Albert Kuyle
Profiel
Achternaam:Kuyle
Roepnaam: Albert
Geboren: 27-02-1904
Te: Utrecht
Overleden: 04-03-1958
Te: Utrecht
Pseudoniem(en): Albert Kuyle was het pseudoniem van Louis Maria Alberus Kuitenbrouwer. Hij publiceerde ook onder het pseudoniem Jamus. In 'Zwart Front' gebruikte hij het pseudoniem Van Oldenzael.
Voor tweedehands boeken | Ook van Albert Kuyle |
Raban Internet Antiquariaat | Klik hier ! |
Werk
Poëzie
- Seinen (1924)
- Songs of Kalua (144 ex.) (1927)
- IX gedichten (412 ex.) (1947)
- Verzen voor Magdalena (1965)
- Nieuwe verzen voor Gérard Grassère (bibliofiel, 10 ex.) (2002)
Proza
- Zeiltocht (570 ex.) (1925)
- Van pij en burnous (reisschetsen, met Albert Helman) (1927)
- De bries (verhalen) (1929)
- Werkverschaffing (1931)
- Weerlicht (verhalen) (1933)
- Harten en brood (1933)
- Jonas (1934)
- Tusschen Keulen en Parijs (1934)
- Het land van de dorst (1935)
- Rond een blauw meer (1936)
- Pan Europa, of Europa in de pan (columns) (met Magda Kuyle) (1938)
- Harmonika (verhalen) (1939)
- Albert Kuyle's Jonas: een bloemlezing (1940)
- In excelsis (1947)
- Grietje Schouten +1946: het levensbeeld van een Marker meisje (1950)
- De gouden Josef (1951)
- Mannetje windwijs (1953)
- Kinderen der mensen (1954)
- Rond Jezus' kleed: verhalen, vertellingen en gedachten rond het aardse Leven van de Zoon Gods (1954)
- Heraut van het woord (1956)
- Het huis van den schilder (bibliofiel, 350 ex.) (1992)
- De wondere jaren van het Marker meisje Grietje Schouten (1915-1947): twee verhalen over een bijzonder meisje (2000)
Voor kinderen:
- Albert Kuyle vertelt over Mannetje Windwijs (1953)
- Albert Kuyle vertelt over Windwijs en Witbaard (1955)
Hoorspelen
- Domenico, mijn man (KRO, 1953)
- De Harp der liefde (KRO, 1953)
- Pionier der kerk (KRO, 1954)
- Het testament (KRO, 1954)
- De toverlantaarn VI (7 delen) (met anderen) (KRO, 1954)
- De beesten in de ark (KRO, 1955)
- Longinus' verrijzenis (KRO, 1955)
- Het zweet van uw aanschijn (KRO, 1956)
- Drie ikonen voor Nicola (KRO, 1957)
- Het zweet van uw aanschijn (KRO, 1957)
- De grote vis (KRO, 1958)
Overig non-fictie
- De luister van uw huis (1930)
- Alarm (1933)
- Een jaar vol heiligen (1936)
- Anker en kruis: het leven van broeder Jacobus S.V.D., scheepskapitein en missionaris in Nieuw Guinea (ca. 1943)
- Zoon van Ameland (bibliofiel, 300 ex.) (1946)
- Levende wegen (1947)
- Mijn missie-apostolaat (1952)
- Sint Eloy: uitgegeven in opdracht van de Nederlandse Katholieke Metaalwerkersbond St. Eloy, bij gelegenheid van het inschrijven van zijn vijftig duizendste lid (1955)
- Heraut van het Woord: een levensschets van dienaar Gods Arnold Janssen, stichter der Missiecongregatie van het Goddelijk Woord (1956)
Vertalingen
- Albert Bailly, Op de golven van den aether (met Magda Kuyle) (1929)
- Henry Winterfeld, ...Er kwam een meisje gevlogen... : een haast ongelofelijke geschiedenis voor de jeugd (1957)
Vertaald:
- Arnold Janssen, Rufer des göttlichen Wortes (Duitse vertaling van 'Heraut van het woord' door Heinrich Hopster) (1968)
Albert Kuyle schreef een inleiding voor
- Br. Gummarus, De kerstmis van broeder Thomas en de drie rovers: toneelspel in zeven tafereeltjes (1936)
- P.H. Ritter Jr., De hoorn der Schelde (1939)
- Anton Erwich, Met hand en tand (bibliofiel, 6 ex.) (1943)
Bloemlezingen
Tijdschriften
- Toen hij zestien jaar was ging hij de journalistiek in. Hij begon bij de Utrechtse krant 'Het Centrum'.
- Albert Kuyle publiceerde al jong gedichten in 'Roeping' en 'Het Getij'.
- Albert Kuyle was mede-oprichter van 'De Gemeenschap'
- en van 'De Nieuwe Gemeenschap'.
- In 'Zwart Front' gebruikte hij het pseudoniem Van Oldenzael.
- Tijdens de Tweede Wereldoorlog publiceerde Kuyle in 'De Weg', het 'Nederlandsch Dagblad' en 'Algemeen Handelsblad'.
- Na de oorlog publiceerde Albert Kuyle in 'De Linie' en was er in 1949/1950 redacteur.
- In 1948 was hij redacteur van 'De Vlaamse Linie'.
- Albert Kuyle publiceerde in 'De Tijd', 'Omhoog'.
Over Albert Kuyle
- Jef Notermans, 'Over 'Harten en brood' van Albert Kuyle' (1935)
- Ernest van der Hallen, 'Albert Kuyle' (1941)
- Een hoofdstuk over Albert Kuyle in Hans Heesen & Harry Jansen, 'Pen in ruste. Schrijversgraven in Midden-Nederland' (2001)
Diversen
- Albert Kuyle schreef het scenario voor de film 'Kentering' van regisseur Jan Hin (1932)
- T.g.v. zijn vijftigste verjaardag werd een Liber amoricum samengesteld, met bijdragen van o.a. Albe, Charles Eyck, Joan Th. Stakenburg en Urbain van den Voorde (150 ex., 1954)
- De Stichting Literaire Activiteiten Utrecht presenteerde in maart 2008 de Utrechtse Literaire Canon. Albert Kuyle stond op plaats 96.
- Een portret (olieverf op doek) van Albert Kuyle door Hendrik Wiegersma, gemaakt in 1925, in 'Schrijversportretten', samengesteld door Sjoerd van Faassen, Pauline Bloemsma en Hester Quist (2010)
Opmerkingen
- Albert Kuyle groeide op in een katholiek middenstandsmilieu, zijn vader was biljartmaker. De biljartmakerij zat op Lauwerecht 125bis in Utrecht (dit adres was een tijdje het redactieadres van 'De Gemeenschap').
- Toen hij zestien jaar was ging hij de journalistiek in. Hij begon bij de Utrechtse krant 'Het Centrum'.
- Uit het tijdschrift 'De Gemeenschap' kwam in 1925 een uitgeverij voort met dezelfde naam. Albert Kuyle leidde (succesvol) deze uitgeverij.
- Albert Kuyle was trouwde op 01-07-1929 met Magdalena van Rees. Zij kregen twaalf kinderen (negen zoons en drie dochters).
- Begin jaren dertig werd zijn - toen moderne - manier van schrijven alom geroemd. In die zin was hij een voorloper van de Nieuwe Zakelijkheid.
- in 1932 nam hij ontslag, omdat er binnen het bedrijf sterke persoonlijke tegenstellingen waren gegroeid. Albert Kuyle richtte vervolgens 'De Nieuwe Gemeenschap' op. Het blad ontwikkelde zich tot een fascistisch blad. Albert Kuyle had sterke sympathie voor het Zwart Front van Arnold Meijer. In 1936 kwam hij hier openlijk voor uit en nam binnen het Zwart Front al snel een leidende positie in. Kort voor de oorlog werd Zwart Front omgezet in (het gematigder) Nationaal Front.
- Rond 1936 had hij een eigen reclamebureau 'Maxim Reclame'.
- Eind jaren dertig werd hij redacteur bij 'Het Spectrum'.
- Samen met Anton Erwich leidde hij de uitgeverij 'In Duysent Sorgen'.
- Tijdens de Tweede Wereldoorlog werkte hij voor het Bureau Oogstvoorziening van het departement van Landbouw en Visscherij.
- Eind 1945 sloot de Eereraad voor de Letterkunde hem tot 01-01-1949 uit. Kuyle ging in beroep, waarna de uitsluiting werd verlengd tot 01-01-1951.
- In 1947 werd Kuyle door de Commissie voor de Perszuivering voorlopig uitgesloten uit journalistieke functies. Deze uitsluiting werd op 28-04-1948 opgeheven.
- In 1949 werd Kuyle door de Utrechtse Kamer van het Bijzonder Gerechtshof in Amsterdam veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf wegens opzettelijke hulpverlening aan de vijand. In cassatie werd dit in 1950 één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar.
- Albert Kuyle overleed aan een maagbloeding in het Utrechts Diaconessenhuis. Hij werd op 08-03-1958 begraven (naast zijn schoonvader Otto van Rees) op het kerkhof van de parochie Onze lieve Vrouw van Altijddurende Bijstand in Bilthoven (vak 6, graf 4)
Handtekening Albert Kuyle
Anderen over Albert Kuyle
- Hij heeft zeker talent, de jongen. Inderdaad, hij is 'frisch', haast altijd gevoelig en weldadig. Maar er is één gevaar: de vlotheid, het ook-kunnen van al wat hij heeft gezien. Hij heeft 'n uitstekende neus, een zuivere intuïtie, ook vormvaardigheid. En altijd zijn verrukkelijke, en soms verukkelijkdwaze jeugd mee. Van die lekkere molenwiekklappen in de lucht, van die Don Quichotlanssteken in luchtledigheden. (Jan Engelman in een brief aan Anton van Duinkerken, 20-11-1924)
- Een van de allerjongste aanwezigen, een guitige kerel met bolrond gezicht, blauwe ogen en vlasblonde haren. (Anton van Duinkerken, Brabantse herinneringen, 1964)
- Behalve van prozastijl en Franse literatuur wist hij alles af van kookkunst en kruiden, van vogels, tuinieren, bloemen en wijnen, van typografie en moderne schilderkunst. Via zijn schoonvader, de fijnzinnige Otto van Rees, kende hij de Franse moderne schilders. Met de helse steen van zijn genadeloze satire brandde hij de hang naar schilderkunstige romantiek uit mij weg alsof het een kwade steenpuist betrof en bracht mij begrip bij voor Picasso, Léger en Soutine, voor Modigliani en Arp, alles te zamen een verruiming van mijn horizon die ik hard nodig had. (A. den Doolaard, Ogen op de rug, 1971)
- Zijn neiging om met Jan-en alleman de confrontatie aan te gaan had heus wel amusante kanten. De toneel- en kunstcriticus C.A. Schilp omschreef hem eens als een 'unverfroren geestelijk nazaat van Lodewijk van Deyssel en diens vermaarde scheldcritieken'. Maar daarnaast was hij een pathologisch rapaille. Hoewel Kuyle vrijwel niemand ontzag, was hij ook een pleitbezorger voor een katholiek corporatieve samenleving. Samen met zijn virulente antisemitisme en de bijna noodzakelijke aantrekkingskracht van het fascisme op het militante katholicisme van de dertiger jaren, was dit een combinatie die hem fataal zou worden. (Hans Heesen & Harry Jansen, Pen in ruste. Schrijversgraven in Midden-Nederland (2001)
Mijn favoriete citaat
Zij staan in hun witte, wuivende kleederen tusschen het pak-goed. Menschen komen en menschen gaan, groote dieren drommen voorbij, en ver, als een knoop in de horizon, komt een schip aan.
(Albert Kuyle, De Gemeenschap, maart 1932, blz. 154)
Bronnen o.a.
- Lexicon van de moderne Nederlandse literatuur (1978)
- Querido's letterkundige reisgids (1983)
- Spectrum Nederlandstalige auteurs (1985)
- Prisma van de pseudoniemen (1992)
- Hans Heesen & Harry Jansen, Pen in ruste. Schrijversgraven in Midden-Nederland (2001)
- Website van de Koninklijke Bibliotheek (mei 2023)