hoedemaker herdacht' (1989)
R.H. Bremmer, 'Ph.J. Hoedemaker (1839 – 1910) over de kerk' in 'In gesprek met oudere en nieuwere theologen. De actualiteit van de gereformeerde theologie' (1989)
W. Balke, 'Heel het Woord en heel de Kerk. Schetsen uit de geschiedenis van de vaderlandse kerk' (1992)
W. Balke, 'Kuyper, Hoedemaker en Schilder over de eenheid van de kerk' in 'Kerkelijke eenheid. Theologische Verkenningen Bijbel en Praktijk 17' (1996)
A.F.C. Dubbeldam, 'Momenten in leven, arbeid en denken van Ph.J. Hoedemaker en F.L. Rutgers vergeleken in het bijzonder inzake het kerkrecht' (1997)
K. van der Zwaag , 'Onverkort of gekortwiekt? Artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de spanning tussen overheid en religie: een systematisch-historische interpretatie van een 'omstreden' geloofsartikel' (1999)
Johan van Zuthem, 'Heelen en halven'. Orthodox-protestantse voormannen en het ‘politiek’ antipapisme in de periode 1872 – 1925. Een wetenschappelijke proeve op het gebied van de Letteren (proefschrift) (blz. 135-139) (2001)
W. Verboom, 'Een oude drieslag als theologisch paradigma in de twintigste eeuw' (2002)
P.J. Vergunst (red.), 'Dromer van een kerk. Opstellen aangeboden aan dr. Ir. J. van der Graaf' (2002)
Comité tot behoud van de Nederlandse Hervormde Kerk, 'Hervormd blijven: waarom en hoe…? Toespraken gehouden op de bezinningsdag 11 januari 2003 te Putten' (2003)
J. van der Graaf, 'Ze hadden wat te zeggen. 25 miniaturen over reisgenoten' (blz. 202-209) (2004)
Gerben Abma, 'Heel de kerk en heel het volk' (1897). Hoedemaker´s leuze destijds en thans' in ': Is ´t waar of niet? Ophefmakende publicaties uit de “lange” negentiende eeuw' (2005)
'Belijdend onderweg. De Confessionele Vereniging 140 jaar samenbindend' (2005)
J. van der Graaf, 'Een land van minderheden. Tolerantie: vraagstuk en waagstuk' (2008)
Kennedy James. 'Stad op een berg. De publieke rol van protestantse kerken' (blz. 23 en 51-52) (2010)
1 hoofdstuk: 'Ds. Ph.J. Hoedemaker - plannenmaker' door Henk van 't Veld in 'Markante Veenendalers', redactie H. van 't Veld (2010)
Dr. P.J. Kromsigt, 'Hoedemaker en Kerkherstel' (z.j.)

In het Veenendaals 'Viseum' aan het Kees Stipplein staat een tekst van Ph.J. Hoedemaker over kinderarbeid op een muur.

Naar Boven

Opmerkingen

Ph.J. Hoedemaker was de zoon van een boekverkoper die in 1851 naar de Verenigde Staten trok.
Hij studeerde aan het Theological Seminary in New Brunswick.
In 1862 keerde hij terug naar Europa en maakte een studiereis via Bonn, Heidelberg en Straatsburg – in Utrecht bracht waar hij in 1867 promoveerde.
Hoedemaker was predikant in Veenendaal (1868 tot 1873), in Rotterdam (1873 tot 1876) en in Amsterdam (1876 tot 1880).
Ph.J. Hoedemaker schreef in 1875 een boekje tegen de kinderarbeid in de textielindustrie.
Ph.J. Hoedemaker sloot zich aan bij het door Kuyper geleide gereformeerde smaldeel in de hervormde kerk.
Toen in 1880 de Vrije Universiteit werd opgericht aanvaardde Hoedemaker een leerstoel in de theologische faculteit.
Hij had vaak meningsverschillen met Kuyper. Kuyper wilde breken met de Hervormde kerk. Hoedemaker wilde dit niet.
Kuyper zette door, wat in 1886 tot de Doleantie leidde. Hoedemaker ging er niet in mee en verliet een jaar later de Vrije Universiteit.
Hoedemaker werd weer predikant en schreef veel, waarbij hij zich opwierp als hoeder van de gereformeerde gezindte binnen de hervormde moederkerk.
Hoedemakers denkbeelden zouden een voorname plaats krijgen in de Christelijk-Historische Unie die in 1908 werd opgericht. Theologisch kregen ze in de jaren dertig gestalte in de beweging voor kerkherstel.