J. van Oudshoorn
Profiel
Achternaam: van Oudshoorn
Voornaam: J.
Geboren: 20-12-1876
Te: Den Haag
Overleden: 31-07-1951
Te: Den Haag
Pseudoniem(en): J. van Oudshoorn was het pseudoniem van Jan Koos Feylbrief. Hij gebruikte ook het pseudoniem J. Rating en J.K.F.
Van Oudshoorn scheidde zijn schrijverschap zo sterk van zijn dagelijks bestaan, dat hij over zijn alter ego Van Oushoorn in de derde persoon schreef - alsof het pseudoniem werkelijk iemand anders was.
Voor tweedehands boeken | Ook van J. van Oudshoorn |
Raban Internet Antiquariaat | Klik hier ! |
Werk
Proza
- Willem Mertens' Levensspiegel (1914)
- Louteringen (1916)
- Verhalen (1921)
- Tobias en de dood (1925)
- Laatste dagen (1927)
- Pinksteren (1929)
- In memoriam (1930)
- Achter groene horren (1943)
- De fantast: een ongeloofwaardig verhaal (1948)
- Doolhof der zinnen (bloemlezing door V.E. van Vrielsand) (1950)
- Bezwaarlijk verblijf (bezorgd door W.A.M. de Moor) (1965)
- Verzamelde werk 1 (bezorgd door W.A.M. de Moor) (1968)
- Paraphrase (bibliofiel, 50 ex.) (1973)
- Verzamelde werk 2 (bezorgd door W.A.M. de Moor) (1974)
- Galant Avontuur (bibliofiel, 200 ex.) (1979)
- Jeugd. Vijf verhalen (1983)
- Marionetten: nagelaten proza en toneel (1987)
Toneel
- Zondag, een poging tot conflict (1919 - opgevoerd in 1979)
- Marionetten: nagelaten proza en toneel (1987)
Brieven
- Het onuitsprekelijke (1968)
- 1 brief van J. van Oudshoorn aan A.J.G. Schmitt (oktober 1905) in 'Briefgeheim', samengesteld door René van Stipriaan (1993)
- J. van Oudshoorn, Openbaar vertoon: een brief aan Leo van Breen (bibliofiel, 75 ex.) (1998)
- Een ietwat vreemd product: vijf brieven rondom het verhaal 'Doodenakker' (bibliofiel, 90 ex.) (2015)
- Kaarten uit Berlijn (bezorgd door Jan Paul Hinrichs) (bibliofiel, 75 ex.) (2018)
Dagboeken
- Dagboek 1943-1947 (2016)
- Dagboek 1934-1943 (2017)
Vertalingen
- Van Oudshoorn maakte zelf een Duitse vertaling van Willem Merten's Levensspiegel, maar heeft hier geen uitgever voor kunnen vinden.
- H.P. Uhlenbusch, Leonidas de overwinnaar (1943)
- J.C. Chronsky, De schamele vreugden van Josef Mak: Slowaaksche roman (1945)
- Alienation (Engelse vertaling van 'Willem Mertens' levensspiegel' door N.C. Clegg, in één band met 'The House on the Canal' van Frans Coenen) (1965)
Bloemlezingen
Tijdschriften
- In 1920 werden brieven van Oudshoorn gepubliceerd in 'Groot Nederland'.
- J. van Oudshoorn was medewerker van 'De Gids'.
- J. van Oudshoorn publiceerde in 'De Nieuwe Gids', 'De Nieuwe Amsterdammer'.
Over J. van Oudshoorn
- Een interview met J. van Oudshoorn in 'Sprekende schrijvers' van G.H. 's-Gravesande (1935)
- 1 hoofdstuk: 'J. van Oudshoorn - Willem Mertens' levensspiegel' in '1905-1955 van jaar tot jaar van boek tot boek. Hoogtepunten uit vijftig jaar nederlandse letterkunde', uitgezocht en ingeleid door dr. J. Hulsker en Dr. G. Stuiveling (1956)
- 1 hoofdstuk: 'J. van Oudshoorn' over 'Doolhof der zinnen' in 'Onderzoek en vertoog 2' van Victor E. van Vriesland (1958)
- 1 hoofdstuk, 'J. van Oudshoorn' in 'Gegist bestek deel 1: Benaderingen en ontmoetingen' van C.J.E. Dinaux (1958)
- W.A.M. de Moor: 'J. van Oudshoorn als broodschrijver' in 'Tirade 176' (april 1972)
- 'Tirade' gaf in november/december 1976 een Van Oudshoorn-nummer uit (nr. 219/220), met o.a. nog onuitgegeven werk.
- Wam de Moor, 'Over J. van Oudshoorn: een keuze uit meer dan zestig jaar informatie over leven en werk in dag-, week- en maandbladen' (1976)
- Wam de Moor, 'J. van Oudshoorn en het hoertje van de filosofie' in 'De Revisor' (augustus 1977)
- Wam de Moor: 'De schetsen van J. van Oudshoorn' in 'Maatstaf' (augustus/september 1977)
- Marina de Bruijn, 'J. van Oudshoorn, 1879-1951: de tekst van een radiodokumentaire over de ambtenaar-schrijver Jan Koos Feijlbrief, die onder de naam J. van Oudshoorn publiceerde van 1914-1950' (1979)
- W.A.M. de Moor, Over Willem Mertens' levensspiegel van J. van Oudshoorn (1979)
- 1 hoofdstuk: 'Hotz, de vrouwen en Van Oudshoorn' in 'Wilt u mij maar volgen' van Wam de Moor (1980)
- Frans Hiddema, 'Schuld en boete in Willem Mertens' levensspiegel' (1981)
- W.A.M. de Moor: 'Over J. van Oudshoorn' in 'Revisor 1982/2' (april 1982)
- W.A.M. de Moor, Van Oudshoorn. Biografie van de ambtenaar-schrijver J.K. Feijlbrief (proefschrift - 2 delen) (1982)
- Jos Radstake, 'Een mooi, innig navrant verhaal Over 'Pinksteren' van J. van Oudshoorn' in 'Bzzlletin 112' (januari 1984)
- Hanny Michaelis, 'De Moor, Van Oudshoorn en de kritiek' in 'Tirade 290' (januari/februari 1984)
- Jos Radstake, 'J. van Oudshoorn en Judith' in 'Tirade 306' (september/oktober 1986)
- 1 hoofdstuk: 'J. van Oudshoorn, Willem Mertens' levensspiegel' door Wam de Moor in 'Lexicon van Literaire Werken' (augustus 1990)
- W. de Graaf, 'Het aangeraakte boek' (bibliofiel, 30 ex.) (1991)
- Een bijdrage over J. van Oudshoorn in 'Kritisch Lexicon van de Nederlandstalige Literatuur na 1945' door Wam de Moor (november 1994)
- Ute Schürings, 'Metaphern der Großstadt: niederländische Berlinprosa zwischen Naturalismus und Moderne' (2008)
- Jan Paul Hinrichs, 'De Berlijnse stamtafel van J. van Oudshoorn' in 'De Parelduiker' (2016/1)
- F.B. Hotz, 'Over J. van Oudshoorn: vijf brieven aan Wam de Moor' (bibliofiel, 115 ex.) (2016)
- Jan Paul Hinrichs, 'J. van Oudshoorn en een hongerkunstenaar' in 'De Parelduiker' (2018/2)
Diversen: (Zonder een schijn van volledigheid)
- 1 parodie op J. van Oudshoorn in 'Idem: tien parodieën' van F. Bordewijk (1957)
- Bulkboek 81 was aan J. van Oudshoorn gewijd, met als titel: 'Pinksteren'.
- Max Pam noemde in 'De Tijd' van 21-12-1979 als de drie beste
boeken van de jaren '70:
- Jeroen Brouwers, Zonsopgangen boven zee
- J.M.A. Biesheivel, De verpletterende werkelijkheid
- Van Oudshoorn, Verzamelde romans en Verzamelde novellen en schetsen - Erik van Zuylen maakte een televisie-documentaire over J. van Oudshoorn met als titel: 'Doolhof der zinnen'. De documentaire werd in april 1981 door de NOS uitgezonden.
- Willem Mertens uit 'Willem Mertens' levensspiegel' werd door Inez van Eijk en Rudi Wester beschreven in hun 'Honderd helden uit de Nederlandse literatuur'.
- 'Willem Merten's levensspiegel' werd in 1986 door C.J. Aarts en N. van der Meulen in hun boek 'Het literair eeuwboek. Honderd jaar het boek van het jaar' uitgeroepen tot het beste boek van 1914.
- 'Tobias en de dood' werd in 1986 door C.J. Aarts en N. van der Meulen in hun boek 'Het literair eeuwboek. Honderd jaar het boek van het jaar' uitgeroepen tot het beste boek van 1925.
- F.B. Hotz noemt in 'Het favoriete personage' (1983) Tobias Termaete uit 'Tobias en de dood' van Van Oudshoorn als zijn favoriete personage.
- 'Pinksteren' werd in 1986 door C.J. Aarts en N. van der Meulen in hun boek 'Het literair eeuwboek. Honderd jaar het boek van het jaar' uitgeroepen tot het beste boek van 1929.
- 'Vrij Nederland' vroeg auteurs om hun top-10 voor 'De leeslijst'.
De lijsten stonden in het nummer van 12-09-1987.
- 'Tobias en de dood' stond in het lijstje van Maarten 't Hart op nr. 4.
- 'Willem Merten's levensspiegel' stond op het lijstje van René Stouten op nr. 4. - Marcel van Eeden maakte tekeningen naar 'Laatste dagen'. De tekeningen werden geprojecteerd en tentoongesteld van 12 maart t/m 24 maart 2005 in de Haagse Centrale Bibliotheek. In 2005 verschenen ze ook in boekvorm.
Literaire prijzen
- Jacobson-prijs 1950 voor 'Doolhof der zinnen'
Biografische opmerkingen
- De vader van J. van Oudshoorn was ambtenaar.
- Na de HBS (op de Bleyenburg) studeerde hij enige tijd aan het Instituut voor Indische Dienst in Delft.
- Van Oudshoorn werkte vvanaf 1 oktober 1899 op het ministerie van Buitenlandse Zaken en van 1905 tot 1 maart 1933 bij het Nederlandse Gezantschap in Berlijn, eerst als kanselier, vanaf 1911 als directeur. In 1933 werd hij hier vroegtijdig ontslagen. (als bezuinigingsmaatregel, maar ook wordt wel beweerd dat het vanwegen een kastekort zou zijn). Hij kreeg een wachtgeld tot zijn pensioen in 1941.
- Van Oudshoorn was in 1912 getrouwd met een Duitse vrouw- de vier jaar jongere zangeres Maria Elise Gertrud Teichner, die hij in zijn Berlijnse tijd had leren kennen. Het huwelijk bleef kinderloos.
- Frans Coenen spande zich in Nederland in om het werk van Van Oudshoorn gedrukt te krijgen.
- In 1929 onthulde de Haagse boekhandel Martinus Nijhoff de ware naam van Van Oudshoorn. Deze was hierdoor oaangenaam getroffen.
- Ze verhuisden uit Berlijn naar Den Haag.
- Hij werd kort aan het werk gesteld in Antwerpen, maar ervoer dit zelf als nutteloos werk. Hij heeft hierover het (uiterst kritische) verhaal 'Bezwaarlijk verblijf' geschreven, dat in 1965 door W.A.M. de Moor is uitgegeven.
- Van Oudshoorn hield in 1942 een radiolezing. Voor zover bekend is dit zijn enige openbare optreden.
- Tijdens de Tweede Wereldoorlog werkte hij als rapporteur bij de afdeling Boekwezen van het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten (in feite een vorm van collaboratie). Na de oorlog wordt hij hiervoor (mild) veroordeeld. Hij mocht tot 05-11-1946 niet publiceren.
- Van Oudshoorn was de laatste jaren van zijn leven een verbitterd man.
- Mede door zijn werk in het buitenland stond Van Oudshoorn buiten het literaire leven.
- Uit zijn werk spreekt een negatieve/pessimistische kijk op het leven. Het leven is zinloos en leeg, met een even zinloze dood aan het eind.
- In 1950 vierden enkele bewonderaars Van Oudshoorn's 75e verjaardag met de bedoeling zijn werk weer onder de aandacht te brengen. Het was in werkelijkheid zijn 74e verjaardag.
- Op 27-12-1950 kreeg Van Oudshoorn een hartaanval. Op 01-01-1951 kreeg hij een tweede hartaanval. Hij was daarna bedlegerig. Op dinsdag 31-07-1951 overleed hij thuis, aan het Van Imhoffplein in Den Haag aan een derde hartaanval.
- Van Oudshoorn was Ridder in de orde van Oranje-Nassau.
- J. van Oudshoorn werd op 03-08-1951 begraven op de Gemeentelijke Begraafplaats, Kerkhoflaan in Den Haag (graf A-I-36- nr. 20).
- Er werd door een comité geld ingezameld voor een grafmonument. Het werd op 20-12-1951 onthuld. Het is een opengeslagen boek, dat het laatste werk van de schrijver symboliseert. Gemaakt door M.A. Wolthers-de Blauw.
- De literaire nalatenschap van Van Oudshoorn wordt beheerd door W.A.M. de Moor.
Anderen over J. van Oudshoorn
- Ja, Van Oudshoorn heeft maar weinig geschreven. Soms ben ik er blij om dat hij maar zo'n klein oeuvre op zijn naam heeft staan, want daardoor kom ik er steeds weer toe hem te herlezen. en het is een auteur die men niet moet lezen, maar moet herlezen. Bij elke volgende gelegenheid dat ik zijn in omvang zo bescheiden oeuvre doorneem groeit bij mij de overtuiging dat hij de grootste Nederlandse schrijver is. (Maarten 't Hart, NRC, 31-12-1976)
- Hij droeg een bril met sterk vergrotende, randloze, ronde glazen, waarachter grote, blauwe ogen. Het leken werkelijk een soort poelen van ellende. Zijn gladgeschoren wangen vertoonden diepe, opmerkelijk lange kerven. Ik herinnerde me niet ooit ergens een foto van hem te hebben gezien en vroeg hem wat daarvan de oorzaak was. 'Kijk', zei hij, en haalde een boek van Lodewijk van Deyssel te voorschijn en sloeg het open bij een zeer zelfgenoegzaam portret van die auteur, 'als je zo'n kop hebt, dan kun je je foto laten publiceren.' (W.F. Hermans, Houten leeuwen en leeuwen van goud, blz. 325/327, Van Oudshoorn, wat ik me van hem herinner)
- Van Oudshoorn is in dit werk een schrede verder gekomen op zijn lugubere ontwikkeling. In vorige boeken analyzeerde hij het leven tot op het gebeente, depersonalizeerde hij personen en hun verhoudingen, hier symbolizeert hij de doelloosheid van het geheele leven zelf. zijn kille geschrift is eene vreeselijke vervloeking. (P.H. Ritter (1926), geciteerd in 'Het literair eeuwboek. Honderd jaar het boek van het jaar')
- Ik heb mij vaak afgevraagd of er in de wereldliteratuur met Van Oudshoorn vergelijkbare schrijvers en dichters zijn qua problematiek. Men heeft de namen van Dostojewski, van Sarte en van Camus genoemd. Maar bij deze auteurs is geen sprake van een soort van mystieke verheerlijking van eenzaamheid. Ik geloof dan ook dat die onomwonden verachting en tegelijkertijd hang naar menselijk contact, tezamen met een aarzelend solipsisme, volstrekt uniek is. (Maarten 't Hart, Tirade 219/220, nov./dec. 1976, blz. 563)
- Toch is hij een meester in de analyse van het onderbewustzijn. Een vertegenwoordiger van het zgn. pessimistisch naturalisme. De Dostojewski van Den Haag zou je hem kunnen noemen. (VARA-gids, 21 april 1981)
- De schrijver Van Oudshoorn was zijn tijd ver vooruit met zijn behandeling van seksuele drang en masturbatie, hoe verhuld hij dat ook deed. (P.M. Reinders, NRC, 10-12-1982)
Mijn favoriete citaat
Het huwelijk is een hoger soort....vergissing.
(J. van Oudshoorn, geciteerd in AD, 05-1-1982)
Bronnen o.a.
- P.H. Dubois, Hedendaagse Nederlandse kunst: Letterkunde (1956)
- Lexicon van de moderne Nederlandse literatuur (1978)
- Houten leeuwen en leeuwen van goud, W.F. Hermans (1979)
- Spectrum Nederlandstalige auteurs (1985)
- Nederlandse literaire prijzen 1880-1985 (1986)
- Winkler Prins lexicon van de Nederlandse letterkunde (1986)
- Prisma van de pseudoniemen (1992)
- Oosthoek Lexicon Nederlandse & Vlaamse literatuur (1996)
- Hans Heesen e.a., Waar ligt Poot? (1997)
- Schrijvers. 2000 auteurs van de 20e eeuw van A tot Z (2002)
- Behoudens deze steen. Een gids langs schrijversgraven in Nederland en Vlaanderen (2004)
- Website van de Koninklijke Bibliotheek (juni 2024)