Alice Nahon
Profiel
Achternaam: Nahon
Voornaam: Alice
Geboren: 16-08-1896
Te: Antwerpen
Overleden: 21-05-1933
Te: Antwerpen
Pseudoniem(en): Voor zover mij bekend heeft Alice Nahon niet onder pseudoniem gepubliceerd.
Onder m'n voeten reuz'len stil
Verdroogd' en bruin' Oktoberblaân;
Neem Gij m'n handen, God, ik kàn,
Ik durf er haast niet overgaan...
M'n zwier'ge tred is niet gewend
Te trappen op illuzie-scherven...
Gij, die me "leven" hebt geleerd,
God, leer me sterven.
(Alice Nahon, Stervens-pijn, Vondelingskens, blz. 21)
Voor tweedehands boeken | Ook van Alice Nahon |
Raban Internet Antiquariaat | Klik hier ! |
Portret in 'Verzamelde gedichten' |
Werk
Poëzie
- Vondelingskens (1920)
- Op zachte vooizekens (1921)
- Keurgedichten (uit Vondelingskens/Op zachte vooizekens) (1926)
- Schaduw (1928)
- Gedichten (Vondelingskens/Op zachte vooizekens) (1930)
- Alice Nahon en haar gedichten. Keur uit haar werk (1932)
- Verzamelde gedichten (Vondelingskens/Op zachte vooizekens/Schaduw) (1934)
- Maart-April. Jeugdgedichten en nagelaten verzen (1936)
- Gedichten (Vondelingskens/Op zachte vooizekens/Schaduw) (1941)
- Bloemen van 't veld (verzameld en ingeleid door Karel Jonckheere) (1970)
- De mooiste gedichten van Alice Nahon (verzameld door Sipke van der Land) (1983)
- 1933-1983: Alice Nahon: verzamelde gedichten (2e vermeerderde druk, door Erik Verstraete) (1984)
- Alice Nahon - Verzamelde gedichten (1987)
- Verzameld dichtwerk (door Erik Verstraete) (1996)
- Liefde (bibliofiel, 75 ex.) (2007)
- een hofke van geheimenis: haar meest geliefde gedichten (2009)
Vondelingskens, 22e druk, 1948 | Op zachte vooizeken, 21e druk, 1952 | Keurgedichten, 1e druk, 1926 | Verzamelde gedichten, uitg. Sijthoff, 1936/1939. | De mooiste gedichten van alice Nahon, uitg. Kok, verz. Door Sipke van der Land, 2e druk |
Op muziek gezette teksten van Alice Nahon
- A.H. Fagel, 'De kinderen van de Soeteweij: voor zang en piano' (ca. 1920)
- Augustinus Verhaegen, 'Drie liederen' (Stil m'n oogen/Godslampje/Drie blommen) (ca. 1920)
- Willem Wiesehahn, 'Wintergepeinzen: voor 4-stemmig mannenkoor a cappella' (ca. 1920)
- J.P.J. Wierts, 'Vondelingskens' (Avond-Mijmering/Liedje van inkeer/Bij het wiegsken/De kindren van "De Soetewey) (ca. 1920)
- J.P.J. Wierts, 'Op zachte vooizekens' (Geloof/Hoop/Liefde) (ca. 1920)
- C.J.M. Merkx, 'Aan 't verre dorpken : aan een kindeken: voor 3-stemmig dameskoor' (ca. 1920)
- Johan Brands , ''t Is goed in 't eigen hert te kijken: voor gem. koor' (ca. 1920)
- J.P.J. Wierts, 'De kindren van 'De Soetewey': gemengd-koor a cappella' (ca. 1920)
- J.P.J. Wierts, 'De perelkens van de hei: voor gemengd-koor a cappella' (ca. 1920)
- J.P.J. Wierts, 'Waar de hei te bloeien staat: voor gemengd-koor a cappella' (ca. 1920)
- J.F. Kroon, 'Dopheide' (ca. 1920)
- J.F. Kroon, 'Avondliedeke' (ca. 1920)
- G.J. Haalebos, 'Dopheide' (ca. 1920)
- G.J. Haalebos, 'Avondliedeke' (ca. 1920)
- Hugo van Dalen, 'Armoe' (ca. 1920)
- Hugo van Dalen, 'Avond-Zonnebloemen' (ca. 1920)
- Hugo van Dalen, 'Avondwind' (ca. 1920)
- Hugo van Dalen, 'Deemstering' (ca. 1920)
- Hugo van Dalen, 'Hartenziel' (ca. 1920)
- Hugo van Dalen, 'Heur leste vroegmis' (ca. 1920)
- Hugo van Dalen, 'Kussen' (ca. 1920)
- Hugo van Dalen, 'Menschenoogen' (ca. 1920)
- Hugo van Dalen, 'Middag-wiedsters' (ca. 1920)
- Hugo van Dalen, 'Mist' (ca. 1920)
- Hugo van Dalen, 'Nachtdeun' (ca. 1920)
- Hugo van Dalen, 'O, blijf niet aan me denken' (ca. 1920)
- Hugo van Dalen, 'Regendag' (ca. 1920)
- Hugo van Dalen, 'Rozenknop' (ca. 1920)
- Hugo van Dalen, ''t Is ure der getijen' (ca. 1920)
- Hugo van Dalen, 'Wintergepeinzen' (ca. 1920)
- Johan Wierts, 'Bij het wiegsken' (ca. 1920)
- J.C. Anderson, 'Armoe... : voor gemengd koor à cappella' (ca. 1920)
- Johan Wierts, 'Idylle' (ca. 1920)
- Olivier Koop, 'Dopheide: voor vrouwenkoor à cappella' (ca. 1920)
- Johan Wierts, 'Geloof' (ca. 1920)
- Johan Wierts, 'Geven en ontvangen' (ca. 1920)
- Johan Wierts, 'Uchtend-liefde' (ca. 1920)
- J. Carel Anderson, 'Erica tetralix: (dopheide): gemengd koor à cappella' (ca. 1920)
- J. Carel Anderson, 'Geloof: voor gemengd koor' (ca. 1920)
- W.F. Kools, 'Geloof: gemengd koor (a cappella)' (ca. 1920)
- Olivier Koop, 'Krysanten: voor vierstemmig gemengd koor a cappella' (ca. 1920)
- Gijs Kusters, 'Avondliedeke: (voor gemengd koor a cappella)' (ca. 1920)
- H.W. de Wolff, 'Geloof: gemengd koor a cappella' (ca. 1920)
- Arthur Meulemans, 'Drie avondliedjes' (1922)
- Flor Peeters, 'Drie liederen: tweede serie' (1924)
- Flor Peeters, 'Drie liederen: derde serie' (1924)
- Jules Borremans, 'Drie liederen: vierde serie' (z.j.)
- Laurens de Hoovenier, 'Gladiolen: voor sopraan en piano' (1928)
- Laurens de Hoovenier, 'Mijn jeugd is 'n roep door de stilte: voor sopraan en piano' (1928)
- Joh. Zaagmans, 'Avond-liedeke: voor driestemmig vrouwenkoor: op. 97' (1936)
- J. Carel Anderson, 'Aan een kindeken: (gemengd koor) (1937)
- Gommert de Kok, ' 't Is goed in eigen hert te kijken' (gedicht op muziek gezet) (1953)
- Willem Wiesehahn, 'Allerzielen: lied voor een middenstem' (ca. 1955)
- Willem Wiesehahn, 'Wiegeliedje: voor driestemmig vrouwenkoor a cappella' (ca. 1955)
Bloemlezingen
Over Alice Nahon
- C. Tazelaar, 'Alice Nahon en haar gedichten: keur uit haar werk (besproken in het verband van een karakterschets)' (1926)
- 'Alice Nahon herdacht' (1934)
- 1 hoofdstuk: 'Alice Nahon - Keurgedichten uit 'Vondelingskens' en 'Op zachte vooizekens'' in 'De veelkantige criticus' van Martinus Nijhoff' (1965)
- 'Alice Nahon herdacht te Putte, 28 en 29 juni 1969' (catalogus, 1969)
- Henri Bossaert, Alice Nahon (1974)
- Ria van den Brandt (red.), 'Alice Nahon 1896-1933: Kan ons lied geen Hooglied wezen' (1996)
- Een hoofdstuk over Alice Nahon in 'Veel te veel geluk verwacht. Schrijfsters in Vlaanderen 1', redactie Lisette Keustermans en Brigitte Raskin (1996)
- Manu van der Aa, 'Ik heb de liefde liefgehad. Het leven van Alice Nahon' (2008)
- Gerrit Komrij becommentarieert het gedicht 'Avondliedekens III' van Alice Nahon in 'Tussen hemel en aarde' (2013)
Werk van Alice Nahon geciteerd in een overlijdensbericht:
Volkskrant, 24-04-1993
Gelderlander, 24-06-2023
Opmerkingen
- Alice Nahon was het derde kind in een gezin van elf kinderen.
Ze werd geboren in Antwerpen aan de Grote Markt 58. Aan haar
geboortehuis hangt een gedenkplaat.
Grote Markt 58, Antwerpen.
Op de eerste verdieping ziet u een gedenkplaat met de tekst:
In dit huis werd op16 augustus 1896 de Vlaamse dichteres Alice Nahon geboren.
- Haar vader kwam uit Nederland, haar moeder (Julia Gijsemans) uit Putte, een dorp in de buurt van Mechelen.
- Na de lagere school ging ze in 1911 naar de landbouw-huishoudschool in Overijse. Kort voor de Eerste Wereldoorlog haalde ze er haar diploma.
- Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd zij leerling-verpleegster in het Antwerpse Stuivenbergziekenhuis. In de vochtige kelders van dit ziekenhuis werden haar longen ernstig - en voorgoed - aangetast.
- Ze kreeg TBC en werd verpleegd in verschillende verzorgingstehuizen en sanatoria, o.a. in het Sint-Jozefinstituut in Tessenderloo (1917-1923). Behalve aan TBC leed ze ook aan depressies.
- Pas veel later werd bekend dat ze niet aan TBC leed, maar aan bronchitis.
- Toen ze met haar eerste bundels bekend werd, brachten bewonderaars geld bijeen, waarmee ze arrtsen kon raadplegen. Ze bleek geen TBC te hebben, maar chronische bronchitis. Dat betekent dat ze voor niets negen jaar in diverse sanatoria had doorgebracht.
- Ze ging op advies van haar arts naar Italië, waar ze snel opknapte.
- In 1927 werd Alice Nahon bibliothecaresse in de Stadsbibliotheek van Mechelen.
- Ze woonde in de kapelwoning van het kasteel Cantecroy in Oude-God. Tot haar kennissenkring behoorde in deze periode o.a. Fernand Berckeleers, Maurits Sabbe en Gerard Walschap.
- Tijdens haar laatste levensjaar verhuisde zij naar Carnotstraat 17 in Antwerpen.
- In 1932 werd ze opnieuw ziek en overleed na een hevige doodstrijd op 21 mei 1933 (pas 36 jaar oud) aan een streptokokkeninfectie.
- Op 24-05-1933 werd ze begraven op Begraafplaats Schoonselhof in Antwerpen. Het publiek was massaal uitgelopen voor deze begrafenis.
- Op 16-05-1936 werd ze herbegraven op het Erepark (rondpunt perken A-B-C-D, graf 35).
- Op de Grote Markt 58 in Antwerpen weerd een gedenkplaat aangebracht op haar geboortehuis.
- Alice Nahon schreef eenvoudige, bijna kinderlijk gevoelige gedichten.
- Terugkerende thema's in haar werk zijn eenzaamheid, geloof en verlangen naar geluk.
- In Putte (België) is in 1990 een basisschool naar Alice Nahon genoemd. In deze plaats staat ook haar standbeeld, gemaakt door Liliane van Lierde.
Anderen over Alice Nahon
(Libelle, 1949)- Hoe meer men de bundeltjes poëzie van Alice Nahon leest, des te beter gaat men verstaan, wat er eigenlijk leeft in de ziel der jonge dichteres. hoe daar altijd weer worstelen het immer opvlammende levensideaal en de pijnlijk contrasteerende levensrealiteit. (C. Tazelaar, in Keurgedichten van Alice Nahon, blz. 12)
- Zelden is het werk van een dichteres zo volksgeliefd geweest als dit van de jonggestorven Alice Nahon. Het geheim van haar populariteit is een beminnelijke schuchterheid, die niet steeds de openhartigheid in de weg staat, alook een uitgesproken sensibiliteit, wanneer het er op aankomt typisch vrouwelijke gevoelens, verzuchtingen en verdrietigheden onder woorden te brengen, zulks met een zeer grote, fris aandoende eenvoud. (Femina, deel 3, blz. 268)
- 'Dit is opgedragen aan Alice Nahon, maar ik weet niet of die naam u iets zegt,' zei hij koel. Ik antwoordde: 'Bidden is niet enkel knielen. 't Is in 't huis van onbeminden, lampen van gevoel doen branden.' Ik keek hem iets te triomfantelijk aan. 'Dat is van Alice Nahon,' zei ik. Hij knikte met tegenzin, haalde een pen tevoorschijn en begon de gedichten zorgvuldig te voorzien van zijn naam. Van mijn belezenheid had hij nu een overtrokken indruk. Als jongen van een jaar of vijftien had ik schilderles van een man die in 's-Gravenhage jeugdleider was bij de socialistische AJC en bovendien een maagkwaal had. Op een zomeravond bezocht ik hem, toen hij net van een ziekbed herrezen was. Hij woonde op een eerste etage in een treurige straat, bij zijn zuster, een zwijgzame vrouw, die meer van hem begreep dan hij zelf. Terwijl we samen in de voorkamer bij het open raam zaten kwam een groep jongens en meisjes van de AJC in rotten van vier aanmarcheren. Voor zijn huis maakten ze halt en front en zongen: 'Eens komt de schone, klare dag'. Het was een aubade, een nu in onbruik geraakte gewoonte. Hij verhief zich voor het open raam, sidderend over zijn hele lichaam. De tranen stroomden over zijn wangen. Het verbaasde en geneerde me. Ik was er te jong voor. Mijn sentimentaliteit lag ergens anders. Schilderen heeft de jeugdleider me niet kunnen leren, maar hij gaf me Kees de jongen te leen en reciteerde, tijdens de lessen, poëzie. Onder meer die regels van Alice Nahon. Ik vergat ze niet en ze kwamen nu te pas. (Simon Carmiggelt, Met de neus in de boeken, blz.18/19)
- Momenteel wordt ze amper meer gelezen, maar voordat de grote stilte zich in de jaren zestig over haar werk ontfermde, zijn er van haar bundels met gevoelige (dan wel sentimentele) en melancholieke verzen in eenvoudige taal, niet minder dan 250.000 exemplaren verkocht. (Biblioweb)
- Voor politiek had ze weinig gevoel. Voor filosofie evenmin. Een vrome maagd was Alice ook al niet. Volgens sommigen was zij nymfomaan, volgens anderen onderhevig aan sterke stemmingswisselingen. Sommige mannen vonden haar 'een lekker stuk', anderen spraken van haar 'ledige onbenulligheid en achterbuurtsche pose'. Bij de ontluistering van het beeld past dan ook een mogelijke zwangerschap. Er zijn sterke aanwijzingen voor een miskraam, of zelfs een abortus - in 1931. (Guus Middag, NRC, 22-05-2009)
Mijn favoriete citaat
Want, door elk geluk moet schreien,
Schemering van droefenis...
Als een liefde,
Die door bei geweten,
Nog onuitgesproken is...
(Alice Nahon, Rozenknop ((fragm.), Vondelingskens, blz. 16)
Uit mijn weblog
18 juni 2007
Af en toe krijg ik n.a.v. mijn site en dit weblog aparte en/of onverwachte mailtjes. Vandaag geldt dat voor een mailtje uit België. Iemand heeft het gipsen (plaasteren zeggen ze in Vlaanderen) dodenmasker van Alice Nahon te koop en ik mag er op bieden. Het is literair natuurlijk wel een 'hebbedingetje'. Maar wat zou je er voor moeten bieden? En hoe weet je dat het het originele dodenmasker is?
8 december 2008
Vandaag reageert iemand per mail op dat masker: 'Beste ! Ik las en zag toevallig het dodenmasker op jouw blog op internet van Alice Nahon. Je stelt je daar vragen over en terecht. Bij mijn weten (ik bouwde al sinds dertig jaar een collectie op rond de dichteres). Zopas verscheen ook de nieuwste biografie over Alice. Nergens werd ooit melding gemaakt dat van de dichteres een dodenmasker werd gemaakt. Men gebruikt daarvoor was, dat op het gezicht wordt gelegd. Nadien afgegoten in gips. Dan heb je voorhoofd mond ogen etc... Maar met die was heb je geen haren erbij zoals hier... ook dat is hier wat gefantaseerd. En gekleurd, met een blos op de wangen etc. Ook dat is mij vreemd. Dit is zeker een poging postuum op basis van een afbeelding ??? En niet genomen op het ware gelaat., en dan is het ook geen dodenmasker. Hartelijke groeten !'
Handtekening onder handschrift 'Der
menschen school' in Verzamelde gedichten |
Bronnen o.a.
- P. van Renssen, Nieuwe Nederlandsche lyriek (1927)
- Spectrum Nederlandstalige auteurs (1985)
- Oosthoek Lexicon Nederlandse & Vlaamse literatuur (1996)
- Hans Heesen e.a., Waar ligt Poot? (1997)
- Schrijvers. 2000 auteurs van de 20e eeuw van A tot Z (2002)
- Behoudens deze steen. Een gids langs schrijversgraven in Nederland en Vlaanderen (2004)
- Website van de Koninklijke Bibliotheek (oktober 2018)