Terug naar juni 2007

1 juli 2007

Dit wordt de vijfentwintigste maand in dit weblog.

Ondanks de benauwdheid en dankzij een handvol medicijnen heb ik vannacht gelukkig toch wel wat geslapen. Vandaag rustig aan doen en morgen naar de dokter.

Ed en Hanneke kwamen onverwacht even langs. We hebben in de tuin wat gedronken en bijgepraat. Uiteraard over boeken en boekhandel, maar ook over rijlessen, mussen en de kuren van de gemeente Veenendaal. Een gedeelte van het kunstwerk van Hanneke in de vijver bij de Nijhofflaan is nu vernieuwd. De driehoek tegen de wand aan moet nog gebeuren.
Ed kreeg onlangs van een kennis een boekenlegger met een zwartwit-foto van Kees Buddingh' en Stientje. Ik heb die boekenlegger nog nooit gezien. Zou Wim van het bestaan van die boekenlegger afweten? Ik heb er zijn 'C. Buddingh'- een mens in de tijd' op nageslagen, maar daar staat hij als boekenlegger niet in.

     

 Een libellelarve is uit het water gekropen op de knop van een waterlelie. Daar is de libelle uit de larve gekropen en weggevlogen. Alleen het velletje zit nog op de knop.
 

 Even verderop in de tuin
doen de druiven het goed.

2 juli 2007

Rustig aan doen en prednison slikken zegt de dokter. Bij aanhoudende koorts ook nog peniciline komen halen. Ik heb ook de fietstocht met de straatnaamcommissie voor aanstaande woensdag af moeten zeggen. Jammer, jammer. Maar ik moet al even gaan liggen als ik de trap naar boven beklommen heb. Een paar uur fietsen zit er deze week dus echt niet in.

 
In 2006 verscheen (in Nederland) het boek 'Vrouwen die lezen zijn gevaarlijk. Lezende vrouwen in de schilderkunst en de fotografie'. Stefan Bollmann onderzoekt wat de schoonheid en de charme is van de lezende vrouw. Wat lezen ze en waarom lezen ze? Kristien Hemmerechts schreef een voorwoord bij de Nederlandse uitgave. Dat voorwoord en een aantal bladzijden uit het boek zijn hier te downloaden.
Maar ook op diverse andere internetsites is van alles te vinden over lezende vrouwen op schilderijen, prentbriefkaarten enz. Bijvoorbeeld op Lezende Vrouwen in de Kunst. Een Virtuele Galerie, met deelonderwerpen als: De lezende vrouwen van Rembrandt, Het lezende naakt en De lezende Maria.
Verder een privéverzameling 'Lezende vrouwen. cards sent or received through postcrossing'.

Een dwarsdoorsnede van lezende vrouwen (hieronder letterlijk van Rembrandt tot Picasso):

               

Weer een boek voor in het rijtje mooiste boektitels. Het nieuwste boek van Wouter Godijn: 'De dood van een auteur die een beetje op Wouter Godijn lijkt' (2007)

3 bestellingen: Gabe van Duinen, ' Zie ... Hier is uw God', Jan de Hartog, 'Feestelijke ondergang. Leven en werk van Johan C.P. Alberts' , knipsel P.F. Thomése.

3 juli 2007

Vanochtend bladerde ik door 'De Gids' van februari 2000. Niet zo'n interessant nummer. De allerlaatste bladzijde was wél heel verrassend. Daar staan onder het kopje 'De Gids is bij de volgende Nederlandse boekhandels verkrijgbaar' zo'n tachtig boekhandels genoemd, geordend per plaats. Veenendaal staat er in dat rijtje nooit bij, maar deze keer wel. Dit gerenomeerde literaire tijdschrift was in 2000 in Veenendaal te koop bij Boekhandel Verboden Rijk. Bij wie? Volgens mij heeft een boekhandel met die naam hier nooit bestaan. Een vergissing? Een grapje van de redactie? Waarschijnlijk een vergissing. Via Google vind ik dat er wel een boekhandel met die naam bestaat. Er zijn er zelfs twee: in Roosendaal en in Oosterhout.
Dat lijstje met boekhandels is (als het verder wel klopt) wel bruikbaar om (mede) te bepalen wat in een bepaalde plaats de te bezoeken boekhandels zijn. Het standaard verkopen van dit soort literaire tijdschriften wijst op een brede sortering.

2 bestellingen: 6 knipsels Edgar Cairo en van Ina Boudier Bakker 'De klop op de deur' en 'Goud uit stro'. De laatste bestelling uit Pocatello, Idaho, USA (dat is in de Rocky Mountains onder Montana en boven Utah).

4 juli 2007

Willem Wilmink dichtte ooit voor Kees Stip:

Hoe kan de naam zijn dichter sturen!
Marsman is kosmisch van allure,
Hooft cerebraal en Donker licht,
Van Deel op de details gericht,
Krol krols en Crul wat overdadig,
Jacques Perk beperkt en lastig Last,
Leeflang een late lettergast,
Ruusbroeck en Schierbeek stadig stromend,
Gezelle van gezelschap dromend,
Hélène Swarth ontzaglijk sip
en geen ooit puntiger dan Stip.

Als je achternaam met 'Boek' begint, zou dat je dan als kind stimuleren om te gaan schrijven en/of zou dat dan later invloed hebben op je beslissing om schrijver te worden? Er is een heel rijtje schrijvers te noemen, waaronder een enkel pseudoniem (Boeka). Tot grote hoogte zijn ze geen van allen gestegen:

Boeka (1867-1930)
Jet Boeke (1948)
J.H. Boeke (1884-1956)
Kaspar Hendrik van Boekel (1811-?)
Pieter Boekel (1832-1899)
Hein Boeken (1861-1933)
G.J. Boekenoogen (1868-1930)
Gerrit Rinse Voormeulen van Boekeren (1821-1872)
Rinse Koopmans van Boekeren (1832-1896)
Baltus Boekholt (17de eeuw)
Johannes Boekholt (1656-1693)
W. Boekhoudt (19de eeuw)
Emanuel Boekman (1889-1940)
Leo Boekraad (1914-1979)

Dan zijn er ook nog wat schrijvers die 'Schrijver' heten. De tweede is hier een pseudoniem (van Yge Foppema)

G. Schrijver (1876-1927)
Herman Schrijver (1901-1993)
Remigius Schrijver (?-1681)
Annemiek Schrijver (1964)

In de voortuin groeit, aan de rand van de waterpartij, een berk. Hij staat daar nu twee (misschien drie) jaar en is zo'n anderhalve meter hoog. Hij is er spontaan opgekomen en vanaf het begin heb ik gezegd: 'Laat maar staan'. Een mooi plekje voor zo'n boom. Lidy heeft een hekel aan berken. Vooral vanwege de verhalen dat eronder vaak nauwelijks iets wil groeien (die ervaring hadden we ook op Verlaat 19). Daar staat tegenover dat we voor noch achter een fatsoenlijke boom hebben staan. Veel struiken, maar geen bomen. Voorlopig blijft deze berk dus nog even staan. Als hij echt te groot wordt, halen we hem wel weer weg.

       

Ali Groebe belde vanavond. Of ik tijdens het cultuurdebat in de Lampegietersweek wat gedichten wil voorlezen van Kees Stip. Dat wil ik wel, maar dan maak ik er iets meer van dan alleen het voorlezen van enkele gedichten. Met name in 'Geen Punt' is wel het één en ander te vinden over zijn kijk op Veenendaal. Hij is de schrijver van het Veense volkslied en daar is een verhaal aan verbonden. Gedichten over Veenendaal zijn in zijn werk helaas niet te vinden, wel zijn wat zaken als de molen, het zwembad in De Grift en de Nieuweweg te duiden, als je weet dat hij daar woonde. En dan komt er straks natuurlijk het Kees Stipplein. Ik denk dat ik als slot van de toespraak een voorstel ga doen voor een kunstwerk op dat plein. Ik heb er al wel een idee over, maar dat houd ik nog even voor me.

Het is wel sterk dat ik vanochtend in dit weblog begon met een gedicht voor Kees Stip en dat vananvond Ali belt met een voorstel over Kees Stip. Toeval?

3 bestellingen: Gerrit Krol, '60 000 uur. Een autobiografie', Johan Fabricius, ' Hoe ik Indië terug vond', Herman Brusselmans, 'Logica voor idioten', Jan Wolkers, 'Zomerhitte', Jan Wolkers, 'Terug naar Oegstgeest'.

5 juli 2007

Martijn kocht onlangs wat doosjes met CD's van Vic van de Reijt: 'De Nederlandstalige Cover top-100' en de 'Top-100 van Nederlandstalige singles'. Van die cover top-100 heb ik wat MP3's gemaakt. Het is ook interessant om eens te kijken naar de tekstschrijvers i.p.v. naar de uitvoerende artiesten. Op nummer 1 staat een tekst van Willem Wilmink: Hilversum III, gezongen door Herman van Veen. De top 10:

 nr.

 tekstschrijver

 titel

 uitvoerend artiest

 originele titel
 1  Willem Wilmink  Hilversum III  Herman van Veen  Lang scho nimma g'sehn
 2  Raymond van het Groenewoud  Je veux de l'amour  Raymond van het Groenewoud  Je veux d'l'amour
 3  Pierre Kartner  Manuela  Jacques Herb  Manuela
 4  Johnny Hoes  Brandend zand  Anneke Grönloh  Heisser Sand
 5  Jack Bulterman  Patsy  Rein de Vries  Patches
 6  Gerrit den Braber  Laat me niet alleen  Rita Hovink  Pazza idea
 7  Gerrit den Braber  Ritme van de regen  Rob de Nijs  Rhythm of the rain
 8  Peter Koelewijn  Dokter Bernhard  Bonnie St. Clair (en Ron Brandsteder)  Sister Mary
 9  Ernst van Altena  Mijn vlakke land  Jacques Brel  Le plat pays
 10  Friso Wiegersma  Het dorp  Wim Sonneveld  La montagne

Herman van Veen hoorde, als hij op toernee was in Duitsland, vaak opvallende nummers. Bijvoorbeeld dit nummer 'Lang scho nimma g'sehn' van de groep Haindling. Van Veen vroeg Willem Wilmink er een vertaling van te maken. Dat viel nog niet mee: 'Maar dat waren kerels uit Beieren, godverdorie, ik verstond er geen donder van. En toen heb ik zelf maar iets gemaakt.' Dat werd dus 'Hilversum III'.
Veel door Ernst van Altena vertaalde nummers in de lijst. Wat mij betreft het betere Nederlandse lied:
- 'Mijn vlakke land' door Jacques Brel (op nummer 9)
- 'Er zijn mensen die 't doen' door Ronnie Potsdammer (op nummer 17)
- 'Amsterdam' door Liesbeth List (op nummer 38)
- 'Laat me niet alleen' door Jacques Brel (op nummer 47)
- 'De deserteur' door Peter Blanker (op nummer 59)

Gerrit den Braber staat al twee keer in de top tien. Ook onder het pseudoniem Lodewijk Post. Van hem staan er de meeste teksten in:
- 'Laat me alleen' door Rita Hovink (op nummer 6)
- 'Ritme van de regen' doorRob de Nijs (op nummer 7)
- 'Spiegelbeeld' door Willeke Alberti (op nummer 11)
- 'De glimlach van een kind' door Wily Alberti (op nummer 12)
- 'Sophietje' door Johnny Lion (op nummer 19)
- 'La mamma (zij kwamen overal vandaan) door Corry Brokken (op nummer 23)
- 'De winter was lang' door Willeke Alberti (op nummer 83)
Opvallend is Hans Andreus als tekstschrijver van het door Liesbeth List vertolkte 'In oktober'. Andere vaker voorkomende namen: Peter Koelewijn, Friso Wiegersma, Michel van der Plas, Andre van Duin, Willy Rex en Eddy Wijnbergen. Van die laatste twee had ik nooit gehoord, maar ze komen meerdere keren in het lijstje voor.

Piet kwam vanmiddag even langs. Toen hij weer weg wilde gaan, bleek zijn auto niet meer te starten. De ANWB was er (net) binnen een uur. Begin deze week had de auto een grote beurt gehad, maar het was toch de accu. Dat zou niet zo mogen zijn. Met startkabels kregen ze de motor weer aan de gang.

1 bestelling: Midas Dekkers, 'De koe en de kanarie' en Kees van Kooten, 'Meest Modermismen'.

6 juli 2007

Vandaag heb ik de indeling van de derde klassen havo en vwo voor volgend jaar gemaakt. Ik ben nog niet naar school geweest, maar dit is een klusje wat thuis juist veel beter opschiet. En thuis kan ik één klas doen en daarna weer een half uurtje gaan liggen. Dat gaan liggen is nodig, want ik blijf benauwd en ik blijf klodders groen slijm ophoesten. Daarbij word ik duizelig, van het hoesten, maar ook als bijwerking van de prednison.

Nog een keer Vic van de Reijt. Nu zijn top-100 van Nederlandstalige singles. Een persoonlijke, maar heel herkenbare keuze, met af en toe ook een verrassing. Ik wist bijvoorbeeld niet dat Lucebert de smartlap 'De soldatenmoeder' in 1969 speciaal voor de Zangeres zonder naam schreef. Ook een nummer geschreven door Remco Campert: 'Liggen zo uw problemen?', gezongen door Rijk de Gooyer. En zelfs een single geschreven én gezongen door Jan Cremer: 'De flipstand' (1966 en geboycot door de radio). De goede tekstschrijvers komen ook hier wel bovendrijven. Het wordt te veel om ze allemaal te noemen, maar ik noteer de schrijvers die vaker dan één keer voorkomen. Bij gelijk aantal op alfabetische volgorde:

 Tekstschrijver Aantal nummers in deze top-100
 Drs. P  5
 Lennaert Nijgh  5
 Peter Koelewijn  4
 Annie M.G. Schmidt  4
 Willem Wilmink  3
 Anton Beuving  2
 Bob Bouber  2
 Ferry van Delden  2
 Raymond van het Groenewoud  2
 Toon Hermans  2
 Pierre Kartner  2
 Kees van Kooten  2
 Johnny Kraaykamp/Rijk de Gooyer  2
 Huub van der Lubbe  2
 Tom Manders  2
 A.W. le Roy  2
 Wim T. Schippers  2

1 bestelling: André Maurois, 'Geschiedenis van Engeland'.

7 juli 2007

 
De postbode bracht 'Persoonlijk' van Mischa de Vreede. Een autobiografie in fragmenten. Een schrijfster waar ik nog nooit wat van gelezen heb. Ik was benieuwd naar haar beschrijving van Jan Arends en Hein Donner, maar al in het begin heeft ze me te pakken met de beschrijving van haar jeugd (o.a. in het jappenkamp) en alweer van een vader (van een auteur dus) die dominee is. Het moet toch zo zijn dat iets van 'het woord' in de letterlijke betekenis meegegeven wordt aan kinderen van predikanten.

4 bestellingen: Irving Stone, 'Het leven van Vincent van Gogh', catalogus Jan des Bouvrie en knipsel Insingel, knipsels Palmen, knipsel Komrij.

8 juli 2007

Ik hoest nu bloed op. Dan is het te hopen dat dat komt doordat ik met het hoesten m'n longen heb beschadigd en dat het niets ernstigers is.

Onder de laatste toets van VWO-2 zette ik een versje van John O'Mill met de opdracht het in het Nederlands te vertalen en daarbij de limerick-vorm te handhaven. Echt vertalen is onmogelijk, omdat het onzin-Engels is, maar dat maakt het juist interessant. De leerlingen konden er 0,2 punt extra voor verdienen én zo'n opdracht vult mooi de tijd als ze snel met de toets klaar zijn. Het origineel:

Rot yong

A terrible infant called Peter
Sprinkled his bed with a gether.
His father got woost,
Took hold of a cnoost
And gave him a pack on his meter.

Hieronder enkele vertalingen van leerlingen, met de meest voor de hand liggende vooraan:

Een vreselijk kind genaamd Pieter
Besprenkelde zijn bed met een gieter.
Z'n vader werd woest,
pakte een knoest
En gaf hem een pak op z'n mieter
(Márin)

Een kinderachtig joch genaamd Peter
wist het altijd veel beter.
Zijn vader werd woest
en gaf hem een klap met een knoest.
Het einde van deze betweter.
(Stijn)

Een verschrikkelijke jongen genaamd Peter
maakte zijn bed nat met een gieter
zijn vader werd kwaad
greep hem in zijn kraag
en gaf hem een pak voor zijn flikker
(Isabel)

9 juli 2007

Een kookprogramma op televisie vanmiddag. Een jonge kok kookt Surinaamse gerechten voor zijn vrienden die voetbal zitten te kijken. Niks mis mee. Hij gebruikte o.a. bananenbladeren en kouseband, dus dat zag er wel authentiek uit. Maar tijdens het eten drinkt één van de vrienden Duvel uit een flesje. Dat is vloeken in de kerk, niet lekker en bovendien lijkt het me de fles uit te schuimen (maar dat weet ik niet, want ik heb het nooit geprobeerd).

Deel 5 van 'Het Bureau' heb ik bijna uit. Op bladzijde 743 en verder staat een bezoek beschreven aan Frans, een afgekeurde oud-collega. De hele toonzetting en de sfeer is typerend voor 'Het Bureau':

Terwijl Frans de keuken inging, bezocht Maarten de w.c. Er hing een penetrante rioollucht en het rook bovendien verspocht. Staande voor de pot keek hij omhoog, maar hij zag geen ontluchting. In de douchecel, achter de w.c. hing wasgoed te drogen, werkmanshemden en zwarte sokken. Het houtwerk was verveloos, de muren waren groezelig. Naast de w.c. zat een zwarte vlek op de muur. Hij keek ernaar en vroeg zich af hoe die daar gekomen was, zonder een antwoord te vinden.
'Wat is dat eigenlijk voor een merkwaardige zwarte vlek naast de w.c.,' vroeg hij, de kamer weer inkomend.
Frans stond bij zijn werktafel de glaasjes in te schenken. Hij kreeg een rood hoofd. 'Ja, dat hoort natuurlijk niet,' zei hij schichtig. Hij bracht Nicolien met trillende hand een glaasje en zette een tweede bij Maartens stoel.
'Dat weet ik niet,' zei Maarten. Hij ging zitten, tilde de fles even op en bekeek het etiket.
'Daar zet ik mijn hand om niet op de bril te hoeven zitten,' hij keek vluchtig naar Nicolien.
'Maar het is toch je eigen bril?'
'Misschien is het ook wel omdat ik eigenlijk een afkeer van mezelf heb.'
'Ja, dat is een eigenaardigheid van je,' gaf Maarten toe.
'Gaan jullie dan gewoon zitten?'
'In de trein niet,' zei Nicolien.
'Nee, in de trein...' zei Maarten. Hij keek naar Frans. 'Maar je kunt toch ook op je handen gaan zitten in plaats van zo in de ruimte te hangen?'
'Dat zou ik ook smerig vinden. Je pakt de w.c.-trekker toch ook niet bij het handvat aan?'
'Waar dan?'
'Ik pak hem bij de ketting.'
'Dat doet iedereen denk ik. Dat kun je zien.'
'Daarom zoek ik ook altijd een schoon stukje. Meestal zit dat helemaal bovenaan, of net boven het handvat.'
Maarten lachte.
Ze zwegen en dronken alle drie van hun wijn.
'De wijn is lekker, hoor,' zei Nicolien.
Enz.

Zulke bladzijden geven je dan weer het één en ander om over na te denken. Is dit nu een normale conversatie tijdens eens bezoek aan een vriend? En hoeveel 'normaal menselijks' wordt hier weergegeven. Hoeveel mensen durven niet op de bril van een (hun eigen?) w.c. te gaan zitten. Is dat waar? Pakken veel mensen de trekker niet bij het handvat? Daar denk ik nooit over na, maar dat is natuurlijk wel een verzamelplaats voor bacteriën.
En dan nog het woord 'verspocht'? Het rook er verspocht. Nooit van gehoord. Van Dale kent het wel: verspochten (verspochtte, is verspocht), (onoverg.) door vocht bederven, verrotten. En tenslotte blijf ik met de vraag zitten die me nu al een paar duizend bladzijden bezighoudt. Wil ik dat allemaal wel lezen, wat is hier interessant aan en wáárom blijf ik doorlezen?

2 bestellingen: Kees Stip, 'Ezelsoor', Kees Stip, 'Geen punt', Jan Siebelink, ' En joeg de vossen door het staande koren' en Jan Wolkers, ' Groeten van Rottumerplaat'.

10 juli 2007

We worden de laatste tijd opvallend vaak gebeld door mensen die bellen met een 'verborgen nummer'. Op de nummerweergave van onze telefoon komt dan niet het telefoonnummer van de beller te staan, maar in plaats daarvan de tekst 'verborgen nummer'. Je schijnt dat in te kunnen stellen. Wij nemen die telefoontjes niet op. Als het de 'verborgen beller' ernst is kan hij of zij een boodschap inspreken op het antwoordapparaat. Maar opvallend genoeg doen 'verborgen bellers' dat zelden of nooit. Waarschijnlijk zijn het voornamelijk van die irritante call-centers die je een verzekering, een krant of andere electriciteit aan willen smeren.

1 bestelling: Alfred van Sprang, 'Een journalist zwerft over de wereld'.

11 juli 2007

Vandaag kreeg ik 'Kingdom of Books. Hay-on-Wye bibliopolis onder de Black Mountains' van Wim Huijser. Hay-on-Wye, op de grens van Engeland en Wales, - nee, net over de grens in Wales - is het oudste en meest bekende boekenstadje in Europa. Het was het voorbeeld voor bijvoorbeeld Bredevoort, Redu en Montolieu. Wim Huijser ging er veertien jaar lang elk jaar op bezoek en besloot er een boek over te schrijven. Dat boek is interessant en breed van opzet. Hij beschrijft het ontstaan als booktown en de rol van de excentrieke Richard Booth daarin, maar als breed georiënteerd boekenliefhebber heeft hij o.a. ook aandacht voor Bruce Chatwin, wiens boek 'On the Black Hill' in de Black Mountains speelt. En zelfs Voskuil komt aan bod. In een van zijn vakantiedagboeken beschrijft hij een wandeling door dit gebied. Een boek over boeken, boekensteden en boekenliefhebbers!

Twee prachtige uitspraken van Jan Eijkelboom in een oud interview (Remco Meijer, Elsevier, 20-03-1993):
- Als je gelukkig was als kind, valt later alles tegen.
- Door poëzie heb ik mezelf gered.

1 bestelling: Vasalis, 'Parken en woestijnen'.

12 juli 2007

De brieven die Gerard Reve schreef aan Simon Carmiggelt zijn verzameld in 'Brieven aan Simon C. 1971-1975' (1982). Een deel van die brieven is ook te vinden in 'De Taal der Liefde' (1972). Er is ook nog een - nauwelijks te vinden - bibliofiele uitgave: 'Uit de kunst: brieven aan Simon Carmiggelt' (1970). Het aardige van deze correspondentie is dat een deel van de antwoorden van Carmiggelt aan Reve ook uitgegeven is. De brieven zijn te vinden in 'Mooi kado' ( het boekenweekgeschenk van 1979) en in 'Met de neus in de boeken' (1983).
Wat voor mij deze briefwisseling extra interessant maakt, is dat Gerard Reve in die periode in Veenendaal woonde (Aan de Boslaan, bij mevr. van Manen, de moeder van Woelrat). Hij noemt Veenendaal ook regelmatig (al is het maar in het briefhoofd), beschrijft een vechtpartij in de Albert Heijn, zoekt een hotel voor Carmiggelt en zijn vrouw en beschrijft de kerk en de nabijgelegen school. En dat alles uiteraard in een zeer Reviaanse woordkeus, al dan niet worstelend met de alcohol.

Hij noemt Veenendaal voor het eerst in een brief van woensdag 5 mei 1971:

We gaan nu definitief aan de -laan 00, te V. wonen, en verkopen zo mogelijk nog dit jaar Huize 'het Gras'. Dat is een zeer komfortabel weekendhuis, maar voor permanente bewoning is het ons te eenzaam en te geïsoleerd geworden.
Wanneer jullie in De S. verblijven, kunnen we jullie halen en brengen, ook op één dag. Is dat wat gejaagd, dan is hier een heel rustig en degelijk hotel, La M. De bossen zijn hier altijd verlaten, zelfs bij mooi weer op feestdagen: de mensen gaan hun autoos niet meer uit. Allerlei maatschappijbeschouwers klagen daar in velerlei geschriften over, maar ik vind het een zegen.

La M. is 'La Montagne'. Eigenlijk is dat al geen Veenendaal meer, maar net Rhenen, maar een kniesoor die daar op let. Het is geen hotel meer, en rustig ligt het al helemaal niet meer, met de Rondweg-West er vlak langs op.

4 bestellingen: 'A.C. Baantjer, De Cock en ...... het verhaal met een einde dat u zelf schrijft', Belcampo, 'De dingen de baas' (bulkboek), knipsel Walschap en knipsel Marguerite Yourcenar.

13 juli 2007

Vanmiddag kwamen Jan en Marian op de motor langs. Als het weer redelijk is gaan ze deze vakantie naar Zweden. Het lijkt erop dat steeds meer mensen Scandinavië ontdekken. Ik heb zelfs twee collega's met een eigen huis in Zweden. Ook Ria kwam langs en bracht een zelfgebakken Cheesecake mee. Ik heb de afgelopen dagen over belangstelling i.v.m. mijn ziekte niet te klagen. Behalve dan van mijn directie. Daar heb ik twee weken lang niets van gehoord.

Er komt een verplicht energiecertificaat voor huur- en koophuizen. Op het journaal was zo'n keuring te zien en de bewoner van het pand werd geïnterviewd, staande voor zijn boekenkast. In die kast beide dikke verhalenbundels, samengesteld door Joost Zwagerman. Zouden kopers van die bundels ze ook van voor naar achter lezen? Lezen ze er hapsnap wat verhalen uit? Of staan de dikke delen alleen maar mooi in de kast?

2 bestellingen: 4 x Carry van Bruggen en 1 x Anthony van Kampen.

14 juli 2007

Verschrikkelijk last van muggen gehad vannacht. Het licht aan en met de electrische vliegenmepper op jacht. Drie à vier dode muggen per keer! En dan tien minuten later weer dat gezoem om je hoofd. Vandaag heb ik hoofdpijn, waarschijnlijk als gevolg van de onrustige nacht.

Min of meer toevallig las ik dit weblog van augustus 2006 nog eens door. Ik haalde er daarbij maar zo weer drie schrijffouten uit. Dat zou toch niet moeten.

Het verven van het huis schiet lekker op. De achterkant is klaar en ook de opbouw op de garage is rondom af. Nu alleen de voorkant nog.

Vandaag op m'n gemak bezig geweest met de boeken van Wim en de boeken uit Barneveld. Het schiet niet erg op als je ook nog eens in de boeken gaat lezen. Twee ontdekkingen tussen de boeken van vandaag:

Heinrich Böll, 'Roos en dynamiet' (1975) Deze keer geen roman van Böll, maar een verzameling toespraken en korte essays. Het essay met dezelfde titel als het boek gaat over de onmogelijkheid van christelijke literatuur. Dat speelt of speelde (het essay is uit 1958) blijkbaar in Duitsland ook. Het essay(tje) is maar twee bladzijden groot, maar het barst van de citeerbare zinnen:

Het is roerend naar helaas ontoelaatbaar het zo voor te stellen als bestond er zo iets als een christelijke roman. De christenen verwachten traditiegetrouw van een roman die door een christen geschreven is de literaire bevestiging van de geloofswaarheden, het bewijs dat het geluk schuilt in de orde.

De literatuur die door christenen wordt gemaakt is uitsluitend en alleen onderworpen aan de maatstaven van de literatuur; er is geen christelijke stijl, er zijn geen christelijke romans; er zijn alleen maar christenen die schrijven, en hoe meer een christen zich als kunstenaar concentreert op stijl en expressie, des te christelijker wordt zijn werk.

Christelijke literatuur is een marktbegrip - maar de markt is wel groot; men kan noch ervoor noch ertegen schrijven. Wie schrijft is onderworpen aan wetten die buiten zijn godsdienst liggen.

 
Een andere verrassing is het boek hiernaast. 'Koren en een koepel van blauw licht' van Cor de Jonge. Zijn romandebuut uit 1983. Hij had al wel eerder (in 1976) een bundel aforismen gepubliceerd. Zijn boeken hebben weinig gedaan en op internet is er ook weinig over hem te vinden. Op Marktplaats is dit boek aangeboden geweest en Raban biedt de bundel aforismen te koop aan. De verrassing zat voor mij ook niet in het boek, maar in de omslagillustratie. Die is het werk van Ted van Lieshout. Een dubbeltalent. Vooral bekend door zijn voor kinderen geschreven gedichtenbundels. Hij was de eerste dichter die een zilveren griffel kreeg (in 1989, voor 'Och ik elleboog me er wel doorheen'). Zijn dichtbundels zijn op een uiterst verrassende wijze door hem zelf geïllustreerd en blijkbaar heeft hij dus, voordat zijn eigen werk uitkwam, omslagen voor boeken van anderen gemaakt!

15 juli 2007

Bij de Jan Campert-prijzen verscheen jarenlang een boekje met over elke winnaar een essay, plus een heel uitgebreide bio/bibliografie. Voor mensen die geïnteresseerd zijn in bepaalde schrijvers zijn dit absoluut boekjes om in de verzameling te hebben. Ik lees nu in 'Jan Campertprijzen 1987', met essays over Annie M.G. Schmidt, Frans Kellendonk, Tom van Deel en Peter van Gestel en een interview met J.A. Roelfsema-Tenge. Ook de schrijvers van de essays zijn niet de eerste de beste, bijvoorbeeld (in dit geval) Kees Fens en Rob Schouten. Over Annie M.G. Schmidt dacht ik op mijn Schrijversinfo vrij compleet te zijn, maar ik haal uit dit boekje toch weer aanvullingen. En bijvoorbeeld dit citaat:

Het ongewoonste rijmpaar uit de Nederlandse poëzie is 'pianostemmer - leeuwentemmer'. Of het zou 'citeer's - Homerus' moeten zijn. In de verzen van Annie M.G. Schmidt, waarin ze voorkomen, doen ze even verrassend als vanzelfsprekend aan. De taal ervan kent geen standsverschillen tussen de woorden; er wordt hun, hoe ongerijmd ze zich ook tegenover elkaar verhouden, een gelijkheid opgelegd die iedere vorm van nivellering mist. De woorden worden aan elkaar gewaagd, ze hebben met elkaar rekening te houden en zich aan elkaar aan te passen. Aanstellerij is uit den boze en woorden die zich nog op iets willen laten voorstaan, worden eruit gerijmd. (Kees Fens, Jan Campertprijzen 1987, blz. 7)

Gebarbecued met de kinderen om de start van de vakantie te markeren. We hadden twee pastasalades gemaakt, één met vis en één met ham. Ik wilde een recept uit een kookboek halen, maar dat is uiteindelijk toch google geworden. Veel recepten die veelal op hetzelfde neerkomen. Het verschil zit hem misschien minder in de ingrediënten en meer in de dressing of de saus. Ik heb dit recept als basis gebruikt:

 ingrediënten: Voor 4 personen:
1 blik tonijn op olie van 400 g
250 g pasta
250 g sperziebonen
8 zwarte olijven zonder pit
1 rode ui
4-6 eetlepels olijfolie extra vierge
1 grote teen knoflook
zout, versgemalen peper
1 eetlepel Italiaanse kruiden, fijngehakt

bereiding:
Kook de pasta en de sperziebonen in een grote pan met ruim kokend water en wat zout in ca. 10 minuten beetgaar. Snijd de olijven in vieren. Pel de ui en snijd hem in flinterdunne ringen. Pers de knoflook boven een grote schaal uit. Voeg het citroensap, de olijfolie, de kruiden en zout en peper naar smaak toe en klop alles tot een dressing. Giet de pasta en boontjes af en schep ze door de dressing. Schep de olijven erdoor. Laat de salade afkoelen. Giet de tonijn af en voeg die aan de salade toe. 

De gekookte sperziebonen in de salade zijn een prettige verrassing. Goed voor de kleur, maar ook zeker voor de smaak. Bij de helft van de pasta heb ik de tonijn vervangen door blokjes ham. Bij de tonijn heb ik nog een handvol garnalen gedaan. Bij beide salades heb ik champignons toegevoegd. Een andere prettige vondst bij het doorkijken van die recepten - zelf een soort tapenade maken in de keukenmachine of met de staafmixer: een stuk of tien zongedroogde tomaten uit een potje, wat kappertjes, wat olie en azijn, wat olijven, wat peper en zout en draaien maar. Heerlijk en op dit basisrecept kun je vast ook naar hartelust variëren (en dat gaan we zeker nog doen!)

16 juli 2007

Gijs zag gisterenavond dat de tuin-schommelstoel aan één kant scheef was getrokken. Die stoel kochten we eind maart bij Intratuin en hij was bepaald niet goedkoop! Vanmiddag zijn we daarom terug gegaan naar Intratuin in Barneveld. De service was verbluffend. Geen gedoe of gezeur, maar binnen vijf minuten een nieuwe stoel! We hebben ook nieuw visvoer gekocht en materiaal om de filterbak van de vijverpomp opnieuw in te richten. Dat laatste heb ik aan het eind van de middag ook direct gedaan. Dat was niet echt een succes. Ik moest een keer of wat over de vijverrand lopen om bij de filterbak te komen. Daarbij gleed ik uit en kwam in de vijver terecht. Nat tot mijn middel, waterplanten in de broekspijp en een geschaafd en blauw bovenbeen. Ik lijk wel een Tour de France-renner na een valpartij. Nog geluk gehad trouwens: als je niet me je bovenbeen, maar met je kop op de houten rand valt, zou je nog verdrinken in je eigen vijver.

 
De post bracht vandaag 'Hart van mijn land ik ben terug. Een literaire wandeling door het Zeeland van Hans Warren' van Ronny Boogaart en Eric de Rooij. Deze twee zijn al enkele jaren druk met Hans Warren. Ze maakten ook een zeer uitgebreide website. En nu dus dit boekje met drie wandelingen: de eerste door Borssele en Ellewoutsdijk (de jeugd van Warren), de tweede in Goes en omgeving (waar Warren van 1957 tot zijn dood in 2001 woonde) en de derde wandeling gaat door Middelburg (als een soort toegift). Veel van Warrens jeugd is al niet meer terug te vinden. Zijn opvallende geboortehuis op de Zeedijk (nr. 323) in Borssele sneuvelde bij een dijkverzwaring en in zijn dagboeken moppert hij ook over de achteruitgang van de natuur. In dit boekje zie ik voor het eerst een foto van het graf van Hans Warren. Indrukwekkend in zijn eenvoud. Een grote plaat wit Carraramarmer (uit het midden van de groeve - dat soort details doen er bij Warren toe), gecombineerd met zwart graniet. Op dat zwarte graniet in witte letters: Hans Warren - dichter.

Ik heb de bladzijde over Hanny Michaelis afgemaakt. Ze overleed dit jaar op 11 juni. Dichteres én ex-echtgenote van Gerard Reve. Dat laatste blijkt bij veel mensen onbekend te zijn. Ze trouwden op 09-12-1948. Tijdens hun huwelijk woonden ze een aantal jaren in Engeland (1952-1957). Ze scheidden in 1959. Ze bleven wel contact houden. Over dat contact bericht Reve in 'De Taal der Liefde'. Hij schrijft op 27 juli 1971 aan Simon Carmiggelt dat hij bij Michaelis op bezoek is geweest en verontschuldigt zich voor het feit dat hij niet even bij de Carmiggelts langs is gegaan. Bang dat hij ongelegen zou komen én bang voor teveel rode wijn te vroeg op de dag.

Ik bezocht, genoemde verleden donderdag, mijn vroegere huisvrouw Hanny Michaelis. De dag met Hanny - ze had vakantsie - was niet slecht. Jij bent bij mijn weten nooit gescheiden, dus jij weet dat zo niet. We zien elkaar geregeld, en ik geef haar dan raad in levenszaken, voor zoverre ik ergens iets van meen te begrijpen.

Zo'n bezoek verliep verder heel rustig: koffie drinken, samen boodschappen doen, een boterham eten (met drie Harder bokkingen), een wandeling naar het Centraal Station, het tunneltje aan het Stationsplein in en met de pont het IJ over, en dan wat drinken in de tuin van een etablissement aan de overkant van het IJ. Over Hanny zegt hij dan:

Hanny heeft soms een betoog als een lintzaag, maar altijd een gouden hart. We waren het, als altijd, er over eens dat het nooit meer goed kwam, maar dat het goed was. Tegen het einde van de middag wandelden we terug, ik at bij haar sla, gebakken aardappeltjes en een schouderkarbonaadje. Om half negen nam ik de trein terug naar Veenendaal, nagewuifd door haar op een perron vol van de zonderlingste reizigers, bepakt met waterzakken en vijgenmanden, wierook en myrrhe. Mijn bezoek had haar veel vreugde gedaan, merkte ik, en ze was erg blij, dat ik de gehele dag bij haar gebleven was.

En Gerard Reve maakt ook plannen om Hanny Michaelis in Veenendaal te ontvangen.

Dezer dagen komt zij een dagje naar V. Ik haal haar met de automobiel van het station, en toer haar in de fraaie omgeving wat rond. Glaasje tonik op een Rijnterras. Warm eten bij ons in de -laan. Smiddags nog ergens zitten, en dan keert zij terug naar Amsterdam.

17 juli 2007

Ik blijf slijm ophoesten. Ik zie ervan komen dat ik deze week nog een keer naar de dokter terug moet.

De Stichting Mathieu Geelen Componist heeft toch nog de muziek gevonden die Mathieu Geelen destijds voor de Blauwbilgorgel had gecomponeerd, zowel voor koor als voor de pianobegeleiding. Met een beetje geluk is dat nog net op tijd voor het Blauwbilgorgel-boek van Wim! Een beetje rommelend met oude videobanden vond ik vandaag ook nog een TROS-documentaire over Buddingh'. Veel beeldmateriaal van Buddingh' en bijvoorbeeld ook Jan Eijkelboom die terugkijkt op Buddingh' en Dordrecht. Verder Ares Koopman die naar Engeland reist om vast te stellen dat de ezels inderdaad van de Green van Arncliffe zijn verdwenen:

Alles is er een tikje grijzig, stoffig, dooraderd
met bruinen en wazige blauwen, de lente zelfs heeft er
al iets van de herfst, het is een verschrikkelijk mooi land,
maar niet vriendelijk, eerder stug, in zichzelf besloten -
een land als een man die je nooit op je schouder slaat,
maar op wie je wel altijd kunt rekenen.

En zo blijkt het dan weer dat je ook in je paradijsje
tenslotte jezelf zoekt: het beeld van een ideaal
superego, dat lief en inschikkelijk is voor je Es,
een soort vader en moeder in één, die je nooit verlaten -
O, ezeltjes van Arncliffe, wanneer zal ik jullie
weer op je green zien staan grazen?
(C. Buddingh. Ode aan de Yorkshire Dales, fragment)

Vanavond met Chiel de bevestiging voor de Twinny Load achter op zijn trekhaak gemonteerd. Hij is in die dingen net zo handig als ik, dus dat schoot niet echt op. Aan de andere kant is het wel eens prettig om te zien dat je niet de enige bent die elke keer weer na moet denken naar welke kant je een moer nou vast draait en naar welke kant los.

4 bestellingen: 'Friendship-bulletin', Beste Boek nr. 125, Anthony van Kampen, 'Het land dat God vergat', Multatuli, 'Barbertje moet hangen' en Gabriel Smit, 'De Psalmen'.

18 juli 2007

Een telefoontje vanochtend van een mevrouw die op het punt stond naar de vuilstort te rijden met o.a. drie dozen boeken en een stapel 'Spiegel Historiael'. Of ik ze wilde hebben, in plaats van dat ze ze naar de stort bracht. Zeker en dát is nou een aardig begin van de dag. En kwaliteit ook nog eens: W.F. Hermans, Karel van het Reve, Hugo Brandt Corstius, om maar eens wat op te noemen.

Vrijwel dagelijks komt er mail met de vraag of een bepaald boek nog te krijgen of te vinden is. Vandaag bijvoorbeeld: 'I am looking for a book written by Ernst Van Altena translating the lyrics of George Brassens into Dutch. I believe it was published about 20 years ago by the publisher Van Nygh and Ditmar. If you encounter this book could you please let me know.' Dat boek heb ik niet en ik ken het ook niet, maar het zal best waar zijn, want Ernst van Altena heeft ontzettend veel uit het Frans vertaald.

Onze videocamera doet het niet meer. Hij geeft aan dat de lenskap er nog op zit, ook als dat niet zo is. Gijs ontdekte via internet dat dat een productiefout is en dat ze dat tot oktober van dit jaar gratis herstellen. We hebben de camera vandaag naar Arnhem gebracht en zijn daarna naar de Makro gegaan. Niet (te) veel gekocht deze keer. Met name op de food-afdeling is het altijd aardig om even rond te kijken. Vandaag zag ik bij de groenten een aantal bakjes 'eetbare bloemen'. Een bakje keurig geschikte gele madeliefjes - een stuk of twaalf - voor € 2,38. Lavendel lag er ook bij. Jammer dat ik m'n fototoestel niet bij me had!

27 jaar en 1 maand getrouwd vandaag. Dat is 325 maanden. Just for the record.

1 bestelling: F. Bordewijk, 'Rood paleis' en Harry Mulisch, 'De versierde mens'.

19 juli 2007

Op het postkantoor slaan ze nu echt door. Ik wilde een knipsel naar België sturen. Standaard. Dat kost 67 cent. Maar een postzegel van 67 cent bestaat niet en de dame achter balie wil hem ook niet uitdraaien. Onder de euro mag ze geen postzegels printen. Je moet dus zelf maar postzegels op de envelop plakken voor dat bedrag. Maar dat bedrag is met bestaande postzegels helemaal niet te maken! Je plakt dus altijd teveel. Voor priority-verzending zijn er wel boekjes met 5 zegels van 72 cent te koop, maar standaard is voor mij genoeg. Ik heb er nu een postzegel van 44 cent + een oude kerstzegel van 29 cent opgeplakt. Dat is samen 73 cent. Met priority (wat duurder hoort te zijn) was ik dus goedkoper uit geweest. Belachelijk!

Bij de boeken die ik gisteren kreeg zat 'Lenin heeft echt bestaan' van Karel van het Reve. Het is geen boek over Lenin, maar een bundel opstellen die eerder verschenen in 'Het Parool', 'NRC Handelsblad', 'Haagse Post', 'Hollands Maandblad' en 'Propria Cures'. Een bijzonder interessant boek met opstellen over o.a. Nabakov, Garmt Stuiveling en Jacques Presser. En ook een fraaie 'Kerstoverdenking', waaruit de onderstaande twee fragmenten komen.

Bij mijn zwager op kantoor spreken ze van de 'kerstkneut'. Daarmee bedoelen ze het geheel van nietsdoen, te lang in bed liggen, bezoek verdragen, te veel eten en wachten tot het weer over is, dat anderen 'de kerstdagen'of 'het kerstfeest' noemen. Carmiggelt schijnt het woord te hebben uitgevonden.
(Karel van het Reve, Lenin heeft echt bestaan, blz. 74)

Voor velen is dit een moeilijke tijd. Het aantal zelfmoorden stijgt. Wat de heiden in deze dagen het meest ergert zijn niet de rituele formules of de gezangen (die trouwens soms heel fraai zijn) en zelfs niet de vaak zo idiote toespraken, maar de vanzelfsprekendheid waarmee de christenen aannemen dat hun medeburgers zo geen christenen zijn, dan toch christenen behoorden te zijn. Geen Ajax-aanhanger zal echt willen dat alle Rotterdammers ook aanhangers van zijn club worden. Maar de christenen zouden willen dat wij ook christenen werden. En zij zien niet in hoe onbeleefd dat is.
(Karel van het Reve, Lenin heeft echt bestaan, blz. 74)

3 bestellingen: Carry van Bruggen, 'Het huisje aan de sloot', 3 x Hella S. Haasse en 2 x Dolf Kloek, knipsel Maarten 't Hart.

20 juli 2007

De Volkskrant besteedt gisteren (in Cicero) kort aandacht aan het nieuwe boek van Wim Huijser (zie ook 11 juli), 'Kingdom of Books' over Hay-on-Wye. Het is wel een slordig stukje, of de schrijver ervan heeft het boek slordig gelezen. De laatste zin luidt: 'Booth, van wie wordt gezegd dat hij lijdt aan een bibliomanie, schrijft over het dorp - 'Bibliopolis' - in Kingdom of Books.' Booth schrijft niks, Wim schrijft én Wim heeft Richard Booth gesproken (en doet verslag van dat gesprek), maar dat is wat anders.

Als je last hebt van smetvrees, heb je vast een hekel aan kranten. Doeschka Meijsing beschrijft dat in 'Tijger, tijger!' aldus:

Die grote ritselende vellen, ik had er een hekel aan.
In mijn idee kwam er muisgrijs stof uit de krant gedwarreld dat me ondersneeuwde
totdat het tot mijn nek kwam, tot mijn oren, tot mijn wenkbrauwen.
Dan niesde ik en het stof vloog op en daalde neer op alle voorwerpen in de kamer.
Ik niesde nog eens en opnieuw vloog het op
en in een klein wervelstormpje draaide het door het open raam naar buiten
waar het uiteengedreven werd door de wind.

(Doeschka Meijsing, Tijger, tijger!, blz. 8/9)

Het mooiste 'krantencitaat' is nog altijd van Multatuli:

Ik weet niet of 't waar is, want het staat in een dagblad,...
(Multatuli, Ideeën, eerste bundel, idee 306 (ged.), blz. 211)

1 bestelling: 2 x Koos van Zomeren.

21 juli 2007

Vanochtend ben ik met Martijn wat meubelwinkels afgeweest op zoek naar een ladenkastje waar het terrarium op kan staan. Dat blijkt nog lastig zoeken. We zijn ook even binnengelopen bij het kringloopcentrum. Een paar boeken gekocht ('Zomerhitte' van Jan Wolkers had ik niet meer staan) en 2 lp's van 'The Deep River Quartet'.

Het schilderen van alle ramen en kozijnen (aan de buitenkant) is gelukkig klaar. De komende weken doen we zelf het plafond in de badkamer en de wanden van de bijkeuken. De achterliggende gedachte is dat het er netjes uit moet zien als Suzanne in september gaat trouwen. De daggasten gebruiken hier de lunch en willen zich wellicht in de badkamer wat opfrissen. Dan willen we geen plafond met schimmelvlekken.

Vanavond met Chiel en Bert een pilsje gedronken in de achtertuin van Bert. Die tuin ligt er prachtig bij. De schuur in de tuin is nu geheel begroeid met wilde wingerd. Prachtig! Onder het groen van de bladeren zie je nog (de vorm van) de overstekende dakrand.

22 juli 2007

Vandaag heb ik 'De scharrelaar' van Joost Prinsen weer opgepakt. Er liggen eigenlijk teveel boeken te slingeren waarin ik nog aan het lezen ben. Deze nu eerst maar eens uit lezen. Dit boek is zeker de moeite waard. Dat blijkt bijvoorbeeld uit deze twee citaten:

Even iets over de literatuur. Die leerde ik kennen op mijn veertiende. Toen las ik het beroemde 'Kees de Jongen' van Theo Thijssen. Dat gaat over mij, dacht ik. Tot dan toe had ik alleen boeken gelezen die over andere mensen gingen zoals Sjors, Sjimmie, Arednsoog en Witte Veder. Ik wist natuurlijk nog niet dat literatuur altijd over jezelf gaat. Lectuur gaat over anderen. (Joost Prinsen, De scharrelaar, blz. 103)

Toen het rumoer verstomde, stond een klein ventje op dat wij niet kenden. Hij stelde zich voor als Ischa Meijer en hij wierp wat olie op het vuur. Ischa heeft zijn hele leven een kannetje olie bij zich gehad. (Joost Prinsen, De scharrelaar, blz. 104)

Vanavond een barbecue bij Klaas en Lida. Gezellig. We hebben nog wat laatste zaken voor de bruiloft van Suzanne en Gijs doorgenomen. De lunch, de volgauto's, een rode loper, dat soort zaken.

23 juli 2007

Het raam van de bijkeuken heb ik vandaag - aan de binnenkant - in de grondverf gezet (het kozijn dan). Daarna begon ik aan het kozijn van de deur tussen de keuken en de bijkeuken. Er blijkt verdorie houtworm in dat kozijn te zitten. Gijs is vanavond even wezen kijken. Zo te zien is het niet het kozijn zelf, maar alleen een afdeklatje. Dat valt dan weer mee, maar aan de andere kant: dit huis staat net vijftien jaar, dan verwacht je nog geen houtworm.

Vorige maand schreef ik over stapelgedichten. Dat is/was 'hot' op taalweblogs en ook de Volkskrant pikte dat vorige week op. In het NRC hadden ze een paar maanden geleden iets vergelijkbaars: een zeswoordenwedstrijd. Een citaat:

'Zes woorden telde het verhaal dat Ernest Hemingway tot zijn beste werk bestempelde: 'For sale. Baby shoes. Never worn'. Dit perfecte voorbeeld van wat tegenwoordig flash fiction heet, was de uiterste consequentie van Hemingways beroemde ijsbergprincipe: je ziet alleen het topje, de rest ligt verborgen onder de waterlijn.'

De krant riep lezers op om via internet verhalen van maximaal zes woorden in te zenden. Er kwamen er 543 binnen. De meeste waren niet meer dan de beginzin van een verhaal. Een paar van de 'verhalen' die volgens het NRC het beste waren:
- Loopgravenkoorts, haar brief in de modder.
- Lieve Pakistaanse. Benzine, lucifer. Eer gered.
- Handkar gestolen, met lijk en groenten.
- Laat opgestaan. Regen. Alweer avond.
- Honderd miljoen. Winnend lot. Nooit geïncasseerd.

Tot winnaar werd uitgeroepen: Ik dacht "ik ga"; ik bleef. (Mathilde de Vries)

1 bestelling: Marnix Gijsen, 'Wat de dag meebrengt'.

24 juli 2007

Met een beetje pech wordt dit wéér zo'n zomervakantie waarbij je, zeker 's avonds, nauwelijks buiten kunt zitten. De hangmat heeft ook eigenlijk nog niet buiten gehangen. Vandaag regent en waait het ontzettend. Overstromingen in Engeland en ziedende hitte in Griekenland. De regenbuien zijn wel heel plaatselijk. Ik was pakjes naar het postkantoor brengen (op de Ellekoot) en deed daarna nog wat boodschappen bij Albert Heijn. Voor de schuifdeuren van AH heb ik staan schuilen voor een stortbui (en heb ik een praatje gemaakt met Theo). Toen ik even later thuis kwam bleek er op de Dijkstraat geen druppel regen gevallen. Hemelsbreed is dat maar een paar honderd meter!

Vorige maand stak ik de loftrompet over 'Lezen @cetera' van Pieter Steinz en dan vooral over de schema's die daarin staan. Vandaag werk ik wat 'NRC Handelsbladen' van de afgelopen maanden door (collega Laura bewaart die voor me) en ik zie dat Steinz ook daarin van die schema's maakt om artikelen te verduidelijken.

Deel 5 van 'Het Bureau' is ook uit. Het kabbelt maar door. Langzamerhand begint die Maarten me wat tegen te staan.

Vandaag heb ik wat schrijversbladzijden - die eigenlijk al wel af waren, maar nog lagen te wachten op een 'finishing touch' - afgemaakt: C.S. Adama van Scheltema, Willem Brakman, Simon Vinkenoog.

Een mailtje van Anna: 'Hallo Mats. Ik kan Bob Dylan niet vinden op Uw auteurslijst. Kan dat kloppen?'. Antwoord: 'Ja dat klopt. Het uitgangspunt is Nederlandse auteurs. Daarnaast pak ik een enkele Engelse schrijver mee, maar buitenlandse tekstschrijvers is (ondanks dat ik een liefhebber van Dylan ben - ik heb vrijwel al zijn lp's en cd's) net een stap te ver.'

Het was al even geleden, maar de kat van de buren heeft weer een eekhoorntje te pakken. Hij vangt ze in het stukje bos tegenover ons huis. De overbuurvrouw voert ze (en maakt ze bijna tam op die manier). Dat is lekker makkelijk voor de kat. Ik heb het vanmiddag eens aangekeken, benieuwd wat die kat nou met die eekhoorn zou doen. Hij knaagt hem de kop kapot. Je hoort het schedeltje kraken. Ik kan niet goed zien of hij de hersentjes ook daadwerkelijk opeet, maar een smakelijk gezicht is het in ieder geval niet.

     

Als ik na een miuut of tien nog eens ga kijken, heeft hij de kop van de romp gescheiden en kauwt nog lekker verder. Ik krijg nu echt de indruk dat hij ervan eet. De volgende foto's zijn minder geschikt voor jeugdige kijkertjes:

     

25 juli 2007

Het verven van de bijkeuken schiet redelijk op. De buitendeur en het kozijn staan in de grondverf. We waren vanmiddag bij de Praxis om wat materiaal te kopen (een latje om het stuk met houtworm te vervangen, lijm, plamuur). Daar stonden fietsen in de aanbieding - wat een branchevervaging - en wat voor een fietsen: trekkingfietsen! Wat zijn dat nu weer. Taalkundig gezien zijn het waarschijnlijk fietsen om als prijs bij een verloting in te zetten. En dan nu de trekking voor de tweede prijs, een prachtige fiets! Google geeft 668 verwijzingen als je 'trekkingfietsen' intikt en 12.500 verwijzingen bij het enkelvoud: 'trekkingfiets'. Op één van die sites staat: 'De trekkingfiets kun je beschouwen als een kruising tussen de mountainbike en de racefiets.' Het is een vernederlandsing van 'tracking'. Een verfoeilijk anglicisme wat mij betreft.

Het goede nieuws van vandaag: Ed heeft zijn rijbewijs gehaald.

Nog even over die eekhoorn van gisteren: Chiel vond later op de avond alleen nog de staart, de poten en wat darmen. De kat heeft het beest dus echt opgevreten. Misschien moet hij toch maar weer een belletje om. Bij de meeste katten is dat om de vogels te waarschuwen, maar in dit geval dus om de eekhoorns te 'redden'.

Anna Borsboom vraagt via de mail of ik een link wil maken naar www.clubpropaganda.nl. Dat wil ik zeker, want het is een leuke site. Op de eerste bladzijde zeggen ze van zichzelf: 'Club Propaganda richt zich op de lezers die zich níet laten dicteren door ingedutte stukjesschrijvers van grote dag- en weekbladen, en krantenkiosken die zich voordoen als gerenommeerde boekhandel. Bij Club Propaganda géén grote namen, publieksfavorieten en hypes. Bij ons worden boeken beoordeeld op hun inhoud en nergens anders op. Wij houden van literatuur, dat is ons geheim.' Op de site vind je nieuws, recensies, een schrijfwedstrijd en - heel leuk - schrijvers als 'aankleedpop'. Bijvoorbeeld Herman Brusselmans en Connie Palmen. Dit is een verkleinde versie, voor het origineel: zie clubpropaganda.nl!

26 juli 2007

Op 17 maart vroeg ik mij af wat er toch van de schrijver Gilbert Grauws geworden was. Twee opvallende boeken (1988 en 1992) en daarna een oorverdovende stilte. Mark Cloostermans mailt vandaag: 'Gilbert Roox schrijft nog steeds, al is het alleen nog maar journalistiek: hij is in dienst bij de Vlaamse krant De Standaard. Zie ook: http://www.standaard.be/Archief/Zoek/index.aspx?trefwoord=Gilbert%20Roox&wanneer=5&zoekExact=1&wat=0&waar=3&sektie=ALL&intro=1' Hij schrijft in die krant onder zijn eigen naam: Gilbert Roox. En hij schrijft behoorlijk veel ook. Bij bovenstaande link vindt u 462 door hem geschreven artikelen.

Jan de Geus Wijst me er op dat ik op de Wolkersbladzijde geen link heb naar Wolkers' fragmenten van Harri Wolkers. Dat is inderdaad een prima aanvulling.

Een rustige vakantiedag. Vanochtend wat boodschappen gedaan. Vanmiddag zijn we naar tante Jannie in Lunteren geweest. Ze had nog wat boeken staan die we mee mochten nemen. Bij de tennisvereniging tegenover haar huis is de bliksem ingeslagen. Het was een geweldige klap en in de wijde omgeving is er apparatuur gesneuveld. Bij tante Jannie was de televisie kapot. 's Avonds kwam mijn moeder een kop koffie drinken en wat bijpraten.

27 juli 2007

De druiven die aan het schuurtje hangen beginnen blauw te kleuren. We hebben de druivenbladeren deels weggeknipt, zodat de druiven goed in de zon hangen. Het onbedoelde gevolg is dat de vogels de druiven ook in de gaten krijgen. Een merel zat met grote kracht met zijn snavel op een druif te hakken. Toen ik er naartoe liep vloog de merel weg en zag ik dat hij het vel er af gepikt had. Het inwendige van de druif kijkt je als een soort oog tegemoet.

 

 

De afgelopen weken heb ik af en toe een aspect van 'Gerard Reve in Veenendaal' voorbij laten komen. Veel is het niet, maar het is vrijwel het enige Veense wapenfeit in de Nederlandse literatuur. Ik ben benieuwd wat er, pakweg vijfentwintig jaar nadat hij hier kort woonde, nog terug te vinden is van wat hij beschrijft (voornamelijk in zijn 'Brieven aan Carmiggelt'). Twee keer komt de begraafplaats in Veenendaal ter sprake. De vader van Woelrat/Henk van Manen ligt daar begraven.

Ik tuurde naar de wuivende bomen in de verte, waarvan één een reusachtige treurwilg was. (Jaren later zou ik, bij hetzelfde weer, opnieuw dezelfde soort bomen traag maar onophoudelijk zien wuiven, bij het bezoek dat Woelrat - die nog in ons leven moest komen - Tijger en ik aan het graf van Woelrat zijn vader, in Veenendaal, waar we samen viooltjes zouden planten, waarna Woelrat bedroefd en ontevreden zou zijn over het graf en ik hem zou verzekeren, dat het beslist een heel fatsoenlijk en heel net graf was, waar niets op te zeggen viel, en aan mijn woorden zou toevoegen: 'Het past een zoon, bloemen te planten op het graf van zijn vader', misschien wel, per ongeluk, een Chinees spreekwoord, of onzin, maar ik zou het zeggen zonder te weten waarom en, over het kerkhof heen, naar dezelfde onophoudelijk wiegende bomen kijken als die ik thans voor mij zag.) (De Taal der Liefde, blz. 28/29)

Tante Stina is terug van vakantsie in een hotel te Epe. Tante Stina is de nog levende zuster van Woelrat zijn dode vader, die op het kerkhof van Veenendaal begraven ligt dicht bij een 18-jarige jongen die in de rivier de Rijn bij het zwemmen verdronken is en op wiens geweldige liggende blauwe grafzerk te lezen staat: 'Hier wacht onze lieve Zoon en Broeder.' (Brieven aan Simon Carmiggelt, blz. 55)

Vanmiddag ben ik een rondje over de begraafplaats gaan lopen, op zoek naar het graf van de vader van Woelrat. Aanknopingspunten: wuivende treurwilgen, de naam Van Manen, een graf van voor 1971, vlakbij een enorme liggende blauwe grafzerk van een 18-jarige jongen. Dat bleek niet genoeg te zijn om het graf te vinden. Ik zal eens op het gemeentehuis moeten navragen of ze daar het graf kunnen traceren. Treurwilgen staan er in het geheel niet, maar dat kan in 1971 anders zijn geweest. De verdronken 18-jarige kan ook aan de fantasie van Reve ontsproten zijn, het is wel typisch iets voor hem. Tenslotte zouden de graven ook nog geruimd kunnen zijn. Er wordt in Veenendaal (nog) niet echt geruimd, maar graven die niet meer onderhouden worden en waarvan de familie de rechten niet wil verlengen worden wel 'ontmanteld' (de grafstenen worden verwijderd).

Er zijn opvallend weinig echt oude graven in Veenendaal. Dat zou met het bovenstaande te maken kunnen hebben. Het ligt ook allemaal vrij strak in het gelid. Het is allemaal netjes, maar het is geen begraafplaats om eens rustig rond te wandelen. Ook aan natuur is er nauwelijks iets te beleven.
Een paar jaar geleden liepen er tientallen kippen los. Op de begraafplaats, maar ook langs de Rondweg-West, die er vlak naast ligt. Die kippen vernielden soms de planten op de graven. Ik heb daar toen wethouder de Graaf over aangesproken en die zou er wat aan gaan doen. Daar kwam de vogelgriep overheen en toen zijn al die loslopende kippen definitief geruimd. Kippen zijn er nu niet meer te zien, maar wel lopen er wat konijnen rond. Ik heb er wel een stuk of vijf gezien. Zouden die van de grafplanten afblijven?
In een hoekje achteraf stond deze grafsteen. Mooi in zijn raadselachtigheid:

   

'De scharrelaar' van Joost Prinsen heb ik uit. Een aanrader. Nog één keer een citaat:

Ik weet niet hoeveel tijd ik in mijn leven aan de kaarttafel heb doorgebracht
maar als ik in die tijd natuukunde had gestudeerd,
was ik nu atoomgeleerde geweest.

(Joost Prinsen, De scharrelaar, blz. 161)

1 bestelling: 7 boekjes 'Pim, Frits en Ida'. De zomerstilte is ingetreden, wat de bestellingen betreft.

28 juli 2007

Vanochtend was de boekenmarkt van Fidelio in Woudenberg. Op een nieuwe locatie, maar vergelijkbaar van opzet. Lidy kocht wat 'Het aanzien van'. Ik kocht pakweg dertig boeken. Nogal wat poëzie en verder o.a.:
- Koos van Zomeren, De grote droogte in waterland (ik heb vrijwel alles van Van Zomeren, maar deze had ik nog niet!)
- J. Greshoff, De wieken van de molen
- Fokke Sierksma, Testbeeld
- Henk Romijn Meijer, Mijn naam is Garrigue
- Henriëtte Roland Holst van der Schalk, Het vuur brandde voort
- Helden op sokkels. Literaire standbeelden in Nederland
- Hildebrand, Camera obscura (34e druk, 1923)
- In het licht van het lezen. De rol van het boek in de beeldende kunst

Vanuit Woudenberg reden we door naar Leusden. Op begraafplaats Rusthof aan de Dodeweg (toepasselijke, ietwat lugubere naam) liggen de schrijvers Gerrit Achterberg, Lex Althoff en Pieter Harting begraven. Het eerste wat opvalt als je daar de auto hebt geparkeerd is een aparte begraafplaats links voor de ingang van Rusthof. Daar liggen 865 Russische soldaten uit de Tweede Wereldoorlog begraven. Die hebben hier nooit gevochten, maar deze soldaten waren door de Duitsers gevangen genomen en zaten in werkkampen en concentratiekampen. De Duitsers behandelden de Russische soldaten slecht. Ze hebben ze o.a. aan het werk gezet in de Limburgse mijnen. 101 Russen zijn door de Duitsers vermoord in kamp Amersfoort. Misschien dat daarom deze Russiche begraafplaats in Leusden is terecht gekomen. Een groot deel van deze Russen was in eerst in Margraten begraven. Maar de Amerikanen waren niet blij met Russen op 'hun' Ereveld.

     

Rusthof is een fraaie begraafplaats in een bosrijke omgeving. Naar sommige graven is het er wel even zoeken, want de graven liggen in sommige gedeelten wat verspreid door het bos en de nummering is daar niet altijd consequent. Wellicht zijn er graven geruimd en zijn er op die plekken nieuwe graven gekomen - met nieuwe nummers. Bij de ingang hangt een plattegrond en het verdient in ieder geval aanbeveling om daar eerst even goed op te kijken.

Gerrit Achterberg ligt in vak 22. Dat is vanaf de ingang rechts achteraan. Met name in dit vak liggen de graven kris-kras door elkaar en het graf van Achterberg is al helemaal niet te vinden. We hebben er - op de vrij kleine oppervlakte van vak 22 - ruim een uur naar lopen zoeken. Je loopt er langs, want het graf ligt midden in een enorme rododendronstruik. Als je vak 22 inloopt is het een klein paadje links en dan direct weer links de rododendrons in.

     

Als in mei de rododendrons bloeien, moet het hier prachtig zijn! Op het graf (vak 22, graf 506) staat een forse zwerfkei (afkomstig uit Donderen). Gerrit Achterberg is hier in 1962 begraven. Zijn vrouw is in 1989 overleden en bij hem begraven. Het schijnt dat Achterberg direct na zijn begrafenis weer is opgegraven, omdat ze hem in de verkeerde kuil hadden gelegd. Op de zwerfkei staat in bronzen letters het kwatrijn 'grafschrift' uit 'Osmose':

Van dood in dood gegaan, totdat hij stierf.
De namen afgelegd, die hij verwierf.
Behoudens deze steen, waarop geschreven:
de dichter van het vers, dat niet bedierf.

     

De veel minder bekende schrijver Lex Althoff ligt in vak XII, graf 143. Een indrukwekkende rij oorlogsgraven. Lex Althoff volgde in de jaren '30 de ontwikkelingen in Nazi-Duitsland nauwgezet en schreef romans die daar speelden. Op 20-07-1940 nam hij ontslag bij 'Het Volk' omdat hij niet onder nationaal-socialistisch toezicht wilde werken. Hij ging ondergronds verder als journalist en was vanaf het begin betrokken bij het illegale 'Parool'. Er ontstond onenigheid in de reactie en in maart 1942 stapte hij uit die redactie. Begin 1942 zou Althoff op uitnodiging van de regering in ballingschap (als vervanger van Koos Vorrink) naar Londen reizen. Een poging op 11-05-1942 van S.E. Hazelhoff Roelfzema om hem met een motortorpedoboot op te pikken mislukte. Op 22-05-1943 werd hij bij een volgende poging in Rotterdam gearresteerd. Hij had allerlei belastende papieren bij zich. Hij werd verhoord op het Binnenhof in Den Haag. Tijdens de rit naar de Cellenbarakken in Scheveningen wist hij uit de auto te ontsnappen, maar hij werd kort daarna opnieuw gearresteerd. Lex Althoff zat bijna een jaar in gevangenissen in Haren en Utrecht. In de gevangenis schreef hij nog verhalen en hield een dagboek bij. Hij werd op 27-04-1943 ter door veroordeeld en op 29-07-1943 werd hij op de Leusderheide gefusilleerd. De stoffelijke overschotten werden naamloos in een kuil begraven. Op 21-11-1945 werd hij opnieuw begraven op begraafplaats Rusthof.

       

Het minst bekend van de drie schrijvers die op Rusthof begraven liggen is Pieter Harting. Ook aan zijn graf is dat te zien. Het imposante grafmonument (wat toch op bekendheid in zijn eigen tijd wijst) staat angstig scheef. Harting was wetenschappelijk actief op vele gebieden. Pieter en zijn broer Dirk kregen privélessen om ze op de universitaire studie voor te bereiden. In 1823 ging hij naar het Instituut van Admiraal Kinsbergen in Elburg. Hier ontwikkelde hij een voorliefde voor natuurkunde en bouwde voor zichzelf o.a. een microscoop. In 1828 ging hij geneeskunde studeren aan de Utrechtse Hoogeschool. Wellicht had hij liever natuurkunde gestudeerd, maar na deze studie was er nauwelijks werk te vinden. Hij trok als vrijwilliger met de jagerscompagnie der Utrechtse studenten ten strijde tegen België tijdens de Tiendaagse Veldtocht van 1830. Hij werkte zes jaar als arts in Oudewater. Op 31-05-1837 trouwde hij in Oudewater met Catharina Susanna Goetzee. Het werd een lang (bijna vijftig jaar) en gelukkig huwelijk. In 1841 werd hij hoogleraar plant- en scheikunde in Franeker. Het Athenaeum in Franeker werd gesloten en Harting werd buitengewoon hoogleraar wis- en natuurkunde in Utrecht. Omdat hij als buitengewoon hoogleraar dezelfde rechten had als een hoogleraar, mocht hij colleges geven in die vakken waartoe hij meende 'bekwaamheid' te bezitten. Hier bleef hij tot zijn emeritaat in 1875. Pieter Harting was lid van de 'Maatschappij tot nut van den Javaan'. Hij had een brede belangstelling en publiceerde op allerlei gebieden. Buys Ballot maakt in zijn Levensbericht een onderscheid in publicaties op het gebied van: het mikroskopische, zoölogische, botanische en paleontologische kennis, ethnologie en psychologie. Ook ontwierp hij apparaten en toestellen op allerlei gebied: miroskopen uiteraard, maar ook een hygrometer, een physometer, een atmometer en een kephalometer. De laatste drie jaar van zijn leven woonde hij in Amersfoort. Hij overleed aan de gevolgen van een beroerte. Hij werd begraven op de begraafplaats Achter Davidshof in Amersfoort. Begin juni 1886 werd daar een gedenkteken voor hem onthuld. In Transvaal (Zuid-Afrika) werd een plaats naar hem genoemd. In Amsterdam nam een gezelschap een zinspreuk aan, waarvan de beginletters de naam 'H.A.R.T.I.N.G.' vormden. Op 07-12-1978 is hij, wegens sluiting van de begraafplaats Achter Davidshof (in 1946, vanaf 1970 werden er graven geruimd, om plaats te maken voor het nieuwe stadhuis), herbegraven op begraafplaats Rusthof.

 

 
   

 Hij had de natuur lief -
Zij ontsloot hem hare schatten

 Hij had de menschen lief -
Zij loonden hem met wederliefde

Over Pieter Harting stond er nog geen bladzijde op schrijversinfo, maar die heb ik vandaag direct maar gemaakt.

1 bestelling: George Bernanos, 'Onder de zon van Satan'.

De eerste jonge goudvisjes in de vijver kleuren alweer oranje (en wit).

29 juli 2007

Het is zo weinig zomer, dat we afgelopen week zelfs de open haard hebben laten branden. Die open haard stond vroeger bij mijn opa en oma in Lunteren in de kamer. We hebben nog een foto waarop opa en oma Beek trots poseren naast de open haard. Op die foto is naast de open haard ook dezelfde koperen ketel met haardhout te herkennen én op de schoorsteenmantel het schildpadje. Martijn heeft van ons een vergelijkbare foto gemaakt.

   

 
Bij dat schildpadje hangen de kop en de staart aan een haakje, waardoor ze bij de minste aanraking een tijdje heen en weer schudden. Als kind kon ik hier uren naar kijken.Ik vraag me af van wat voor materiaal dat schildpadje is gemaakt. Het lijkt me wel een natuurlijk materiaal. Zou het van schildpadschild zijn gemaakt?

Bij de boeken die ik gisteren in Woudenberg kocht, zat de dichtbundel 'Balspel' van C. Golterman-van Dijk. Een schrijfster met een religieuze achtergrond, die in veel gedichten ook doorklinkt. Dat maakt de gedichten niet slecht overigens. Op internet is nauwelijks iets over haar te vinden. Dat maakt het een uitdaging om een bladzijde over haar aan Schrijversinfo toe te voegen. En al staat daar dan niet overdreven veel op, het voegt in ieder geval wel informatie toe. Hieronder de omslag van de genoemde bundel en een gedicht over Theo van Gogh (de broer van Vincent). Bij dit gedicht vraag ik me af hoe je, sprekend over Vincent van Gogh, de derde regel kunt beginnen met 'een oor te zijn'. Als je het woord 'oor' gebruikt, dan moet je daar in dit verband toch een bedoeling mee hebben, maar die bedoeling haal ik er niet uit. Dan had ze beter maar een ander woord/beeld kunnen gebruiken

 

 Theo van Gogh

Zijn lot: een afgeleide naam te dragen,
identiteit, niet aan zich zelf ontleend,
een oor te zijn, een luisterpost voor vragen,
waarin hij een verwant signaal verneemt.

Slechts uit replieken valt naar hem te raden,
naar de twee levens, die hij heeft geleefd.
Het dankwoord, dat opnieuw de ander spreekt:
proef op de som en waarborg voor zijn daden.

Hij is secundus, die terzijde blijft,
de tegenspeler, die historie schrijft.
(C. Golterman van Dijk, Balspel, blz. 31)

Via email correspondeerde ik met Nico Sjoer. Hij kocht op een rommelmarkt een bloemlezing die ik nog niet op de bladzijde over Smit vermeld. Het gaat om een boek uit de bibliotheek van Gabriël Smit zelf en het bevat zelfs nog een (naar ik aanneem) door hem geschreven kladversie van een van zijn gedichten. De titel van deze bloemlezing is: 'Maria in de Nederlandsche poëzie. Keur van gedichten gebundeld door E.P. Alfons v.d. Moeder van Smarten, O.D.C.. Ingeleid door Jozef de Voght.' Uitgave: Carmelitana Kortrijk, 1942. Het exemplaar is door bloemlezer E.P. Alfons cadeau gedaan aan Gabriël Smit en bevat drie gedichten van Smit. Nico scande op mijn verzoek één van de handgeschreven gedichten:

Het is duidelijk een oud papiertje. De marmerachtige kleur is verraderlijk, het zijn roestvlekken. De kans is - gezien de thematiek van het gedicht - groot dat het inderdaad een handschrift van Gabriël Smit is. Zoiets vinden op een rommelmarkt is echt een buitenkansje.

Mijn schoonvader is vandaag op bezoek. Suzanne en Gijs waren er vanmiddag ook even. Met hun eigen hond en de kleine logeerhond die ze deze week hebben. Tussen de buien door hebben we nog een eindje gewandeld. Langs de oerossen die verderop aan de Dijkstraat in de wei staan en langs diverse bloeiende bloemen, in de berm en in tuinen. De mais staat alweer behoorlijk hoog. Ik heb vast al eens eerder geschreven dat ik bij zulke maisvelden altijd direct aan mijn vader moet denken. Hij mat de duur van de zomer af aan de hoogte van de mais: 'De zomer is alweer bijna voorbij, de mais staat alweer hoog'. Een fotoimpressie van vanmiddag (de gele bloemetjes heb ik als wallpaper ingesteld):

           
           

1 bestelling: 6 x Jans Jans en de kinderen

30 juli 2007

Vanmiddag zijn we Irene en haar broers in Zeist wezen condoleren met het verlies van hun moeder. Een niet al te lang ziekbed en naar de verhalen te oordelen de aanvaarding dat het klaar was. Ondanks die aanvaarding had Irene het er moeilijk mee. De plechtigheid was waardig, persoonlijk en met inbreng van de kleinkinderen. We zijn na de plechtigheid niet mee geweest naar de begraafplaats in Doorn. Dat is meer voor de familie en we zijn toch betrekkelijke buitenstaanders. We zeggen al tijden dat we eens gauw een afspraak moeten maken om bij te praten. Dat hadden we dus echt eerder moeten doen, want nu zie je elkaar voor het eerst weer bij een condoleance.

Later in de middag zijn we nog even bij Martijn in zijn nieuwe kantoor wezen kijken. Ze zijn binnen Zeist verhuisd naar een ander gebouw en we waren nu toch in Zeist. Hij heeft een heel behoorlijke werkkamer en het gebouw ziet er degelijker uit dan het vorige.

Tenslotte zijn we nog even Zeist ingelopen. Ik vind dat centrum niet zo aantrekkelijk, maar ik begreep later van Martijn dat we daarvoor ook niet de goede straten gehad hebben. We hadden de Steynlaan en de Slotlaan moeten hebben. Dan doen we dan maar een volgende keer. We zijn wel even in de V&D geweest. In de kelder was een boekenopruiming. Ik kocht er:
- Compleet culinair, Roomijs (ik wil er echt recepten uit gaan gebruiken)
- Barbecue - nieuw en anders (Idem)
- Dr. Verschuyl, Omgekeerd puzzelwoordenboek (een soort retrogadewoordenboek. Zet ik op school neer, voor een les met 'gekke woordenboeken')
- Paul van Ostaijen, Sjimpansee (Van Ostaijens bekendste gedicht, per regel geïllustreerd door Paul Verrept)
- Het Wilhelmus toegelicht door Willem Wilmink (ik kende een grote paarse uitgave. Dit is een kleine oranje uitgave uit 2004)
- Theodor Holman, Niet God, maar mijn oom Koen. Uit het dagboek van een humanistenhond

Dit zijn een beetje 'opa- en omadagen' op dit weblog. Gisteren de open haard van opa en oma van mijn vaders kant. Nu het huis op Panweg 35 van opa en oma van mijn moeders kant. We kwamen, op weg naar Martijn, over de Panweg en zijn daar even gestopt. De weg en dan vooral de groenstroken bij de bomen zijn veel smaller dan in mijn herinnering. Het huis is juist groter dan ik dacht. De erker is heel herkenbaar. Opa en oma hadden grint in de voortuin (dat hadden meer mensen in de straat en als ik er logeerde 'mocht' ik het gras tussen het grint vandaan halen). Wat ik heel apart vind zijn de twee 'puntjes' op de eerste verdieping. Vooral omdat het een blokje van drie huizen is. Nummer 35 is in het midden en heeft dus boven het rechterraam van het linkerpuntje én het linkerraam van het rechterpuntje! Ik ben ook nog even via een paadje in een zijstraat naar de achterkant van het huis wezen kijken. Nog altijd de ontzettend diepe achtertuinen. Ook huidige bewoners van verschillende huizen hebben daar nog moestuinen in. Vreemd genoeg zijn de gezamenlijke paden tussen die achteruinen in nog altijd niet bestraat. Zand en gras. Dat gras kan er op duiden dat de paden ook nauwelijks gebruikt worden.

     

2 bestellingen: Godfried Bomans, 'Wonderlijke nachten', Bies van Ede, 'Mensen in de schemering'.

31 juli 2007

Al enkele dagen is er een vooraankondiging van een televisieprogramma over de door de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog gestolen schilderijen uit de verzameling van kunsthandelaar Jacques Goudstikker. In die vooraankondiging is sprake van 'door de Duitsers geroofde oorlogskunst'. Dat lijkt me een foute omschrijving. Het is tijdens de oorlog geroofde kunst, maar dat is wat anders dan oorlogskunst. Het woord wordt helaas wel vaker in deze betekenis gebruikt. Als je in Google 'oorlogskunst' intikt, krijg je 685 verwijzingen en de meeste gaan over in de oorlog geroofde kunst. Toch zijn er ook wel artikelen te vinden waarin het woord in de - volgens mij - juiste betekenis wordt gebruikt:

De kunstenaar Hamad Khalaf beschildert achtergelaten militair materieel als Oud-Grieks aardewerk en zorgt zo toch nog voor enige nut van deze dingen

 

of deze:

 
Wing Chun Kung Fu is begonnen als oorlogskunst en geëvolueerd tot een effectieve gevechtskunst die ook als sport is te beoefenen. De Nederlandse Wing Chun Federatie is de officiële en grootste vertegenwoordiger van het Wing Chun in Nederland en biedt trainingen voor zowel recreanten als wedstrijdvechters. De trainingsmethodes zijn gemoderniseerd aan de hedendaagse behoeftes. Wing Chun is waarschijnlijk de meest effectieve gevechtskunst die ooit in China is ontstaan.

5 bestellingen: 'Zeventien jaar is zo jong & andere verhalen', Jan Terlouw, 'Pjotr', Rosemary Sutcliff, 'Om het rood van de krijger', Th. P. van Baaren, 'Dans en religie', 'Luther is mij volkomen vreemd. Uit de brieven van Erasmus', Anthony van Kampen, 'Incident op Corsica', F. Bordewijk, 'Bint'.

Die bestelling 'Dans en religie' is van de dichter Theo van Baaren, in de tijd dat hij professor was en geen dichter. Een wonderlijk persoon. Eerst dichter, toen professor in de theologie (en zelf niet gelovend dat er een god is) en daarna weer dichter. In de tijd dat hij professor was, heeft hij geen enkel gedicht geschreven, het waren afgescheiden periodes in zijn leven.

 

Door naar augustus 2007

 



Terug naar Weblog

Door naar Raban Internet Antiquariaat
Terug naar de eerste pagina /homepage

Citaten zoeken op trefwoord
Overzicht van trefwoorden
Citaten zoeken op auteur
Overzicht van auteurs
Overzicht van bibliografieën
Andere interessante internet-bladzijden


©2007 Mats Beek, Veenendaal

Schrijf Webmaster


 

 

 

 

 

 

 

eXTReMe Tracker