J.J. Voskuil
Profiel
Achternaam:Voskuil
Roepnaam: Han
Voornamen: Johannes Jacobus
Geboren: 01-07-1926
Te: Den Haag
Overleden: 01-05-2008
Te: Amsterdam
Pseudoniem(en): J.J. Voskuil schreef recensies van Duitse en Franse literatuur voor de'Nieuwe Rotterdamse Courant' en 'Litterair Paspoort' onder het pseudoniem Johan Jacob.
Voor tweedehands boeken |
Ook van J.J. Voskuil |
Raban Internet Antiquariaat |
Klik hier ! |
Werk
Poëzie
-
Ik drink alleen om je dubbel te zien (bibliofiel, 150 ex.)
(2014)
Proza
- Bij nader inzien (2 delen) (1963)
- Bij nader inzien (2e druk, in één band) (1985)
- Meneer Beerta (Het bureau deel 1) (1996)
- Vuile handen (Het bureau deel 2) (1996)
- Plankton (Het bureau deel 3) (1997)
- Het A.P. Beerta-Instituut (Het bureau deel 4) (1998)
- De moeder van Nicolien (1999)
- Afgang (Het bureau deel 6)
- De dood van Maarten Koning (Het bureau deel 7) (2000)
- Requiem voor een vriend (2002)
- Onder andere - Herinneringen en dagboekbladeren (2007)
- Bestiarium (2008)
- Binnen de huid (2009)
- Jeugdherinneringen (2010)
- De buurman (2012)
- Mensenkinderen (2015)
- Melk (bibliofiek, 130 ex.) (2016)
- Postscriptum (bibliofiel, 100 ex.) (2019)
- Had je nog willen wandelen? Mieterse wandelingen met Maarten Koning (samengesteld door Wim Huijser) (2021)
Brieven
- 2 brieven van Geert van Oorschot aan J.J. Voskuil (met zijn
commentaar) in: 'Geert van Oorschot, Brieven van een uitgever'
(1995)
- Beste meneer Jaarsma: een brief van J.J. Voskuil aan Dam
Jaarsma (2000)
- Hopelijk gaat het straks bij God beter (Vier brieven aan Henk Romijn Meijer (bibliofiel, 100 ex.) (2012)
- Een trans-Atlantische briefwisseling (met Henk Romijn-Meijer) (2013)
- Beesten (met Detlev van Heest) (bibliofiel, ca. 100 ex.) (2020)
Dagboeken
- Reisdagboek 1981 (2000)
- Terloops. Voettochten 1957-1973 (2004)
- Buiten schot. Voettochten 1974-1982 (2005)
- Gaandeweg. Voettochten 1983-1992 (2006)
- Onder andere. Herinneringen en dagboekbladeren (2007)
- Kladboek 1955-1956 (bibliofiel, 80 ex.) (2018)
- Bijna een man: Dagboeken 1939-1955 (2022)
- Capitulatie: Dagoeken 1956-1965 (2023)
- Martelaarschap: Dagboeken 1965-1974 (2023)
- Uitzicht op geluk: Dagboeken 1974-1976 (2024)
- De bodem van het bestaan: Dagboeken 1975-1980 (2024)
- Bevrijding: Dagboeken 1981-1987 (2025)
- Het zwijgen: Dagboeken 1987-2006 (2025)
Toneel
- Mensenkinderen (2015) (in 2008 gepubliceerd in 'Tirade', in 2010 gespeeld door 'De Toneelschuur')
Wetenschappelijk werk
- Het Nederlands van Hindoestaanse kinderen in Suriname: onderzoek
naar de invloed van de moedertaal bij het aanleren van een vreemde
cultuurtaal (1956)
- Het ophangen van de nageboorte van het paard (1969)
- De benaming van houtverbindingen en constructieve houten elementen bij oude boerderijen. Een voorstel tot normalisering (met G. Berends) (1973)
- Twaalf bakkers en twee bakkersdochters: in gesprek met J.J. Voskuil (met A.C. Spil en F.M.A. van der Wiel) (1978)
- Van vlechtwerk tot baksteen. Geschiedenis van de wanden van
het boerenhuis in Nederland (1979)
- Kohieren van de tiende penning van Overschie 1561 en Twisk
1561 (1982)
- Bakkers en schenkers / "Bedankd!", E. Jansen, geïnterviewd
op 10 juli 1974 (met A.C. Spil) (1999)
Overige non-fictie
Ik ben ik niet: essays (2014)
Vertalingen/bewerkingen
Vertaald
- Direktor Beerta (Duitse vertaling van 'Meneer Beerta' door Gerd Busse) (2012)
- Schmutzige Hände (Duitse vertaling van 'Het Bureau 3: Vuile handen' door Gerd Busse) (?)
-
Plankton
(Duitse vertaling van 'Het Bureau 3: Plankton' door Gerd Busse) (2015)
- Das A.P. Beerta-Institut (Duitse vertaling van 'Het Bureau 4: Het A.P. Beerta-Instituut' door Gerd Busse) (2015)
- Und auch Wehmütigkeit (Duitse vertaling van 'Het Bureau 5: En ook weemoedigheid' door Gerd Busse) (2016)
- Abgang (Duitse vertaling van 'Het Bureau 6: Afgang' door Gerd Busse) (2017)
- Der Tod des Maarten Koning (Duitse vertaling van 'Het Bureau 7: De dood van Maarten Koning' door Gerd Busse) (2017)
- Die Mutter von Nicolien (Duitse vertaling van 'De moeder van Nicolien' door Gerd Busse) (2021)
J.J. Voskuil schreef een voorwoord voor
- E. Heupers, Volksverhalen uit Gooi- en Eemland en van de
westelijke Veluwe (1979)
Bloemlezingen
- Hanny Michaelis, Een keuze uit haar gedichten (2005)
'Gebloemleesd'
Poëzie
- 1 gedicht: 'Ik drink alleen om je dubbel te zien' in 'Van Oorschot 2016 Poëziekalender', samengesteld door Janita Monna en Menno Hartman (2015)
Proza:
- 2 bijdragen in 'Kroniek van kunst en kultuur. Een keuze uit de jaargangen 1935-1952', redactie L.P.J. Braat (1977)
- 1 citaat: 'Voor je vrienden moet je je altijd verbergen'
in 'Prisma van de citaten' (1994)
- 1 verhaal: 'Prediker 12, vs 12' in 'Goed gebundeld 1998'
samengesteld door Jinke Obbema (1998)
- 1 citaat in 'Nederlandse wijsheden', verzameld door Hans Keizer (1998): 'Voor je vrienden moet je je altijd verbergen.'
- 1 verhaal: 'D.J.V. De voetbaljaren' in 'Het beste uit 15 jaar Hard gras', samengesteld door Henk Spaan, Hugo Borst en Matthijs van Nieuwkerk (2010)
- 1 fragment uit: 'Bij nader inzien' in 'De Nederlandse coming of age-literatuur in 100 verhalen', verzameld door Ronald Giphart (2014)
- 2 citaten in 'De taal der liefde: literair woordenboek van seks en erotiek' van Ton den Boon (2017)
- 1 citaat in 'Niederländische Weisheiten', redactie Anika Seemann (2020): 'Vor deinen Freunden musst du dich immer verbergen'
- 2 fragmenten: 'Het A.P. Beerta Instituut' en 'Onder andere' in 'Hier loop ik dan: het mooiste uit de Nederlandse wandelliteratuur', samengesteld door Wim Huijser (2021)
Tonen
Tijdschriften
- J.J. Voskuil publiceerde wetenschappelijk werk in 'Atlas',
'Volkskunde' en in 'Volkskundig Bulletin'. Bijv. artikelen over:
Jaarvuren in Nederland, De verspreiding van de kerstboom in Nederland,
Broodconsumptie in Nederland, De verspreiding van koffie en thee
in Nederland.
- In Volkskundig Bulletin 14 (1988) stond een bibliografie
van zijn wetenschappelijk werk door E. Doelman.
- J.J. Voskuil schreef recensies van Duitse en Franse literatuur voor de 'Nieuwe Rotterdamse Courant' en 'Litterair Paspoort' onder het pseudoniem Johan Jacob.
- 'De moeder van Nicolien' verscheen in 'Tirade' nr. 40. Ook
in latere nummers van 'Tirade' verschenen nog romanfragmenten.
- J.J. Voskuil publiceerde in 'Propria Cures', 'De vrije katheder', 'Kroniek van Kunst en Kultuur', 'Optima', 'Onvoltooid verleden'
en 'Hard gras'.
Over J.J. Voskuil
- A.C. Spil en F.M.A. van der Wiel, 'Twaalf bakkers en twee
bakkersdochters / in gesprek met J.J. Voskuil' (1978)
- J. Fontijn, Op bezoek bij J.J. Voskuil (1991)
- Een bijdrage over J.J. Voskuil in 'Kritisch Lexicon van de
Nederlandstalige Literatuur na 1945' door Harry Bekkering (november
1992)
- 1 hoofdstuk: 'Frida en Voskuil' in 'Subject: Notities 1988-1994' van D. Vriesman (1994)
- Gerrit Jan Zwier besteedt in 'Dagboek van een provinciaal'
aandacht aan J.J. Voskuil (8 septemer 1995)
- Harry Bekkering en Ad Zuiderent (red.), 'Jan Campert-prijzen
1997' (1997)
- J. Goossens, 'Het wetenschappelijk bedrijf in Voskuils roman Het Bureau' in 'Literatuur' (mei/juni 1997)
- Elsbeth Etty, '..die niemand kan verklaren,..' : de hogere
werkelijkheid van J.J. Voskuil' (lezing, bibliofiel, 225 ex.)
(1998)
- 1 hoofdstuk: 'Bij een roman telt alleen het resultaat. De polemiek over Het bureau van J.J. Voskuil' in 'De troost van de slapstick' van Arnon Grunberg (1998)
- 1 hoofdstuk: 'Satire van de onmacht' in 'Brood op de plank. Verzameld Kritisch Proza 2' van Adriaan Morriën (1999)
- Arjan Peters, 'Ingang tot 'Het bureau' van J.J. Voskuil'
(2000) (was gratis bij aanschaf van 'De dood van Maarten Koning').
- Ralf Grüttemeier, 'Das Bild vom Autor in der modernen
niederländischen Literatur' (2000)
- 1 hoofdstuk: 'J.J. Voskuil - Bij nader inzien' door Ton Anbeek in 'Lexicon van Literaire Werken' (februari 2000)
- Ingrid Harms, 'Het Bureau 2a: het bureau slaat terug: de
personages van Voskuil over hun karikatuur' (2000)
- Arjan Peters (samenstelling), 'Nog even een ommetje. Beschouwingen
over 'Het bureau' van J.J. Voskuil' (2000)
- Onno-Sven Tromp, Wat doe jij in mijn stad? Een literaire
wandeling door het Amsterdam van J.J. Voskuil (Bas Lubberhuizen,
2000)
- J. Heymans, 'Lam naast leeuw: over J. J. Voskuil' (gesprekken
met Voskuil) (2000)
- Ries Agterberg, 'Op zoek naar J.J. Voskuil' in 'Literatuur' (januari/februari 2001)
- Cor Gerritsma, 'Moeder & kind: 4 thematische uittreksels
van Gesloten huis van Nicolaas Matsier, Mevrouw mijn moeder van
Yvonne Keuls, De moeder van Nicolien van J.J. Voskuil, Annie
van Kees van Kooten (2002)
- Megchel J. Doewina, 'Meneer Beerta en de Vuile Handen' in 'Hollands Maandblad' (november 2002)
- Willem van den Berg, 'Ik studeer niet, ik ben student - Bij nader inzien van J.J. Voskuil' in 'Literatuur' (september 2003)
- Sasja Koetsier, 'Hoor: er is een hommel gered - Het Bureau als hoorspel' in 'Literatuur' (maart 2004)
- Wim Huijser besteedt in 'Kingdom of Books' (2007) een hoofdstuk
aan Offa's Dyke Path. Hierin bespreekt hij ook een gedeelte van
Voskuils 'Buiten schot'.
- 1 hoofdstuk: 'J.J. Voskuil - Het Breau' door Ton Brouwers in 'Lexicon van Literaire Werken' (februari 2009)
- M. Vasalis over 'Bij nader inzien' in een brief aan Geert van Oorschot d.d. juni 1963 in 'Briefwisseling 1951-1987' (blz. 79/80) (2009)
- Een hoofdstuk over 'Bij nader inzien' in '50 maal lezer: Een leesgeschiedenis' van Wim Huijser' (2010)
- Een interview: 'Ik voelde me verraden door mijn vrienden' door Ad Fransen in 'Het moet pijnlijk blijven. De mooiste schrijversinterviews' samengesteld door Frénk van der Linden en Freddy van Thijn (2011)
- Lut Missinne, '
Het Bureau: ein Abend mit J.J. Voskuil' (herschreven door Gerd Busse) (2011)
- Wim Huijser, 'De voskuil-boom loopt verder uit' in 'Boekenpost 132' (juli/augustus 2014)
- 1 hoofdstuk: 'Intussen op Het Bureau' m.b.t. 'De dood van Maarten Koning' van J.J. Voskuil in 'Lezen met ALS. Literatuur als levensbehoefte' van Pieter Steinz (2015)
- Peter Jan Knegtmans over 'Het Bureau' in '
Spiegel of lachspiegel?: de betekenis van de campus novel voor de wetenschaps- en universiteitsgeschiedenis', redactie L.J. Dorsman en P.J. Knegtmans (2015)
- 1 lemma: 'Voskuil, J.J.' in 'Steinz Gids voor de wereldliteratuur' van Jet & Pieter Steinz (2015)
- Een hoofdstuk 'De Voskuil-boom loopt verder uit' in 'In Luiletterland: tussen schrijvers, uitgevers en andere curieuze letterheren m/v/x' van Wim Huijser (2018)
- Wim Huijser, 'Aan de wandel' (2022)
Diversen: (Zonder een schijn van volledigheid)
- 'Vrij Nederland' vroeg auteurs om hun top-10 voor 'De leeslijst'. De lijsten stonden in het nummer van 12-09-1987. 'Bij nader inzien' stond op het lijstje van Digna Sinke op nr. 4.
- 'Bij nader inzien' werd in 1990 voor televisie bewerkt door
Frans Weisz, naar een scenario van Leon de Winter en Jan Blokker
(6 delen).
- 1 portret van J.J. Voskuil in '222 schrijvers. Literaire
portretten' van Eddy en Tessa Posthuma de Boer (2005), met het
citaat 'Je moet de mensen waarover je schrijft zo afwegen
dat aan de ene kant de sympathie bij de lezer blijft bestaan,
maar ook bij jezelf want die heb je ooit gehad. Je mag die niet
verdoezelen. De werkelijkheid moet dus zo benaderd worden dat
je zelf zegt, dit was mijn leven.'
- De VPRO zond in 1998 de documentaire 'Niets mag onopgemerkt
blijven' over het Meertens Instituut uit, waarin collega's van
Voskuil aan het woord komen. Sommigen blijken ongelukkig met
hun rol in zijn boeken, anderen zijn er trots op.
- In 1998 vroeg de Nijmeegse boekhandelaar Roelants aan een
aantal klanten hun oordeel over 'Het bureau' op te schrijven.
Hier zou hij een boekje gemaakt worden dat aan Voskuil overhandigd
zou worden bij een signeersessie. Dit leuke idee liep wat uit
de hand. Het boekje 'Een zondagmiddag met J.J. Voskuil' stond
bijvoorbeeld wekenlang in de boeken top 10 van boekhandel Scheltema
in 'Het Parool'.
- 'De moeder van Nicolien' werd in 1999 uitgegeven als Grote
letterboek.
- Van twee gesprekken van Hanneke Groenteman met J.J. Voskuil
gaf de VPRO een video-band uit: 'Voskuil in De Plantage' (1999)
- Max Pam maakte voor HP/De Tijd (10-09-1999) een lijst met
de 100 beste boeken van de eeuw.
Hij nam hierin op nr. 97 van J.J. Voskuil 'Het Bureau' op (Tot
pagina 287, deel 3).
- 'Het Bureau' werd in 2000 als toneelvoorstelling gebracht:
'Maarten en Nicolien (Het Bureau Thuis)', J.J. Voskuil verleende
er zijn medewering aan.
- Vanaf 5 april 2004 was 'Het Bureau', de romanserie van J.J.
Voskuil die zich afspeelt op het Meertens Instituut in Amsterdam,
te horen als een hoorspelserie met 475 afleveringen.
- 'J. J. Voskuil leest uit Terloops: voettochten door Frankrijk
1962-1966' (2 CD's, 2004)
- 'Requiem voor een vriend' verscheen in 2004 als Grote letterboek.
- 'Gaandeweg' verscheen als luisterboek.
- Een portret (olieverf op doek) van J.J. Voskuil door Ellen Koning (z.j.) in 'Schrijversportretten', samengesteld door Sjoerd van Faassen, Pauline Bloemsma en Hester Quist (2010)
- 'De buurman' stond op nr. 40 in de lijst van 'De 45 beste boeken uit de Nederlandse literatuur (1900-2012)' volgens Max Pam.
- 'De buurman' verscheen in 2012 als Grote letterboek.
- In 'De boekenapotheek - Lees & genees' van Ella Berthoud & Susan Elderkin uit 2013 wordt 'Het Bureau' van J.J. Voskuil genoemd bij 'De tien beste boeken om te lezen in je overbruggingsjaar'. (De Nederlandse boeken zijn aan de vertaling toegevoegd door Maarten Dessing).
- Marsha Keja, ''Houd Maarten onderkoeld, want zo is hij'. J.J. Voskuil en de totstandkoming van het hoorspel Het Bureau' in 'De Parelduiker' (2019/1)
- 'Het bureau', geschreven door J.J. Voskuil ; bewerkt door Emma Ringelding (2021)
Prijzen
- 'Vuile handen' werd genomineerd voor de Libris Literatuurprijs
1997 en voor de Aristeionprijs 1997.
- Bordewijk-prijs 1997 voor de voor 'Het Bureau 1: Meneer Beerta'
en 'Het Bureau 2: Vuile handen'. Het dankwoord van Voskuil werd
gepubliceerd in 'Tirade 372', november 1997.
- Libris Literatuurprijs 1997 voor 'Het Bureau 3: Plankton'.
- Sophia Dierenwelzijnsprijs 1998.
- Prix des Ambassadeurs 1998 voor 'Het Bureau 2: Vuile handen'
en 'Het Bureau 3: Plankton'.
- J.J. Voskuil verbood zijn uitgever na deel vier van 'Het
Bureau' om zijn werk nog te zenden aan jury's voor literaire
prijzen.
- Tijdens de Avond van het boek op 11 maart 2007 werd de top-tien
van beste Nederlandstalige boeken aller tijden bekendgemaakt.'Het
Bureau' stond op de zevende plaats. Er was een internetstemming
aan voorafgegaan waaraan meer dan 15000 mensen meededen.
Biografische opmerkingen
- J.J. Voskuil werd geboren in Den Haag als zoon van Klaas
Voskuil, hoofdredacteur van 'Het Vrije Volk' (1945-1960) en bekend
om zijn 'socialistische commentaar' voor de VARA-radio op zaterdagavond.
Zijn grootvader was bakker in Zwolle.
- J.J. Voskuil ging naar een gymnasium in Den Haag.
- J.J. Voskuil studeerde economie (één jaar)
en daarna Nederlands. Beide in Amsterdam. Tijdens zijn studie
werd hij lid van de democratisch-socialistische studentenvereniging
Politeia. Hij rondde zijn studie af in 1953.
- Voskuil was getrouwd met Lousje Haspers. Ze hadden geen kinderen.
Zijn vrouw komt prominent (als Nicolien) in zijn boeken voor.
- Na zijn studie werd bij Sticusa en (in 1953/1954) als vertaler bij de Europese Gemeenschap
voor Kolen en Staal in Straatsburg (de voorloper van de EEG). Zijn vrouw werkte er als zijn typiste.
- J.J. Voskuil was vier maanden leraar Nederlands aan een kweekschool
in Groningen. Hij nam er zelf ontslag. Vanaf 1956 was hij enkele
jaren werkloos. In die periode schreef hij 'Bij nader inzien'.
- Terug in Amsterdam (september 1956) woonden ze aan de Lijnbaansgracht 84 huis. In oktober 1969 verhuisden ze naar Herengracht 60 éénhoog.
- In 1959 ging Voskuil werken bij het Instituut voor Dialectologie,
Volks- en Naamkunde (later het P.J. Meertens-Instituut). Hij
werkte hier bijna dertig jaar, op 01-07-1987 ging hij (vervroegd)
met pensioen.
- J.J. Voskuil schreef sterk autobiografisch. In 'Bij nader
inzien' over zijn studententijd en in 'Het bureau' over zijn
werk bij het Meertens-instituut. In beide gevallen is Maarten
Koning het alter ego van Voskuil.
- In 'Bij nader inzien' zoekt hij een antwoord op de vraag
wat vriendschap betekent. Het antwoord is 'niets'.
- Opvallend is natuurlijk dat tussen zijn eerste en tweede
boek een periode zit van 33 jaar.
- Uit zijn boeken blijkt dat Voskuil en zijn vrouw zich het
welzijn van dieren aantrokken. In 1997 brengt Voskuil dit in
praktijk door de oprichting van de Stichting Varkens in Nood.
Hiervoor gebruikte hij het geld van de Libris Literatuurprijs.
- Het in 1968 voltooide 'Binnen de huid', handelend over de
jaren 1953-1957 hield hij in portefeuille, omdat het te intiem
is. Het verscheen na zijn overlijden.
- J.J. Voskuil overleed in zijn huis in Amsterdam. Hij leed
aan kanker. Er heeft euthanasie plaatsgevonden. Zijn echtgenote
meldde in 'NRC' dat hij de dag van de arbeid uitkoos voor een
waardig einde aan zijn leven Hij werd op 08-05-2008 begraven
op Oud Eik en Duinen in Den Haag (grafnummer C-206).
Advertentie
(NRC 20-11-1998)
Anderen over J.J. Voskuil
- Verhalen van Han over het Bureau van Meertens, de mensen daar. Han is werkelijk in staat om afgeronde karakterbeschrijvingen te geven; hij begint met een definitie, die vervolgens met voorbeelden wordt toegelicht en genuanceerd, zo, dat je de definitie tenslotte vergeet en een persoon voor je ziet; die definitie aan het begin dient alleen om je wat te oriënteren. In zijn boek gaat hij net zo tewerk. Ik krijg trouwens als hij zulke verhalen doet sterk de indruk dat hij zich oefent. (Frida Vogels, Dagboek 1954-1957, blz. 257/258, 16-07-1957)
- We hadden het over Han en Lousje. Alvise zei dat hij die graag zou leren kennen, en vroeg wat ze van hem zouden vinden? E. zei 'dat zijn mensen zoals God ze geschapen heeft. Geen flauwekul. Bij hen vergeleken, voel ik me een komediant.' (Frida Vogels, Dagboek 1962-1963, blz. 133, 08-07-1962)
- Volgens Xandra Schutte in De Groene is Voskuils Het bureau soap, en dat in de goeie ouderwetse calvinistische traditie. Nou, dat is niet waar. Het is geen soap, want die ziekelijke neiging tot zelfreflectie van de hoofdpersoon (en zijn vernietigende blik op anderen) hoort niet bij soap. En het is niet calvinistisch maar onmaatschappelijk in de Forumstijl. Niet meedoen met de maatschappij als het gaat om status, luxe en macht. Met de bedoeling een honnête home te blijven. Dat is wat anders dan de calvinistische opvatting dat de mens op aarde is om God te eren en verder niks. (Hans Engberts, Winkeldagboek, blz. 204/205, 14-04-1998)
- Ik weet dat dit allemaal ontstellend gezeur is, je kunt er
enkel de spot mee drijven. Zoals vandaag iemand in Propria
Cures doet met het proza van Voskuil. Ook in Erg! van Patrick Demompere wordt eindelijk eens vastgesteld ' dat
het proza van J.J. Voskuil het meest saaie, futloze, kleurloze,
geurloze, slappetheeïge, drogekoekerige, onverteerbare proza
is dat ik ooit onder ogen kreeg'. (Hans Warren, Geheim Dagboek
1998-2000, blz. 236, 20-11-1999)
- Als ik eigenlijk weinig over de inhoud van het boek gezegd
heb, dan moet dit aan het karakter ervan geweten worden. Er wordt
in deze roman over ontzaglijk veel gepraat, maar er gebeurt eigenlijk
niet zoveel in. Voor Neerlandici aan de universiteit van Amsterdam
kan het een sport zijn na te gaan wie Jan, Piet en Klaas nu eigenlijk
in werkelijkheid zijn - velen van hen hebben nu een functie in
het universitaire leven - en voor hen heeft het boek wellicht
hier en daar een "onthullend" karakter, voor de buitenstaander
maakt "Bij nader inzien" toch eerder de indruk van
een bar pretentievolle en ook erg langdradige intellectuele streekroman.
Want wat is het een beperkt kringetje waar Voskuil zijn lezers
binnenvoert! Als Maarten niet bij Klaas op bezoek komt bij wie
over Paul gepraat wordt, dan komt Paul wel bij Maarten om over
Klaas te spreken. Voor wie informatie wenst over het geestelijk
klimaat van een zéér bepaalde kleine groep studenten
tussen 1946 en 1953 bevat "Bij nader inzien" wel het
één en ander. Maar als roman is het boek hier natuurlijk
niet mee gered. (M.L. Nijdam, De Nieuwe Linie, 10-08-1963)
- Met Het Bureau heeft Voskuil zich uitgeroepen tot
de wereldkampioen van het niet-pretentieuze. Het gortdroge doe-maar-gewoon-dan-doe-
je-al-gek-genoeg heeft hij als literair principe tot een ongekende
hoogte weten op te stuwen. (Max Pam, HP/De Tijd, 24-11-2000)
- Over wie de kabouters waren en waar ze vandaan kwamen, zijn
de geleerden het vooral oneens. Ik vertrouw meer op degenen die
de verhalen over de kabouters vertelden dan op de ideeën
van onderzoekers als J.J. Voskuil, die zijn studie naar kabouters
in dienst van het Meertensinstituut alleen met tegenzin deed en
die hen vooral belachelijk heeft gemaakt. In de tijd dat er nog
mensen leefden die verhalen over kabouters kenden en er de bron
van wisten, deden juist onderzoekers als Voskuil minachtend over
het object van hun studie. Bij Voskuil is dat na te lezen in
zijn boeken, zoals de cyclus Het Bureau en De moeder
van Nicolien. In de laatste periode waarin nog enig onderzoek
naar kabouters mogelijk was, heeft hij er met de pet naar gegooid.
(Ton van Reen, Klein volk. De geschiedenis van de kabouter, blz.
9)
- 11 mei Van Dieren naar Brummen met de Voskuils. Toen
de gure ochtendnevels optrokken, werd het een fraaie dag. Ontspannen
landschap. Sierlijk jongvee in de weilanden. Welige bosranden
in het zonlicht. Wat zoek je in de bergen, vroeg Han. Kou, zei
ik. Kou is goed, zei hij, kou hebben wij ook altijd gezocht in
Frankrijk. We gingen steeds later in het seizoen, maar konden
op den duur geen kou meer vinden. Vroeger hadden we hier sneeuw,
zeiden de mensen, nu nooit meer. Waarom hebben jullie geen huisje
op het land, vroeg ik. Hij en Lousje beiden, in volmaakte harmonie:
dan heb je een auto nodig, dan heb je buren - in de stad heb
je ook wel buren, maar die hoef je niet gedag te zeggen. (Koos
van Zomeren, Nog in morgens gemeten, blz. 141)
- Voskuil houdt van afgesabbelde mensen, mensen die door de
branding van het leven zijn gegaan. Er zit een prachtige humaniteit
in zijn romans. (Hans Werkman, Chroom Digitaal, 2003)
- In Onder andere, de bundel 'portretten en herinneringen'
van J.J. Voskuil, zit weer alles wat de schrijver van Het
Bureau zo populair maakt: de in detail opgetekende echtelijke
ruzies, het studentikoze huishouden, de dwarse nostalgie. Via
de fijne schilderingen van de mensen in zijn omgeving biedt Voskuil
ook een ontnuchterend zelfportret. Hij is een mensenhater. Met
humor. (Jeroen Vullings, VN, 10-03-2007)
- De kracht van de schrijver Voskuil lijkt vooral gelegen in
zijn uiterst scherpe waarnemingsvermogen. Maar Of lezers
5500 bladzijden geboeid zullen blijven, dat interesseert me geen
bal, zei Voskuil eens in een interview. Daarvoor
is het niet geschreven. Ik wilde rekenschap geven en dat is gelukt.
Deze opmerking is kenmerkend voor Voskuil, wiens schrijverschap
vooral lijkt ingegeven door een streven naar het doorgronden
van zichzelf. (website KB)
- Hans Baaij herinnert zich in Voskuil een scherp observator
van mensen en zaken. Baaij: In die tijd wilde de minister
van Landbouw Brinkhorst een keer met Voskuil over varkens praten.
Ik belde Voskuil op. Die hield de boot af. Hij dacht dat hij
door de eloquente minister, die vast alles wist onder de tafel
zou worden gepraat. Hij deed het dus niet. De volgende dag belde
hij een beetje verlegen terug. Zijn vrouw Lousje had erop aangedrongen
het toch te doen. Dus ging hij alsnog, want zo was Lousje en
hun verhouding. (Gijs Zandbergen, Volkskrant 04-05-2008)
- In de wandeldagboeken van Voskuil lijkt het continu te regenen. Toen ik daar een keer een opmerking over maakte, zei Lousje: 'Maar het regende bijna nóoit.' (Bovendien: 'We zijn toch niet van peperkoek?') (Koos van Zomeren, Naar de natuur, blz. 59)
- De rest van de middag Voskuil gelezen (De moeder van Nicolien). Een eigenaardig stel, die twee, maar hij schrijft het mooi op. (Kees Klok, Reisgriep, blz. 47, 29-03-2007)
- In een hoekje van de boekhandel lagen ook nog twee exemplaren van Das Büro van 'onze' Voskuil, de letterlijke vertaling van zijn megaroman. Afhankelijk van het verkoopsucces van het in een strak jasje gestoken eerste deel - Direktor Beerta - zullen ook de andere zes delen vertaald worden. De Duitse reacties op het boek waren gemengd, net als in Nederland. Wie als lezer herkenning zoekt in een roman, en zich kan verplaatsen in het 'bunkerleven' van de 'grijze kantoorman' Maarten Koning, die altijd onder spanning staat, zowel op het Volkskundig Bureau waar hij de kost verdient, als thuis, waar een altijd vittende vrouw hem wacht, geeft zich algauw gewonnen aan de beschrijving van de traag ronddraaiende tredmolen waarin de hoofdpersoon zich bevindt. Wie echter vindt dat de literatuur aan het dagelijks leven moet ontstijgen, en verwacht dat de 'verbeelding' deze vlucht naar het Hogere in schone woorden zal bezingen, ziet niets in het grauwe bestaan van deze gekwelde kleine geest. (Gerrit Jan Zwier, Pension Waldidylle, blz. 169/170)
- Het Bureau las ik al drie keer. Maar een vierde keer kan ook. Ik vind dat het allermooiste boek dat ooit in de Nederlandse taal is geschreven. Momenteel ben ik bezig in De buurman. Ik heb het nodig nu: Voskuil als troostlezen, een bekende en veilige wereld waarnaar ik elke avond kan terugkeren. Boeken die feitelijk nergens over gaan maar o zo mooi zijn, en zo mooi kaal geschreven. Met humor ook. (Gerbrand Bakker, Knecht, alleen, blz. 36)
- Sinds Voskuil is genoemd, moet ik steeds aan die keer denken dat hij de winkel binnenkwam, samen met dat weerspannige vrouwtje van hem, Nicolien. Ze zagen eruit als mensen die waren komen lopen omdat ze geen geld
hadden voor de bus. (Zo is mijn tot op de draad versleten zandkleurige pullover de 'voskuiltrui' gaan heten.)
Goed, ze kwamen de winkel in, ze keken hoe Het bureau erbij stond, ik meen dat deel 4 net was uitgebracht, maar elk ander deel is ook goed: we hadden er een piramide van bij de ingang staan - en ze vertrokken met een dichtbundel van Szymborska in cadeaupapier. (Koos van Zomeren, Gevolgen, blz. 69/70)
Uit mijn weblog 6 januari 2007
Bij de boeken die ik vorige week bij Van Kooten kocht zat 'Het
Bureau 7'. Daarbij zat als bijlage het boekje 'Ingang tot Het
Bureau van J.J. Voskuil'. Ik heb ergens genoteerd dat het gemaakt
is door Arjan Peters, maar in het boekje zelf kom ik dat niet
tegen. Het geeft de verkorte inhoud van alle zeven delen en een
compleet personenregister. Het personenregister is misschien
wel handig, omdat er nogal wat personen optreden. Soms denk je:
'Had ik over die man nou al eerder gelezen?' Dat is dus na te
zoeken. Het was pas echt een leuk boekje geweest, als de échte
namen erbij hadden gestaan. Er staat bijvoorbeeld: HAAN, Dé
(hoofd van de afdeling Volkstaal): 1/770. 2/581.
3/825. 4/982. 5/922. 6/705. De echte
naam van Dé Haan was Jo Daan. Die weet ik toevallig, maar
ik zou dat van veel anderen ook wel willen weten. Je zou dan
bijvoorbeeld ook kunnen bekijken of er een systeem zit in de
andere namen die hij verzonnen heeft. Bij Dé Haan is de
eerste letter van de verzonnen voornaam dezelfde letter als de
eerste van de échte achternaam. Deed hij dat altijd, of
is dit toeval? De verkorte inhoud is onzinnig. Als er één
boek is, waarbij het níét om de inhoud gaat, dan
is het wel 'Het Bureau'. Er gebeurt niets, of nauwelijks iets.
Het gaat om de sfeer, om de beschrijvingen van personen, om de
woordkeus en niet om wat er eigenlijk gebeurt. De omslag van
het boekje is wel aardig. Er is een kaartenbaksysteem te zien.
Ongetwijfeld het trefwoordenregister van Maarten Koning. Bij
het lezen heb je een beeld van zo'n kaartenbak in je hoofd. Bij
mij waren dat houten kastjes met plastic laden (had de bibliotheek
in Veenendaal die vroeger en komt daar mijn beeld vandaan?).
Maar deze zien er heel anders uit. |
 |
Er blijkt een overzicht te beestaan van 'Wie wie is in Het
Bureau'!
- Wie
is wie in Het Bureau 1-3
- Wie
is wie in Het Bureau 4
- Wie is wie in
Het Bureau 6 en 7
Mijn favoriete citaat
Zittend op de divan, luisterend naar de muziek,
dwaalden zijn gedachten weg.
Hij vroeg zich af wat er vergeleken bij vroeger veranderd was.
Wanneer en waarom had alles zijn glans verloren?
En vervolgens kwam hij als zo vaak tot de slotsom
dat hij in tegenstelling tot vroeger geen grein geloof meer had
in de beheersbaarheid van de mens en de maakbaarheid van het leven.
Wat hij vroeger, toen hij er nog wel in geloofde, trouwens ook
al zei.
De mens is een beest. Maar het was veel erger dan hij toen al
wist.
Toen zag hij nog niet hoe de hele troep door een mateloos egoïsme
naar de verdommenis ging
en dat dat egoïsme zo groot was dat ieder ander volstrekt
onbereikbaar bleek te zijn.
In plaats van veiliger, voelde hij zich steeds bedreigder en wantrouwender
worden.
Lopend over straat zag hij zich omringd door misdadigers.
En hij begreep dat dat was omdat hij ouder werd en begon te zien
dat zijn tijd eindig was.
(J.J. Voskuil, Het Bureau, deel 6, blz. 646)
Bronnen o.a.
- Winkler Prins lexicon van de Nederlandse letterkunde (1986)
- Kritisch Lexicon van de Nederlandstalige Literatuur na 1945
(november 1992)
- Encarta '98 (1997)
- Schrijvers. 2000 auteurs van de 20e eeuw van A tot Z (2002)
- Website van de Koninklijke Bibliotheek (mei 2022)