Voor tweedehands boeken

Ook van deze schrijvers

Raban Internet Antiquariaat

Klik hier !

Cabaret

Een cabaretier moet zout in de wonde wrijven,
citroen in de ogen spuiten
en iedereen een beetje wakker schudden
en vooral wakker houden.
En een cabaretier moet zichzelf zeker niet serieus gaan nemen.
(Youp van 't Hek, Ik Schreeuwlelijk, Cabaret, blz. 76)

 

In extremo heb je aan de ene kant de revuesketch, zoals André van Duin of Snip & Snap.
Daarbij is alles gepermitteerd, zolang het publiek maar lacht.
Daarnaast heb je het cabaret, en nog een stap verder de literatuur,
waarbij de schrijver zonder enige concessie aan zijn publiek vastlegt wat hij vindt.
(Freek de Jonge, in: Coen Verbraak, Over het vak, blz. 20)

 

Ontmaskeren is voor mij de essentie van cabaret.
De hypocrisie blootleggen,
laten zien dat we allemáál zakken zijn.
(Youp van 't Hek, in: Coen Verbraak, Over het vak, blz. 35)

 

De eigen smaak van de cabaretier is van wezenlijk belang.
Want: wat is cabaret?
Cabaret is vermaak, amusement, dat meestal wordt gebracht door één persoon.
Die moet er dus een heel persoonlijk stempel op drukken.
Als je dat goed doet, komt dat stempel over bij het publiek.
Dat is voor mij de essentie van cabaret:
je hoeft als cabaretier niet de waarheid te vertellen,
maar ze moeten je wel onvoorwaardelijk geloven.
(Harrie Jekkers, in: Coen Verbraak, Over het vak, blz. 46)

 

Cabaret is de spiegel van de tijd, maar is absoluut niet trendsettend.
Het loopt nooit vooruit op de tijd, maar volgt de tijdgeest.
De tijdgeest is er het eerst.
En die ketsen wij vervolgens via een spiegel terug in de zaal.
(Harrie Jekkers, in: Coen Verbraak, Over het vak, blz. 47)

 

Voor sommigen is cabaret: twijfel zaaien.
Ik zie het zelf meer als de aanwezige twijfels (of het reeds aanwezige onbehagen) uitzeggen,
begeleiden en door de zaalreactie laten ervaren dat iedereen ermee zit.
Op die manier heft het cabaret de eenzaamheid op.
(Fons Jansen, Goeden avond, dames en heren, blz. 17)

 

Cabaretdingen vind ik ook altijd zo vreselijk.
Mensen die staan te schreeuwen op toneel,
als een gek in de rondte springen en dan ineens,
nog helemaal vies en zweterig, een gevoelig liedje gaan zingen
met zo'n overdreven rollende R om goed verstaanbaar te zijn.
'Theaterdieren' die zich 'helemaal geven'.
Die praten over 'de lach' en 'het publiek'.
Ik vind het zelfs een beetje onsmakelijk als mensen zich zichtbaar 'staan te geven',
alsof we getuige zijn van iets onoorbaars.
(Nicolien Mizee, Een licht bewoond eiland, 29-03-2000, blz. 116)

Cactus

Alle planten krijgen water.
Van dat water uit de kraan.
Maar de cactus die krijgt prik.
Wie mij uitlacht krijgt de hik.

(Wiel Kusters, Lieve cactus, Salamanders vangen)

Café

Ik zat altijd in het café, volgens mijn vrouw.
Maar het café is nu eenmaal leuker dan mijn vrouw.
U zult zeggen: Gôh, dan hebben wij hetzelfde café.
(Youp van 't Hek, uit: Spelen met je leven, in: Coen Verbraak, Over het vak, blz. 30)

 

Kijk maar 'ns naar mensen in een café.
Aan de bar zitten twee mensen.
Bij elk drankje dat ze drinken komen ze twee centimeter dichter bij elkaar,
tot ze op het eind over elkaars schouders hangen.
Wat heel handig is, want dat voorkomt tegelijkertijd dat ze omvallen.
(Midas Dekkers, Mens annex dier, blz. 75)

 

 

De aankleding van de zaak is gericht op gezelligheid.
Een mislukt streven;
iedereen weet toch dat de mensen zelf gezelligheid moeten aanbrengen.
Maar voor drankgebruik is elke omgeving geschikt.
(Bob den Uyl, De moordenaar, Een zachte fluittoon, blz. 9)

 

Maar binnen was alles zoals het zijn moest: vleugje rottingsgeur, verder bier, boenwas en tabakken.
(Willem Brakman, Kind in de buurt, blz. 7)

 

Nergens thuis dan in café's
met bescheiden onbeminden
waar men zich volkomen wees
voelen kan om rust te vinden.
(Guillaume van der Graft, Steeds (fragm.), Gedichten, blz. 52)

 

In de zomers verliezen kroegen hun werkelijke functie.
Dan worden het etalages.
Een vertoning op terrasjes.
Cafés zijn er om mensen te herbergen, niet om op de stoep te zetten.
(Hafid Bouazza, Een plek om te lezen, blz. 66)

Calculeren

De ene burger calculeert en de andere heeft niets te calculeren.
(VN, Terzijde, 08-02-97)

Calvinisme

Calvinisten zijn mensen, die van de deugd een nood weten te maken.
(Eric van der Steen, Alfabêtises, blz. 7)

Camembert

Zij kunnen zich goed vinden in de woorden van de dichter Leon-Paul Fargue,
die zijn geliefde Camembert aanprees als les pieds de Dieu:
'Gods voeten'. Je zou er atheïst van worden.
(Midas Dekkers, De koe en de kanarie, blz. 54, De kaasmade)

Camping

Het bezwaar van een camping is dat je zelden alleen staat.
Toen we kort na tienen gingen slapen was alles rustig.
Rond middernacht werd er gekletst,
zacht maar hinderlijk en buitengewoon hardnekkig.
...
Je staat huiverend in de ochtendnevel
en neemt met argwaan de omringende tenten en caravans in ogenschouw.
Waar zitten jullie, rotzakken?
Tenten en caravans zien er,
zolang de bewoners zich niet vertonen, heel vredig uit.
De stilte is zo broos dat je je adem inhoudt.
(Koos van Zomeren, Een jaar in scherven, blz. 210, 15-08-1987)

Ik voelde me in dat huwelijk meteen, tijdens de zogenaamde wittebroodsdagen al,
die we doorbrachten in een stacaravannetje aan een strand in Zeeland,
als een rat in de val, zeg maar opgesloten in zo'n lullige kampeerdoos,
de aanblik van een ei met boerenbontgordijntjes in de buurt van Domburg.
(Jeroen Brouwers, Datumloze dagen, blz. 11)

Caravan

Bezitten beschaafde mensen een caravan?
Het antwoord luidt een driewerf nee!
Beschaafde mensen huren een kasteel in het buitenland. Of blijven thuis.
Onder de dertig en boven de zeventig mogen zij ook kamperen.
Maar wie met een caravan de van tolwegen voorziene wijde wereld intrekt is een barbaar.
(Rudolf Geel, Het moet allemaal nog even wennen, blz. 80)

Carrefour

We staan op een kruising van wegen, op het kruispunt en kunnen vier kanten uit:
een viersprong waar je viermaal kunt keren.
De Fransen zeggen: carrefour = kerenvier; viermaal keren dus.
(Willem Hietbrink / Ronald Lagendijk, Kwispelen met taal, blz. 90/91)

Censuur

Niets is lager dan te censureren wat men niet begrijpt.
(Erasmus, Geciteerd door A. v.d. Glind, Erasmus, Europeaan, humanist, christen, blz. 19)

Charisma

Als het woord niet zo in diskrediet was geraakt
door de koppeling aan dubieuze types
zou ik zeggen: hij had charisma.
(Cyrille Offermans, Een iets beschuttere plek misschien, blz. 37)

Chirurgie

Ik vraag de chirurg of het hem in het begin moeite kostte om in huid en vlees te snijden.
'Wonden helen', zegt hij. 'Chirurgie heet niet voor niets heelkunde.'
(Kristien Hemmerechts, De dood heeft mij een aanzoek gedaan, blz. 44)

Christendom

Ik heb in veel opzichten eerbied voor Jezus,
maar volstrekt niet voor 't zogenaamd Christendom.
Er zijn door Jezus dingen gezegd, die ik geloof
- schoon ik ze niet geloof omdat hij 't zeide -
maar in 't christendom-zelf geloof ik niet.
Ik ontken 't bestaan van dat christendom.*
Ik heb 't nooit ontmoet, nooit waargenomen,
en ben overtuigd dat Jezus, op aarde terugkomende,
heel verwonderd wezen zou te horen dat men zich naar hem noemde.
* Jezus is driemaal gekruizigd.
Eens door de Joden,
vervolgens door z'n levensbeschrijvers
en eindelijk door de Christenen-zelf.
Hij had nooit kwaadaardiger vijanden dan de laatsten.
(Multatuli, Ideeën, eerste bundel, idee 186, blz. 107)

 

Er is 'n zotte begripsverwarring in de mening dat ik 'n vijand van Jezus wezen zou.
Van de duizend en één christendommen, ja!
En ik beweer dat Jezus in die vijandschap m'n bondgenoot wezen zou.
(Multatuli, Ideeën, eerste bundel, idee 266(ged.), blz. 169)

 

Calvinisme: '...en het Woord is vrees geworden...'
(Alexander Pola, Mengvoer)

 

Het voordeel (of liever: een van de voordelen)
van niet-katholiek of niet-protestants-christelijk te zijn opgegroeid,
is dat je niet vanaf je vroegste jeugd tot een bepaalde groep hebt behoord
- of die groep zelfs opgedrongen hebt gekregen.
Voor mij bestaat de bevolking van Nederland gewoon uit Nederlanders
- en niet uit katholieken, protestanten en andersdenkenden.
'Denken' betekent, in welke religieuze context ook, trouwens nooit denken, maar juist: niet denken.
(C. Buddingh', Dagboeknotities 1977-1985, blz. 266, 06-06-'78)

 

Het christendom is een godsdienst die mensen geen opium maar wel polio gunt.
(Gerrit Komrij, De buitenkant, blz. 26)

 

Vraag
Zijn naastens goed begeren,
Te woekeren, te scheren,
Te zorgen voor zijn pens,
Nooit voor zijn evenmens.
Op't huisgezin te grauwen
En armen toe te snauwen,
Maar driemaal daags te kerk;
Is dat geen christelijk werk?
(Pieter Langendijk, De wereld heeft twee aangezichten, blz. 13)

 

's Avonds geschaakt met Harry Mulisch.
Wij hadden een gesprek en hij kwam toen helemaal los van zichzelf,
d.w.z. van de gedachte: ik zit hier en zeg dat.
Wij spraken over vrouwen en daardoor werd hij meegesleept.
Zijn erotomanie:
hij haalt aan vrouwen in, wat hij als kind tekort gekomen is.
Toch geeft de totale afwezigheid van een christelijke achtergrond mij het gevoel
te praten met iemand van een andere planeet.
Overigens een zeldzaam intellect.
(Godfried Bomans, Werken I, blz. 740, Dagboek 1957, Vrijdag 22 maart

 

Voorlopig zitten zij vastgebakken aan hun vierkante meter
en lasteren van daar uit de wereld voorbij die vierkante meter:
sterker nog, ze zijn kwaad en verbitterd wanneer iemand te berde brengt
dat voorbij die vierkante meter nu eenmaal nog de hele, hele wereld ligt,
dat het christendom, alles bij elkaar, nu eenmaal niet meer is dan een hoekje!
(Friedrich Nietzsche, Morgenrood, blz. 52, Het offer, dat noodzakelijk is)

 

Twintig eeuwen christendom heeft hun genen voorgoed besmet zodat ze door het leven sluipen met opgetrokken schouders bang om zich heen kijkend als muizen beducht voor denkbeeldige gevaren slaven van een onbegrijpelijk dwangmatig gedrag
(Jef Geeraerts, Goud, blz. 46)

 

Het Christendom leert: hebt uw vijanden lief, maar zweept ondertussen op tot haat tegen andersdenkenden.
Ik zeg: haat uw vijanden en laat andersdnekenden, zonder ze lief te hebben, met rust zolang ze U en mij met rust laten.
(J. Greshoff, Nachtschade, blz. 56/57)

 

Het christendom is op sterven na dood.
Geen verstandig iemand gelooft nog echt in die kolder.
(Hans Warren, Geheim dagboek 1996-1998, blz. 20/21, 08-02-1996)

 

De mens is slecht.
dat is de hovaardige slogan, waarmee het christendom zijn miljoenen verovert.
Daar komen ze op af, de verwatenen en vermoeiden, de belasten en achtergeblevenen.
Daar is alles op gebaseerd. Hun kerk, hun school, hun politiek.
(J.H. Donner, Van Computers, Politiek, Amsterdam & een klein meisje, blz. 54)

 

Het Boek der Boeken en Kok-Kampen
behoeden 't huis voor al te grote rampen.
Een Hugenotenmoord, een Bartholomeusnacht
en wat nog meer door Callenbach in Nijkerk wordt bedacht.
(Lévi Weemoedt, Griffemeerd (fragm.), Vanaf de dag dat ik mensen zag, blz. 14)

 

Ik heb niets tegen het christendom als tijdverdrijf,
sjoelbakken, schaken, bowlen,
maar dat het je leven verpest met speculaties
over de volgende honderd miljoen jaar, dat zit me dwars.
(A.L. Snjders, Vijf bijlen, blz. 181)

Christenen

Men kan beter aan de heidenen overgeleverd zijn dan aan de gelovigen.
(C. Buddingh' , Dagboeknotities 1967-1972, blz. 110)

 

Joop den Uyl noemde zichzelf geen atheïst, maar een agnost.
Een atheïst zegt: 'Er is geen god'.
Een agnost zegt: 'Ik weet er niets van,
ik heb er geen enkel idee of gevoel over'.
(Huub Oosterhuis over Joop den Uyl
in Herinneringen aan Joop den Uyl, samengesteld door Marja Wagenaar, blz. 125)

 

Verder waren deze mensen gereformeerd.
Dit was nog in de tijd dat we in Nederland meer gereformeerden hadden dan homoseksuelen.
Nou heb ik persoonlijk niets tegen gereformeerden, als ze het maar niet praktizeren,
en dat zeg ik uit liefde voor de gereformeerde medemens.
(Youp van 't Hek, Makkelijk praten, blz. 14, uit Man Vermist)

 

't Is geen gering kwaad de waarheid vervelend te maken.
Dit is een mijner vele grieven tegen christenen,
en tegen de meeste moralisten.
(Multatuli, Ideeën, eerste bundel, idee 82, blz. 28)

 

God is dood, en nou de gelovigen nog.
(Wim Kan, Soms denk ik wel eens bij mezelf..., blz. 23)

 

Ik ken veel christenen die hun bijbel nooit inzien
- dat dan ook 't enig middel is om christen te blijven -
(Multatuli, Ideeën, eerste bundel, idee 370(ged.), blz. 255)

 

Lichtenberg schreef het tweehonderd jaar geleden en het is nog precies zo,
alleen moeten de groepsaanduidende bijvoeglijke naamwoorden nu vaak door andere worden vervangen:
'Da sie sahen, daß sie ihm keinen katholischen Kopf aufsetzen konnten,
schlugen sie ihm wenigstens seinen protestantischen ab.'
(C. Buddingh', Dagboeknotities 1977-1985, blz.182, 18-02-1978)

 

De keerzijde van het christelijk medelijden met het lijden van de naaste
is de diepgewortelde argwaan tegen alle vreugden van de naaste,
zijn vreugde aan alles wat hij wil en kan.
(Friedrich Nietzsche, Morgenrood, blz. 66, De medelijdende christen)

 

Het bijvoeglijk naamwoord christelijk is bij veel zelfstandige naamwoorden zinledig,
zinloos, een groepsaanduiding, zonder kenmerkend te zijn…
(Hein de Bruin in een brief aan J.J. Buskes d.d. 22 april 1933, in: J.J. Buskes, Vier vrienden, blz. 6)

 

Kristen: Iemand die de leer van Kristus navolgt, in zover ze niet strijdig is met zijn belangen.
(Boon citeert Bierce, Louis Paul Boon, Boontjes 1966, 8/1, blz. 17)

Duister is het hart van de calvinist,
zijn beweegredenen zijn ook hemzelf niet altijd even duidelijk.
Er zit altijd nog iets anders achter,
iets dat hij ook maar moeilijk formuleren kan,
niet eens een geweten.
Eerder een 'gevoelen', zoals hij het zelf noemt.
(J.H. Donner, Van Computers, Politiek, Amsterdam & een klein meisje, blz. 59)

Circussen

Wat is het circus eigenlijk?
Het is de magneet die de kinderziel in de mens tot zich trekt.
Zie maar naar de ingang, waneer de avondvoorstelling begint.
Als brokjes ijzererts schieten de mensen toe, uit alle richtingen van de stad,
zij klonteren samen, duimdik, tot een zwarte drom bij de verlichte entree,
die toegang geeft tot het kasteel van zeildoek.
(Bertus Aafjes, de denker in het riet, blz. 9, Circus)

Citaten/citeren

Ook in de Volksvertegenwoordiging begint men my natepraten.
Men herhaalt myne opmerkingen, men bezigt myne uitdrukkingen...
altyd zonder my te noemen, natuurlyk.
Eén zaak slaat men gewoonlyk over: myn aandringen op recht!
(Multatuli, Ideeën, tweede bundel, noot bij idee 451, blz. 38)

 

Half citeren is altijd verkeerd.
Meestal doet het er niets toe en dan krijgt men de mensen over zich heen
die het beter weten en dat willen weten,
soms echter kan men zich niet aan de indruk onttrekken dat expres verkeerd geciteerd wordt
om iemand naar beneden te halen...
( J.H. Donner, Na mijn dood geschreven, blz. 401, Een woord van Marx, 23-7-1988)

 

Citeren is een tekst huren zonder pacht te betalen.
(Karel Jonckheere, Filter uw dag, blz. 78)

 

Hij zegt er maar zelden met zoveel woorden bij welke precies,
want het leukste citeren is natuurlijk het citeren zonder bronvermelding,
in de hoop dat er althans een paar lezers zullen zijn
die deel uitmaken van hetzelfde literaire universum als waarin hij schrijft.
(T. van Deel (over Willem Brakman) in: Veel lied'ren zijn gezongen, De poëzie van S. Vestdijk, blz. 5)

 

Denk niet dat ik belezen ben,
ik heb al mijn citaten uit overlijdensadvertenties.
(Nicolien Mizee, Hoog en laag springen, blz. 110)

Cliché

Het cliché
is zowel
een Duivels
als een Goddelijk
idee
(Ischa Meijer, De dikke man voor altijd, blz. 160, Voodoo)

 

De onzinnigste clichés hebben de langste adem, zo niet het eeuwige leven.
(Bergman, Nagelaten werk, blz. 41)

Clowns

Er lopen kletsnatte clowns
In een optocht
Maar de mensen langs de kant
Dragen veel betere maskers
Tegen weer en wind bestand
(Rob Chrispijn, Kletsnatte clowns, 1974,
in: Jacques Klöters en Kick van der Veer, Ik zou je het liefst in een doosje willen doen, blz. 190)

Columnisten

'Als jij een stukjesschrijver was,'
driftigde de Zware Kerel hees tegen de Blozende Kasteleinse,
'zou ik jouw schrijfsels sys-te-ma-tisch overslaan.
Dat is namelijk toevallig wél het onvervreemdbare recht van de krantelezer:
om bepaalde columnisten gewoon ongelezen te laten.'
(Ischa Meijer, De Dikke Man voor altijd, blz. 104, Wereldbeeld)

Commissies

Nu hebben wij, Hollanders, niet de gewoonte om,
geconfronteerd met een probleem, zo'n probleem op te lossen,
dat doen wij niet graag.
Wij stichten liever een commissie,
en die commissie, ook niet lui, formeert terstond een subcommissie,
en daarna gaan allen naar bed met het besef dat er toch iets gebeurd is.
(Godfried Bomans, Korte berichten)

'U bent een weinig... eh... prematuur, heren,' zei de magistraat.
'Ik zal het rapport in studie nemen, en het nauwlettend eh... reflecteren,
zodat ik me op de inhoud kan bezinnen en de hangende kwesties afwegen,
met het oog op een sluitende conclusie, die de zaken in het juiste daglicht stelt.
Ik begrijp, dat u gepresseerd bent,
maar u kunt ervan verzekerd zijn, dat ik er de nodige celeriteit aan zal geven.'
(Burgemeester Dickerdack in De andere wereld van Marten Toonder,
blz. 30, uit Een kleine handreiking, blz. 147, oorspr. Heer Bommel en de antiloog)

Na de commissoriale beraadslagingen zullen we weten wat er zal gebeuren,
ofwel zullen we het niet weten want Simplicissimus zegt terecht:
Wanneer God voor het scheppen van de wereld een commissie had benoemd,
dan zou de wereld er vandaag de dag nog niet zijn.
(Dr. Marc Galle, Voor wie haar soms geweld aandoet, deel 2, blz. 116)

Communisme

We kunnen het communisme op meer dan één grond verwerpen,
maar we zulen tevens moeten erkennen, dat het in zijn (oorspronkelijk) ethisch pathos,
fanatisch idealisme, zijn ascetische zelfopoffering
eigenlijk thuis hoort bij de grote religieuze impulsen der wereldhistorie.
(Louis Hoyack, Gedachten en aphorismen, blz. 28)

 

Ik begrijp niet hoe de hele wereld zich vrolijk maakt over het verdwijnen van het communisme,
terwijl er niks veranderd is aan de redenen waarom het communisme is kunnen ontstaan.
(Herman de Coninck, De flaptekstlezer, blz. 133)

Complimenten

Ik houd erg van complimenten.
Ze uitlokken doe ik niet, maar ik lijd eronder als ik ze niet krijg,
en als ik ze wel krijg, val ik de spreker onmiddellijk in de rede:
ik laat hem niet uitweiden, zoals ik graag zou willen.
(Jules Renard, 19 april 1906, in Meulenhoffs dagkalender 1988, dagboeken, 19 april)

Compromissen

Du choc des opinions jaillit...
in dit geval 'n vervelend meestal onbruikbaar mengsel van allerlei opinions.
Een mengsel dat de dwalingen van alle richtingen in zich verenigt,
zonder zich optelossen in juistheid van richting.
A en B wilden 'n rivier overtrekken, die van oost naar west liep.
Ze stonden aan de zuidzijde.
A stelde voor, oostwaarts te gaan om 'n brug te zoeken.
B was van gevoelen dat men west-op 'n passage vinden zou.
Daar kwam de geleerde C.
Hij addeerde B's mening bij de opinie van A.
daarop halveerde hij, en riep: ik heb 't gevonden,
het gemiddelde uwer meningen is Zuid!
A geloofde hem, maakte rechtsomkeert, en ging.
Hij heeft de rivier nooit weergezien,
en zal nu wel aan de zuidpool klagen over gebrek aan juistheid in 't gemiddelde.
B had C niet geloofd.
Hij was blijven staan en wachtte...
Daar kwam de wijze D die nog wijzer was dan de wijze C.
Ook deze telde de meningen van A en B bij elkaar,
deelde die door twee, en riep:
ik heb 't gevonden, het gemiddelde uwer meningen is Noord!
B geloofde hem en liep rechtuit, noord-op, de rivier in,
waar hij door verdrinken bevrijd is van klagen over de onjuistheid van t gemiddelde.
(Multatuli, Ideeën, eerste bundel, idee 120, blz. 42)

 

Hij beweert dat een compromis een goede paraplu is, maar een armzalig dak.
(Dr. Marc Galle, Voor wie haar soms geweld aandoet, deel 1, blz. 78)

Computers

De opmars van de computer gaf hem nooit het gevoel dat hij moest meedoen,
eerder dat hij een beetje moest opschieten met zijn leven
- om weg te zijn voordat het hem compleet onmogelijk werd gemaakt.
(Koos van Zomeren, Sneeuw van Hem, blz. 29)

 

De computer is na de zon het enige medium
dat deze aarde nog gaande houdt.
(L.H. Wiener, Shanghai massage, blz. 19)

 

Computers kunnen praten, ze kunnen lezen en schrijven
en ze kunnen muziek maken.
Het enige wat ze niet kunnen is liefhebben en seksueel actief zijn,
want zij hebben geen gevoel en sommige mensen wel.
(L.H. Wiener, Shanghai massage, blz. 19)


Concessies

Concessies doen gaat heel anders in zijn werk dan je denkt.
Het is niet tegen je zin aanvaarden van een onvermijdelijke situatie,
maar het blijmoedig begroeten van die situatie en het wegredeneren van je tegenzin.
Waarbij je jezelf ongemerkt stukje voor stukje verliest.
(Frida Vogels, Dagboek 1954-1957, blz. 154, 21-05-1956)

Conference

Confereren is ping pong spelen met het publiek.
Sommige conferenciers spelen alleen maar ping.
(Wim Kan, De dagboeken van Wim Kan 1968 - 1983, 29-01-1973, blz. 101)

 

Een conférence kun je niet aan een schrijftafel maken.
Je kunt ook geen tenniswedstrijd instuderen.
Je moet een tegenstander hebben (publiek) en dan maar kijken hoe dat afloopt.
(Wim Kan, geciteerd door Coen Verbraak in: Over het vak, blz. 9)

 

Een conférence is een soort keitjes-springen door een plas:
je springt van de ene lach op de andere.
Ik ben tevreden als in een bepaald ritme van praten iedere pauze wordt opgevuld met een lach.
(Freek de Jonge, in: Coen Verbraak, Over het vak, blz. 20)

Consequentie

Misschien heb ik mijn adagium:
'Je moet je lezers niet met je eigen sores lastig vallen',
toch wel iets te ver doorgevoerd.
Maar ja, zei Goethe al niet:
'Jeder Konsequenz führ zum Teufel'?
En voor een schrijver is 'der Teufel' natuurlijk het niet-schrijven.
(C. Buddingh', Dagboeknotities 1977-1985, blz. 434, 13-3-1985)

 

Want niemand, ook gij niet, is consequent,
enkel de zotten een een zothuis zijn dat,
opgesloten in hun eigen hoofd,
fanatiek klauwend naar hoe de wereld,
die niemand begrijpt buiten zijzelf,
er volgens hen uitziet.
(Jeroen Olylaegers, Wil, blz. 67)

Conservatisme

Vicieuze cirkel:
Slechter wordende vooruitzichten doen de mensen liever omzien naar het verleden.
Dat maakt ze dus conservatief.
Conservatisme doet de vooruitzichten slechter worden.
(Alexander Pola, Nou èn...? Handleiding voor optimisten, blz. 63)

Consumeren

Want als we niet consuminderen richt de mensheid zichzelf te gronde.
( Monique De Knegt, Auto aan de kanten douchen in 't donker,
Vrekken kraaien victorie, zuinigheid leeft, Gelders Dagblad, 01-06-1996)

Conversatie

Zij zaten samen in een hoek van de grote zaal,
en spraken over dit en dat zonder aan enig belangrijk onderwerp te blijven haken.
(Olaf J. de Landell, Kantelende kantelen, blz. 25)

 

' Beste kerel, kom binnen, dat is nou echt gezellig,'
zei ik, maar meteen realiseerde ik mij, dat ik er helemaal naast was.
Ik zeg zulke dingen tegen iedereen,
want dat zinnetje behoort tot het routineparlando van mijn sociabele ik.
Je kunt dit jargon echter alleen gebruiken tegen mensen die bereid zijn terug te liegen,
maar op deze lange gladde fles paste alleen de kurk van een oprechtheid,
die als een onderduiker bij mij opgesloten zit en alleen op bepaalde uren,
als het geen kwaad kan, even een luchtje scheppen mag.
( S. Carmiggelt en Peter van Straaten, Dwaasheden, blz. 50, Hart en nieren)

 

Kijk, zoals chimpansees uren bij elkaar zitten om elkaar te vlooien,
zonder dat er ooit een vlo gevangen wordt,
zo zitten mensen uren bij elkaar om te praten,
zonder dat er ooit iets substantieels gezegd wordt.
(Maarten 't Hart, De kroongetuige, blz. 44/45)

 

De kunst van het converseren:
woorden die urenlang hangen te vrijen,
hangen klaar te komen
in de ruimte tussen twee monden.
(Leonard Nolens, Dagboek van een dichter 1979-2007, blz. 32, 20 januari 1980)

 

Ik zeg iets wat nergens op slaat,
maar kan niet hebben dat dat tegengesproken wordt
omdat ik het niet gezegd heb om de waarheid te verkondigen
maar om de tijd dood te slaan.
(J.J. Voskuil, Martelaarschap. Dagboeken 1965-1974, 29-12-1973, blz. 486/487)

Creativiteit

Creativiteit is bij velen niets anders
dan een bijproduct van vergeetachtigheid.
(D. Hillenius, Tegen het vegetarisme, blz. 136)

Crematie

De kist stond in een zee van bloemen op het podium.
Vroeger gingen huisdieren en slaven mee het graf in, nu alleen nog maar snijbloemen
- wie zou durven beweren dat er geen vooruitgang is?
(Koos van zomeren, Explosie in mei, blz. 43)

Crematorium

Thommy was voorgoed tot as verpoederd,
zijn haar, en zijn oortjes, en zijn fraaie billetjes ook, alles,
als ze hem tenminste meteen na het slot van de 'plechtigheid' op het vuur hadden gezet,
waar ik aan twijfelde,
want ik vertrouwde die fabriek daar,
met hun plastic harmonikadeuren voor geen cent,
en mij zou het niet verbazen als ze telkens van een hele week opspaarden,
omdat één keer de kachel aanmaken tenslotte goedkoper is dan een heleboel keren apart
- zoals ik al gezegd had, alles kostte geld, vandag de dag, en voor niks ging de zon op.
Maar als ze hem wèl in de kachel hadden gestopt,
samen met de spanen binnenkist (de sierkist ging weer terug naar het depot),
dan was hij nu as, zoals ook Sammie of Sallie Kooperberg,
samen met zijn schilderijen en met het spanen strijkvlakje van het 'naar het leven' afgebeelde lucifersdoosje,
voor eeuwig tot as was vergaan.
De kans om Thommy nog eens in bed te krijgen was in elk geval grondig verkeken,
en in rook opgegaan, het woord zei het al.
(G.K. van het Reve, Nader tot u, blz. 77, Brief in de nacht geschreven)

Cricket

'Ken jij de definitie van cricket?'
Ik: 'Nee, ik geloof het niet.'
Maarten: 'The most complicated way to drink a cup of tea.'
(C. Buddingh', Dagboeknotities 1977-1985, blz. 358, 15-10-1979)

Criminaliteit

Populair kan het verschil in beide vormen van criminaliteit als volgt worden geformuleerd:
bij georganiseerde criminaliteit gaat het om criminelen die zakelijk denken en handelen,
bij organisatiecriminaliteit om zakenlui die crimineel denken en handelen.
(Ernst Pols en Frans Visser, Algemeen politieblad 20-06-1998, blz. 14, Prioriteitstelling bij aanpak misdaad)

Critici

Een gedenkwaardige uitspraak van componist en organist Max Reger tot zijn leerlingen luidt:
"Übt Kinder, übt sonst sollt ihr Kritiker werden!
(Oefen, kinderen, oefen, anders moeten jullie critici worden.)"
(Fokkelien Oosterwijk, predikant in de Westerkerk te Amsterdam,
Trouw, 24-12-97, Bezwaren tegen den geest der eeuw)

 

Maar al te vaak is een criticus alleen maar iemand
die officieel bevoegd is een onbevoegd oordeel uit te spreken.
(Alexander Pola, Nou èn...? Handleiding voor optimisten, blz. 88)

 

Als uw zoontje toneelcriticus wil worden,
moet ge hem opsluiten tot hij zijn beroepskeuze heeft gewijzigd,
want in dit ambacht ligt géén kans op menselijk geluk - neem dat aan van iemand die het weet.
(Simon Carmiggelt, Allemaal onzin, blz. 133)

 

Een kritikus, die ten onrechte boos wordt op een schrijver
en die mooi zegt, dat hij boos is,
lees ik met meer pleizier dan een ander,
die niet het geluk heeft zich te vergissen en bedaard blijft.
(L. van Deyssel, Verzamelde werken IV: Kritieken, blz. 34)

 

Veel literaire critici zouden eigenlijk liever zelf schrijver zijn,
maar ontberen daartoe het karakter, het talent en het doorzettingsvermogen.
Het is daarom geen toeval dat de beste critici uit de gelederen der schrijvers voortkomen
en het tweede garnituur gevormd wordt door in afgunst en onmacht levende ploeteraars.
(L.H. Wiener, Eindelijk volstrekt alleen, blz. 83)

 

Een goed criticus is een lezer die een boek met neutrale verwachtingen en met kennis van zaken benadert
en van zijn leeservaring met open vizier verslag doet.
Die critici zijn dun gezaaid.
Een slecht criticus is iemand die al weet hoe hij de kwaliteit van een boek gaat duiden nog voordat hij het gelezen heeft,
en dit in zowel gunstige als ongunstig zin.
Hij geeft geen oordeel, maar een vooroordeel,
dat gevoed wordt door gevoelens van vriendschap, of eigenbelang, of vijandschap,
of een scala aan andere onzuivere overwegingen.
(L.H. Wiener, Shanghai massage, blz. 213)

 

Het is alsof de criticus boeken bespreekt die hij zelf niet heeft uitgekozen;
de tegenzin die daaruit voortspruit
zou hij vervolgens verhalen op het boek dat hij bespreekt.
(Gerrit Krol, Laatst met een vrouw, blz. 92)

Cultuur

'Der Flaptrul,' zo prevelde hij,
'is der volwassene met der kinderbrein.
en omdat de meeste erwassenen zo ener brein hebben
wordt der koeltoer bepaald door der flaptrul.
(M. Toonder, Hm, blz. 101 - Het huilen van Urgje)

 

Culturen hebben met mensen dit gemeen,
dat ze zichzelf het toppunt van geslaagdheid achten.
De naam van de eigen stam is in ontzaglijk veel talen identiek met 'mens'.
De anderen, buiten onze grenzen, zijn geen mensen.
De Grieken noemden de volken voorbij hun landspalen barbaroi,
wezens die niet de taal der mensen
(dat wil zeggen: Grieken)
spraken, doch die maar wat barbarden of brabbelden.
(W.A.C. Whitlau en H. van Praag, Het argument van Solimon, blz. 61)

 

Volgens de negentiende-eeuwse vrijdenker Friedrich Nietzsche
werd de waarde van een cultuur geheel bepaald door haar allerbeste vertegenwoordigers.
Wat de rest van het volk presteerde, deed er niet toe.
Dat was hoogstens middelmaat,
op het gemak gericht burgerlijk grut.
Werkelijk vrije naturen
- een 'edel ras' dat louter uit onverschrokken individuen bestond -
stelden juist de hoogste eisen aan zichzelf.
Zij verhieven zich boven de massa (de veel te velen).
(Dirk-Jan van Baar, Het buikje van Puskas, Volkskrant, 23-07-97)

 

Ook de Grieken, wist Onno, die de grondslag hadden gelegd van de westerse cultuur,
bezaten geen woord voor 'cultuur'.
De woorden kwamen pas als de zaak was verdwenen.
(Harry Mulisch, De ontdekking van de hemel, blz. 50)

 

Cultuur is alles wat vanzelfsprekend is.
Als u aan een vis zou vragen wat hij ziet, noemt hij alles behalve het water.
Water is voor een vis vanzelfsprekend. Uw cultuur is dat voor u ook.
(Hans Kaldenbach, Cultuurverschillen op de werkplek, blz. 15/16)



Misschien is het wel waar, dat de kracht van een cultuur omgekeerd evenredig is aan het gebruik van zeep en zonlicht.
Toen de Romeinen zich overdadig gingen zalven en zich steeds meer aan de open lucht blootstelden,
kwam hun beschaving in verval.
(Max Dendermonde, geciteerd door Frans de Clercq in 'Vlinders vangen', blz. 96)

 

De waarlijk waardevolle dingen
ontstaan ondanks de overheid,
alle subsidies, regelingen,
en de cultuurnota ten spijt.

(Luppo Klap, Nota bene (fragm.), Reisgenoten op dit narrenschip, blz. 31)

 

Overigens is cultuur te belangrijk om haar aan de onderwijsmensen over te laten.
(M. van der Goes van Naters, Met en tegen de tijd. Herinneringen, blz. 262)

 

Op den duur kan het dunkt mij gevaarlijk worden een cultuurmens te zijn,
want de menigte verdraagt niet dat er hoger waarden worden geschat en behoed
dan het voetbal, de tv en de knalpot van de motor.
Er is ook vijandschap tussen deze gegevens,
en daar hoeft maar de wrok bij te komen van de gemiste of verknoeide kans
en daar zijn de poppen aan de dans.
(Barend Rijdes, Literair dagboek 1966-1975, 20-06-1969, blz. 41)

Cursussen

Van Hanegem doet nu de trainerscursus in Zeist
en toen een journalist hem na de eerste ochtend vroeg wat hij had opgestoken
was het antwoord simpel: 'Twee sigaretten!'
(Youp van 't Hek, Floppie, Youri & andere helden, blz. 13)

Cynisme

Hij (Bruce Hatch) is woedend over de gang van zaken.
De tijdnood is enorm, maar beslissingen blijven uit,
of zijn zo veranderlijk dat de drukker weer van voren af aan moet beginnen.
Maar hij blijft optimistisch.
'Cynisme is een kanker,' zegt hij,
'maar iets meer professionaliteit zou een zegen zijn geweest.'
(Ed van Thijn, Stemmingen in Sarajevo, blz. 202)

 

Wie als cynicus begint kan zich later niet zo eenvoudig opwerken tot de idealistische houding.
Eerder kan de idealist, zo hij niet blind blijft voor de lessen des levens,
zijn visie aanvullen met iets van de in den regel realistischer kijk en het gezonde verstand van de cynicus.
(Louis Hoyack, Gedachten en aphorismen, blz. 32)

 

Wie cynisme gevoelloos noemt, verwart eelt met dikhuidigheid.
(Eric van der Steen, Alfabêtises, blz. 7)

 

Het toppunt van cynisme:
niet bij machte iemand lief te hebben,
de partner voorgoed de deur uit werken
met het verwijt dat deze altijd zo hinderlijk romantisch is.
(Steven Membrecht, De zwakke partij, blz. 21)

 

Je vraagt je weleens af wat het 'echte' is, het cynisme of het goede humeur,
maar eerlijk gezegd weet ik het niet.
(Nicolien Mizee, De kennismaking, blz. 276)

 

Ik was vroeger ook zo cynisch, ik denk vanuit een permanente depressie.
Alles kwam me onzinnig voor.
Dat is ook wel zo, maar daar kun je ook met liefde naar kijken.
Maar dat leek me een overbodige toevoeging, goed voor zielige idioten.
Cynisme leek me de kortste weg. Je zag alles precies zoals het was.
De rest van de mensheid hield zichzelf voor de gek.
(Nicolien Mizee, Hoog en laag springen, blz. 159)

 

God erbarme zich over de cynici.
Ik ben nu cynicus.
Misschien was 't beter als ik maar helemaal gek geworden was
of overreden door de tram, wat dikwijls bijna gebeurd is.
(Nescio, Boven het dal, blz. 15)

Terug naar de eerste pagina /homepage
Citaten zoeken op trefwoord
Overzicht van trefwoorden
Citaten zoeken op auteur
Overzicht van auteurs
Overzicht van bibliografieën
Andere interessante internet-bladzijden


Vanaf 17-10-1998


©2024 Mats Beek, Veenendaal

Schrijf Webmaster